Uit: Ravage #6 van 30 april 2004

Kauwen op taal, dansen met woorden

Het dichtersduo de Woorddansers won vorig jaar de poetry slamfinale in Nijmegen. Door de populariteit van de poetryslams kreeg deze overwinning ruime aandacht en het leverde ze een volle agenda op. Harry Zevenbergen sprak met hen.

De Woorddansers wonnen de poetry slamfinale met een tweestemmige ritmische swingende performance, waarbij ze zich met een hiphopachtige motoriek bewegen. Jeroen Naaktgeboren doet de eerste stem en Arie Hordijk verdubbelt die, gaat er tegenin of neemt de eerste stem over. Door de vele wisselingen blijft de voordracht boeien.

De twintigers wonen in Rotterdam, zijn trouwe fans van Feyenoord, jeugdtrainers bij Excelsior en leraar op dezelfde basisschool. Het lijkt teveel voor een zevendaagse week en dat is het ook, zo blijkt. Door wat minder te gaan werken en te stoppen met het trainen van de voetballende jeugd, schiepen ze wat ruimte.

Ik sprak het duo in de auto van Rotterdam naar Enschede, waar ze 's avonds moesten optreden op het Crosslinx festival in het plaatselijke muziekcentrum. Ik nam me, om ongelukken te voorkomen, voor geen schokkende vragen aan de bestuurder te stellen.

Arie, hoe kom je er bij om met een dichter aan het werk te gaan?

Arie: ,,Waarom niet, Jeroen is een goede vriend van me. Hij schrijft de teksten waarna ik ze beoordeel, want ik moet er wel achter kunnen staan. Vervolgens lees ik ze voor op ritme en klank. Als ik vind dat er iets aan dient te worden veranderd, gaan we daar samen voor zitten. Tot het goed is. In wezen kauw ik op taal, want kauwen is gezond.''

Jeroen: ,,Ik rijg een tiental gedichten volgens een bepaald concept aan elkaar en dan kijken we hoe we er een geheel van kunnen maken. Wanneer ik Arie niet kan overtuigen van een tekst, is het ook niet goed voor het publiek. Dit proces is de kracht van het samenwerken. Ik zie te vaak dichters hun eigen wanhoop etaleren. Podiumpoëzie doe je voor het publiek niet voor meerdere eer en glorie van jezelf.''

Jeroen gebruikt zijn solo-optredens om te improviseren. Bij de Woorddansers staat ieder woord en rustpunt vast. ,,Ik vind het prettig om jammend bezig te zijn, zo kom ik tot een idee. Bij het uitwerken begint de samenwerking. Met de Woorddansers jammen we niet op een podium. Bij het oefenen wel, middels spelletjes zoeken we nieuwe ritmes.''

Eigen stijl

Jeroen Naaktgeboren publiceert af en toe artikelen en gedichten in tijdschriften of verzamelbundels. Ook heeft hij het nodige gepubliceerd op internet em zo een eigen stijl ontwikkeld. ,,Ik ben niet gericht op het creëren van een tekst die alleen geschikt is om te lezen'', vertelt Jeroen. ,,We publiceren liever geluidsopnames. We maken iedere week een poëtische column voor stadsradio Rotterdam. Op die manier zijn we bewust bezig met het woorddansen, hetzij op radio hetzij op cd. Sinds kort werken we ook samen met de Groovemasters die soundscapes maken bij ons werk. Zo kunnen we een langere show neer zetten.''

Arie: ,,Het zijn niet alleen soundscapes, maar ook meer ritmische tracks. We kunnen met de muziek alle kanten op. Het experiment is om met verschillende disciplines tot een resultaat te komen. We verkennen wat mogelijk is. In het najaar gaan we bijvoorbeeld werken met moderne dans.''

Waar zijn jullie door beïnvloed op het gebied van podiumkunst?

Jeroen: ,,Jim Morrison met 'American Prayer'. Ik was een jaar of 13, 14 en het was de eerste keer dat ik met poëzie op een podium kennis maakte. Verder heb ik veel gelezen. Marsman, Baudelaire én Rilke. Die heb ik versleten. Verder luister ik veel naar hiphop, vooral om te luisteren naar de ritmische techniek van rappers. Ik wil zoveel mogelijk variatie aanbrengen in de manier waarop de tekst over een bepaalde flow wordt gelegd; tekst die de beat volgt en er dan weer met een hinkelsprong overheen gaat.''

Arie: ,,Ik kom meer uit de hoek van de (experimentele) noise. Het is leuk dat we de poëzie vanuit een verschillende achtergrond benaderen. Uit de noise pikken we de voor deze stijl kenmerkende staccato ritmes op, die weer overgaan in andere staccato ritmes. We gebruiken die invloeden, maar doen het niet na. We hebben bewust gekozen het woorddansen te noemen, dat werkwoord omschrijft het beste wat we doen.''

Jullie raakten vorig jaar betrokken bij het project Dichters voor Vrede in Rotterdam. Wat deden jullie precies?

Jeroen: ,,We werden uitgenodigd door de mensen van Dichters voor Vrede. Ik ben absoluut niet links of politiek actief, zoals de meeste mensen bij die gelegenheid bleken te zijn. Ik ben primair bezig met podiumpoëzie en als zodanig natuurlijk met de werkelijkheid om me heen. Voor Dichters voor Vrede heb ik een gedicht geschreven waarmee ik verkondig dat dichters de boel op scherp moeten stellen. Zoeken naar die punten die op grond van menswaardigheid wrijving veroorzaken. Vragen stellen aan mensen, of dat wat ze zeggen en vinden wel terecht is.

,,Wanneer er sprake is van een bepaald politiek engagement dan cirkelen mensen rondom taal. Ze zijn niet bij machte om met elkaar een oprechte discussie aan te gaan. Omdat ze stigmatiserende taal gebruiken of omdat ze zich baseren op meningen van anderen die ze niet volledig doorgronden. De dichter kan dat op een bepaalde manier verkondigen zodat mensen zoiets hebben van: 'o ja, dat is wat ik denk' of 'dat is niet wat ik mij afvraag'.''

Ook dichters

kennen de antwoorden niet

maar dichters

stellen de beste vragen

Wie om schoonheid geeft

laat de dichters resoluties schrijven

(uit: Dichters voor Vrede)

Veel van de gedichten van de Woorddansers spelen zich af tegen het decor van Rotterdam. Het is de stad die hen inspireert. Gebeurtenissen, het staal, het neon, de ontmoetingen met mensen, de media-uitingen, de festivals, de gedachten die mensen er vertolken, de jongerencultuur, de straatcultuur. Wat maakt Rotterdam anders dan een stad als Amsterdam?

Jeroen: ,,Amsterdam heeft zich de laatste jaren ontwikkeld tot de culturele achterstandswijk van Nederland. Rotterdam is meer de mediastad waar de inspiratie en de happenings te vinden zijn. Rotterdam biedt volop kansen en ruimte waar je iets mee kan.''

Heeft de komst van Leefbaar Rotterdam daar nog verandering in gebracht?

Jeroen: ,,Gezapigheid leidt tot niets. De komst van Leefbaar Rotterdam heeft voor veel discussie gezorgd en mensen bewust gemaakt van de statements die ze willen maken en de statements waar ze zich achter willen scharen. Dat is een goede ontwikkeling. Natuurlijk heeft het op korte termijn een negatief effect. Mensen voelen zich gesteund door populistisch taalgebruik, wenden het zelf ook aan en nemen zonder er over na te denken bepaalde vooroordelen en uitingen over.

,,Toch denk ik dat het goed is. Rotterdam is het politieke hart van Nederland geworden. In de zin van de tegenstrijdigheden. Rotterdam is veel meer een culturele smeltpot dan bijvoorbeeld Amsterdam. Zelfs zover dat je soms niet meer kan spreken van autochtoon en allochtoon, maar gewoon van een hele nieuwe urban culture. Cultuuruitingen als Passionate, Geen Daden Maar Woorden, het Dunyafestival, Poetry International, Museumnacht, wereldhavendagen zijn projecten die in Rotterdam groots worden opgezet.

,,Mijn kritiek is dat kleinere podia en cultuuruitingen te weinig worden gestimuleerd. Gelukkig krijgen beginnende musici de ruimte in het Waterfront. Ook dansclubs als Las Palmas en Off Corso geven kleine initiatieven weer wat meer ruimte.'' ,,Het probleem met bijvoorbeeld Las Palmas en Off Corso is dat ze op tijdelijke locaties zitten en dat ook de continuïteit gewaarborgd moet worden'', vult Arie aan.

Jullie werken allebei als leraar op een basisschool. Heeft dat invloed op jullie werk?

Jeroen: ,,Jazeker. Het stuk Bijen, bijen, bijen heb ik samen met een kleuterklas geschreven. Ik heb het verhaal ritmisch gemaakt en als je het met kinderen schrijft is het natuurlijk een kinderstuk. Ik vind dat ook een compliment wanneer mensen dat zeggen. Het leuke aan kinderen is dat ze oprecht zijn. Ik zou geen fulltime podiumdichter willen zijn. Kinderen fluiten je terug, bijvoorbeeld wanneer je loopt te blazen. We hebben voor poetry international een kinderprogramma gedaan met gedichten van Annie MG Schmidt.''

Arie: ,,Annie MC Schmidt.''

Jeroen: ,,En hebben zelf ook een serie kindergedichten gemaakt.''

Wat zijn jullie ambities?

Jeroen: ,,De wereldtop van de podiumpoëzie.''

Arie: ,,Je moet jezelf altijd doelen blijven stellen. Nu gaan we gewoon naar Enschede en een lekkere gig doen. Dat is de drive volgens mij en kijk, wanneer je dan zo nu en dan links en rechts nog dingen mee kunt pakken dan moet je de kans grijpen, anders word je niet beter.''

Jullie beschouwen jezelf als ambassadeurs van de poetryslam en zetten je in om podia te stimuleren, nieuwe dichters te ontdekken. Waarom?

Jeroen: ,,Het is belangrijk dat taal op een goede manier wordt gebruikt. Dat kan helpen tegen verschijnselen in de maatschappij als vervlakking en individualisering. Als bindmiddel om mensen tot elkaar te brengen.''

Arie: ,,Ik denk dat het goed is dat de slam wat meer media-aandacht heeft gekregen, dat meer mensen zich er mee bezig houden. Dat heeft tot gevolg dat er aan de ene kant mindere poëzie op de podia komt, maar aan de andere kant wordt de top breder en stijgt het niveau.

Jeroen: ,,De podia zijn groter geworden en er zijn meer podia bij gekomen. Ze zien het meer als een onderdeel van de literatuur in Nederland.''

Jeroen: ,,Poetryslam is de ultieme vorm van poëzie op een podium. Het is weliswaar een wedstrijd, maar je moet wel met zijn allen een mooie show neerzetten.''

Harry Zevenbergen

www.woorddansers.nl

Naar boven

 

 




Ravage
Archief
Overzicht 2004
Overzicht # 6

..

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Naar boven