Uit: Ravage #7 van 18 mei 2001

Barbaren in klatergoud

In zijn kostuumdrama 'The House of Mirth' toont de Britse regisseur Terence Davies ons de wereld van de Amerikaanse nieuwe rijken aan het begin van de twintigste eeuw. Een wereld vol klatergoud en 'demonstratieve consumptie' waar ook de huidige elite van zelfverrijkers in zwelgt.

Gebaseerd op de gelijknamige roman van Edith Wharton uit 1905 lijkt het onderwerp van The House of Mirth ver af te staan van het overige werk van regisseur Davies. Eerdere films als Distant Voices, Still Lives (1989) en The Long Day Closes (1992) waren immers aangrijpende, autobiografische films over de na-oorlogse arbeidersklasse in Liverpool. Toch heeft Davies op zijn eigenzinnige wijze de briljant verwoorde satire van Wharton over die vergane barbaarse klassenmaatschappij in filmbeelden en dialogen weten te vertalen.

The House of Mirth biedt meer dan de gebruikelijke zwelgpartijen van mooie kostuums en decors, waar vergelijkbare kostuumfilms het patent op hebben. Desondanks is de visuele rijkdom van de film verpletterend. Samen met cameraman Remi Adefarasin en decorontwerper Cristopher Hobbs heeft Davies een duistere, Machiavelliaanse wereld gecreëerd.

Decoratie

Gillian Armstrong, bekend van de tv-serie The X-Files, speelt een jonge aantrekkelijke vrouw zonder geld, die gevangen zit in de wurgende vogelkooi van de Newyorkse society, waar uiterlijk vertoon het belangrijkste schijnt te zijn. De film tekent de neergang van deze Lily Bart, die op een of andere manier niet in staat lijkt om een rijke man aan de haak te slaan. Want dat is wat een vrouw in haar positie moet doen: trouwen om aan de armoede te ontsnappen, desnoods een liefdeloos huwelijk of minnares worden van een rijkaard. Door hun opvoeding worden vrouwen tot ijdele wezens gemaakt die slechts ter decoratie dienen. Zodoende worden ze tot product gevormd voor de huwelijksmarkt.

In de wereld van The House of Mirth triomferen degenen zonder scrupules en worden de idealisten geknakt en buitengesloten. Lily wordt zowel in het boek als in de film neergezet tegen de achtergrond van een reeks briljant geobserveerde en beschreven lagen van de samenleving. Dit terwijl zij geleidelijk aan in status achteruit gaat omdat ze verraden wordt door haar vrienden en uiteindelijk voor de dood kiest.

Davies heeft zich op de hoofdlijnen van het boek geconcentreerd en bezweek niet voor kunstgrepen zoals een vertelstem. Martin Scorcese gebruikte voor die andere belangrijke Wharton adaptie The Age of Innocence een ironiserende voice over. Zijn film wordt hierdoor afstandelijker en minder beklemmend. Davies is trouw gebleven aan zijn unieke vertelstijl. Hij is meester van de tableau vivant: tot leven gewekte schilderijen die de voortschrijdende tijd symboliseren.

Roofridders

In 1899 publiceerde de eminente Amerikaanse socioloog Thorstein Veblen zijn meesterwerk De theorie van de nietsdoende klasse. Wharton moet als tijdgenoot vertrouwd zijn geweest met het werk van Veblen omdat ze in haar romans op een vergelijkbare satirische wijze die elite van de nieuwe rijken heeft geportretteerd.

Veblen was de eerste socioloog die de vergelijking tussen de nietsdoende klasse en de barbaarse roofridders maakte. Zijn theorie is toegespitst op een specifiek gedeelte van de hogere klassen in een periode van de geschiedenis van een land. Het gaat over de nouveau riche die in de tweede helft van de negentiende eeuw op de voorgrond trad, het Amerika van de Vanderbilts, de Goulds en Harrimans, van Saratoga Springs en Newport. Het is deze wereld van het klatergoud die in het boek en de film The House of Mirth centraal staat.

Sleutelbegrip in de verhandeling van Veblen is de term 'demonstratieve consumptie'. Deze heeft hij in zijn tekst verwerkt alsof het een morele aanklacht tegen het schaamteloos etaleren van status betreft. Zijn boek is nog steeds een onvergetelijke verhandeling over de mechanismen van het consumentisme en de hebzucht in hoge kringen. En nog immer actueel. Denk alleen maar aan de grenzeloze zelfverrijking van de topmanagers zoals Philips topman Boonstra met zijn naar alle waarschijnlijkheid legale diefstal, en aan die schijnheilige Wim Kok die zelf verantwoordelijk is voor de fiscale begunstiging van die zelfverrijkers. Veblen zou wel raad weten met deze roofridders en hun hypocriete vazallen. In ieder geval zou hij zeer tevreden zijn over de film The House of Mirth.

Ulrik van Tongeren

 

 


..