Uit: Ravage #5 van 6 april 2001

Loach biedt slappe koffie

De 64-jarige Britse regisseur Ken Loach is nog steeds de belangrijkste maker van politieke films. Daarom waren de foto's van Loach tijdens het filmfestival van Cannes verleden jaar zo bizar. Hij streek in de mondaine badplaats neer om zijn film Bread and Roses te promoten. Loach op het strand met zijn aantrekkelijke hoofdrolspeelsters, de serieuze Loach en champagne, dat was pas een vreemde combinatie.

Om daarna tijdens een persconferentie zelf het feestje te verstoren met zijn vlammende boutade over New Labour en Tony Blair: "We hebben regeringen als die van Blair die wauwelen over de flexibiliteit van arbeid, die beweren links te zijn maar de politiek van rechts voortzetten en alleen de rechten van de werkgever beschermen." Loach heeft nooit zijn idealen te grabbel gegooid.

In de jaren tachtig was hij verwikkeld in een loopgravenoorlog met reactionaire omroepbazen over onder meer zijn documentairereeks Questions of Leadership. In deze documentaires wordt het verraad van de vakbondsleiding tegenover hun leden belicht. Natuurlijk viel zijn werk ten prooi aan de censuur. In ieder geval heeft hij de afgelopen 35 jaar met zijn tv-films, documentaires en speelfilms getracht te tonen hoe gewone mensen proberen overeind blijven in hopeloze situaties. Hij maakt films over sociale misstanden in de samenleving; ze gaan altijd over de ongelijke strijd van de zwakkere tegen de heersende klasse.

In de beste films van Loach wordt deze politieke boodschap de toeschouwer niet door de strot geduwd. Zijn filmstijl is een synthese van documentaire en speelfilm. Een filmstijl die Loach ontwikkelde in de jaren zestig toen hij voor de BBC vernieuwende films als Up the Junction (1965) maakte. De subtiele wijze waarop hij in Kes (1969) de wanhoop toont van een jongen die in opstand komt tegen het rigide schoolsysteem is dertig jaar later nog steeds baanbrekend.

Nog duidelijker is dat in zijn fenomenale trilogie van begin jaren negentig: Riff Raff, Raining Stones en Ladybird, Ladybird. Vooral Raining Stones, een klein verhaal over de gevolgen van armoede, illustreert de subtiele polemische kracht van zijn vertelkunst. In een sloppenwijk in Manchester probeert een werkloze vader op alle mogelijke manieren aan geld te komen voor een communiejurk voor zijn dochtertje. Dat gaat van het stelen van een schaap tot en met de moord op een woekeraar. De film is doordrenkt met de wanhoop van een door werkloosheid getroffen gemeenschap wiens trots is weggerukt met hun banen.

In vergelijking met de indringende kracht van Raining Stones is z'n nieuwste film Bread and Roses slappe koffie. Misschien komt het doordat Loach voor de eerste keer een film in Amerika heeft gemaakt. Bread and Roses gaat over de uitbuiting van illegale Latino immigranten in Los Angeles, voor een hongerloontje maken ze chique kantoren schoon. Maya (Elpidia Carrillo) reist zonder papieren vanuit Mexico om bij haar oudere zus Rosa (Pilar Padilla) te gaan wonen, ze gaat werken voor het schoonmaakbedrijf waar haar zus werkt. Maya laat zich meeslepen door vakbondsactivist Sam (Adrian Brody), die met zijn "fight for justice" strijd levert voor hogere lonen en betere arbeidsomstandigheden.

Paul Laverty's scenario zit vol met karikaturen en propagandistische simplificaties. De film valt vooral te genieten als karikatuur van een Loach film, goede bedoelingen maken nog geen goede film. Carla's Song (1996), ook geschreven door Laverty, heeft hetzelfde euvel. Deze film gaat over een Schotse buschauffeur die door zijn liefde voor een Nicaraguaanse vluchtelinge verzeild raakt in de Sandinistische revolutie. De complexiteit van deze revolutie wordt gereduceerd tot een simplistisch pamflet, net als de vakbondsstrijd in Bread and Roses. Je zou denken dat Loach een verkeerde scenarioschrijver heeft ingehuurd.

Toch bewees Laverty met zijn script voor My Name is Joe (1998) dat hij wel degelijk goed werk kan leveren. Want dit superieure in Glasgow gesitueerde drama over een alcoholistische werkloze die verliefd raakt op een welzijnswerkster behoort tot de beste films van Loach. Misschien moeten Loach en Laverty gewoon thuis in Groot-Brittanië blijven. Glasgow, Manchester en Londen bieden genoeg stof voor indringend politiek drama.

Ulrik van Tongeren

 

 


..