Uit: Ravage #2 van 6 februari 2004

Charters, goedkoper per dozijn

Verwijderingsmachine onderzocht

Het vreemdelingenbeleid kenmerkt zich door uitsluiten, opsluiten en uitzetten. Binnenkort publiceert het Autonoom Centrum 'Over de grens', een onderzoek naar verwijdering van vluchtelingen en migranten uit Nederland. Hieronder als voorproefje een deel van het hoofdstuk over uitzettingscharters.

Groepsuitzettingen per charter kennen een grote geheimzinnigheid. Pottenkijkers zijn hier niet gewenst. Uit angst dat bij de vreemdelingen verzet uitbreekt, worden ze voor een uitzetting van de buitenwereld afgesloten. Na elke succesvolle charteruitzetting juicht de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) in haar persberichten. De mislukte uitzettingen en de toegepaste dwangmiddelen worden verzwegen.

De eerste grote uitzettingscharters dateren uit 1993. Toen werd een groep van 25 Ghanezen per charter naar Accra gevlogen. Een maand later werden 95 Turken uitgezet. In 1994 werden een kleine honderd Zuid-Amerikaanse prostituées per charter verwijderd. Deze voornamelijk transseksuele prostituées verpesten de markt door onder de prijs te werken, aldus de Justitiekrant van 8 december 2000.

Het aantal uitzettingen per charter is in 2002 vergeleken met dat per lijnvluchten klein: 1.404 personen per charter en 13.185 per lijndienst. Voor de IND is het echter simpel: charteren is 'de meest praktische oplossing'.

Begin 2002 vindt er een ommekeer plaats. Justitie gaat over op twee charters per maand, een verviervoudiging ten opzichte van het jaar ervoor. Het aantal uitgezette vreemdelingen per charter is met een factor zeventien vermeerderd. Nu het aantal uitzettingen oploopt, zijn charters efficiënt (zeker met de komst van de uitzetcentra), maar ook goedkoop.

De kosten per lijndienst waren in 2001 negenduizend euro per uit te zetten vreemdeling inclusief de begeleiding door de marechaussee. De 25 charters in 2002, die in totaal 1404 vreemdelingen aan boord hadden, kostten 2.449.000 euro. Uit deze IND-cijfers blijkt dat charters vijf keer zo goedkoop zijn.

Escorts

Uitzettingen per charter zijn mogelijk door een samenwerkingsverband tussen de IND, de marechaussee, de vreemdelingendiensten en het ministerie van Buitenlandse Zaken. De regie is in handen van de afdeling Coördinatie Terugkeer van de IND. De marechaussee (KMar) is in de charter verantwoordelijk voor de veiligheid en openbare orde (in tegenstelling tot de lijnvlucht waar de gezagvoerder beslist). De IND is verantwoordelijk voor de overdracht van de uitgeprocedeerde asielzoekers en illegalen aan de autoriteiten ter plaatse. De IND maakt bij een charter een draaiboek, de KMar een operatieplan.

Om Schiphol niet teveel te belasten vinden charteruitzettingen doorgaans in alle vroegte plaats (meestal op woensdagen). De vreemdelingen worden zo'n drie uur voor vertrek door de Dienst Vervoer en Ondersteuning of de Vreemdelingenpolitie aan de KMar overgedragen. Tijdens het intakegesprek laat de KMar de betrokkene merken een heel strakke organisatie te hebben.

Escorts maken anderhalf tot twee uur voor vertrek contact met de vreemdelingen. Voor vertrek wordt iedereen binnenste buiten gekeerd en indien nodig geboeid door leden van de KMar die niet meevliegen. Iedere persoon krijgt twee KMar-escorts in burgerkleding mee, ieder gezin drie. Per bus worden zij naar het vliegtuig gebracht. Gezinnen gaan eerst het vliegtuig in, dan de moeilijke gevallen, dan de rest (mannen eerst, vrouwen laatst).

Aan boord gaan behalve de vreemdelingen en hun begeleiders, twee KMar-commandanten, een tolk, een medische hulpverlener en een IND'er mee. Steekproefsgewijs gaan ter controle ook 'observers' van de KMar mee die de escorts controleren. Zij reizen tijdens lijnvluchten in burgerkleding en tijdens charters in uniform.

Veelal is een zogenaamde 'advance-party' van de IND een aantal dagen eerder vooruit gereisd om de reis voor te bereiden. Soms blijft de IND na afloop om de plooien glad te strijken. Dit betreft mensen van de Coördinatie Presentatie Administratie die de chartervlucht organiseert. De CPA, die onder Coördinatie Terugkeer van de IND valt, kiest de bestemming, huurt het vliegtuig, regelt de dossiers en de reisdocumenten zoals laissez passers.

Seating-plan

Afhankelijk van de bestemming en nationaliteit maakt de KMar een analyse van de populatie en wordt op basis van deze veiligheidsinschatting de groepsgrootte bepaald. Een KMar-officier maakt aan de hand van de 'moeilijkheidsgraad' van de groep een zogenaamd seating-plan en bepaalt de verhouding vreemdelingen/escorts (veelal 1 op 2).

Voor vertrek maken de escorts een korte voorstudie van de vreemdeling op basis van personalia en privacygevoelige gedragsopmerkingen. In bijzondere gevallen, bijvoorbeeld bij zwangere vrouwen, wordt een medische 'fit-to-fly-verklaring' van een arts toegevoegd.

De vreemdelingen worden volgens het 'seating-plan' over het vliegtuig verdeeld. De probleemgevallen worden achterin het vliegtuig geplaatst, zover mogelijk van de cockpit. Cockpit en vliegtuigdeuren worden afgeschermd door een 'buffer', een security-ring van marechaussees. Meest voorin komt de categorie 'minst moeilijk' te zitten, zoals niet-moeilijke vrouwen en kinderen. De vreemdeling krijgt de stoel aan het raam met naast zich twee escorts.

Bestek wordt aan de vreemdelingen niet uitgedeeld, zelfs de plastic bekers zijn van zacht materiaal. Bezoek aan de WC vindt plaats onder begeleiding van de marechaussee. De deur blijft open. In geval van een conflict of irritaties tussen de vreemdeling en zijn begeleider wordt deze laatste afgewisseld door een marechaussee uit de zogenaamde 'wisselpool'. Deze zal dan een andere psychologische benadering kiezen.

Alles is gericht op deëscalatie, een zogenaamde 'low-level' aanpak. Ook de veiligheid van het KMar- en luchtvaartpersoneel is een belangrijke prioriteit. De wisselpool, die onder gezag staat van een KMar-commandant, is ook inzetbaar als een reservepool bij vluchten naar een verre bestemming. De Arbo-wet vereist bij lange vluchten vier escorts per persoon in plaats van twee, in verband met de werktijd. De commandant en de marechaussees van de security-ring zijn gekleed in een blauwe uniform.

Bij bestemmingen met een 'makkelijke' populatie als Sri Lanka of Bulgarije (vluchten naar Afrika worden probleemvluchten genoemd) zitten de vreemdelingen allemaal bij elkaar midden in het vliegtuig, met begeleiders voor en achter. Gemiddeld gaan er per charter 75 vreemdelingen mee. Charters met een Afrikaanse bestemming tellen niet meer dan 35 tot 40 vreemdelingen aan boord. 'Op een charter met honderd Oost-Europeanen gaan 25 escorts mee. Op veertig Afrikanen tachtig á negentig', aldus Theo Wielens van de KMar.

Drogredenen

Toen de charters geïntroduceerd werden, was de legitimatie dat een groep 'zeer recalcitranten' zich aan boord van een lijnvlucht zo onmogelijk maakten, dat zij alleen onder zware bewaking uitgezet konden worden. 'Veel vreemdelingen die per charter zijn uitgezet waren (zeer) recalcitrant. Bij ongeveer de helft was een eerdere poging tot uitzetting per reguliere vlucht om die reden mislukt', meldt de staatssecretaris aan de Kamer naar aanleiding van een charter naar Nigeria.

Standaard wordt iemand eerst zonder escort per lijnvlucht uitgezet. Mislukt dit, dan volgt een uitzetting (soms twee) met escort. Als de gezagvoerder van het lijntoestel dan nog weigert de persoon te vervoeren en de KMar vaststelt dat de verwijderopties per lijndienst zijn uitgeput, kan een charter een middel zijn om uitzetting alsnog te realiseren.

De gezagvoerder van een lijntoestel weigert vreemdelingen doorgaans vanwege de overlast die zij veroorzaken voor de reguliere passagiers of omdat zij de veiligheid van de passagiers en het toestel in gevaar kunnen brengen. Is een charter geen optie, dan wordt de persoon in Nederland op straat gezet.

Het etiket 'recalcitrant' blijkt echter vals te zijn: al snel na de inzet van de eerste charters bleek het niet te gaan om recalcitranten van eerdere mislukte uitzettingen, maar om arbeidsmigranten die voor het eerst gedeporteerd werden, zoals Zuid-Amerikaanse en Nigeriaanse prostituées. Daarna kwamen begin 2002 de veegacties van Bulgaren en Roemenen.

'De politiekorpsen in de grote steden hebben gevraagd deze groep met voorrang te verwijderen', aldus Justitie. 'Vaak ging het om mensen die illegaal hier werken zoals in het Westland. In Amsterdam zijn daar criminele activiteiten bijgekomen.' Drogredenen die stigmatiserend en criminaliserend werken voor de betrokken uitzetbaren.

Geweld

In een persbericht van februari 2003 meldt justitie voortaan naar drie in plaats van twee charters per maand te streven. Onder andere vanwege de oorlog in Irak (toen de KMar onverwacht allerlei gebouwen moest bewaken) en door de Sarsepidemie in Azië is dit bij lange na niet gehaald. Op 20 Augustus 2003 werd een uitzetting van een dertigtal Kongolezen afgelast omdat vanuit Kinshasa de landingsrechten op het allerlaatste moment werden ingetrokken.

Justitie houdt rekening met een grens aan het aantal charters. Staatssecretaris Kalsbeek meldt in de 'Stand van Zaken terugkeerbeleid' van 1 februari 2002: 'Voor de inzet van charters is steeds de instemming van de landen van herkomst vereist. Niet valt uit te sluiten dat bij veelvuldige inzet van charters bij verwijderingen, de landen van herkomst hieraan geen medewerking meer willen verlenen. Groepsuitzettingen per charter plaatst zowel het betrokken land als de betrokken vreemdelingen in een bijzondere positie.'

De Justitiebegroting 2004 blaakt echter weer van het zelfvertrouwen: de charters en de doelgroepgerichte verwijderingen zullen worden geïntensiveerd.

Dwangmiddelen

Over geweldsexcessen aan boord van de charter is weinig bekend omdat klachten van vreemdelingen Nederland niet meer bereiken. De verhalen die ons wel bereiken spreken van een behoorlijk gewelddadig gebeuren. De marechaussee suggereert echter dat er in een charter over het algemeen berusting heerst omdat duidelijk is dat er toch geen weg terug meer is.

IND-directeur Elting geeft in september 1996 een tegenovergestelde visie: 'Daarnaast bekijken we of we doorgaan met charters. Mensen die met een gewoon lijnvlucht vertrekken, geven minder onrust dan die grote groepen.'

Uit gepubliceerde cijfers blijkt dat de marechaussee steeds vaker dwangmiddelen toepast en dat er regelmatig hevig verzet wordt geboden. Gevreesd kan worden dat de KMar meer dwangmiddelen en repressie aanwendt om te voorkomen dat het de rest van de groep 'aansteekt'.

Getuigen verklaren hoe mensen geboeid en getie-ript als pakketten, voeten eerst, het vliegtuig in worden gedragen. Vaak blijven mensen in het vliegtuig uren geboeid. De piepschuimen helm tegen 'head-bangen', waarvan de invoering nog op zich laat wachten, is als dwangmiddel speciaal ontwikkeld voor charteruitzettingen.

Autonoom Centrum

 

Over de Grens

Het verwijdering van vreemdelingen zorgt steeds vaker voor confrontaties. Hierbij staat niet alleen het migratiebeleid ter discussie, maar ook de maatschappij en de wereld waarin we willen leven. Met Over de grens geeft het Autonoom Centrum munitie aan degenen die het migratiebeleid in Nederland afwijzen of kritisch volgen.

Verwijdering is het 'sluitstuk' van het Nederlandse 'vreemdelingen'beleid. Onderdelen van het verwijderingsapparaat zoals vreemdelingenpolitie, IND en marechaussee houden regelmatig 'grote schoonmaak' in de grote steden. Voor de detentie die aan verwijdering voorafgaat zijn twee nieuwe uitzetcentra in gebruik genomen en minister Verdonk stelt nog meer locaties met een 'gesloten karakter' voor.

Vele jaren kreeg justitie het niet echt voor elkaar om uitgeprocedeerden en mensen zonder papieren het land uit te krijgen. Verwijderpartners werkten langs elkaar heen, herkomstlanden wilden geen gedwongen uitgezette onderdanen terug of de vluchtelingen en migrant verzetten zich. Wel worden deze mensen vaak administratief verwijderd en zo kweekt justitie als het ware steeds meer 'illegalen'.

Verdonk wil daar nu iets aan doen, zij wil scoren: 'Terugkeer gaan we doen' zo stelt ze. Haar nieuwe voorstellen ter verwijdering in de Terugkeernota zijn eigenlijk oude maatregelen in een nieuw jasje maar dan weer een graad erger.

Over de grens verhaalt over persoonlijke ervaringen van de mensen die justitie in categorieën verwijderbaren indeelt en deporteert. Het behandelt het verwijderingsbeleid door de jaren heen en de samenwerkende diensten in de uitvoeringspraktijk, de nieuwe uitzetgevangenissen bij de luchthavens Zestienhoven en Schiphol, alsmede razzia's in de grote steden en in arbeidssectoren als de glas- en tuinbouw en prostitutie. Het Europees verwijderingsbeleid en het geknoei door justitie met documenten ter verwijdering zoals bij Somaliërs, komen eveneens aan bod.

Over de grens bevat een visie van het AC over migratie waarin een pleidooi voor een ommekeer in het denken vanuit het gegeven van open grenzen. Naast visie is er een overzicht van enkele gevoerde acties tegen verwijdering.

'Over de grens' is te bestellen door overmaking van 10 euro (incl. porto) op giro 6131418 tnv Stichting Afval te Amsterdam ovv 'boek' plus je postadres. Meer info over AC-activiteiten en discussies www.autonoomcentrum.nl of geef je op voor de maillijst: ac@autonoomcentrum.nl [subject AC-berichten].

Naar boven

 

 




Ravage
Archief
Overzicht 2004
Overzicht # 2

..

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Naar boven