![]() |
●
Ravage ●
Archief
● Overzicht
2004 ● Overzicht
#9 Palmolie: Vet fout!
Op de Maasvlakte bij Rotterdam wordt binnenkort begonnen met de bouw van de grootste palmolieraffinaderij van Europa. Binnen Europa is Nederland ook de belangrijkste importeur van palmolie en palmpitolie. De oliepalmteelt heeft echter desastreuze gevolgen voor mens en milieu.
Palmolie is een belangrijk ingrediënt van margarines, chips en friet, shampoo, wasmiddelen en zeep. Het zit vaak onzichtbaar in allerlei producten onder de noemer 'plantaardige oliën en vetten.' Evenmin zichtbaar zijn de desastreuze gevolgen van de grootschalige oliepalmteelt in Zuidoost-Azië. Tropisch regenwoud wordt ervoor opgeofferd, de rechten van lokale gemeenschappen met voeten getreden, de leefomgeving van dezelfde groepen wordt vervuild, en de rechten van plantagearbeiders worden eveneens vaak genegeerd. Uit onderzoek in opdracht van Friends of the Earth komt de aanleg en uitbreiding van oliepalmplantages naar voren als een zeer belangrijke oorzaak van boskap en bosbranden in Indonesië, Maleisië (Sarawak) en Papua Nieuw Guinea (*). Dit onderzoek is samengevat in de onlangs uitgebrachte brochure 'Vet fout: Palmoliebusiness vernietigt het regenwoud'. Vertegenwoordigers van de sector voeren aan dat er weinig 'rechtstreekse' vernietiging van het regenwoud door oliepalm veroorzaakt wordt. Maar volgens gegevens van de Maleisische en Indonesische overheid was er bij bijna de helft (48 procent) van de plantages die voor 2002 in Maleisië en Indonesië zijn aangelegd sprake van enige vorm van vernietiging van het regenwoud. In deze landen is volgens voorzichtige schattingen tot eind 2002 3.25 miljoen hectare bos gekapt voor oliepalmplantages. Daardoor wordt het voor inheemse bevolkingsgroepen onmogelijk gemaakt om hun levenswijze voort te zetten. Ook wordt de biodiversiteit er ernstig door bedreigd. Als de kap van tropisch regenwoud in het huidige tempo doorgaat zijn tussen 2005 en 2010 ook de laatste regenwouden in Indonesië -Kalimantan en Sumatra- verdwenen.
Landrechten In Indonesië en Maleisië zijn de rechten van veel lokale gemeenschappen eenvoudig opzij gezet voor de aanleg of uitbreiding van de plantages. Bedrijven krijgen de benodigde vergunningen van de overheid en gaan over tot boskap en het bouwrijp maken van de grond. Dit betekent vaak dat de gemeenschappelijke bossen en 'bostuinen', waaruit de lokale bevolking in haar levensonderhoud voorziet, vernietigd worden. Er kan geen rubber meer worden getapt, rotan verzameld, of kleinschalig eten verbouwd worden. Degenen die 'geluk' hebben kunnen op de plantage werken n voor een loon waarvan meestal niet eens de maandelijkse behoefte aan rijst kan worden betaald. Palmvruchten worden zeer snel na de oogst uitgeperst. Dit gebeurt in zogenaamde oliemolens op of vlakbij de plantage. De oliemolens leveren palmolie en palmpitolie, maar ook een grote hoeveelheid organisch vloeibaar afval. Er zijn veel gevallen bekend waar dit afval in de lokale rivier terecht komt en daar alle zuurstof aan onttrekt. Enorme vissterfte is het gevolg, waardoor de lokale bevolking geen vis meer heeft. Op de plantages wordt vaak kunstmest gebruikt, evenals chemische pesticiden waaronder het zwaar giftige Paraquat (van Syngenta). Hierdoor komt niet alleen het milieu maar ook de gezondheid van de plantage arbeiders in gevaar. Met de arbeidsrechten is het op de plantages sowieso vaak beroerd gesteld; vakbonden worden geweerd en minimumlonen genegeerd.
Verdubbeling De Maleisische en Indonesische overheid en industrie ambiëren beide de grootste palmolie producent ter wereld te worden of blijven. Hiertoe aangemoedigd door onder andere IMF, Wereldbank en agribusiness wordt gewerkt aan een flinke uitbreiding van het palmolie areaal. Verwacht wordt bovendien dat de vraag naar palmolie in de komende twintig jaar zal verdubbelen. Volgens een inventarisatie van de Indonesische NGO SawitWatch (sawit = oliepalm) zijn er alleen al in Indonesië aanvragen voor oliepalmconcessies gedaan voor een gebied van in totaal 30 miljoen hectare. Ook Nederland zingt hierin een flink deuntje mee. Rond Rotterdam als belangrijke invoer- en doorvoerhaven van palmolie, heeft zich een flink aantal bedrijven gevestigd dat palmolie raffineert en bewerkt. Deze bewerkte palmolie wordt vervolgens aan de voedings-, wasmiddelen- en veevoederindustrie geleverd. Het bedrijf Loders Croklaan begint binnenkort met de bouw van de grootste palmolieraffinaderij van Europa, op de Maasvlakte. Indonesische en Europese milieu- en mensenrechten organisaties, waaronder SawitWatch en Friends of the Earth, hebben minimumcriteria opgesteld waaraan alle palmolie moet gaan voldoen: geen boskap en bosbranden meer voor aanleg of uitbreiding van plantages; de (land)rechten van lokale gemeenschappen moeten worden gerespecteerd; minimaliseren van vervuiling door afvalwater, kunstmest en pesticiden; respecteren van de rechten van werknemers. Milieudefensie roept mensen op om bedrijven aan te schrijven met de vraag of door hen gebruikte palmolie, aan deze criteria voldoet. Hiervoor is een voorbeeldbrief gemaakt die eenvoudig naar de klantenservice van je shampoo, wasmiddel, chips, friet, pizza of koekjesfabrikant gestuurd kan worden.
Myrthe Verweij
De voorbeeldbrief, brochure en onderzoeksrapporten zijn te vinden op www.milieudefensie.nl/globalisering onder 'Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen'. Deze zijn ook gratis op de vragen bij de Servicelijn van Milieudefensie, telefoon 020 6262620.
Noot Greasy Palms: The social and ecological impacts of large scale oilpalm plantation development in Southeast Asia. Erik Wakker, AIDEnvironment, 2004 European buyers of Indonesian Palm Oil. Jan Willem van Gelder, Profundo, 2004
|