Agenda

Oproepen

Links

Archief

Contact

Nieuwsbrief
Ravage Digitaal 26 januari 2005 Print deze pagina

Rotterdams Filmfestival vraagt totale onderdompeling

Teveel films en te weinig tijd geldt nog steeds als motto voor het Filmfestival Rotterdam. Het programma mag dit jaar dan ingekrompen zijn van 300 naar 250 producties, de keuze is nog steeds meer dan overweldigend.


Uit de film Lunacy.
foto: International Film Festival Rotterdam

tekst Ulrik van Tongeren

Een opsomming en overzicht van alle programma's en programmalijnen is in een kort bestek ondoenlijk. Wat een constante is, en misschien wel meer dan ooit, is de aandacht voor jonge, grensverleggende en experimenterende filmmakers. Sommigen zullen de toekomst bepalen van de wereldcinema, terwijl anderen onvermijdelijk in de vergetelheid zullen geraken.
In het Tiger Awards programma bevinden zich de jonge talenten, maar ook in het omvangrijke programma van korte films krijgt het talent een podium. Het publiciteitscircus rond het festival vertoont overigens bizarre trekjes. Journalisten lijken zich voornamelijk druk te maken over de eventuele komst van filmster en regisseur George Clooney, wiens film Good Night, and Good Luck als slotfilm dienst doet.

Home-cinema

Anno 2006 is het bijna anachronistische onderneming, een filmfestival als dat van Rotterdam. Voor de 35e maal wordt een totale onderdompeling gevraagd in de talloze bioscoopzalen en andere vertoningsplaatsen op het festival. Terwijl er tegelijkertijd een revolutie gaande is in de beleving van de audiovisuele media, waardoor de klassieke bioscoopvertoning op het tweede plan dreigt te geraken. Via dvd in de home-cinema, en de ondertussen talrijke mobiele mediaspelers zoals I-Pod, mobiele telefoons en laptops, kan film, tv en de game-ervaring op elke plek op de planeet beleefd en geleefd worden.
De onderbelichte secties van het festival zoals Exposing Cinema en Exploding Television zijn secties die talloze voorbeelden laten zien van het snel veranderende medialandschap. Ze zitten vol woeste experimenten voor de avontuurlijke festivalganger. Zo is er onder meer een nieuwsgierig makende The Vanitas Record van de Belgische beeldend kunstenaar Koen Theys te zien in de Kunsthal, waarin duizenden slakken figureren.
De sectie Time & Tide wordt gepresenteerd als polsslag van de wereld. Er worden speelfilms en documentaires vertoond waarmee filmmakers hun sociaal-politieke en culturele engagement tonen. Zoals de Cubaanse Habana Blues van regisseur Benito Zambrano, die op het eerste gezicht een aandoenlijke muziekfilm over twee jonge muzikanten die hogerop willen komen, lijkt te zijn. Maar de film heeft wel degelijk een scherpe politieke lading: de onderdrukkende en benauwende realiteit van het hedendaagse Cuba wordt onderhuids verbeeld.

Politieke voetzoeker

Dat het nog veel harder kan, bewijst de Braziliaanse regisseur Sérgio Bianchi. Met zijn What Is It Worth heeft hij een politieke voetzoeker zonder weerga gecreëerd. Het is ook meteen een politieke film die in zijn rauwe verbetenheid allerlei taboes over de sociale werkelijkheid in Brazilië te lijf gaat.
De film begint als een exposé over het slavernijverleden van Brazilië. Op plastische wijze presenteert de regisseur diverse methoden waarmee de slaven werden geketend en voorbeelden van zogenaamde liefdadigheid ten opzichte van de slaven als masker van onderdrukking.
Op briljante wijze schakelt de film tussen het beladen verleden en heden. De regisseur toont een hedendaags Brazilië waar dezelfde onderdrukkende mechanismen hun vernietigende werk doen. Onder het mom van liefdadigheid zorgt een marketing firma voor donatie van computers in een achterstandswijk. Dat de computers niet werken is geen verrassing, want de kanslozen moeten vooral kansloos blijven en de bovenlaag rijk.
What Is It Worth verbeeldt in uitdagende scènes de raciale tegenstellingen, zoals bij de opnamen van een tv-commercial waar de acteurs geselecteerd worden op huidskleur. Op vileine wijze worden hier de ingewikkelde en wurgende stereotypen getoond die welhaast onvermijdelijk tot opstandigheid leiden.

Geniale grootmeester

In de sectie Kings & Aces wordt werk vertoond van gevestigde auteurs dat mag dienen als voorbeeld voor het aanstormende jonge talent. Dat de Tsjechische grootmeester Jan Svankmajer hierin niet mag ontbreken is duidelijk. Met zijn Lunacy over een jongeman die in een krankzinnigeninstituut belandt, heeft hij een soort horrorfilm gemaakt met live action en animatie.
De film zit vol geniale uitwijdingen over vlees, met onder meer biefstukken die tot leven komen, en filosofeert duchtig over de vage grens tussen normaal en krankzinnigheid. Enig nadeel van de film is dat de regisseur zijn gebruikelijke bondigheid heeft losgelaten en breedsprakig de toeschouwer toespreekt. De film is hierdoor minder subversief en spannend dan bijvoorbeeld zijn briljante verbeelding van Alice in Wonderland.
Ook een regisseur als Abel Ferrara was vaak te zien op het festival. Met onheilspellende films als Bad Lieutenant zaaide hij in het verleden onrust. Vorig jaar nog was er een meeslepende documentaire over zijn leven en werk te zien. Nu presenteert hij de hedendaagse bijbelvertelling Mary, wat ook weer een ongemakkelijke kijkervaring zal zijn.
Wat de Tsjechische grootmeester en de Amerikaanse dwarsligger Ferrara gemeen hebben is hun totale weigering om onderdeel uit te willen maken van welke mainstream dan ook. Svankmajer gebruikt zijn tomeloze fantasie en vaardigheid als animatiefilmer om greep op de werkelijkheid te krijgen, Ferrara werkt graag in en buiten zijn producties om met drugs. Dat idee krijg je in elk geval bij het zien van zijn films, maar misschien leeft de man wel op limonade.

White Light

Een zeer in het oog lopend deel van het festivalprogramma is de sectie White Light, een programma met films over drugs. Circa dertig speelfilms en documentaires over de zegeningen en verschrikkingen van het gebruik van drugs kunnen tot ontregelende ervaringen leiden. Filmtitels als Cocaine Angel, Dealer, Eternal Junkie, Methadonia, Pusher, Reefer Madness en Stoned roepen ogenblikkelijk de gebruikelijke associaties op van zakjes wit poeder, injectienaalden en uitgemergelde gezichten.
Dergelijke clichébeelden zitten niet in Running Stumbled van de Amerikaanse regisseur John Maringouin. Het is een ontluisterend portret van een door drugs en geweld verscheurd gezin, waarin de filmmaker als zoon des huizes probeert het verleden te reconstrueren. Niet veel van dat bewogen verleden wordt duidelijk: er lijkt niets veranderd, papa is nog steeds bezig pillen te scoren en de overige familieleden en buren lijken permanent bevroren te zijn in hun roes.
Is dit een eerlijke analyse van de gevolgen van drugsgebruik, is het allemaal bedoeld als een waarschuwende antidrugsfilm, of is het een exploitatie hiervan door een ambitieuze filmmaker? De waarheid zal wel ergens in het midden liggen. Desondanks is het een film waar je naar blijft kijken.
De fascinatie voor drugsfilms is een gegeven, dergelijke films onttrekken zich terloops aan de normale filmwetten; de toeschouwer wil ook deelnemen aan de euforie en roes van het drugsgebruik en de daaraan verbonden afgrond. Daarom hebben notoire anti-drugsfilms als Reefer Madness, waar trouwens een remake van op het festival te zien is, uit 1936 ook propagandawaarde: ze kunnen juist aanzetten tot drugsgebruik. We willen allemaal ontsnappen aan de banale realiteit, al is het maar als toeschouwer in een bioscoopzaal.

International Film Festival Rotterdam van 25 januari tot 5 februari.
Info: www.filmfestivalrotterdam.com

 

Naar boven

 

 

Zwarte Kat

 

 

 

hghg