Ravage Digitaal 4 augustus 2006 Print deze pagina | |
|
Oorlog aan de oorlog In tijden van hoge nood voelt het gemis aan een daadkrachtige vredesbeweging, waar een radicaal-links activistisch netwerk actief onderdeel van uitmaakt, aan als een boze droom waarin je ontzettend graag vooruit wilt komen maar op de een of andere manier geen millimeter beweegt. Onmacht. De oorlogsmisdaden die het Israëlische leger sinds 12 juli in, deze keer, Zuid-Libanon begaat schreeuwt om een adequate reactie vanuit de bevolking. Die blijft grotendeels uit, en daar lijkt voorlopig geen verandering in te komen. Dat er helemaal geen straatactiviteiten plaatsvinden is hiermee niet gezegd. Zo werd er half juli betoogd bij de Israëlische ambassade in Den Haag, een week later door enkele duizenden in Amsterdam, afgelopen zondag vond er een spontane wake plaats op de Dam en komend weekeinde wordt op diverse plaatsen in het land de noodklok geluid in de vorm van openbare protestbijeenkomsten. Meer hierover op de website van Stop de Oorlog. Deze initiatieven komen voort uit de koker van organisaties die stelling nemen tegen de Israëlische en Amerikaanse agressor. Deels vanuit gemak maar voornamelijk vanwege de eigen politieke achtergrond en ideologie wordt het geweld dat kan worden toegeschreven aan ultra-religieuze bewegingen als Hezbollah en Hamas niet of nauwelijks veroordeeld. Zeg maar vergoeilijkt, al is het niet hardop. Om zoveel mogelijk mensen op de been te krijgen voor hun acties zoeken ze de samenwerking met politieke partijen, die juist ernstig onderdeel uitmaken van het probleem. Zo kon het gebeuren dat op de demonstratie van 22 juli de PvdA vanaf het podium zich ongegeneerd mocht uitspreken over de aanvallen op Zuid-Libanon, terwijl we allemaal weten dat deze partij al sinds haar bestaan aan de leiband loopt van de Amerikanen en de Israëliërs. Vanuit het oppositiebankje en electorale overwegingen is het makkelijk scoren, het wordt een ander verhaal zodra de partij regeert. Het is deze houding die er toe bijdraagt dat weinig vredesactivisten en antimilitaristen zich daadwerkelijk thuis voelen bij de door orthodox-links georganiseerde protesten. Dat er desondanks toch nog een kleine drieduizend mensen deelnamen aan de betoging in Amsterdam, kan voor een groot deel worden toegeschreven aan de professionaliteit waarmee de acties worden opgezet. En omdat veel deelnemers er geen notie van hebben wie het protest hebben geïnitieerd, of dat ook helemaal niet willen weten. Het feit dát er iets op straat georganiseerd wordt, telt zwaarder. Geef ze eens ongelijk. Verder hebben sterk communistisch georiënteerde clubs (anti-westerse sentimenten) in dit land nog immer een aanzienlijke achterban, mede doordat hun sympathisanten zich posities hebben verworven binnen politieke partijen als de SP en GroenLinks en netwerken als Keer het Tij en het Platform tegen de Nieuwe Oorlog. Men blijkt in staat om met versimpeling van de feiten (Amerika en Israël zijn slecht) en het eenzijdig presenteren van het aangerichte leed de gevoelige snaar te raken van de zichzelf doorgaans als 'links' beschouwende Nederlander die met zijn onvrede nét even iets meer wenst te doen dan enkel op een linkse partij te stemmen. Maar er is momenteel ook geen alternatief. Radicaal-linkse activisten, mensen die van mening zijn dat politieke partijen en organisaties niet thuishoren bij hun acties op straat, zijn vandaag de dag niet alleen klein in aantal, ze zijn ook nog eens intern sterk verdeeld en nauwelijks georganiseerd. De laatste keer dat er nog aansprekende anti-oorlogsacties werden gevoerd, was ten tijde van de Golfoorlog begin jaren '90. Zoals de blokkade van het Beursgebouw in Amsterdam met 150 mensen. De kraakbeweging lag immer ten grondslag aan dit soort buiten-/antiparlementaire erupties. Toch heb je geen netwerk nodig om vreedzame acties en uitgekiende doelen te bedenken waarmee de vinger op de gevoelige plek wordt gelegd. Acties waarmee aan een groot deel van de bevolking duidelijk wordt gemaakt dat de Israëlische agressiepolitiek gedekt wordt vanuit de westerse politiek en het bedrijfsleven en dat de strijdmethodes en dat het gedachtegoed van fundamentalistische stromingen als Hezbollah en Hamas evengoed worden veroordeeld. Wat te denken van objecten als de partijbureaus van het machtsblok VVD, PvdA en CDA. Of de Nederlandse bedrijven die onderdelen leveren aan het Israëlische leger, zoals Van Halteren Metaal (M109 houwitzer simulator en wielen voor de tanks), Delft Electronics Products (nachtkijkeronderdelen), Thales Munitronics (batterijen voor ontstekers), Philips (onderdelen straalmotoren F-16), Metaalwarenfabriek (schakels voor patroonbanden), Thales Communications (militaire intercom systemen) en Siemens (simulator voor onderzeeboottraining). En niet te vergeten de Israëlische instellingen en bedrijven in dit land, zoals de ambassade in Den Haag, de filialen van de luchtvaartmaatschappij El Al en de Kamer van Koophandel Nederland - Israël, een vereniging van in Nederland gevestigde bedrijven die een handelsrelatie met Israëlische bedrijven onderhouden. Een effectieve boycot van Israëlische producten in de schappen van de supermarkt is op korte termijn niet haalbaar, daarvoor ontbreekt ook het draagvlak. Al kan een folderactie onder de klanten nooit kwaad. Met tot de verbeelding sprekende actievormen en een gedegen toelichting kan wellicht de publieke opinie worden beïnvloed, die tot nu toe voornamelijk wordt gevoed door oppervlakkige beschouwingen en reportages in de pers, waarvoor voornamelijk krijsende vrouwen en zelfs oud-generaals en schoolborden uit de kast worden getrokken. Al ware het een kijkspel waar het draait om sensatie en de kijkcijfers. In plaats van stevig aan te dringen op een adequate aanpak van de zoveelste oorlog. In deze heeft ook het journaille een taak. Alex van Veen - - - - - - - - - - - - - - - -
hghg
|