Artikelen uit Ravage over de geschiedenis van het blad: Ravage #15/16, december 2005: EEN
'KRAKERSBLAADJE' OM TROTS OP TE ZIJN KOGEL
DOOR DE LINKSE KERK EINDE
OEFENING Ravage
#273/274, december 1998: - - - - - - - - - - - - - - - - Gepubliceerd in Ravage #15/16, december 2005 Een 'krakersblaadje' om trots op te zijn Hoewel we jarenlang een redelijk blad hebben gemaakt, is het ons nooit goed gelukt hét blad te maken dat we voor ogen hadden. Voor buitenstaanders bleven we altijd dat 'krakersblaadje' uit Amsterdam. tekst Freek Kallenberg Eigenlijk
is Ravage altijd een 'ouderwets' blad geweest. Het blad werd immers opgericht
op het moment dat de autonoom radicaal-linkse beweging over haar hoogtepunt
heen was. Niet dat de mensen die in 1988 het initiatief namen voor een
nieuw actieblad ongelijk hadden. NN en later Ravage berichtten over acties
en campagnes die volgens activisten zelf in de reguliere media veel te
weinig aandacht kregen. Hoewel het aantal acties in de loop van de jaren
'80 afnam, was er nog steeds reden genoeg om hierover in 'eigen' media
uitvoerig te berichten. Deelstrijd Achteraf
is aan deze onderverdeling in deelredacties al een kentering te zien die
in de jaren '90 sterk door zou zetten. De autonome beweging van de jaren
'70 en begin '80 voerde een 'totaalstrijd' die niet alleen politiek maar
ook persoonlijk van aard was. Doelgroep Op
de redactie van NN en later Ravage werden deze veranderingen ook zichtbaar.
Van de grote groep enthousiaste medewerkers was al snel nog maar een handjevol
over. Er waren weinig mensen die zich verantwoordelijk voelden voor het
gehele blad met alles dat daar bij komt kijken. Mensen typten hun stukkie
en gingen daarna weer pleitte. Vaak omdat ze moesten werken, studeren
of andere activiteiten hadden die ze ook belangrijk vonden. Schrijven
voor NN werd evenals actievoeren iets dat je naast andere activiteiten
deed. Buitenstaanders Het
bleek echter een hele kunst om die nieuwe lezers vast te houden. Hoewel
geïnteresseerd in activisme of politiek, waren ze niet vanzelfsprekend
zelf actief in een beweging of actiegroep. Als ze dat wel waren, dan waren
ze vaak geïnteresseerd in één thema, zoals kraken,
milieu, feminisme of dieren. Verdeeld Het
bleek sowieso moeilijk om medewerkers lang aan ons te binden. De jaren
'90 waren ook niet de meest inspirerende tijden om voor een actieblad
te werken. De actiebeweging was op sterven na dood. De infrastructuur
uit de jaren '70 en '80 werd hier en daar nog met gesubsidieerde banen
in stand gehouden n ook Ravage was waarschijnlijk zonder die betaalde
banen al eerder verdwenen n maar veel acties werden er niet gevoerd. Opinieblad Eigenlijk
gold dit ook voor de redactie. De actiewereld kon ons nog nauwelijks bekoren,
maar het deed ons wel pijn. Bij gebrek aan inspirerende acties probeerden
we van Ravage een kritisch en spraakmakend opinieblad te maken. De redactie
werd versterkt met mensen die niet direct actief waren in de actiewereld
en we probeerden meer journalistieke en opiniërende artikelen te
plaatsen. Ook over onderwerpen die je niet direct verwacht in een radicaal-links
actieblad. - - - - - - - - - - - - - - - - Gepubliceerd in Ravage #15/16, december 2005 Kogel door de linkse kerk Nu Ravage als instituut heeft afgedaan, is het de vraag hoe radicaal-links zich verder ontwikkelt. De ideeën die we uitdragen zijn de slechtste niet. Veranderingen dienen tot stand te worden gebracht door openheid en toegankelijkheid, we hebben niets te verbergen. Of blijven we navelstaren? tekst Alex van Veen 'In
je handen trilt het eerste produkt van het NN-kollektief (...) We willen
een blad worden waarin buurtinitiatieven, milieubewegingen, anti-fascismekomitees,
bedrijfsledengroepen, vrouwenoverleggen, huurdersverenigingen, buitenlandersorganisaties,
kunststichtingen, revolutionaire cellen, computerclubjes, antimilitaristische
kringen, journalistenkollektieven, linkse stromingen, artikel 140 samenhangen,
bewoners ieder afzonderlijk en individueel verantwoordelijken die menen
elkaar en geïnteresseerden iets te zeggen hebben, hun ei kwijt kunnen.' Anti-parlementair Het
blad moet tot actie aanzetten! Met dit motto begon een groepje bevlogen
individuen in het voorjaar van 1988 actieblad NN (Nomen Nescio, letterlijk:
ik heb geen naam). De kraakbeweging was weliswaar niet meer zo goed georganiseerd
en daadkrachtig als in de beginjaren van dat illustere decennium, maar
een aantal interessante radicaal-linkse netwerken rondom thema's als vluchtelingen,
extreem-rechts en militarisme waren overeind gebleven. Totaalblad Ravage
wilde een totaalblad zijn, een medium dat activisten niet alleen zou informeren
maar daar waar mogelijk nader tot elkaar zou weten te brengen. Alles heeft
met alles van doen, zo luidde het credo. De strijd van de een tegen de
aanleg van een verkeersweg door een natuurgebied is in wezen niet anders
dan het verzet van de ander tegen het militaire apparaat. Het zijn binnen
het huidige economische systeem ontwikkelingen die ons van bovenaf worden
opgelegd. We zullen het van onderaf moeten ondermijnen. Maar totaalstrijd
lijkt een achterhaald begrip in een verdeelde en geïndividualiseerde
samenleving. Internet Met
de opkomst van het internet heeft het brengen van actienieuws sterk aan
importantie ingeboet. De door actiegroepen geschreven aankondigingen en
berichten kunnen inmiddels via mailinglijsten en websites op elk willekeurig
moment van de dag worden verspreid en gelezen. Dus waarom zou je ze dan
nog plaatsen in Ravage, maar bovenal, waarom zouden activisten zo'n blad
nog lezen?
Populisme Intussen
veranderde het maatschappelijke klimaat in vergelijking met de jaren '90
aanzienlijk. Linkse activisten zitten, zeker na de moord op Fortuyn, steeds
vaker in de hoek waar de klappen vallen. Door de voelbare spanningen in
de samenleving, de angst voor terreur en de daaruit voortvloeiende onzekerheid
onder de burgers is de roep om orde en veiligheid groot. Nieuwe opsporingstechnieken
en wetgeving leiden in toenemende mate tot arrestatie van activisten,
straffen worden verzwaard. Vergoeilijking In
díe radicaal-linkse kringen waar het zicht op veranderingen in
de samenleving ernstig wordt vertroebeld door het isolement en een zwart-witte
kijk op politiek en samenleving, ook wel dogmatiek genoemd, leidde deze
ontwikkeling soms tot dwaling en hysterie. De moord op Fortuyn was weliswaar
de daad van een eenling, maar wel een eenling met een radicaal-links activitisch
verleden. Niemand is verantwoordelijk voor het handelen van de ander,
maar dat Volkerts daad verstrekkende gevolgen zou hebben was vanaf dag
één overduidelijk. Intolerantie Dat
er binnen radicaal-linkse kringen zo weinig ophef kwam over de moord op
Fortuyn, heeft enerzijds te maken met de verdeeldheid en het gebrek aan
samenwerking. Wat hebben we samen nou nog gemeen? Het zijn erg kleine
kringetjes die nog iets met elkaar te maken hebben en ach, wie kende Volkert
nou eigenlijk? Taboe Begrijp
me goed, hiermee wil ik niet suggereren dat radicaal-links als geheel
afwijzend zou staan ten opzichte van andersdenkenden, niet openstaat voor
debat over onderwerpen die taboe zijn voor links. Maar het is een voldongen
feit dat bepaalde clubs en individuen, met name wanneer men zich richt
op bestrijding van racisme en extreem-rechts, zich hieraan schuldig maken.
De mening van een ander niet respecteren, jezelf niet kunnen inleven in
de ander, een beetje zielig is het wel. Vrije mening Recentelijk
ontstond er in diverse steden ophef over de inbeslagname van posters en
spandoeken waarmee het uitzettingsbeleid van minister Verdonk wordt bekritiseerd.
Een grove inbreuk op de vrijheid van meningsuiting, zo luidde de terechte
kritiek op het eigenhandige optreden van de lokale autoriteiten.
Op de man Minder
gewelddadig, maar wel degelijk intimiderend, zijn de acties gericht tegen
politici, waarbij expliciet op de man of vrouw wordt gespeeld. Een beproefde
methode die in het verleden, toen we nog nauwelijks opkeken van een ingekeild
raam bij de tegenstander, weliswaar nog op enig maatschappelijk begrip
kon rekenen. Tegenwoordig worden dergelijke acties vanuit links-activistische
kringen door publiek, politiek en media vereenzelvigd met de achtergrond
van de moordenaar van Fortuyn en de vele anonieme doodsbedreigingen aan
het adres van politici, en om die reden afgekeurd.
Keer het Tij Het
actiewezen in de jaren '70 werd gedomineerd door marxistisch-leninistische
partijen. Het was een verademing dat de kraakbeweging in de jaren '80
en '90 daar weinig van moest hebben, een meer autonome antiparlementaire
koers vaarde. Orthodox-links heeft, tot eigen verrassing, zich de afgelopen
jaren weer een plaatsje in de samenleving weten te bewerkstelligen dankzij
het platform Keer het Tij. Vrijblijvendheid Vrijblijvendheid
is troef in collectieven waar we allemaal evenveel te zeggen hebben. Praten
is één ding, afspraken na komen, daar draait het om. Als
we ons eigen basisdemocratische stelsel al niet serieus nemen, wat moet
de burger dan? De gevolgen van deze gebreken vertalen zich naar het geringe
aantal vernieuwende activiteiten welke de afgelopen jaren van de grond
zijn gekomen. Openheid Radicaal-links
is stil blijven staan in de tijd. Uit conservatisme, gebrek aan creativiteit
en het ontbreken van een ideologisch verhaal hanteren we actievormen en
bezigen opvattingen die twintig jaar geleden bon ton waren. Waar de samenleving
behoefte aan heeft is open en heldere communicatie. De ideeën die
we uitdragen zijn de slechtste niet. Veranderingen dienen tot stand te
worden gebracht door openheid en toegankelijkheid, we hebben niets te
verbergen. Het kan ook geen kwaad om de actiemethoden die worden toegepast
af en toe te herijken, aan te passen aan de tijdgeest. p.s. Indien je wenst te reageren op dit artikel, ons contactadres wordt vermeld op pagina 2. Reacties worden geplaatst op de website van Ravage.
Soort van chronologie - - - - - - - - - - - - - - - - Gepubliceerd in Ravage #15/16, december 2005 Einde oefening Met het decembernummer van Ravage komt er een einde aan de verschijning van een lange reeks actiebladen. De onmacht van het links activisme, de opkomst van internet, dalende oplagecijfers en een vacante redactie zijn de voornaamste redenen om er na 17½ jaar een punt achter te zetten.
Etalage boekhandel Athenaeum in Amsterdam tijdens 15-jarig bestaan Ravage in april 2003. Foto: Thomas Schlijper We
nokken ermee. Finito. Dit nieuws leidde begin december onder onze lezers
tot de nodige warme reacties. Zoals zoveel dat in wezen zo gewoon lijkt,
ervaren we het gemis zodra het er niet meer is. Uit brieven en telefoontjes
maken we op dat men het weliswaar verdraaid jammer vindt dat Ravage niet
langer op de deurmat valt, maar tegelijkertijd beseft men ook wel dat
het een logisch gevolg is van organisatorische problemen.
Het is een zorgvuldig bewaard geheim dat de redactiewerkzaamheden aan de Van Ostadestraat in Amsterdam sinds begin 2004 door slechts één persoon werden uitgevoerd. Een select groepje schrijvers stond weliswaar belangeloos garant voor de productie van artikelen en columns, maar veelal wegens tijdgebrek boog men zich niet over de inhoud van het blad. Een blad dat op een eenkoppige redactie draait, heeft niet bijster veel in de melk te brokkelen. Het gevolg hiervan laat zich raden: belangrijke maatschappelijke en activistische ontwikkelingen en gebeurtenissen werden slechts terloops belicht. Veel interessante onderwerpen en thema's kwamen niet verder dan de koker van de redacteur. Hierdoor liepen we teveel achter de feiten aan, en dat doet radicaal-links al genoeg, laten we wel wezen. Niks ten nadele van allen die zich inzetten voor een betere samenleving, begrijp ons goed. Maar een nieuwe eeuw verdient óók een nieuw geluid.
Er is geprobeerd om redacteuren te vinden. Wat tien jaar geleden al lastig bleek, lijkt inmiddels welhaast een onmogelijkheid. Zoals vele clubs die ooit vanuit de kraakbeweging werden opgezet, wist uiteindelijk ook Ravage niet langer vaste medewerkers aan zich te binden. De tijd dat we voor onszelf een vrijwilligersbaan creëerden waar we een dagtaak aan hadden, is lang en breed voorbij. De uitgebreide mogelijkheden die het medium internet de laatste jaren biedt, hebben er voor gezorgd dat actiegroepen er in toenemende mate gebruik van zijn gaan maken. Ravage is dan ook niet langer het medium voor het actienieuws, van oorsprong de voornaamste doelstelling van het blad. Of de daling van het aantal abonnees hiermee verband houdt, laat zich raden. Feit is dat Ravage, dat dankzij de inkomsten van haar lezers kon worden gedrukt en verspreid, de afgelopen twee jaar verlies heeft gedraaid. Zelfs al zóuden we willen doorgaan, dan hadden we flink moeten besparen op de drukkosten (minder pagina's, minder nummers). Want een nieuwe prijsverhoging, daar wil niemand meer aan in deze schrale tijden.
We willen van de gelegenheid gebruik maken om allen die ooit iets voor dit tegendraadse medium betekend hebben - lezers, actievoerders, redactiemedewerkers, colporteurs, promotors, layouters, fotografen, gastschrijvers, columnisten, klussers, cartoonisten, donateurs, penningmeesters, administrateurs, chefs aboos, chefs website, benefietbands, steunadverteerders, etc. - bedanken voor hun inbreng. Speciale dank gaat uit naar onze huisdrukker, voor het getoonde geduld.
Het was ons een waar genoegen en hebben het erg graag gedaan. Wie weet, tot een volgende keer! Redactie Ravage - - - - - - - - - - - - - - - - Gepubliceerd in Ravage #273/274, december 1998 ALS LOS ZAND Waarheen leidt de weg...
Er heeft zich in de loop der jaren nogal wat afgespeeld binnen de muren van ons kantoor aan de Amsterdamse Van Ostadestraat. Van ontluikende tulpen tot platgetrapte torren. Hoogtepunten (zoals de huiszoeking) en dieptepunten (venijnige aanvallen van lezers), maar vooral aangenaam spoelwater. Een redactioneel, over tien jaar NN/Ravage. Wat we doen, maar bovenal, waar doen we het voor en wat willen er eigenlijk mee bereiken? 'Als alleen al alle reclame makende en alle indoctrinerende informatie- en ontspanningsmedia zouden verdwijnen, zou het individu in een traumatische leegte gedompeld worden, waar hij de kans zou krijgen zich te verwonderen en te denken, zichzelf (of liever gezegd de negatieve kant van zichzelf) en zijn samenleving te leren kennen. Beroofd van zijn onechte vaders, leiders, vrienden en afgevaardigden zou hij weer opnieuw moeten leren spreken. Maar de woorden en zinnen die hij zou vormen, zouden wel eens heel anders kunnen uitvallen, evenals zijn verlangens en angsten.' Herbert Marcuse, De eendimensionale mens
"Een initiatief voor een nieuw blad? Ha, dat is tóch geen lang leven beschoren." Ik hoor het hem nog zeggen in de wandelgangen, de oud-redacteur van actieblad Bluf! Hem was zonet ter ore gekomen dat er op de fundamenten van dit bij tijd en wijlen roerige weekblad van de jaren tachtig een ander tijdschrift zou ontstaan. Bluf! stopte, en daarmee de radicaal-linkse actiebeweging. Zo werd het door sommige bluffers gebracht, als een uitgemaakte zaak, een voldongen feit. Daar konden de kakelverse en merendeels onervaren medewerkers van het tweewekelijkse actieblad NN het dan mee doen. Op 30 april 1988 werd het nulnummer van Nomen Nescio (NN) op de vrije markt van oranjedag verspreid. Op 16 december 1998, dik 10½ jaar later, rolt de 273/274-ste editie van de persen. De inhoud verbeterd, de vormgeving gemoderniseerd, maar nog steeds met dezelfde doelstelling en onderwerpen. Zeldzaam kritische geluiden, protestuitingen, die worden voortgestuwd en soms letterlijk uitgebraakt door een rijke schakering aan sociale buitenparlementaire bewegingen. Inmiddels lijkt het actieblad niet meer weg te denken van de salon- en kraaktafel, ingeburgerd welhaast, een rustpunt temidden van stijgend en ontembaar water. Water dat van tijd tot tijd eventjes aan onze lippen staat. Spreekbuis van tegendraads volk, veelal mensen die wakker liggen van de ellende die ze in de wereld signaleren. Ravage biedt hen een uitlaatklep, een medium waarin vrijwel alles gezegd en beschreven kan worden, daar waar andere bladen ophouden te bestaan. En blad dat je informeert over komende acties, campagnes, demonstraties, de undergroundcultuur. Het lijkt inmiddels allemaal zo vanzelfsprekend, zo vertrouwd. Een kippenhok We waren met z'n vijfentwintigen, op die eerste oprichtingsvergadering van een blad dat willens en wetens moest verschijnen nadat Bluf! er definitief een punt achter zou hebben gezet. Het was half maart 1988. De kantoorruimte werd gevuld door zeer uiteenlopende mensen, zoals fervente Bluf!-haters maar, gek genoeg, ook door wat Bluf!-redacteuren zelf. Het waren de zogenaamde dissidenten, die het weliswaar toelieten dat Bluf! als weekblad werd opgeheven, maar het tegelijkertijd belangrijk genoeg vonden dat er iets na het Bluf!-tijdperk zou ontstaan. Wie er dan voor zorgden dat Bluf! er mee ophield? Het voorstel werd in de wandelgangen bekokstoofd, in gang gezet door een groepje oud-Bluf! medewerkers. Het abonneebestand liep in het tweede deel van de jaren tachtig schrikbarend terug, van 2000 naar 1200 in een paar jaar tijd. Althans, zo was het verhaal. De redactie was dolende, het ideologische spoor behoorlijk bijster. In het blad verschenen steeds vaker anti-imperialistische discussiestukken, een doorn in het oog van de diehards van Bluf!. Bluf! moest stoppen voordat het te laat was, voordat het ingekapseld zou worden door de anti-impi's. Maar ook voordat het financieel verlies zou lijden. Na een spetterend afscheidsfeest in Paradiso werd er nog snel even een reservepotje verdeeld. Het geld ging grotendeels naar projecten waar oud-bluffers voor werkten. De Bluf-apparatuur, waaronder de legendarische tiepmachine die in de loop van z'n bestaan herhaaldelijk door de pliesie in beslag werd genomen, werd overgedragen aan de 'initiatiefgroep', die aan de basis stond van een nieuw op te zetten blad. En getiept werd er, dat het een lieve lust was. Het leek wel een kippenhok, de dagen dat de vijftien medewerkers deelnamen aan redactievergaderingen van het blad dat na uitgebreide beraadslaging uiteindelijk Nomen Nescio (Latijns voor 'ik heb geen naam') werd gedoopt. Of het blad destijds ook was verrezen zonder de inbreng van een handvol dissidente ex-Bluffers, valt te betwijfelen. Zij wisten als geen ander hoe erom diende te worden gesprongen met de haperende 'tiepmasjienes'. En hoe foutief getiepte woorden en zinnen naderhand handmatig, na vlijtig knip- en plakwerk, werden verbeterd.
Alles wat we slecht vonden aan de wereld kwam aan bod. We wilden vooral anders zijn dan Bluf! Korte berichten, chaotisch ondergebracht en geplakt in rubrieken met namen als 'DierNstrijd', 'VrouwNstrijd', 'Onder Dak' en 'Milieu'. We mochten eenmalig gebruik maken van het abonneebestand van Bluf!, zodat we na het nulnummer van 30 april '88 begonnen met 450 lezers. We maakten in de begintijd een blad zonder dat er over het geheel werd nagedacht. Hapsnap-beleid, zoals het door sommigen werd genoemd. De meesten deden maar wat; degenen met de minste tiepfouten hadden aanzien, waren de NN-binken. Het was een speeltuin, maar dan wel een heel bijzondere. Welke Amsterdammer, die eind jaren tachtig een van de bruine kroegen van de binnenstad aandeed, kent ze niet, de NN-colportatieploegen. Slapeloze nachten bezorgden de meiden van NN me, die altijd en overal veel meer kranten sleten dan de jongens. Binnen enkele jaren zaten we op 600 abonnees, een aantal dat tot 1996 stabiel is gebleven. Ready-steady-go In grote lijnen kunnen je stellen dat NN gedurende de jaren 1990-1995 een periode heeft gekend waarin er inhoudelijk en qua redactie-samenstelling weinig veranderde. Goed, ook wij vervingen schoorvoetend de tiepmachine voor de computer, maar voor het overige was het ready-steady-go. De kraakbeweging had zo z'n ontruimingen, er werden wat gevoelige snaren geraakt middels discussiebijdragen en er werd vooral meer en langer geschreven in NN. Vanuit de oorspronkelijke opzet, een blad vol kort nieuws met ook nog wat achtergrondartikelen, ontwikkelde zich een blad dat voornamelijk bestond uit achtergrondverhalen met ook nog het een en ander aan nieuws. Bij het weergeven van controversiële actievormen hielden we ons wat commentaar betreft aardig op de vlakte. Dat was niet zo moeilijk hoor, want meestal lagen de meningen binnen de redactie zeer verdeeld. Zo was de een uitgesproken voorstander van brandstichting, hetgeen door een ander weer veroordeeld werd, terwijl een derde er de voorkeur aan gaf geen mening te geven. 'Laat de lezer dat zelf maar uitmaken', was en is een veelgehoorde uitspraak aan de Van Ostadestraat. We wilden een totaalblad zijn, dat wil zeggen: een blad dat activisten, deelnemers van uiteenlopende sociale bewegingen, zou informeren en waar mogelijk tot elkander zou brengen. Dit onder het motto: alles heeft met alles te maken. De strijd van de een tegen de aanleg van een verkeersweg door een natuurgebied is in wezen niet anders dan het verzet van de ander tegen het militaire systeem. Het zijn binnen het huidige economische systeem logistieke repressieve ontwikkelingen die ons van bovenaf worden opgelegd. We zullen ze van onderaf moeten ondermijnen. Maar totaalstrijd bleek al spoedig een uitgehold begrip. Het werd ieder voor zich. In de loop van de jaren negentig volgden we ook met belangstelling de verrichtingen van de bladen Konfrontatie en vooral Lekker Fris, twee radicaal-linkse bladen die qua achtergrond en thematiek te vergelijken waren met NN en zich beiden landelijk profileerden. Rond 1994 besloot een aantal medewerkers van beide bladen een nieuw blad op te zetten, hetgeen slechts heeft bestaan bij de gratie van enkele proefnummers. Hoewel ook NN werd uitgenodigd voor deelname aan dit project, kozen we er voor ons zelf te blijven. Achteraf gezien een verstandige keuze, want behalve het project zelf bestaan ook Konfrontatie en Lekker Fris sindsdien niet meer. Laag pitje En het werd kil, angstvallig stil. In de loop van de jaren negentig zag je opvallend veel autonome clubjes het bijltje erbij neergooien. Op de redactie van Ravage hangt nog zo'n alternatieve adressenlijst uit 1993 van radicaal-links Nederland. Meer dan de helft van die lijst kun je vandaag de dag wel schrappen. Verstokte communisten raakten eind tachtig gedesillusioneerd -nogal wat radicaal-linkse clubs werden bestierd door marxist-leninisten-, de restricties en bezuinigingen van het sociale stelsel en de verbetering op de economische (lees: werkgelegenheids) markt zorgden ervoor dat er minder en minder mensen deelnamen aan kraakacties en dergelijke en dat er meer en meer mensen het vrijwilligerswerk inruilden voor een betaalde job. De jeugd raakte, onder meer als gevolg van de stijgende welvaart, aangestoken door het virus dat egoïsme heet. Geld verdienen, een toffe flexibele baan, jezelf op vroege leeftijd omringen met luxe maar vooral veel voorwerpen: het wordt het kind middels reclame-boodschappen met de paplepel ingegoten. Wie kiest er vandaag de dag nog voor een leven in een koud en verpauperd kraakpand? En mocht je daar al wat voor voelen, waar haal je de tijd vandaan om een woning te kraken, te bewaken, te behouden en enigszins leefbaar te maken? Dat kost maanden en maanden. Maatschappijkritische jongeren, zoals studenten, hebben hier nauwelijks de keuze en tijd voor. Veel, wellicht vrijwel alles wat de autonome beweging heeft voortgebracht is ooit ontstaan uit of werd sterk beïnvloed door de kraakbeweging. Naast de in eigen beheer opgezette projecten als drukkerijen, eethuizen, bioscopen, café's, concertzalen, opvanghuizen en hulpgroepen, werden er vanuit de kraakbeweging talrijke andere activiteiten ontplooid. Acties en campagnes tegen kernenergie, extreem-rechts, de Afrikahaven, de kortingen op de uitkeringen, de vleesindustrie, het militaristische systeem, enz. Veel van deze activiteiten zijn in de loop van de jaren tachtig en negentig op een laag pitje komen te staan. Voor een belangrijk deel het gevolg van een gebrek aan nieuwe mensen. De meeste radicaal-linkse activisten houden het nu eenmaal na een jaar of twee, drie voor gezien. Degenen die langer actief blijven, vormen de uitzondering op de regel. Meer impact In 1995 zijn we ons gaan beraden over onze toekomst. Wat moet je met een blad, dat zich bij uitstek profileert als platform van het radicaal-linkse gedachtengoed in de breedste zin van het woord, terwijl die beweging almaar verder versplintert en sporadische pogingen tot herstructurering vastliepen op desinteresse. Bovendien ontstonden er ook op lokaal niveau radicaal-linkse bladen (Leiden/Peueraar-Lokaal Kabaal, Nijmegen/Activist, Leeuwarden/Funest, Utrecht/Fahrenheit), waarmee de trend om je plaatselijk te organiseren bevestigd werd. Als de doelgroep waarop je je richt slinkt, terwijl de vaste lasten jaarlijks stijgen, wat doe je dan? Sommigen van ons wilden weer terug naar af: de krant goedkoper produceren waarna we ons weer wat nadrukkelijker op de (kraak)actiescene gaan richten. De voorkeur ging uit naar verbetering van de inhoud en leesbaarheid. We wilden meer lezers bij het blad betrekken, ook die zonder radicaal-linkse achtergrond. Meer lezers, meer impact. Zo simpel is dat. Het is aangenaam en veilig om in de marge te opereren, maar de dramatische ontwikkelingen die zich in dit land met name op ecologisch (toename auto- en vliegverkeer), humanitair (vluchtelingen in nood) en gezondheids (psychisch welzijn) terrein afspelen maakt het niet alleen noodzakelijk dat een groeiende groep mensen zich hier druk om gaat maken, maar er ook iets concreets tegen in brengt, wat aan doet. Nietsontziende multinationals, die meer waarde hechten aan valuta's dan aan mensen, hebben de parlementaire regie stevig in handen. Ons land is in de greep van een op hol geslagen monster dat economische dictatuur heet. Terwijl we terug moeten naar de eenvoud, kleinschaligheid. Dat is progressie. Terug naar de bakker en de slager, oeps pardon, melkboer. Doen waar je zelf zin in hebt, in plaats van in een keurslijf geperst te worden. Activiteiten ontplooien die mens en dier zo min mogelijk schade berokkenen. Een lichte verandering in onderwerpskeuze, een gewijzigde bladformule, een naamsverandering en de overgang naar een algemenere schrijfstijl waren enkele ingrediënten. De door een externe bron, het Bedrijfsfonds voor de Pers, financieel mogelijk gemaakte promotiecampagne deed de rest. Radicaal? We boorden een nieuw lezerspubliek aan; mensen zonder radicaal-linkse achtergrond. Felle interne discussies werden daarover gevoerd. Want wie bepaalt nu uiteindelijk wanneer iemand radicaal is, hoe definieer je dat begrip? Immers, waarom zou iemand die een ogenschijnlijk keurig bestaan leidt als het erop aankomt niet radicaler zijn dan de arbeidsloze punk van drie hoog? Is het in huis halen van een 'derde wereld kind' op z'n minst niet even radicaal en ingrijpend als de steun die wordt verleend aan de illegaal? Met andere woorden, hangen we niet teveel op aan onze eigen ervaringen, gaan we niet teveel uit van onze eigen waarden, opgedaan binnen het kraakmilieu? De promotiecampagne werd uitgevoerd, zonder noemenswaardige redactionele verandering. De onderwerpskeuze en de toonzetting was onmiskenbaar gericht op een door-de-wol-geverfd of ergens daartegenaan schurkend publiek. Maar de abonnees stroomden binnen, uit allerlei plaatsen waar we onze sporen hadden achtergelaten in de vorm van folders. Dat velen daarvan hun abonnement na korte tijd weer opzegden, zal weinig verbazing wekken. Hoewel we voor de hardcore activist een ludiek imago hebben, bezorgen we heel wat lezers rode oortjes, schoppen we geregeld tegen schenen. Daarnaast zijn het vooral de ingezonden brieven die menig lezer hartkloppingen bezorgt. Dit vanwege het hoge gehalte aan ten toon gespreide intolerantie jegens andersdenkenden. 'Wat voor volk leest dat blad?', kregen we meer dan eens te horen van onthutste lezers nadat ze hun abonnement hadden opgezegd. Nadat we begin 1996 begonnen met de promotiecampagne, die voorjaar '97 werd beëindigd, zaten we aanvankelijk op 600 betalende abonnees. Een jaar later hadden we onze doelstelling, 200 extra abonnees, bereikt. De afgelopen zomer zijn we, na een jaar lang geen noemenswaardige promotieactiviteiten te hebben ontplooid, een tweede campagne begonnen. Inhoudelijk bleven de schijnwerpers voornamelijk gericht op dezelfde activiteiten waar we altijd al over berichtten. Acties in het kader van milieu, militarisme, dieren, economie/multinationals, derde wereld, woningtekort en gentechnologie zijn hiervan de meest kenmerkende voorbeelden. De achtergrondartikelen zijn veelal nauw verbonden aan deze thema's. Belangrijk? Gelet op onze doelstelling zeker, maar wel verdomd eenzijdig. Veel leuke journalistieke ideeën blijven vooralsnog in de koker steken, hetgeen voornamelijk te wijten is geweest aan het gebrek aan redactiemedewerkers. Daar lijkt nu langzaam maar zeker verandering in te komen. Onbegrip Mede door inbreng van nieuwe medewerkers werd eindelijk de lang gekoesterde wens om meer aandacht te besteden aan de underground cultuur in vervulling gebracht. Ravage kreeg columnisten, de rubriek Het Weekboek (een dagboek van een activist), de opvallende vernieuwing van de omslag van het blad; het waren bewuste ingrepen om het blad ook voor de 'in potentie activist uit Heiloo' lezenswaardiger te maken. Is het toeval dat de kraakhandleiding, die naast andere boekjes door nieuwe abonnees kunnen worden aangevraagd, een zeer gewild welkomstgeschenk is? Een nieuw lezerspubliek zien te bereiken, maar toch je oude vertrouwde superkritische activistische achterban niet van je doen vervreemden. Ga er maar aan staan. Hoewel de radicaal-linkse beweging zichzelf bij uitstek progressief noemt, blijken structurele veranderingen, vernieuwingen, meestal te stuiten op muren van onbegrip. Nog steeds zeuren mensen ons aan de kop vanwege de naamsverandering... Vaak zijn dat mensen die zelf twee of drie verschillende voornamen hanteren 'om uit de greep te blijven van justitie'. Als medewerkers van Ravage werden we de afgelopen tijd tevens op persoonlijke titel door een fractie van de 'achterban' nauwkeurig tegen het licht gehouden. Het gebeurde naar aanleiding van een publicatie in het themanummer 'Oorlog tussen de Seksen?', dat eind vorig jaar verscheen. Omdat we ons achteraf niet wensten te distantiëren van de publicatie werden we lastig gevallen met flauwe anonieme briefjes en uiteindelijk opgescheept met een 'wegens seksisme' dichtgemetselde deur. Gebeurtenissen die aangeven hoe vermoeiend en vervelend het soms kan zijn om als radicaal-links blad of individu door het leven te gaan. Maar goed, mensen die hun gelijk wensen af te dwingen kom je overal in de maatschappij tegen. In het kader van de verbreding stonden we veelvuldig en uitgebreid stil bij aanstekelijke actievormen als streetraves, fietsacties en taartingen. Daarnaast schreven we veel over de boomhut- en tunnelactiviteiten van Earth First! en de economische sabotageacties van het Earth Liberation Front. Dat nu ook in Nederland dit soort activiteiten worden ontplooid, kan voor een deel op ons conto worden geschreven. Daar doen we niet moeilijk over. Impulsen, signalen afgeven van actievormen die in omliggende landen als succesvol worden beschouwd. We hoopten daarbij niet alleen op navolging, maar wensten tevens dat openbare activiteiten als fietsacties en de Pluk de Straten de nieuwe broedplaatsen zouden worden voor verzet. Want als de gekraakte plaatsen ons ontberen, dan zullen er andere vormen en gelegenheden moeten worden gecreëerd om onze maatschappijkritische sociaal bewogen medestanders aan te zuigen en te begroeten. AFA Bestond er in de jaren tachtig op landelijk niveau nog een imposant netwerk van radicaal-linkse groepen en organisaties, vandaag de dag is daar nog verdomd weinig van over. Sterker nog, zelfs op lokaal niveau werken de autonome organisaties langs elkaar heen en geven ruiterlijk toe daar geen problemen mee te hebben. Het individualisme heeft ook binnen onze kringen genadeloos toegeslagen. We hangen als los zand aan elkaar. Aanschouw de situatie in Amsterdam. Eind zeventig, begin tachtig hét boegbeeld van autonoom Nederland. Hier gebeurde het allemaal, we liepen met onze ideeën en actievormen mijlenver voor op de rest van Nederland. Wat? Op de rest van Europa! Toch? Nu biedt het radicaal-linkse wereldje qua daadkracht een vrij trieste aanblik. De kraakscene, dat ooit een bruikbaar netwerk bezat waar het gonsde van de activiteiten, ontwikkelt zich al geruime tijd niet of nauwelijks. De meeste activiteiten zijn gericht op nieuwe kraak- en ontruimingsacties; tussendoor wordt er nog flink gefeest. Eventjes, begin jaren negentig, werd er, voornamelijk vanuit de oude kraakstructuur, een landelijk samenwerkingsverband op poten gezet dat ruim twee jaar vrij aardig heeft gefunctioneerd. Het was, schrijnend genoeg, aan extreem-rechts te danken dat de Antifascistische Aktie (AFA) zich kon ontwikkelen. Als gevolg van de vele brandstichtingen in Duitsland, met name gericht tegen de verblijfplaatsen van allochtonen, en de groeiende organisatiegraad van extreem-rechts in Nederland, ontstond er een landelijk netwerk van radicale antifascisten. In flink wat steden werden er AFA-groepen opgezet, die met elkaar in verbinding stonden via landelijke vergaderingen en telefonische alarmlijnen voor noodgevallen. De meeste mensen die deelnamen aan AFA waren afkomstig uit de kraakbeweging. Criticasters hamerden er keer op keer op dat het radicale imago van AFA uiteindelijk tot een spoedige ondergang van het initiatief zou leiden. Als er demonstraties werden georganiseerd op lokaties waar de neonazi's bijeen kwamen, gebruikte een deel van de antifascisten consequent bivakmutsen en knuppels, in beginsel uit zelfbescherming. De geweldsdiscussies laaiden op. Daar waar het een AFA-groep in Utrecht wel lukte om samen te werken binnen een breed platform tegen racisme en fascisme, viel de AFA-groep in Amsterdam al snel uiteen. De inbreng van nieuwe gezichten, bijvoorbeeld afkomstig uit politieke jongerenorganisaties, was op deze manier tot mislukken gedoemd. In 1994 ging het snel bergafwaarts met de (gewelddadige) activiteiten van extreem-rechts, mede door toedoen van tegenacties van radicaal-links. Zodra de rek er bij extreem-rechts voorgoed uit leek te zijn, was het met AFA en haar structuur ook snel gedaan. Los van dit gegeven heerste er binnen AFA al geruime tijd onvrede over het feit dat de activiteiten altijd maar reacties waren op hetgeen extreem-rechts aan activiteiten ontplooide. Steeds meer antifascisten hadden er moeite mee om almaar achter de neonazi's aan te jagen. Dit soort discussies kwamen sporadisch aan bod in NN, helaas te weinig. Extreem-rechts leest mee, zo luidde het voornaamste argument om de strategiediscussies binnenskamers te houden. Speldenprikken Ravage wil modern zijn. Het versleten leren jas, de kistjes en de palestijnensjaal werden al jaren terug aan de derde wereld geschonken. We willen lezers verbazen en verbinden. Aan elkaar, wel te verstaan. Maar hoe doe je dat, in een wereld die ten gronde lijkt te gaan aan intolerantie en egosme. Wie wil er vandaag de dag nog ergens bijhoren, bij een club, bij een radicaal-linkse club nog wel? Hoe creëer je samenhang? Zijn we wel gebaat bij meer samenhang? Als redactie verbazen wij er ons steeds weer over hoeveel verschillende groepjes en individuen tegen hetzelfde object te hoop lopen, maar ieder op zijn of haar specifieke manier en op eigen terrein. Het geattaqueerde object ondervindt hierdoor slechts wat hinder in de vorm van speldenprikken, maar voelt zich verder veilig omdat het weet dat het op deze manier niet snel op de werkelijk gevoelige plaatsen geraakt zal worden. Neem het militarisme als voorbeeld. Okee, we zijn eindelijk af van de dienstplicht, maar het lichtelijk uitgeklede maar immer geldverslindende apparaat bestaat nog steeds en veroorzaakt met de regelmaat van de klok schandalen. Het door Defensie zelfgecreëerde imago van vredesmacht werkt op de lachspieren. Daarnaast worden er in dit land miljarden verdiend aan de fabricering van munitie en wapens. Materiaal waarmee elders in de wereld hele dorpen aan flarden worden geschoten. Made in Holland, vredesland. Er zijn zoveel clubs te bedenken die het leger en de wapenfabrikanten lastig proberen te vallen, maar tengevolge van de versplintering nauwelijks zoden aan de dijk zetten. Als er uiteindelijk te scoren valt, bijvoorbeeld bij de recente zoveelste financiële crisis rond de Schelde-werf waar oorlogsboten worden gebouwd, schitteren de anti-militaristen en vredesactivisten door afwezigheid. Hiermee aantonend dat er geen samenwerking is waardoor men niet bij machte is adequaat op te treden daar waar resultaat te boeken valt. Basisgroepen De antimilitaristische beweging, of milieubeweging, of ga zo maar door, zouden erbij gebaat zijn indien er specifieke haalbare doelen voor ogen worden gesteld, waar rondom een campagne opgezet zou kunnen worden. Op die manier zouden de vredesactivisten er voor kunnen zorgen dat het voortbestaan van een granatenfabriek als Eurometaal in Zaandam (levert onder meer aan Turkije) op de politieke agenda zal worden geplaatst. De milieubeweging daarentegen zou zich bijvoorbeeld volledig kunnen richten op het vervoer van het levensgevaarlijke radioactieve kernafval, dat her en der in het land over de wegen wordt vervoerd. Voordat je dergelijke landelijke campagnes op kunt zetten, bedenken is nog altijd veel eenvoudiger dan uitvoeren, zou je op lokaal niveau groepen op moeten zetten die voor een ieder (links/rechts) die zich betrokken voelt toegankelijk zijn. Hierbij kun je denken aan basisorganisaties, basisgroepen. Wat je nodig hebt is een initiatiefgroep, bij voorkeur mensen die al vaker iets hebben opgezet en die handig zijn in bij elkaar brengen van mensen. Daarnaast heb je een laagdrempelige lokatie nodig. Dat kan een gekraakte ruimte zijn, maar ook een buurthuis, een lokaal café of wellicht een parochie. Als basisgroep stel je jezelf de voorwaarde dat je, naast het organiseren van informatieve bijeenkomsten, ook daadwerkelijk actie gaat voeren rond een van de onderwerpen die landelijk bij alle basisgroepen aan bod komen. Er lopen in dit land ongelooflijk veel mensen rond die wel iets willen doen, maar zich niet willen binden aan een organisatie en nu geen plek hebben waar ze terecht kunnen. Wat is er leuker dan de ene week je buurthuis binnen te lopen voor een brok informatie over de uitbreiding van Schiphol, daar met gelijkgestemden over de communiceren en een week later op het dorpsplein handtekeningen op te halen? En weer een week later bezet je met een groepje het reisbureau uit protest tegen de Europese chartervluchten, terwijl je weet dat er op twintig plekken in het land andere basisgroepen hetzelfde doen. Het idee van basisgroepen is niet origineel. In de jaren zeventig ontstonden er rond kernenergie, destijds een zeer beladen onderwerp, basisgroepen die zich specifiek toelegden op de bestrijding ervan. Basisgroepen anno nu zouden vanuit een veel breder perspectief opgezet kunnen worden, zonder zich vast te leggen aan één onderwerp. De kracht van de basisgroep anno 2000 zou wel eens kunnen bestaan uit het onvoorspelbare. We willen er de komende tijd in Ravage vaker en uitgebreider stil bij staan. Toekomst Hoe zien we de toekomst, als krant van opstandig Nederland? Rooskleurig, mits er meer samenwerking komt en de bundeling aan krachten zich richten op herkenbare en aansprekende doelen. Ravage zal dit soort ontwikkelingen op de voet blijven volgen, naast een registratie van een keur aan actievormen en publicaties in de vorm van opvallende artikelen. Als de recente ontwikkelingen op het organisatorische vlak van het blad een graadmeter zijn, gaan we mooie tijden tegemoet. Sinds de zomer werken er twee nieuwe medewerkers aan de vormgeving van het blad, het moet je welhaast opgevallen zijn. Daarnaast wordt Ravage nu ook tweewekelijks gepubliceerd op Internet, althans, een selectie van de inhoud. Wanneer er zich in onze ogen belangwekkende gebeurtenissen plaatsvinden, zetten we deze nog dezelfde dag op onze homepage. Het tekort aan medewerkers was tijdenlang dusdanig structureel, dat we er mee hebben leren leven en werken. Oproepen in het blad, gelobby in de wandelgangen, het mocht niet baten. Afgelopen tijd hebben we wijfelend wat postertjes verspreid op de scholen van de journalistiek, waarmee we te kennen gaven nieuwe medewerkers te zoeken. Maar liefst zeven personen hebben toe nu toe gereageerd, terwijl van een enkeling de eerste bijdrage is geplaatst. Als dit binnen afzienbare tijd niet tot mooie resultaten leidt, dan weten we het niet meer. Wij gaan door, tot we erbij neervallen. Alex
van Veen
hghg
|