Ravage Digitaal 26 maart 2006 Print deze pagina | |
|
Het is onwaarschijnlijk wat er zich de afgelopen maanden rond het nationale voetbalteam van Duitsland heeft afgespeeld. Jürgen Klinsmann, de gelouterde ex-voetballer, nam na het EK van 2004 het roer over van Rudi Völler. Hij heeft in tegenstelling tot onze bondscoach Marco van Basten de afgelopen twee jaar niet bepaald lekker zijn werk kunnen doen. Ondanks nieuwe training, fitnessmethoden en het inzetten van een psycholoog lukte het Klinsmann niet een sterk team neer te zetten tijdens de talloze oefenwedstrijden. Na de ontluisterende nederlaag in februari tegen Italië, 4-1, 'Het fiasco van Florence' stond Duitsland op zijn kop. Werkelijk de hele natie had plotseling verstand van voetbal, en een mening klaar. Het bondsbureau riep Klinsmann op het matje en voetbal legende Beckenbauer begon ook al aan de stoelpoten van Klinsmann te zagen. Als klap op de vuurpijl bemoeiden politici van alle gezindten zich met het mogelijk slechtste Duitse elftal ooit. Met als bespottelijk hoogtepunt een audiëntie van Klinsmann bij minister-president Merkel. Echt waar; sport en politiek horen dus bij elkaar. Op 22 maart leek Klinsmann met de 4-1 overwinning op de Verenigde Staten weer enigszins uit de woelige wateren ontsnapt te zijn. Reken daar maar niet op. Want komende zomer moet Klinsmann met een stel middelmatige voetballers een gooi doen naar de wereldtitel op eigen bodem. En met slechts één speler van Europese klasse, de ster van het Duitse voetbal Michael Ballack, en een stel middelmatige spelers word je niet zomaar wereldkampioen. De kwestie is namelijk dat de voetballers bij hun clubs in Duitsland slechts de waterdragers zijn voor de buitenlandse voetbalsterren. En de essentie van het Duitse voetbal, de immense karaktersterkte en strijdlust, lijkt ook verloren te zijn gegaan. Het vechten voor volk en vaderland is een loze kreet geworden. Dit kan de Duitse bevolking moeilijk verkroppen; slechts drie procent van de bevolking gelooft nog in het winnen van de wereldtitel. Een wereldtitel voor Duitsland zou voor economische bloei moeten zorgen waar de bevolking zo naar hunkert. Want de hoge werkeloosheid, economische malaise en de weifelende sanering van de verzorgingsstaat zorgen voor een diepe depressie. Daarom is voetbal zo belangrijk voor het nationale zelfvertrouwen, daarom ook bemoeit de politiek zich zo omstandig met het voetbal. Toen Nederland in 1988 Europees kampioen werd, in Duitsland nota bene, werd er een economische opleving in gang gezet. De Duitsers hopen op een vergelijkbaar economisch wonder. Gek eigenlijk dat Klinsmann een tragische antiheld lijkt te worden, die niet weggestuurd wordt omdat het WK al bijna begint. Alsof hij ook verantwoordelijk gesteld kan worden voor het wanbeleid van de Duitse clubs, waar aandacht voor de jeugd gering is, en waar verspilling van geld schering en inslag is. En bovendien met een waslijst van omkoopaffaires als triest dieptepunt. Met 6,3 miljoen geregistreerde voetballers moet toch een enorm potentieel aanwezig zijn voor successen. De situatie met het voetbal zou opgevat kunnen worden als een metafoor voor de Duitse samenleving: in potentie een supermacht, in de praktijk is het land een reus op lemen voeten. In het voetbal is een gebrek aan Duitse persoonlijkheden, de ouderwetse mentale hardheid is verdwenen. Ook op andere gebieden zoals in de politiek, de cultuur en de media lijkt een verlammende malaise zijn vernietigende werk te doen. De vraag is of de euforie van een bijna onbereikbare wereldtitel kan zorgen voor een opleving van het Duitse zelfbewustzijn.
Ulrik van Tongeren - - - - - - - - - - - - - - - -
hghg
|