Ravage
Digitaal 30 september 2006 ![]() ![]() |
|
|
Ober Dat
de nieuwe film van Alex van Warmerdam on-Nederlands goed is, staat als
een paal boven water. Na zijn Grimm van drie jaar geleden komt
hij eindelijk met een lang gekoesterd project, genaamd Ober. Meer
dan zomaar een komedie.
De regisseur kennende zou het wel eens een gitzwarte komedie over een ober kunnen zijn. Maar hier is sprake van meer dan zomaar een komedie. Het is een grensverleggende, surrealistische vertelling met labyrintische dubbele bodems. Maar evengoed een afgemeten samenvatting van een favoriet thema van Van Warmerdam: hoe machtsverhoudingen en machtsmisbruik de menselijke verhoudingen verpesten. Een ober is dan een uitgelezen onderwerp, want in dat beroep moet men zowel dienstbaar kunnen acteren, maar tegelijkertijd ook zijn menselijke waardigheid zien te behouden. Er zitten sublieme staaltjes van het vernederen van de medemens in de film; het supertruttige restaurant in Ober is waarlijk een hel op aarde. Zijn zesde film is meteen ook zijn grappigste en pijnlijkste afdaling in het sadistische Van Warmerdam universum. Want een hel is het zeker, het leven van de door Alex van Warmerdam zelf gespeelde ober Edgar. Het is niet mis, getreiterd te worden door lastige klanten en criminele buren en gevangen te zitten in zowel een treurig huwelijk met een doodzieke vrouw als in een even vreugdeloze buitenechtelijke relatie. Dat wens je je ergste vijand niet toe. Daarom komt Edgar in opstand tegen de schrijver Herman (Mark Rietman) die het verhaal van Edgar op zijn computer intikt. Edgar wil namelijk dat de schrijver ook positieve dingen over het leven van hem verzint, hem niet voortdurend met allerlei ellende opzadelt. De tweede verhaallaag lijkt een typisch voorbeeld van surrealisme in het stramien van Luis Bunuel. Het meesterschap van Bunuel was om de meest buitenissige verhalen broodnuchter en geloofwaardig neer te zetten. Ook Van Warmerdam beheerst deze vertelvorm: iedere film van hem wordt op deze manier steeds overtuigender in zijn absurdistische logica. Op papier lijkt het een ingewikkelde truc, die twee verhaallagen. Bij het zien blijkt de geniale eenvoud opmerkelijk. Dat er twee realiteiten samensmelten stoort niet, omdat Van Warmerdam, evenals Bunuel, erin slaagt om deze krankzinnigheid een logische ruggengraat te geven. Een dergelijke interne logica reëel maken is trouwens een van de moeilijkste onderdelen van dergelijke filmvertellingen. Een film binnenin een film komt snel gekunsteld over. Daar is hier geen sprake van omdat Van Warmerdam met zijn nauwgezette enscenering en acteerregie de touwtjes strak in handen houdt. De vervreemdende locaties creëren hun eigen realiteit: van de jaren '50 sfeer in het restaurant tot de kille buitenwijk locaties. Het geheel heeft een overtuigende kracht. Ondanks de vreemde zijsprongen, dwaze terzijdes, en de pijnlijke slapstick, blijft de film een doorleefde eenheid houden. Enig minpunt is het feit dat de film geheel digitaal is opgenomen. Dat is nog steeds in vergelijking met celluloid een gevoelige degradatie in beeldkwaliteit. Visueel zijn de films van de regisseur altijd een feest voor het oog. Ober haalt dit kwaliteitsniveau niet. De kleuren zijn minder sprekend en hebben iets drabbigs, en de scherpte is ook niet optimaal. De makers van Ober hebben uit kostenoverwegingen de film digitaal gedraaid, toch jammer dat filmmakers tot dergelijke beslissingen gedwongen worden. Ulrik van Tongeren Ober (A-film): nu in 21 bioscopen te zien, binnenkort een bespreking van de Van Warmerdam dvd-box in deze rubriek. - - - - - - - - - - - -
hghg
|