Ravage   ● Archief    ● Overzicht 2004    ● Overzicht #8


Uit: Ravage #8 van 11 juni 2004

De media, dat ben je zelf

In het kielzog van het antiglobalisme schieten her en der media-initiatieven als paddenstoelen uit de grond. Jongeren die zich betrokken voelen bij sociale gebeurtenissen brengen verslag uit via internet. Het handboek 'Media-activisme' zou hen hierin moeten begeleiden.

De Vlaamse broeders van Indymedia.be hebben een nieuw mediahandboek het licht doen zien. Het beoogt het hele spectrum van de moderne journalistiek te omvatten, maar dan wel vanuit het alternatieve perspectief, om de stem des volks te laten weerklinken. Onafhankelijk journalistiek talent wordt in kort bestek meegevoerd langs alle uithoeken van het metier. Maar meer dan wat oppervlakkige tips, heeft het boek niet te bieden.

Je kunt ook moeilijk verwachten dat je na lezing van zo'n tien bladzijden over het maken van videoreportages, zelfstandig werk kunt maken dat het aanzien waard is. Daarvoor kun je beter 'The video activist handbook' van Thomas Harding raadplegen, waarin voor alle ins en outs van het maken van video bijna driehonderd bladzijden worden uitgetrokken.

Politieke kleur

Wat voor videoreportages geldt, gaat ook op voor alle andere journalistieke disciplines die in het handboek 'Media Activisme' aan bod komen. Of het nu het maken van radio, het schrijven van achtergrondartikelen, het fotograferen, het maken van websites en webzines, het doen van research, het interviewen van mensen of het organiseren van mediatrainingen betreft; alles wordt aangestipt, maar niets wordt zodanig uitgewerkt dat je er ook daadwerkelijk veel aan hebt.

Hiermee rijst de vraag voor wie het boek eigenlijk bedoeld is. Voor degenen die al actief zijn in de media en zich verder willen verdiepen, heeft het boek hoegenaamd niets te bieden. Alleen degenen die zich als een onbeschreven blad aangetrokken voelen tot enige vorm van alternatieve journalistiek, zouden op ideeën gebracht kunnen worden.

Deze nieuwsgierige moet dan wel tegelijkertijd een flinke ideologische mediascholing voor lief nemen. Het lijdt geen twijfel welke uitgesproken politieke stroming de makers van het handboek vertegenwoordigen. De heersende klasse en het kapitalisme krijgen er aan alle kanten van langs.

En wie bijvoorbeeld zelf een keer een journalist te woord staat, krijgt als tip mee om, als de toon van de vraag je niet bevalt, in de tegenaanval te gaan en de betreffende vragensteller op z'n plek te zetten als "een verdediger van het grote geld".

Communisme

Hoewel de schrijvers er niet om heen kunnen de spreekwoordelijke openheid van de journalistiek en regels als hoor en wederhoor te benadrukken, klinkt tussen de regels maar al te vaak de klassieke linkse paranoia door: wie niet voor ons is, is tegen ons. Het eerste deel van het boek is dan ook geheel gewijd aan de ontmaskering van de mainstream journalistiek als een enorme propagandamachine van het groot kapitaal.

Bijna potsierlijk wordt het boek in hun verdediging van het Noord-Koreaanse communisme. De Westerse media worden verweten dat ze zich kritisch opstellen tegenover het regiem en "geen moeite doen om informatie uit Noord-Korea te ontdoen van de retoriek". Of te wel, eigenlijk zouden journalisten de propaganda zo moeten voorschotelen dat de oprechte communistische boodschap van Kim en kornuiten door iedereen geslikt wordt.

Het is jammer dat geen aandacht kon worden geschonken aan de meest recente media-onthullingen over de oorlog in Irak. Want je kunt toch moeilijk volhouden dat de overgave waarmee de mainstream media zich hebben gestort op de beelden van de martelingen van Irakese gevangenen in Bagdad, nog te scharen valt onder propaganda voor de neoliberale, Amerikaanse regering.

Er is zeker het nodige aan te merken op de werking en de organisatie van de media. Op zich al genoeg reden om de pen, de microfoon of de camera zelf ter hand te nemen. Maar de wijze waarop vanuit de gevestigde journalistiek nu gezaagd is aan de poten van de Amerikaanse president, geeft de burger weer enig vertrouwen.

Volkstaal

Een groot nadeel voor de Nederlandse lezer is dat het handboek zich bijna uitsluitend richt op een Belgisch publiek. Zo is het boek doorspekt met Vlaamse volkstaal en eigenaardige zinswendingen, zoals "nefaste gevolgen", "gegeerde toppolitici" en de "culpabiliteit" van de "deontologische commissie".

Bovendien worden vele typische Belgische voorbeelden gegeven van hier in Nederland onbekende gebeurtenissen. Je vraagt je af waarom er geen handboek voor het hele Lage-landen-gebied van is gemaakt. Zoveel moeite zou het niet gekost hebben om voorbeelden en anekdotes van gebeurtenissen op te nemen die aan beide kanten van de grens herkend worden.

Ervan uitgaande dat Media Activisme toch vooral de belangstelling moet zien te wekken van de in journalistiek geïnteresseerde activisten, is het opmerkelijk dat er een enthousiasmerende reportage ontbreekt over het reilen en zeilen van de bestaande alternatieve media. Welke initiatieven bestaan er zoal, hoe functioneren ze, wie doen eraan mee, hoe worden ze gefinancierd, etc.

Enfin, een levendige reportage waarin de schrijvers alle gulden regels toepassen die nu overal in het boek braaf worden opgesomd, wordt node gemist. Alles bij elkaar lijkt me dit handboek een gemiste kans. Een teveel aan ideologische ballast stond een meer gedegen journalistieke handleiding voor de alternatieve media helaas in de weg.

Eric Duivenvoorden

Media-activisme; Han Soete, Raf Custers, Bruno de Hondt. Uitgeverij EPO, Brussel, 2004, 256 blz.

Meer info: www.media-activism.be

 

 

 

 

Naar boven