Ravage   ● Archief    ● Overzicht 2004    ● Overzicht #9


Uit: Ravage #9 van 2 juli 2004

Ketchupspuiters in de puree

De rechterlijke macht is behoorlijk van slag, weet geen maat meer te houden. De meiden die geprobeerd hebben minister Verdonk met ketchup te besmeuren, worden als staatsgevaarlijk neergezet. Terwijl de beller die via een omweg Verdonk en haar integratiebeleid onder druk zette, het risico loopt jarenlang achter de tralies te worden gezet.

Benader een politicus met ketchup en je loopt het risico door de rechterlijke macht te worden uitgemaakt voor staatsgevaarlijk. De eerste de beste snackbarhouder die Verdonk een patatje oorlog aanreikt, mag wel uitkijken. Het moet niet gekker worden.

Het overkwam de meiden die woensdagmiddag 16 juni op de Amsterdamse Herengracht minister Verdonk (Vreemdelingenzaken) belaagden met een flacon van het overbekende merk Heinz. Verdonk was door het Bijbels Museum als eregast uitgenodigd om de opening van een expositie bij te wonen.

De meiden, boos over het uitzettingsbeleid van de minister, hadden hier lucht van gekregen en het plan opgevat de bewindsvrouw met ketchup te besmeuren. Een statement tegen het in hun ogen onmenselijke asielbeleid van de Haagse politiek, waar Verdonk als verantwoordelijk minister de kop van jut van is.

Veel succes hadden de actievoerders niet. Verdonk wordt in het openbare leven begeleid door agenten van de KLPD, veiligheidsagenten die gewoonlijk de koningin bij het 'uitlaten' bewaken. Na de moord op Fortuyn en de talloze dreigementen die sindsdien zijn geuit aan het adres van politici, wordt zo'n beetje het voltallige kabinet geschaduwd door agenten in burger.

Voordat de meiden hun overheerlijke tomatenpuree in het gezicht van Verdonk hadden kunnen spuiten, had de KLPD een van hen al in de kraag gevat, en al snel ook de tweede. Na wat heen en weer getrek, waarbij de veiligheidsagenten hulp kregen van Amsterdamse dienders in 'plain clothes' bleek het pleit beslecht. De minister heeft uiteindelijk een enkel spatje ketchup op haar rok gekregen.

De meiden werden geboeid afgevoerd naar het bureau, waar ze zich beriepen op hun zwijgrecht. De volgende middag besloot de rechter-commissaris het tweetal te laten gaan. Ze kregen een dagvaarding mee om zich een week later voor de rechtbank te komen verantwoorden.

Een anoniem persoon eiste de dag na het ketchup-incident de actie op. In een telefoontje aan RTV N-Holland zei de man dat 'Section 8' achter de 'aanslag' zat en dat Verdonk twee weken de kans kreeg om haar beleid te wijzigen. Deed ze dat niet dan zou ze wel eens hetzelfde lot kunnen ondergaan als Fortuyn in 2002. Hij zei het niet met zoveel woorden, maar daar kwam het voor de goede verstaander wel op neer.

De advocaat van de ketchupspuiters was er als de kippen bij door te melden dat zijn cliënten absoluut niets van doen hadden met de beller en dat zij zich distantieerden van het dreigtelefoontje. Maar de toon was gezet, beide voorvallen hadden politiek Den Haag, altijd wel in voor een mediageniek verzetje, weer even flink wakker geschud.

Het leidde tot een ingelast kamerdebat, waarbij vooral minister Donner het moest ontgelden. Oh, wat waren ze verontwaardigd, de heren dames politici. Vrolijke peer Mat Herben (LPF) en Femke Halsema (GL) konden niet begrijpen dat de belagers van Verdonk zo snel weer op vrije voeten waren gesteld. Kalsbeek (PvdA), vond dat het OM de zaak had onderschat.

Donner hield z'n rug recht en zei dat het openbaar ministerie (OM) met de vrijlating correct had gehandeld. Des te opvallender was het dat nog geen week later het OM meedeelde in hoger beroep te gaan tegen de eerdere uitspraak van de rechter-commisaris. De meiden meldden zich daarop woensdagochtend 23 juni vrijwillig bij de rechtbank.

De rechter bepaalde dat het voorarrest van de verdachten met tien dagen werd verlengd. De rechtbank hield bij de beslissing rekening met de ophef in Nederland die was ontstaan na het incident. ,,Het heeft bij de betrokken bewindsvrouw angst teweeg gebracht en daarnaast in de samenleving onrust en gevoelens van onveiligheid veroorzaakt. Daarbij speelt de herinnering aan eerdere soortgelijke incidenten rond Nederlandse politici en de impact die deze in de samenleving hebben gehad, uiteraard een rol.''

De hechtenis werd niet onmiddellijk voortgezet, want de meiden dienden die avond opnieuw in de rechtbank te verschijnen, ditmaal voor de politierechter. Deze heeft de zaak aangehouden tot 23 juli. De rechter wees het verzoek af om de voorlopige hechtenis van de twee vrouwen op te heffen.

Hij verwierp echter ook de vordering tot gevangenhouding van de officier van justitie. Dat betekent dat de verdachten na tien dagen op vrije voeten komen. Officier van justitie H. Biemond stelde dat de strafzaak een norm moet stellen: ,,Blijf met je handen van politici af.''

De vrouwen worden verdacht van openlijke geweldpleging, verzet bij hun aanhouding en vernieling van Verdonks rok. Volgens de AIVD zouden de vrouwen er staatsgevaarlijke opvattingen op na houden, maar advocaat Marq Wijngaarden vond dat onzin. ,,Is ketchup gooien tegenwoordig al een vorm van terrorisme? Alsof de rechtsorde op haar grondvesten schudt door deze zaak.''

De advocaten van de ketchupspuiters pleitten dan ook voor onmiddellijke vrijlating. Ze gaven in hun pleidooi aan dat het gevaar dat de verdachten op de vlucht slaan klein is, aangezien zij zich vrijwillig bij de raadkamer hebben gemeld en ook uit zichzelf naar de zitting van de politierechter kwamen.

Na afloop van de zitting werden de verdachten in hechtenis genomen, dit zeer tegen de zin van de naar schatting vijftig sympathisanten op de publieke tribune. De volgende dag werd er dan ook een lawaaiactie gehouden bij het politiebureau waar het tweetal was ondergebracht. Hiermee werd de arrestanten een hart onder de riem gestoken.

Het is wrang te moeten constateren dat de politierechter z'n oor voor een belangrijk deel laat hangen naar de wens van de politiek. Die roept om een hardere aanpak van verdachten die zich schuldig maken aan bedreigingen van politici. Er wordt kennelijk niet langer een verschil gemaakt tussen het versturen van kogelbrieven en het spuiten van ketchup.

Deze rechterlijke dwaling is niet van vandaag of gisteren, het is een trend. De laatste jaren hebben we veelvuldig mee kunnen maken dat rechters bij een moord of andere ernstig delict dat wordt uitvergroot in de media, sneller naar een zwaardere strafmaat grijpen. Al helemaal zodra de politiek in Den Haag zich over het voorval buigt.

Maar het kan nog erger. Zo ondervond de persoon die met een anoniem telefoontje het ketchup-incident via de media opeiste. Op maandag 21 juni werd hij in z'n woning in de Amsterdamse Schinkelbuurt gearresteerd. Er is weinig over deze 22-jarige man bekend, enkel dat hij geen banden heeft met de ketchupspuiters.

De rechter-commissaris legt de beller niet alleen bedreiging van de bewindsvrouw ten laste, maar ook bedreiging van de ministerraad. Het OM vindt de bedreiging zo ernstig dat het daarom deze aanklacht in stelling brengt. De rechter-commissaris heeft bewaring van de man bevolen op grond van beide tenlasteleggingen.

Het OM doet hierbij een beroep op artikel 95a uit het Wetboek van Strafrecht, waarin staat dat iemand die de vergadering van ministers uiteenjaagt, of opzettelijk een lid van de ministerraad verhindert vrij en onbelemmerd zijn plicht te vervullen, gestraft kan worden met levenslange gevangenisstraf, of een tijdelijke straf van twintig jaar. Het artikel is voor het laatst toegepast door de rechtbank van Alkmaar in 1891.

Normaal staat voor een bedreiging 'met enig misdrijf' een maximale gevangenisstraf van twee jaar. Is de bedreiging schriftelijk gedaan of wat inhoud of omstandigheden betreft ernstiger, dan staat er vier jaar voor. De zwaarte van de aanklacht is niet los te koppelen van gebeurtenissen in het verleden.

Deze aanklacht is natuurlijk al helemaal van de zotte. Bel of schrijf de media, stel een voorwaarde aan het kabinet zonder expliciet politici met de dood te bedreigen, en je maakt kans op een jarenlang verblijf in de bajes. Het zal duidelijk zijn dat de rechterlijke macht, met in haar kielzog de politiek en bepaalde media aan het doordraaien (doorschakelen?) is. Dit lijkt op hysterie.

Was het ketchup-incident nu ook een smaakvolle actie? Ja en nee. Boosheid over het asielbeleid kan op vele manieren tot uiting worden gebracht. Het belagen van direct verantwoordelijke politici met spuug, gebak, water, zand, papieren vliegtuigjes, tampons, verfzakjes en nu ook ketchup is van alle tijden.

In de meeste gevallen werd dit soort incidenten als zijnde polderkolderiek beschouwd. Het leidde zelden tot straffen. Sinds de moord op Fortuyn, en de stroom een dreigementen, is alles anders. Quasi onschuldige actievormen als taarting en ketchupspuiterij komen, of we het nu leuk vinden of niet, automatisch in een uiterst dubieus daglicht te staan. Weinigen kunnen er momenteel begrip voor op brengen, van muggen worden olifanten gemaakt.

Daar kunnen lessen uitgetrokken worden. Dat gebeurt ook, want het is beslist geen toeval dat er sinds de taarting van Fortuyn een dergelijk ludiek doch venijnig actiemiddel niet meer is toegepast. De kans dat het ketchup-incident navolging geniet, hoe sympathiek en goedbedoeld ook, moet dan ook zeer klein worden geacht.

Alex van Veen

Naar boven