Uit: Ravage #3 van 27 februari 2004

Leven in vrijwillige slavernij

'Actiegroepen en ideële organisaties zouden zich moeten afvragen of ze wel onderdeel uit willen maken van de reïntegratiemachine', zo stelt Freek Kallenberg in de vorige Ravage. Een achterhaalde vraag daar de meeste groepen jaren geleden al gekozen hebben voor banenpool en melkertbanen. De discussie over loonarbeid en het arbeidsethos werd angstvallig vermeden. Een gemiste kans, vindt Bert van Wakeren.

Ruim twintig jaar rechts beleid, twintig jaar bezuinigingen en saneringen van de publieke sector, liberalisering, privatisering en marktwerking hebben niet meer welvaartsgroei en niet minder armoede gebracht. Desondanks wordt er op deze weg doorgegaan, zonder enig noemenswaardig protest vanuit de samenleving.

In de begintijd van het kapitalisme was verzet onderdeel van het dagelijks leven: het afdwingen van een verlaging van de marktprijzen was net zo vanzelfsprekend als het vernielen van nieuwe machines. Maar zodra het kapitalisme zich doorzette en daarmee - tegen een onafgebroken stroom van verzet in - de dwang tot loonarbeid, spitste de strijd zich toe op de strijd binnen de fabrieken.

Langzamerhand werd het radicale (revolutionaire) verzet tegen loonarbeid verdrongen en onschadelijk gemaakt door vakbonden en sociaal-democraten, die de loonarbeid onder zo gunstig mogelijke voorwaarden wilden organiseren. Let wel: binnen de grenzen die het kapitaal stelt. De loonarbeid op zich, als principe van de kapitalistische productiewijze, werd niet meer ter discussie gesteld.

Naast de strijd tegen de loonarbeid is er ook altijd gestreden tegen de kapitalistische eigendomsverhoudingen, het privé-bezit van de productiemiddelen. Afschaffing van de loonarbeid en het privé-bezit wil zeggen: totale loskoppeling van arbeid en inkomen, maatschappelijk bezit van de productiemiddelen, afschaffing van de ruilwaarde (het geld) als economische basiseenheid ten gunste van gebruikswaarde.

Niet de meerwaardevorming moet de productie bepalen, maar een maatschappelijke afweging van de gebruikswaarde: hoeveel kost een product aan grondstoffen, energie, vervuiling, kwaliteit van de arbeid, arbeidstijd en hoeveel levert het op aan maatschappelijke en menselijke gebruikswaarde. In het huidige politieke klimaat is het wel duidelijk dat deze strijd nog lang niet is gestreden.

Slavernij

'Het werken is de grote verdoemenis. Het werken maakt geestloos en zielloos; je moet kruipen en knoeien, verraden, bedriegen en vervalsen... werken is levensvijandig, werken is levensvernietigend', schreef Herman Schuurman in 1924 in zijn pamflet 'Werken is misdaad'. Daarom moet volgens hem iedere kapitalistische onderneming gesaboteerd worden door grondstoffen, machines en producten onbruikbaar te maken. Want als er niet gewerkt wordt aan de ondergang van het kapitalisme, wordt er meegewerkt aan de ondergang van de mensheid.

Hij beëindigde zijn pamflet met klare taal: 'Wij willen niet door het kapitalisme ten onder gaan, daarom moet het kapitalisme door ons ten onder gaan. Wij willen als vrije mensen scheppen, niet als slaven werken; daarom zullen wij het systeem van de slavernij vernietigen. Het kapitalisme bestaat door het werken van de werkers, daarom willen wij geen werkers zijn en zullen wij het werken saboteren.'

In de loop van de geschiedenis zijn er golven van verzet en strijdbaarheid geweest waarmee meer rechten en invloed afgedwongen is. Steeds weer volgt op zo'n periode van strijdbaarheid een periode van 'economische crisis'. Hierin wordt de kapitalistische productiewijze zodanig geherstructureerd dat de macht van de arbeiders over het productieproces fors wordt ingeperkt.

In de jaren '30 van de vorige eeuw werden daartoe de lopende band en machines ingevoerd. Hierdoor kon geschoolde arbeid vervangen worden door ongeschoolde en werd de macht van de vakarbeiders, veelal anarchisten, die de spil van het verzet van de jaren '20 vormden, gebroken.

Een crisis is ook een schifting onder de kapitalisten. Door het zoeken naar nieuwe afzetgebieden komen nieuwe sectoren op (destijds bijvoorbeeld de auto- en de wapenindustrie) en vindt tegelijkertijd een concurrentieslag plaats waarin velen verdwijnen en enkelen steeds groter en sterker worden. Het is belangrijk om te zien dat een crisis geen natuurwet is, geen onvermijdelijke ramp. Een crisis is binnen de kapitalistische ontwikkeling een telkens terugkerende, logische en noodzakelijke fase. Nu weer: automatisering, computerisering, globalisering.

Werk

Om de zoveel jaar vindt er dus een kapitalistische sanering plaats, compleet met faillissementen, sterfhuisconstructies, nieuwe fusies en drastische loonsverlagingen. En elke keer wordt er door vakbonden, sociaal-democraten en andere politiek gekleurden geraaskald over werk, werk en nog eens werk. Eerst verpakt in werkverschaffingsmaatregelen, en wat later met de ordinaire calvinistische zweep.

De 'eigen-werk'beweging werd vakkundig de nek omgedraaid. Het begon al midden jaren '80 met de Wet Onbetaalde Arbeid Uitkeringsgerechtigden, de eerste echte aanval op de eigen-werkbeweging. Deze wet had tot gevolg dat de beweging vercommercialiseerde. Menig eigen bedrijfje en winkeltje van kapper tot kruidenier ging overstag en verliet de uitkering.

Er was wel sprake van sporadisch verzet maar in het algemeen koos iedereen eieren voor zijn geld. Net zoals bij alle daarop volgende maatregelen, inmiddels zo'n zestig in totaal, met miljarden aan overheadkosten. De miljoenen euro's die de verbouwing en de salarissen van de 'uitkeringsfabriek' UWV hebben gekost, zijn wat dat betreft niet meer dan de bekende druppel op de gloeiende plaat.

Er zou eens moeten worden uitgerekend hoeveel geld er in totaal door belastingbetalers en bedrijven 'voor werkloosheid' wordt uitgegeven en dat delen door het aantal werklozen. Dat levert heel wat meer nullen op dan het bedrag dat je als werkloze op je giro aantreft.

Hoofdzakelijk wordt er ook niet betaald voor de welstand van de werklozen, maar voor de treiterachtige controles, de haast Kafkaëske bureaucratie. Doelloze afspraken, om-, her- en bijscholing die nergens vandaan komt en nergens toe leidt, schijnarbeid voor een schijnloon, alleen om de statistieken kunstmatig laag te houden. Dat alles om een economisch hersenschim overeind te houden. We zijn er verder weinig mee opgeschoten.

Economisering

Ook nu weer wordt de strijd structureel en ongeorganiseerd uit de weg gegaan. Men kiest blijkbaar liever voor een individuele schijnoplossing op de korte termijn dan voor een fundamentele oplossing na onzekere collectieve acties.

De gevolgen daarvan worden op dit moment duidelijk. De verzorging van kinderen, van zieke familieleden, van het huis zelf... alles wordt aan het commerciële circuit overgelaten. Iedereen een betaalde baan. Op die manier wordt een onuitputtelijke ruimte voor nieuwe werkgelegenheid geschapen. De totale economisering van het private en dagelijkse leven.

Wie ondertussen de dreigingen inventariseert, krijgt een lange lijst onder ogen: groter gat in de ozonlaag en broeikaseffect, mogelijke bevolkingsexplosies, radioactief afval, water-, bodem- en luchtverontreiniging, wapenhandel en oorlogen, waterschaarste en stijging van de waterspiegel, voedseltekorten en genetische manipulatie, ongelukken met chemische fabrieken. Met gemak kan een ieder deze lijst aanvullen.

Ondertussen roepen politieke partijen in koor: er moet langer gewerkt worden, door iedereen. Alleen waaraan? De ondergang van de mensheid? Of van het kapitalisme? Mensen zijn zich er blijkbaar niet van bewust hoe ingrijpend de veranderingen zijn, deels omdat ze worden gezien als voortzetting van trends die al enige tijd zichtbaar waren, en deels omdat ze worden gezien als onvermijdelijk neveneffect van globalisering. Zo lijkt het tenminste.

In de huidige situatie wordt het abnormale, het radicale en het extreme opeens als normaal gedefinieerd. Is binnenkort de Amerikaanse situatie in Nederland ook normaal: maximaal zes jaar een uitkering in een menselijk leven?

Risicovermijding

Op dit moment bestaat er helemaal geen draagvlak om het arbeidsethos te tackelen, de totale gestoordheid is in ons opgedoken. Wij zijn zelf verworden tot een perpetuum mobile: werken om het werken, om het geld. We zijn een bourgeois-maatschappij die verslaafd is aan materiële geneugten, vleselijke lusten en eigenbelang.

Daarbij hebben we helemaal geen strijdtraditie. Integendeel, we hebben zelfs een afkeer van geforceerde veranderingen die onrust brengen. In wiens voetsporen, van welke voorganger zouden we ook kunnen treden?

Je zou haast kunnen zeggen dat we 'van nature' aan risicovermijding doen. Bijna zoals we 'van nature' niet met de vuist op tafel slaan, maar met het woord verzet plegen. Op papier, in pamfletten of bijeenkomsten ventileerden al eeuwenlang ook de felste opponenten van de bestaande orde, net als de oude hagenprekers, hun ideeën.

Met het woord zochten en mobiliseerden ze aanhangers en stichten ze eigen partijen of verenigingen. Door het geloof in het woord ontstaat, haast als vanzelfsprekend, respect voor het geschreven woord. Ook die van de overheid: wetten. We passen ons altijd wel in, gaan er steeds in mee, we liggen niet echt dwars, haast bij voorbaat. Ook bij de éénenzestigste regeling niet.

Dat alles leidde tot wat wel gezien wordt als karakteristieken van de Nederlandse cultuur: repressieve tolerantie en het gedoogbeleid. En zijn we daarmee niet allen sociaal-democraten die de loonarbeid onder zo gunstig mogelijke voorwaarden willen organiseren? Let wel: binnen de grenzen die het kapitaal stelt. En het kapitaal trekt verder op, op zoek naar nieuwe markten, de totale globalisering. Wij doen er ogenschijnlijk ons voordeel mee, met dit leven in vrijwillige slavernij.

Veranderingen

Want ook binnen de nieuwe globaliseringsbeweging staat arbeid op zich niet ter discussie. Het gaat over een rechtvaardige betaling, weg met de sweatshops. Terecht! Strijd tegen de logo's, de McDonaldisering van de samenleving. Weg ermee! Alleen wordt het niet verder doordacht, en draaien we dan ook volop mee in de globaliseringsmachine. Wij de diensten, de financiële wereld en de hoofdarbeid en de periferie de rest.

Het elkaar nodeloos bezighouden met het verplaatsen van papier, het controleren daarvan en de handel in lucht zijn toch niet echt de noodzakelijke stappen richting een zelfbeheermaatschappij of het ontwikkelen van noodzakelijke anti-economische alternatieven.

De paden naar verandering impliceren deels het ontwikkelen van alternatieven - de creatie van een omvangrijk netwerk van onderlinge hulp en verschaffing van goederen en diensten, waarbij soms nog geld aan te pas zal blijven komen zolang deze in de bestaande economie onmisbaar is. Maar waar dit geld in elk geval niet de gelegenheid moet krijgen tot 'jongen'.

Deze paden houden ook diep ingrijpende veranderingen in van de maatschappijstructuur en levenswijze. En dat kan niet anders dan met een fundamentele discussie over loonarbeid en arbeidsethos.

Bert van Wakeren

Naar boven

 

 




Ravage
Archief
Overzicht 2004
Overzicht # 3

..

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Naar boven