Uit:
Ravage #3 van 27 februari 2004
VS
spelen dubbel spel in Haïti
De
laatste weken wordt Haïti gekweld door bloedige onlusten. De
druk op president Aristide om af te treden neemt toe. De Verenigde
Staten roepen Aristide op de orde op vreedzame wijze te herstellen,
maar komen hem niet te hulp. Volgens Tom Reeves willen ze hem liever
kwijt.
Nog
geen jaar geleden schreef ik, net terug uit Haïti, voor Z-net:
'De regering van de Verenigde Staten speelt hetzelfde spelletje
als in Irak: pushing for regime change in Haïti. De strategie
van de VS bestaat uit een grootschalige desinformatie campagne in
de media, een embargo op broodnodige buitenlandse hulp aan Haïti,
en directe steun aan gewelddadige groepen, waaronder voormalige
militaire officieren en Duvalierists, die openlijk streven naar
het afzetten van president Aristide.'
De
huidige gebeurtenissen in Haïti tonen aan hoe bloedig het spel
van de VS inmiddels is geworden. Ook al houdt Colin Powell vol dat
de Amerikaanse regering niet uit is op regime change in Haïti,
de pogingen om de legitiem gekozen regering van Jean Bertrand Aristide
omver te werpen worden met de dag gewelddadiger.
In
een week tijd werden minstens vijftig mensen omgebracht in Gonaives
(Haïti's vierde grootste stad ) door wat door Powell en de
pro-Amerikaanse pers 'rebellen' worden genoemd. De lichamen van
de veertien vermoorde politieagenten werden naakt en gemutileerd
door de straten gesleurd.
Gonaives
en een aantal andere kleine stadjes zijn nog steeds in handen van
een wrede bende vechters die nauwe banden onderhouden met door de
VS erkende en door Republikeinen gesponsorde 'oppositie': de Convergence
en de bedrijfslobby Group of 184,. Deze 'oppositie' distantieert
zich van het geweld, maar hamert erop dat de 'opstand' gerechtvaardigd
is.
Het
Amerikaanse Department of Homeland Security heeft aangekondigd dat
Guantanamo wordt voorbereid op de komst van 50.000 vluchtelingen
uit Haïti - de VS voorzien kennelijk een slachting op het eiland
in de Caribische Zee.
Commando's
De
'rebellen' blokkeerden onlangs de weg uit de Dominicaanse Republiek
en namen twee dorpen in het noorden in en kregen daarbij versterking
van over de grens. Volgens Ian James van Associated Press baanden
twintig gewapende commando's zich al schietend een weg langs de
Dominicaanse grens, waarbij twee bewakers omkwamen.
Onder
de commando's waren voormalig Cap Haïtien politiechef en legerofficier
Guy Philippe, en het hoofd van de Duvalier doodseskaders uit de
jaren '80, Louis Jodel Chamblain. Chamblain was een van de leidende
figuren van de FRAPH, een groep para-militaire 'attache's' tijdens
de coup-periode. Een naaste medewerker van Chamblain, Emmanueal
'Toto' Constant, gaf toe dat deze groep met fondsen en sturing van
de CIA opereerde.
Uit
documenten die zijn onderzocht door het Centrum voor Constitutionele
Rechten in New York kwam Chamblain naar voren als een van de voorbereiders
bij het beramen van de moord op de pro-Aristide minister van Justitie
Guy Malary in 1993. De VS weigeren inzage in documenten die bij
de FRAPH in beslag werden genomen tijdens de VS invasie van Haïti
in 1994, vermoedelijk om de banden tussen CIA en FRAPH geheim te
houden.
Philippe
en Chamblain waren erbij toen leden van de door de VS erkende Convergence
conferenties in de Dominicaanse Republiek organiseerde, betaald
door de VS en bijgewoond door Amerikaanse agenten van de International
Republican Institute (IRI).
Aanvallen
De
gedurfde couppoging van december 2001, resulterend in een gewelddadige
aanval op het National Palace, enkele uren nadat Aristide was vertrokken,
vormden voor de VS en de Organisatie van Amerikaanse Staten (OAS)
slechts aanleiding om van de Haïtiaanse regering vergoeding
te eisen voor schade aan eigendommen van de oppositie, en de verantwoordelijken
aan te pakken. Aristide willigde die eisen in.
Sindsdien
meldden verschillende bronnen veelvuldige paramilitaire aanvallen
op politiebureaus, klinieken, regeringsvoertuigen en op de grootste
elektriciteitscentrale van het land (Peligre) met vele dodelijke
slachtoffers onder ambtenaren en burgers.
Enkele
van deze aanslagen waren duidelijk het werk van voormalige militairen
in samenwerking met paramilitaire bendes als de Armee Sans Maman,
die openlijk zijn verbonden met het recente geweld in Gonaive via
het zogeheten Gonaives Resistance Front en het National Liberation
en Resistance Front. Bij enkele aanslagen werd gebruik gemaakt van
jeeps die in de richting van de Dominicaanse Republiek reden.
Op
geen enkele van deze gedocumenteerde gewelddaden kwam enige reactie
van de Amerikaanse regering en mensenrechtenorganisaties. Die reserveren
hun kritiek voor de betreurenswaardige moord op drie en mogelijk
vijf Haïtiaanse journalisten in een tijdsbestek van vier jaar
tijd. De regering wordt verweten daarvoor medeverantwoordelijk te
zijn vanwege hun justitiële ineffectiviteit, danwel als direct
medeplichtige.
Rebellen
Het
zal niemand verbazen dat Powell uitsluitend van Aristide's regering
eist de mensenrechten te respecteren. Hij veroordeelde pro-Aristide
'militanten' die een 'vreedzaam protest van de oppositie' verhinderden;
omwonenden die barricades oprichtten omdat zij zeiden bang te zijn
dat het geweld in Gonaive naar de hoofdstad zou overslaan.
Hierbij
zijn stenen gegooid maar er vielen voorzover bekend geen doden of
gewonden. Geen woord van Powell over de extreme gruweldaden die
dagelijks worden gepleegd door degenen die hij meestal 'rebellen'
noemt, maar in het bijzijn van de politie en leiders van Lavalas
(Aristide's partij) in Gonaives 'criminelen'.
Stel
je voor hoe de regering Bush zich zou opstellen als namens de oppositie
tegen de oorlog in Irak, een bende criminelen vijftig Amerikaanse
regeringsgetrouwen en politie-agenten zou ombrengen in Kansas-city.
En als de kopstukken van de nationale anti-oorlogsbeweging zouden
weigeren die misdaad te veroordelen, en zelfs eisten om dezelfde
week nog een demonstratie in Washington te houden.
De
demonstratie van de oppositie in Haïti vond twee dagen later,
op 12 februari, alsnog plaats met ongeveer duizend deelnemers. Tegelijkertijd
werd een veel grotere pro-Aristide demonstratie gehouden. De Haïtiaanse
politie hield de groepen van elkaar gescheiden. De oppositieleiders
in de demonstratie herhaalden hun 'geweldloze stellingname', maar
betuigden ook hun steun aan de doeleinden van de 'opstand' in Gonaive.
Geheime
conferentie
Het
spel van de VS in Haïti is altijd dubbel geweest - in het openbaar
lippendienst aan de democratie - en tegelijk concrete maar heimelijke
hulp aan de meest gewelddadige anti-democratische krachten.
Powell
zet Aristide onder druk om 'de oppositie tegemoet te treden' en
beweert tegelijkertijd stellig dat 'het niet consistent met onze
plannen zou zijn te pogen Aristide te dwingen om terug te treden.'
'Wij verlangen dat Aristide het geweld een halt toeroept, de orde
herstelt en de mensenrechten respecteert', zo zei Powel. Maar ondertussen
kan door het VS-geleide embargo de Haïtiaanse politie niet
van traangas worden voorzien, waardoor de politie ofwel moet optreden
door te schieten en de mensenrechten te schenden, of helemaal niet
ingrijpt, zodat ze er niet in slagen de orde te herstellen.
Dezelfde
spelers uit de Amerikaanse regering die destijds de Contra's in
Nicaragua steunden, Otto Reich en Robert Noriega, bieden ondertussen
hulp en troost aan degenen die de Haïti-contra's steunen. Zij
houden vast aan het vetorecht van de rechtse Convergence en zijn
elite, Group of 184, over iedere stap naar verkiezingen.
Iets
meer dan een jaar geleden werden Reich en Noriega in verband gebracht
met het voorbereiden van een geheime conferentie bij Ottawa. Daarbij
zouden de Francofone naties door VS-agenten dringend zijn verzocht
om directe interventie door de VS te vragen, en mogelijk VN-mandaatgebied
te worden zodra Aristide vertrekt na een mogelijke geweldsescalatie
in Haïti.
De
Canadese diplomaat Denis Paradis, voorzitter van de bijeenkomst,
werd ontslagen toen Canada's rol aan het licht kwam. Defensieminster
Donald Rumsfeld moest zich in allerlei bochten wringen toen hem
werd gevraagd naar de intenties van de VS.
Media
In
1994 interviewde ik VS-officieren in het Central Plateau die zeiden
dat hen specifiek verteld was om de FRAPH te behandelen als loyale
oppositie en hun wapenarsenalen niet in beslag te nemen. De meeste
M1 en M14 wapens die bij de recente gewelddadigheden in Gonaives
zijn gebruikt, blijken afkomstig van de Haïtiaanse legervoorraden
die niet werden aangesproken tijdens de Amerikaanse bezetting van
het land.
Een
aantal M16's zijn nu ook opgedoken in Gonaives - identiek aan de
wapens die het Dominicaanse leger een paar maanden geleden kreeg
van de Amerikaanse regering, in ruil voor het stationeren van 900
VS-soldaten aan de Dominicaanse grenzen, alsook de Dominicaanse
instemming om nooit gebruik te maken van het Internationaal Strafhof
om Amerikaanse onderdanen aan te klagen wegens oorlogsmisdaden.
Nagenoeg
alle Amerikaanse media volharden in het napraten van Powell en de
Haïtiaanse oppositie. Door de gewelddadigheden in Gonaives
een 'volksopstand' te noemen, herhalen ze ook het refrein dat de
'rebellenleiders' oorspronkelijk werden bewapend door Aristide als
zijn plaatselijke knokploegen, en dat hij daarom verantwoordelijk
is voor de aanvallen op zijn eigen politie. Dergelijke halve waarheden
zie je in allerlei media-verslagen terug.
Clans
In
werkelijkheid zijn de verantwoordelijken voor het geweld in Gonaives
verbonden aan twee plaatselijke bendes of clans, die zich al jaren
verschanst houden. De ene bende, met de achterbuurt van Raboto als
basis, werd aanvankelijk aangevoerd door Amiot Metayer en noemt
zich sinds kort The Cannibal Army.
De
andere zetelt in Jubilee, met Jean 'Tatoune' Pierre als lid. Hij
is veroordeeld voor de beruchte Raboto slachting van Aristide supporters
in 1994. Metayer's groep zegt Aristide te steunen, maar na druk
van mensenrechtenorganisaties op de Haïtiaanse regering is
hij gearresteerd wegens verschillende misdrijven.
Zowel
Metayer als Tatoune ontsnapten uit de gevangenis van Port-au-Prince
in augustus 2002, na een gewaagde bulldozer-uitbraak. Eind vorig
jaar werd Metayer vermoord. De oppositie en Metayers volgelingen
beschuldigden Aristide, de regering op haar beurt beschuldigde Tatoune's
volgelingen en de oppositie.
Metayer's
broer keerde vanuit de VS terug naar Haïti om samen met Tatoune
een campagne tegen Aristide's partij Lavalas en de regering te beginnen.
Zij heersen nu over Gonaives, samen met wat de Washington Post omschrijft
als 'de hogere echelons onder voormalige Haïtiaanse legerofficiers'.
Ze werken inmiddels openlijk samen met FRAPH/CIA agenten als Chamblain
(eveneens veroordeeld voor de Raboto-slachting).
Sweatshops
Aristide's
talrijke fouten en zwakheden verbleken bij de extreme wreedheid
van degenen die betrokken zijn bij het geweld in Gonaives en elders
in Haïti.
Andy
Apaid die samen met Evans Paul de anti-Aristide demonstraties in
Port au Prince op 12 februari jl. leidde, is de beruchte eigenaar
van sweat-shops en woordvoerder voor de Group of 184. Apaid voerde
vorig jaar nog een succesvolle campagne tegen Aristides voorstel
om het minimumloon te verhogen. Dat bedraagt nu ongeveer 1,60 dollar
per dag, nog minder dan in 1995.
Hoe
dan ook, uiteindelijk gaat het er om dat degenen aan de macht komen
die het Amerikaanse beleid en de belangen van de Haïtiaanse
elite het beste dienen. Het wekt geen verbazing dat Marc Bazin,
de presidentskandidaat die de voorkeur heeft van de VS, in liberale
kringen in de VS opnieuw wordt gelanceerd als de 'compromis oplossing'
voor de problemen in Haïti.
Of
Aristide nu met grof geweld of met een 'coup lite' (het VN mandaatgebied
zoals geopperd door de Paradis conferentie, of het Caracom initiatief
dat met Powell's zegen wordt aangehangen door Jamaica en de Bahamas)
wordt weggewerkt 'om een bloedbad te voorkomen', wat de VS willen
in Haïti is wat de VS willen in ieder land waar het leiderschap
niet aan de leiband loopt zoals Cuba, Venezuela, Iran of Irak: regime
change.
Desinformatie
De
belangrijkste vraag is waarom het Amerikaanse liberale establishment
meegaat met de rechtervleugel van de Republikeinen - en waarom zelfs
de meerderheid van het langzaam verdwijnende 'links' in Amerika
zich stilhoudt of bij elke misstap van Aristide in de handen wrijft.
Een
verklaring is de ongelooflijk effectieve desinformatie campagne
in bijna alle Amerikaanse media. Aristide wordt neergezet als een
tiran en alle oppositie tegen hem is gerechtvaardigd. Ook Aristide
speelt dubbel spel - capitulerend voor de door de VS afgedwongen
privatiseringen en herstructurering - om aan de macht te kunnen
blijven.
En
ook al wordt een gewelddadige regeringswisseling afgewezen, tussen
de regels lees je de duidelijke waarschuwing: Aristide moet vrijwillig
vertrekken of hij word eruit gewerkt - hoeveel levens dat kost doet
er net zo min toe als de wil van de Haïtiaanse kiezer.
Tom
Reeves
Dit
artikel is verschenen op www.znet.org
Naar
boven |