Uit:
Ravage #3 van 27 februari 2004
Verzoeken
van ballingen
De
Palestijns-Amerikaanse kunstenares Emily Jafir verbeeldt in haar
werk op indringende wijze hoe sociale en politieke omstandigheden
het dagelijks leven beïnvloeden van diegenen die in ballingschap
leven. In het museum voor Moderne Kunst in Arnhem is tot 14 maart
haar installatie 'Where we come from' te zien.
"Ga
naar Haifa en speel voetbal met de eerste Palestijnse jongen die
je op straat tegenkomt." Nadat de Palestijns-Amerikaanse kunstenares
Emily Jafir (1970) deze opdracht had gekregen van een Palestijnse
die in Houston woont, vertrok ze naar Haifa en speelde voetbal met
Kamel. Jacir is internationaal bekend vanwege haar multimedia installaties.
Ze is geboren in Ramallah, groeide op in Saoedi-Arabië, Rome
en Chicago en woont en werkt op dit moment in New York en in Ramallah.
Jafir's
Amerikaanse paspoort maakt het haar mogelijk om op plekken te komen
in Israël waar andere Palestijnen niet of nauwelijks kunnen
komen. Voor de installatie Where we come from heeft zij tientallen
Palestijnen de volgende vraag gesteld: "Als ik iets voor jou kan
doen, waar dan ook in Palestina, wat zou dat zijn?"
De
installatie van Jafir bestaat uit tweeluiken met de tekst van het
verzoek en de achtergrond daarvan en de foto's en een video over
het al dan niet welslagen van het verzoek. De stijl van de foto's
varieert van documentaire tot snapshot maar door de verbinding met
de tekst krijgen de foto's een diepe en ontroerende laag.
Ballingschap
De
verzoeken die Jafir kreeg waren zeer divers. Van praktisch en haast
banaal ('wil je mijn telefoonrekening betalen') tot familiegebonden
('ga naar mijn moeder en geef haar een knuffel en een kus en vertel
dat die van haar zoon zijn') naar poëtisch ('ga naar het strand
van Haifa met het eerste ochtendlicht, neem een grote hap adem en
steek een kaars aan voor allen die gevallen zijn voor de Palestijnse
zaak.')
Jacir
voldeed aan het verzoek van meer dan dertig Palestijnen aan wie
door de politieke omstandigheden de toegang wordt geweigerd tot
Palestijns grondgebied. Daarmee zijn ze vaak al jaren afgesneden
van hun familie en andere dierbaren die daar nog wonen. In de verzoeken
gaat het steeds om de tastbare verbeelding van een verlangen of
een dierbare herinnering.
Jacir's
installatie maakt niet alleen op pijnlijke en doeltreffende wijze
duidelijk welke praktische gevolgen het Israëlisch-Arabisch
conflict heeft voor de Palestijnse bevolking, het biedt ook inzicht
in verlangens en ervaringen van verlies, die boven elke politieke
overtuiging uitstijgen.
Ook
in haar andere werk verbeeldt Jacir op indringende wijze hoe sociale
en politieke omstandigheden het dagelijks leven beïnvloeden
van diegenen die in ballingschap leven. In video's en fotowerken
maakt Jacir vooral de individuele ervaringen zichtbaar, van haarzelf
en anderen van Palestijnse afkomst. Haar werk roept in de Verenigde
Staten en daarbuiten veel reacties op.
Activisme
In
een interview met het culturele tv-magazine RAM werd duidelijk dat
Jacir haar werk ziet als een vorm van activisme. Dat is ook wel
te zien aan andere werken die zij heeft gemaakt. In de 190 minuten
durende video Crossing Surda ('A Record of Going to and from Work)'
uit 2002-2003 die ook in Arnhem wordt getoond, filmde Jacir vanuit
een gat in haar tas met een camera een week lang haar dagelijkse
tocht op de Westbank van Ramallah naar de Birzeit Universiteit.
Ook filmde ze haar ontmoetingen met Israëlische soldaten, al
dan niet verschanst achter pantservoertuigen
Where
we come from is de eerste tentoonstelling van Emily Jacir in Nederland.
Ik hoop dat op korte termijn een overzichtstentoonstelling van haar
werk te zien zal zijn, want de installaties zijn zo veelzijdig en
actueel dat het tijd is om haar reflecties in onderlinge context
te ervaren.
Jan
Kees Helms
Naar
boven |