Als
enige van de gouden generatie Duitse regisseurs uit de jaren '70 lijkt
de inmiddels 63-jarige Werner Herzog nog steeds in staat om op hoog niveau
te filmen. Merkwaardig is wel dat zijn dit jaar voltooide documentaires
'Grizzly Man' en 'The Wild Blue Yonder' grotendeels bestaan uit 'gevonden'
materiaal, filmmateriaal door anderen geschoten.
tekst
Ulrik van Tongeren
Beide
documentaires tonen overtuigend Herzog's vaardigheid aan de montagetafel.
Grizzly Man, waar Herzog honderd uur videomateriaal van de dierenactivist
en selfmade filmmaker Timothy Treadwell voor gebruikte, is doorspekt met
een reeks interviews met betrokkenen. Om het leven en de werken van deze
wonderlijke man te reconstrueren, is fascinerend en dermate onwaarschijnlijk
dat het bijna lijkt op een nepdocumentaire.
Treadwell werd trouwens in 2003 samen met zijn vriendin opgegeten door
een chagrijnige beer die honger had. Notabene door een van de vele beren
die hij jarenlang probeerde te beschermen tegen vermeende stropers in
het wildpark Katmai in Alaska. Dat is nogal vreemd, een dierenactivist
die beren beschermt in een reservaat waar parkwachters zijn om dat werk
te doen. Maar het krankzinnige is dat hij zich zodanig identificeerde
met deze ongemeen gevaarlijke roofdieren, dat hij zich een van hen is
gaan voelen.
Uit
de video-opnamen, door Treadwell zelf gefilmd, blijkt dat hij vaak griezelig
dicht binnen klauw en bijtafstand van de beren is geraakt. Het is ronduit
een mirakel dat hij 46 jaar is geworden na dertien jaar bemoeienis met
de majestueuze dieren. Misschien is deze Treadwell het ultieme voorbeeld
van de dwaze wijze waarop de mensheid zich bemoeit met de natuur. Uit
de kalme voice-over stem van Herzog blijkt zowel barse bewondering alsmede
grote verbijstering over dit doorgeschoten dierenactivisme.
Herzog
is vooral ook beroemd geworden door zijn tomeloze, vaak wrede, preoccupaties
met manische personages in zowel zijn documentaires als speelfilms. Zoals
Aguire, der Zorn Gottes (1972), over een gek die veroveraars door de Peruviaanse
jungle sleepte, en een andere fanaticus die poogde een operagebouw te
bouwen in dezelfde wildernis (Fitzcarraldo, 1982). Het zijn eindeloos
fascinerende fabels over extreem gedrag. Klaus Kinski als favoriet acteur
van Herzog is met zijn manische krankzinnigheid in deze rollen nauw verwant
aan Treadwell.
Manipulator
Grizzly
Man kan gerust een psychodrama van een megalomane persoonlijkheid genoemd
worden. Hoe deze man 'zijn beren' als kleine kinderen toespreekt en behandelt,
maakt bijna leedvermaak los bij het beleven van zijn tragische einde.
Het lot van de beer die hem oppeuzelde, het arme dier werd na zijn lekkere
hapje genadeloos neergeschoten, zegt ook veel over de betuttelende mens.
Waarschijnlijk
heeft de regisseur gerommeld aan de chronologie van de opnamen, zodat
hij hierdoor in staat was om een dramatische structuur aan te brengen
in de hoogstwaarschijnlijk chaotische berg video-opnamen. Herzog is met
verve een meesterlijk manipulator van filmmateriaal.
Dat
blijkt ook uit zijn eveneens meesterlijke The Wild Blue Yonder, vertoond
tijdens het IDFA dit jaar, waarin hij met 'gevonden filmmateriaal' een
futuristisch verhaal vertelt over een buitenaards wezen die onze planeet
probeert te begrijpen. Ook dit personage, gespeeld door de cultacteur
Brad Douriff, past naadloos in het rijtje subversieve antihelden van de
Duitse regisseur.
Toevalligerwijze
bereikt hij met zijn documentair werk de afgelopen jaren een complexiteit
en een authenticiteit die hij allang verloren heeft met zijn speelfilms.
Mocht hij in het verleden tekeer gegaan zijn tegen politieke cinema, juist
zijn documentaires zijn verbijsterende politieke traktaten over spreekwoordelijk
duistere tijden. Herzog is een geniaal chroniqueur van de ondergang van
de mensheid.