Uit: Ravage #2 van 6 februari 2004

Tweederangs burgers

Ook in linkse kringen vinden velen dat open grenzen en de verzorgingsstaat niet samen gaan. De sociale rechten van migranten moeten daarom worden beperkt. Volgens Piet van der Lende, Ed Hollants en Jan Müter is er echter geen enkele reden voor zo'n welvaartchauvinistische reflex.

'Grenzeloze solidariteit', zo luidt de titel van een boek dat in het weekeinde van 11 januari in de Balie werd gepresenteerd. Het boek is samengesteld door Jelle van der Meer, hoofdredacteur van de Helling van GroenLinks en programmamaker bij de Balie, en de hoogleraar migratie Han Entzinger.

In de Volkskrant van 3 januari mocht Van der Meer al een tipje van de sluier oplichten. Zijn verhandeling over het spanningsveld tussen een ruimhartig toelatingsbeleid van migranten en de verzorgingsstaat kreeg de welluidende kop 'Kom, maar op eigen kosten'.

In Grenzeloze solidariteit proberen verschillende schrijvers een antwoord te geven op de vraag hoe een verzorgingsstaat er in een wereld met vervagende landsgrenzen en toenemende migratie uit kan zien. Hoewel er lezenswaardige artikelen in staan, die op onderdelen een breuk bepleiten met het huidige beleid, worden het mondiale kapitalisme en de privatisering niet of nauwelijks geproblematiseerd.

Dit is vreemd omdat deze zaken nu juist veel bepalender zijn voor de openheid en betaalbaarheid van collectieve voorzieningen dan migratie. Migratie is zelf voor een belangrijk deel een gevolg van het mondiale kapitalisme en het neo-liberale beleid dat door veel landen en internationale instituties gevoerd wordt. Terwijl de auteurs de mondialisering op vele terreinen erkennen, wordt de Nederlandse welvaartsstaat er tegelijkertijd als een eilandje uitgelicht.

Vruchten

Opmerkelijk genoeg werd door de meeste sprekers in de Balie, waaronder auteurs, ruiterlijk erkend dat de migratie voor dat bestel geen enkel probleem oplevert. Ook werd herhaaldelijk het verband tussen migratie en de neergang of betaalbaarheid van de verzorgingsstaat ontkend of sterk gerelativeerd.

De ondertitel van het boek 'Naar een migratiebestendige verzorgingsstaat' voedt evenwel een ander vermoeden. De boodschap luidt dat de combinatie van een verzorgingsstaat met een flinke inkomensherverdeling en een ruimhartige toelating van migranten onhoudbaar is.

Dat brengt Van der Meer tot de vraag 'of we iemand moeten dwingen arm te blijven in eigen land, of hier ongelijk behandelen?' De auteurs in Grenzeloze solidariteit pleiten in dat geval voor het laatste. Daarmee lijken zij het gelijkheidsideaal van de sociaal-democratie te offeren op het altaar van de realistische mogelijkheden binnen een neo-liberaal bestel.

In de principiële wending die zij maken doen zij onwillekeurig denken aan andere bijdragen aan het 'integratiedebat' van Scheffer, Fortuyn en Hirschi Ali. Zeker als we ons realiseren dat zij daarmee pleiten voor een tweederangs burgerschap, gekoppeld aan het idee om als Nederlandse samenleving blijmoedig de vruchten te kunnen blijven plukken van de niet aflatende inzet en ijver van migranten die hier een graantje van 'onze welvaart' willen meepikken - en om verschoond te blijven van al te knellende sociale of morele verplichtingen jegens hen.

Koffers

De retoriek van deze insteek is duidelijk. Open grenzen genereren een vloedgolf van migranten die het liefst op 'onze' kosten met hun kont op het strand komen genieten van een onverdiende doch welkome bijstandsuitkering. Daarmee zetten zij de lezer op diverse manieren op een fout spoor.

Waar de auteurs zich lijken neer te leggen bij de beperkte reguleerbaarheid van internationale migratiebewegingen, wekken zij een vals en ongefundeerd beeld op waarin een groot aantal migranten de tassen reeds gepakt heeft voor het moment dat hier de grenzen open gaan, om hier vervolgens een economisch inactief bestaan te gaan leiden.

Even mal is de suggestie dat het beeld van de huidige relatieve oververtegenwoordiging van voormalig gastarbeiders in de bijstand ook het beeld van de toekomst met opener grenzen zal zijn. De ervaring van en binnen Europa leert dat opener grenzen burgers nauwelijks tot (meer) migratie beweegt, ook al is het levenspeil en het niveau van de verzorgingsstaten binnen Europa zeer verschillend. Eerder het omgekeerde lijkt het geval. Ook de ramingen van het Centraal Plan Bureau van de gevolgen van de uitbreiding van de EU voor de migratie zijn weinig zorgwekkend.

Virus

Politici, wetenschappers en journalisten zijn, zoals Bas van Stokkom in de Volkskrant van 10 januari terecht opmerkte, niet alleen bevangen door een morele paniek over de multiculturele samenleving, ze hangen ook in groten getale een idee-fixe van een (te) royale en daarmee onbetaalbare verzorgingsstaat aan.

Al bijna tien jaar geleden bepleitte Coen Teulings (inmiddels hoogleraar Tinbergen leerstoel) een zelfde idee als Van der Meer en Entzinger nu doen. Met een redenering uit de speltheorie stelde Teulings kort en goed dat het sociale zekerheidsstelsel eenvoudig onhoudbaar is als de groep van ontvangers niet heel nauwkeurig wordt bepaald. Ook opperde hij de instelling van een apart (dus lager) CAO-regime voor (legaal verblijvende) migranten omdat, volgens neo-klassieke economische noties van efficiency en evenwicht, dat beter aansluit bij hun gemiddeld genomen lagere productiviteit.

Al sinds het akkoord van Wassenaar in 1982 worden bij elke volgende neerwaartse economische conjunctuur de uitkeringen verlaagd en de toegang ertoe bemoeilijkt. Met betaalbaarheid van het stelsel heeft dat allemaal weinig te maken. Al die tijd nam de welvaart in ons land, uitgedrukt in het nationaal product, immers toe.

Het punt is dat in die zelfde periode de verdeling van de welvaart in ons land bij minder mensen terecht kwam, en dat de gevolgen daarvan nu als een soort natuurverschijnsel wordt voorgehouden. Ondertussen nemen de inkomsten uit vennootschapsbelasting steeds verder af.

Dit 'virus' woekert in grote delen van de wereld en maakt overheden - onderling in concurrentie om het internationale bedrijfsleven naar de zin te maken - in toenemende mate onmachtig om een publieke infrastructuur te scheppen of in stand te houden, of tot inkomensherverdeling te komen. Om nog maar te zwijgen over een sociaal adequate verdeling van de héle welvaart, dus door ook de inkomsten uit (kapitaal) bezit in die herverdeling te betrekken.

Knieval

De reactie van Van der Meer c.s. stelt in dit verband ook teleur waar zij het (internationale) krachtenveld van de neo-liberale globaliserende economie als een gegeven lijken te aanvaarden en tot vertrek- en uitgangspunt maken van hun betoog. De oproepen vanuit de globaliseringsbeweging blijken aan hen te zijn voorbijgegaan.

Gevangen in een bestel waarin de neoklassieke economische doctrine zich ontwikkelt tot een wereldreligie, rest hen alleen nog maar een pragmatische knieval voor de wetten van de markt, met zijn geïsoleerde geïndividualiseerde calculerende burgers die zich gedragen als egoïstische nutsmaximaliseerders. Daarin wreekt zich ons inziens het ontbreken van een alternatief mensbeeld, een visie op een andere orde, en de lef om met de huidige orde te willen breken.

Slechts via ongenuanceerd overdrijven haalt Jelle van der Meer zijn gelijk wanneer hij in de Volkskrant van 3 januari stelt dat zonder grenzen geen democratie en geen rechtsstaat mogelijk zijn. Het is zeker zo dat deze behartenswaardige instituties moeilijk houdbaar zijn bij een volledig vluchtig en wisselende bevolkingssamenstelling. Maar de suggestie dat de huidige 'instroom' van migranten, inclusief het aantal 'ongenode migranten', op enige manier de grenzen van dit stelsel ondergraven is te gek voor woorden.

In dat verband mogen we ook niet voorbij gaan aan de onzinnige vraagstelling of via migratie de verdeling van welvaart in de wereld minder ongelijk gemaakt kan worden, en of migratie zelfs als een middel tot armoedebestrijding kan worden geafficheerd. De ongelijke economische ontwikkeling en het bestaan van extreme armoede op de wereld zijn een hard gegeven en vormen op zichzelf een moreel-politiek schandaal van eerste orde. Het voortduren van dat schandaal zal de migratiedruk niet kleiner maken.

Prijs

Ook de geopperde stelling dat nu al sprake is van ongelijkheid tussen burgers (wel/geen EU onderdanen, illegalen, etc.) maakt het perspectief van een tweederangsburgerschap natuurlijk niet draaglijker. Door de hoogleraar Engbersen en anderen is genoegzaam onderzocht welke prijs de 'minste' burgers daarvoor moeten betalen.

Veel minder duidelijk is overigens welke corrumperende werking uit gaat van de uitbreiding en bestendiging van het illegaal verblijf en de parallelle economie op de sociale verhoudingen. Een constitutief beginsel voor de wereld waarin wij (willen) leven is dat we betrekkingen met (mede)burgers kunnen aangaan op basis van vrijheid en gelijkheid in een publieke ruimte. Dat liberaal democratische beginsel geldt voor iedereen of voor niemand.

Een ander effect van de ongebreidelde drang tot migratiebeheersing is dat een groot aantal ingezetenen zonder burgerrechten alledaagse belangengeschillen en conflicten op een vreedzame manier moet afwikkelen. Dat lukt niet. Als illegaal kan je een geschil, over het bezit van bijvoorbeeld een fiets niet voorleggen aan een rechter of de hulp inroepen van een vakbond over een conflict met een baas - zonder onmiddellijk ontslagen te worden. Eigenrichting en gewelddadigheid liggen dan om de hoek. Dat is misschien goed voor de werkgelegenheid van politieambtenaren en inspecteurs van de arbeidsinspectie, maar voor de leefbaarheid is dat een ramp.

Opener grenzen zouden juist gepaard moeten gaan met een versterking van de positie van de laagstbetaalden, met bikkelharde ondergrenzen van inkomen en een gegarandeerd bestaansminimum - juist omdat onder hen de concurrentieslag om de schaarse zaken het hardst zal woeden. De ontwikkeling van solidariteit onder de werkenden is al moeilijk genoeg. Het invoegen van nog een (onder)categorie van burgers maakt dat schier onmogelijk.

Natuurlijk zal een eenzijdige verandering van de migratiepolitiek in Nederland het inmiddels zwaar gecorrumpeerde clandestiene grensverkeer richting ons land op gang helpen. Door opener grenzen in Europees verband zal het aantal nieuwkomers zeker toenemen, maar het is zeer de vraag of een positief migratiesaldo van 100.000 of 200.000 gehaald zal worden. Een aantal dat helemaal geen reden hoeft te zijn tot zorg, en al helemaal niet een reden voor een welvaartchauvinistische reflex.

Piet van der Lende (Bijstandbond Amsterdam)

Ed Hollants (Autonoom Centrum)

Jan Müter (Bureau Zwart?Werk)

Het boek Grenzeloze Solidariteit. Naar een migratiebestendige verzorgingsstaat onder redactie van Jelle van der Meer en Han Entzinger is uitgegeven door de Balie in Amsterdam. Prijs 13,50 euro. ISBN 90 6617 3033

Naar boven

 

 




Ravage
Archief
Overzicht 2004
Overzicht # 2

..

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Naar boven