Uit:
Ravage #2 van 6 februari 2004
Blitzkriegballades
en hiphopserenades
,,Ik
kan me niet voorstellen dat ik niet zou schrijven. Of dat ik niet
betrokken zou zijn bij de wereld om me heen en iets probeer te doen
om het beter te maken.'' Harry Zevenbergen in gesprek met collega
Maarten Das, dichter en activist.
Maarten
Das (24) uit Utrecht is sinds zijn tweede plaats in de Finale van
de tweede Nationale poetryslam in Nijmegen een veelgevraagd podiumdichter.
Hij won verschillende slams en trad dit jaar toe tot de redactie
van het Rotterdamse literaire tijdschrift Passionate.
Directe
aanleiding voor dit gesprek was een journaaluitzending waarin ik
Maarten als activist meende te herkennen bij een demonstratie tegen
de OVSE-top in Maastricht. Dichters zijn er heel veel, maar dichters
van enige naam die ook nog activist zijn, kan ik tellen op de vingers
van mijn linkerhand.
'Kun
je ervan leven, wat doe je ernaast?' is inmiddels de meest gestelde
vraag aan een dichter. Hiermee wordt verondersteld dat dichten geen
serieuze activiteit is. Te vergelijken met kantklossen, darten en
spelen in een bandje. Aan een accountant, premier of een timmerman
wordt zoiets zelden gevraagd.
Toevallig
heeft Maarten de dag voordat ik hem spreek een formulier opgehaald
om zich uit te schrijven van zijn studie taal- en cultuurstudies.
,,De laatste tijd kreeg het schrijven en alles daaromheen zozeer
de overhand, dat ik nauwelijks aan studeren toekwam. Ik ga nu een
baantje zoeken, wat geld verdienen en verder werken aan mijn schrijverij.''
Zoektocht
Maarten
begon zo'n vier jaar geleden serieus met schrijven. Een jaar later
stapte hij voor het eerst een podium op. Het spelen met taal heeft
hem altijd al geboeid. Zijn interesse voor de poëzie werd gewekt
door te grasduinen in de Spiegel der poëzie, een bloemlezing
samengesteld door Hans Warren, die bij zijn moeder op de boekenplank
stond. Mede hierdoor vielen de lessen poëzie op de middelbare
school in vruchtbare aarde. Uit die tijd dateren zijn eerste experimenten
met het schrijven van gedichten.
De
vaak vrij theoretische lessen poëzie hebben er niet toe geleid
dat Maarten in zijn eigen gedichten heel bewust met techniek bezig
is. ,,In discussies over poëzie voeren mensen wel bepaalde
rijmschema's of termen op waarna er een belletje gaat rinkelen.
Ik ben vooral gevoelig voor de muziek in poëzie, voor het ritme
en metrum. Ook als ik het werk van andere dichters lees. Mijn eigen
werk lees ik in gedachten hardop om te ervaren of het klopt.''
Hij
houdt zich nauwelijks bezig met de vraag of hij in de toeschouwer
iets te melden heeft. ,,Wanneer ik helemaal geen succes zou hebben
met poëzie, zou ik het nog doen. Het voelt als een natuurlijke
behoefte, vergelijkbaar met slapen, eten of ademhalen. Zo reageer
ik op de wereld. Het is een zoektocht. Terwijl ik aan het schrijven
ben, kom ik er vanzelf achter of ik ergens iets over te melden heb.''
Slammer
Hoewel
hij zijn gedichten graag voordraagt, laat hij zich bij het schrijven
steeds minder leiden door de vraag of het gedicht geschikt is voor
op het podium. Het gedicht moet, los van wat er verder mee gebeurt,
al goed genoeg zijn, zo vindt Maarten.
Het
commentaar van enkele uitgeverijen dat zijn gedichten sterk tot
uiting komen op een podium, maar niet houden van papier, speelt
daarbij een rol, zo geeft hij toe. ,,Ik merk bijvoorbeeld dat ik
op het podium veel in herhaling val. In die zin ben ik bezig me
te vernieuwen. Ik wil dingen zeggen op een andere manier.''
Ondanks
het feit dat hij met veel succes aan poetryslams heeft meegedaan,
is Maarten geen typische slammer. Zijn gedichten hebben meer diepgang
dan het werk van de meeste slammers. ,,Slams zijn gewoon een mogelijkheid
om op te treden. Doordat mijn intrede in de dichterswereld parallel
liep met de opkomst van de slam, ben ik er vanzelf ingerold.''
Wanneer
je vaak optreedt, dreigt het gevaar dat je jezelf met je eigen werk
gaat vervelen, zo merkt hij. ,,Ik probeer daarvoor te waken door
een gedicht af en toe eens op een heel andere manier voor te dragen,
door bewust na te denken over de volgorde en te ervaren wat voor
effect dat heeft op de gedichten zelf.''
Ook
stemgebruik en performance hebben zijn aandacht. ,,In een lang gedicht
moet afwisseling zitten, anders is het niet interessant om te horen.
Daarin ben ik wel op zoek, maar ik doe het te weinig. Ik kan wel
een hele performance neerzetten, maar dat is niet echt mijn stijl.
Het moet wel prettig zijn om naar te luisteren... Uiteindelijk vind
ik dat de woorden het zelf moeten doen.''
Hoewel
meer dichters dit zeggen, blijft het een vreemde opvatting. Bij
het vertellen van verhalen vindt iedereen immers dat de verteller
er iets van moet maken. ,,Bij poëzie heb je toch met veel minder
woorden te maken en elk woord telt'', werpt Maarten tegen. ,,In
verhalen kan er wel eens een zinnetje tussen zitten dat minder briljant
is, maar voor de loop van het verhaal maakt het niet uit. Een gedicht
is veel gecondenseerder.''
Verwondering
Van
poëzie naar politiek is voor sommigen een kleine stap. Zijn
aanwezigheid bij de demonstratie tegen de OVSE-top in Maastricht
in november vorig jaar blijkt geen toeval. Maarten is actief lid
van de Internationale Socialisten. Vanuit de afdeling Utrecht doet
hij mee aan discussiebijeenkomsten en is hij betrokken bij het organiseren
van demonstraties.
Ook
in zijn gedichten is een zekere mate van politieke betrokkenheid
terug te zien, al concentreert hij zich de laatste tijd meer op
gedichten van persoonlijker aard. Zijn politiek activisme en poëzie
zijn nauw verbonden met wie hij is, meent Maarten. ,,Ik kan me niet
voorstellen dat ik niet zou schrijven. Of dat ik niet betrokken
zou zijn bij de wereld om me heen en iets probeer te doen om het
beter te maken. In die zin is er een duidelijk verband.''
Ondanks
dat hij minder met puur politieke poëzie bezig is, komt zijn
betrokkenheid regelmatig in zijn gedichten naar voren. ,,Het is
mijn manier om een bepaald gevoel naar buiten te brengen, het basale
gevoel dat er iets niet klopt. Dat heeft mij ook aangespoord om
politiek actief te worden.''
Hij
is ervan overtuigd dat zijn gereformeerde opvoeding invloed heeft
gehad op zijn sociale betrokkenheid en het schrijfwerk. Het geloof
dat er meer is tussen hemel en aarde. ,,Het is een bepaalde verwondering.
Ik doe gebeurtenissen niet zomaar af als toeval. Dat heeft waarschijnlijk
ook te maken met m'n verbeeldingskracht. Bovendien vind ik het belangrijk
en vooral fijn om ergens in te geloven.''
Harry
Zevenbergen
geen
herders maar hordes
soldaten
op straat
geen
god van de sterren
maar
god van de staat
en
de blitzkriegballades
en
de hiphopserenades
en
de Internationale
en
de blues van de Jihad
en
de guerrilla van de gieren
grommen
als geronnen stokken
op
de trommels en kanonnen
van
een piste zonder kieren
in
het theater van de haat
(fragment
uit: strijdperk)
Naar
boven |