Niet
gedacht dat Ravage eerder zou stoppen dan ikzelf. Tijd voor een terugblik,
want daarvan hebben we er aan het einde van het jaar nog niet genoeg.
Wat heeft het opgeleverd, anderhalf jaar Ilja Faun in Ravage?
Ik
kan dat alleen voor mijzelf beoordelen. Het voldeed in een behoefte aan
contact met mijn geliefde actie- en kraakscene, waar ik door omstandigheden
steeds verder van af kwam te staan. Het voldeed aan mijn behoefte mij
kort en bondig te leren uitdrukken, een proces dat nog steeds gaande is.
Het gaf een uitlaatklep aan de agressie die ik voorheen gebruikte om ramen
dicht te lassen, tunnels te graven en de politie te snel af te zijn en
te blijven. Ilja Faun is mijn alterego, die dingen zegt die ik zelf nooit
zo zou hebben gesteld; ongenuanceerd, bot, onbeargumenteerd, provocerend.
Want zij die het genoegen hebben mogen smaken mij te leren kennen, weten
dat ik de genuanceerdheid zelve ben!
Maar
mijn belangrijkste motivatie was toch het gevoel dat veel tamelijk ongenuanceerde
linkse groeperingen weinig tegengas kregen. Ik was bang dat sommige mensen
zouden gaan denken dat zwijgen toestemmen zou zijn. Toestemmen met hun
onhaalbare ideologieën met een hoog martelarengehalte. De ideologieën
van mensen die boos zijn, boos op de wereld omdat die volhard in zijn
weigering aan hun ideaalbeeld te voldoen, boos op eenieder die hun tamelijk
unieke wereldbeeld niet deelt.
Ik
noem even de dierenrechtenbeweging, omdat zij over de jaren heen toch
mijn grootste steen des aanstoots is geweest. De enige overigens die mij
ooit een brief hebben geschreven waarin kunde werd gedaan van tunnelvision
en een gebrek aan vertrouwen in mijn intellectuele vermogens en mijn morele
ontwikkeling. Waarvoor dank.
Maar
eigenlijk waren mijn stukken gericht op alle gekwetste mensen. Gekwetst
in hun vertrouwen in de mensheid, gekwetst in hun zelfvertrouwen. Mishandeld,
miskend, onbegrepen. De exponenten van een oude cultuur, waarin volgzaamheid
en onderdanigheid sleutelbegrippen zijn. Jullie vormen de kwetsbare maar
o zo zichtbare achilleshiel van links. Jullie hebben je gebrek aan eigenwaarde
verstopt achter een ideologie, een kreet, een naam. Jullie lopen voorop
bij elke demo, vangen de klappen op van elke ME-er, verslijten het tapijt
van de rechtbank. Jullie fanatisme is bewonderenswaardig, net zoals jullie
pijn beklagenswaardig is.
Als
ik de pijn zou kunnen stillen, dan deed ik dat. Als ik de woede kon blussen,
dan deed ik dat. Als ik je weer geloof kon geven in jezelf dan deed ik
dat. Maar dat kan ik niet. Mijn liefde uit zich als woede over deze onmacht.
Omdat
ik jullie niet kan helpen bied ik mijzelf aan als steen des aanstoots.
Maar een steen des aanstoots die hard is, zuiver, gepolijst door de stroming
van gebeurtenissen. Je zult je hand tegen mij opheffen, maar in mij zul
je jezelf tegenkomen. Je gaat het schaduwgevecht aan met je eigen woede.
Dit kan jaren duren, en sommigen zullen vermoeid neer vallen in het zachte
mos aan mijn voeten en daar de rust vinden die zij zochten.
Maar
sommigen, enkelen, zullen in het gepolijste oppervlak hun silhouet waarnemen,
hun eigen spiegelbeeld, en tenslotte hun eigen ogen, hun eigen pupillen
waarin zij de dromen zien die ze ooit hadden, voordat woede hun hart overspoelde.
Zij zullen hun hand uit steken naar de steen, en de steen zal hun aanraking
beantwoorden met een warme hand die de hunne omvat en ze meeneemt naar
het binnenste van de kosmos, waar geen goed is en geen kwaad, geen gister
en geen morgen. Zij zullen de onmetelijke liefde en wreedheid ervaren
van al dat is, en opnieuw geboren worden.
Dankjewel
Ravage, dankjewel lezers. Ik hoop jullie te ontmoeten.