Ravage
Digitaal 10 augustus 2006 ![]() ![]() |
|
|
The
Wind That Shakes the Barley
Afgelopen mei tijdens het filmfestival van Cannes won de Britse regisseur Ken Loach de Gouden Palm voor de beste film. Dat was een daverende verrassing, vooral ook omdat The Wind That Shakes the Barley geen gemakkelijk kijkvoer is. Het is een weerbarstige film doordesemd met een bittere ondertoon.
Het script belicht de strijd van de Ieren tegen de Britse overheersers rond 1920, en de daarop volgende burgeroorlog in 1922. Op een voor Ken Loach gebruikelijk grondige en compromisloze wijze wordt dit pijnlijke en aangrijpende stuk geschiedenis gedramatiseerd. Voor de niet Britse of Ierse kijkers zijn de historische feiten en gebeurtenissen misschien moeilijk te doorgronden, maar Loach heeft het onmiskenbare talent om een dergelijk beladen onderwerp inleefbaar en gepassioneerd vorm te geven. The Wind That Shakes the Barley begint met de executie van een jonge Ierse boerenknecht. Wat volgt is een lange reeks van executies, ondervragingen en vernederingen van de Ierse vrijheidsstrijders door de Britten. Bijna terloops wordt het geweld van de koloniale macht getoond. Duidelijk is dat Loach hiermee het geweld van de IRA rechtvaardigt, om tegelijkertijd hiermee ook de tegenstrijdigheden aan te tonen. Want de revolutionairen slachten een stel Britse soldaten af, en rekenen meedogenloos af met verraders. Er zit een zekere voorspelbare wetmatigheid in het feit dat de revolutionairen langzaamaan veranderen in datgene waartegen ze vochten. Centraal in de film staat de relatie tussen de broers Damien (Cillian Murphy) en Teddy (Padraic Delaney), de broers die tegenover elkaar komen te staan. Zij geven de film een tergend dramatische spanning. Teddy, die samenspant met de heersende elite, accepteert het verdrag (1921) met de Engelsen dat zelfbestuur voor de Ieren behelst, maar dan wel onder Brits gezag en trouw aan de Engelse koningin. Broer Damien accepteert geen enkel compromis; met zijn socialistische bevlogenheid ziet hij dit verdrag als hoogverraad aan de idealen van de IRA. Overduidelijk is dat de bijna zeventiger Loach aan de kant van de jonge revolutionair Damien staat. Ook Loach moet niets van compromissen hebben. In al zijn films staat hij kaarsrecht voor de onderdrukten en tegen de heersende elites. Daarom valt wel eens het woord fundamentalist, en wordt zijn werk afgedaan als uitsluitend polemisch. Maar als je goed kijkt naar het werk van Loach, geeft vooral zijn priemende humanisme zijn films ongeëvenaarde kracht. Evenals zijn Land and Freedom (1995) over de Spaanse Burgeroorlog heeft deze film een enigszins schematische structuur. Het is te zien dat scenarioschrijver Paul Laverty geworsteld heeft met het vangen van een complexe historische werkelijkheid in een film die twee uur duurt. Het is dan het meesterschap van Loach als regisseur en diens acteurs die houterige simplismen weet te voorkomen. De explosies van rauwe emotie houden het geheel levendig. Beide hoofdrolspelers als de broers excelleren hierin. Zij maken de film tot een emotionele ervaring, die zodoende verder gaat dan een opsomming van bloederige feiten en politieke polemieken. Loach hamert in elk interview erop dat deze Ierse geschiedenis relevantie heeft voor wat tegenwoordig op vergelijkbaar gebied speelt. Denk alleen maar aan wat Amerika en zijn vazallen aanrichten in Irak. Toch zijn de parallellen met huidige politieke situaties veeleer indirect. Het zijn vooral de martelscènes in de film die herinneringen oproepen aan Guantánamo Bay en andere martelkwartieren. Eigenlijk zit de film hermetisch opgesloten in zijn eigen historische werkelijkheid, en is de kolkende wanhoop die door de film woedt vooral een erkenning van verloren idealen. Ulrik van Tongeren The Wind That Shakes the Barley (A-film), nu in de bioscopen. - - - - - - - - - - - -
hghg
|