Uit: Ravage #1 van 16 januari 2004

De tragiek van Georgië

Met het aan de macht komen van Mikhail Saakashvili als president in Georgië zijn de Amerikaanse geopolitieke ambities in de regio weer een stap dichterbij gekomen. Ze krijgen hiermee controle over de grootste olie- en gasvoorraden ter wereld en hebben de oude rivaal Rusland in het gebied de definitieve genadeklap toegediend.

Ruim een week na het verdwijnen van Shevardnadze hadden zijn opvolgers, Mikhail Saakashvili en Nino Boerdjanadze, een gesprek met de Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken, Colin Powell. Ze formuleerden gezamenlijk een kritiek op Rusland en eisten dat de laatste Russische legerbasis in Georgië zou worden ontruimd.

Deze kritiek leidde tot een openlijk conflict tussen de VS en Rusland op de OVSE-top in Maastricht. Powell riep Moskou op de troepen uit zowel Georgië als Moldova terug te trekken en waarschuwde dat steun aan leiders van separatistische bewegingen in de Zuid-Kaukasus niet zou worden getolereerd.

Waarnemend president Boerdjanadze verklaarde tijdens een persconferentie na een gesprek met de Russische minister van Buitenlandse Zaken Ivanov dat 'Moskou niet gereed was om nieuwe betrekkingen met Georgië aan te gaan onder nieuwe politieke verhoudingen'. Daarmee was de toon gezet.

Verkiezingen

George Bush zelf had Boerdjanadze al telefonisch beloofd om 'te interveniëren wanneer de Georgische soevereiniteit, onafhankelijkheid en territoriale integriteit in gevaar zouden komen.' Om deze verklaring te onderstrepen en te laten zien hoe de Amerikanen in hun nopjes zijn met het nieuwe Georgische bewind, bezocht Donald Rumsfeld op 5 december de hoofdstad Tbilisi. Washington maakte met dit bezoek tevens duidelijk bereid te zijn tot militaire steun, mocht het tot gewapende confrontaties komen tussen het nieuwe bewind in Tbilisi en de afgescheiden provincies Abchazië in het westen, Ossetië in het noorden en Adjarië in het zuiden van het land.

Een week daarvoor had de Russische president Putin nog gesprekken gevoerd met de drie leiders van deze provincies, waarna Aslan Abashidze, de gouverneur van Adjarië, zei te rekenen 'op de Russische troepen in Batumi (hoofdstad van Adjarië, BvdP) om agressie van de kant van Tbilisi tegen te gaan.' Abashidze weigerde de nieuwe machthebbers te erkennen en sloot de grenzen tussen Adjarië en Georgië met de dreiging om de Georgische verkiezingen van 4 januari te zullen boycotten. Dit werd uiteindelijk op het laatste moment voorkomen.

De verkiezingen waren niet meer dan een formaliteit omdat de door de VS gesteunde oppositie, die in het weekeinde van 22 en 23 november tot een 'fluwelen revolutie' kwam, zich schaarde rond de nu tot president gekozen en meest prominente opportunistische leider van de opstand, Mikhail Saakashvili.

Pijpleiding

Uiteraard heeft de door Washington gesteunde coup in Georgië niets te maken met 'versteviging van de democratie', 'verdediging van de mensenrechten' of andere fraai klinkende clichés die in dit soort gevallen de media in worden geslingerd. Georgië heeft gewoon de pech om een strategische positie in te nemen tussen de Zwarte Zee en de olierijke Kaspische Zee. Daardoor is het land sinds het uiteenvallen van de Sovjet-Unie in 1991 inzet van de strijd om de macht in de regio, die gevoerd wordt door Rusland, de VS, Europa, Turkije en Iran.

Vanaf 1991 probeert Washington de Russische invloed in Georgië en de rest van de Kaukasus te verzwakken en de Amerikaanse belangen in de regio te laten domineren. Al onder Clinton werd zeer veel geïnvesteerd in de aanleg van een pijpleiding die de olie uit de bronnen van Bakoe in Azerbeidjan naar westerse markten zou moeten transporteren. Hiermee kon het grondgebied van zowel Rusland als Iran worden ontweken. Die plannen legden een zware druk op Georgië, omdat de olieleiding zou lopen door een wispelturig en etnisch verdeeld land.

De pijpleiding, van Bakoe naar de Turkse haven Ceyhan aan de Middellandse Zee, zou in 2005 operatief moeten zijn. Voor Washington werd daarom de stabiliteit in Georgië van dringend belang. Een eerder geplande pijpleiding van Bakoe naar de Georgische plaats Supsa aan de Zwarte Zee ging niet door omdat de Turkse wetgeving het niet toestaat dat tankers en andere schepen met gevaarlijke lading door de Bosporus varen - de enige uitweg uit de Zwarte Zee - vanwege het potentiële gevaar voor de hier liggende miljoenenstad Istanbul.

Opportunisten

De prominente nieuwe machthebbers in Georgië, Saakashvili en Boerdjanadze, behoorden tot de kleine kring van vertrouwensfiguren rond Shevardnadze. Hun verzet tegen hun voormalige broodheer is pas van recente datum, evenals hun omarming van de democratie.

Ook het argument dat 'de ongebreidelde corruptie het noodzakelijk maakte tegen Shevardnadze op te treden' klinkt nauwelijks geloofwaardig. Nee, het gaat hier om rasopportunisten, die de Georgische traditie voortzetten om het land en volk te verkopen aan de hoogstbiedende.

De pas 36-jarige Mikhail Saakashvili is de voorbestemde erfgenaam van Shevardnadze. Hij is afgestudeerd aan de George Washington Universiteit in Washington en aan de rechtenfaculteit van Columbia University in New York. Vervolgens werkte hij enige tijd bij het New Yorkse advocatenkantoor Patterson, Belknap, Webb & Tyler, dat grote belangen heeft in de Zuidkaukasische staten Georgië, Armenië en Azerbeidjan.

De Nederlandse media maakten er uitgebreid melding van dat Sandra Roelofs uit Terneuzen zijn vrouw is en de nieuwe 'first lady' van Georgië is geworden. Ja, interessante informatie. Vooral als je samen met je opportunistische echtgenoot en tegenwoordig tegenstander van Eduard Shevardnadze een zoon hebt die niet geheel toevallig ook Eduard heet.

Saakashvili was na zijn Amerikaanse activiteiten nota bene minister van Justitie onder Shevardnadze. In die tijd sprak hij niet over de politieke gevangenen in Georgië, niet over de repressie, de politieke moorden. Nee, pas de laatste tijd distantieerde hij zich van Shevardnadze, toen zijn Amerikaanse 'adviseurs' hem influisterden dat de tijd voor verandering weleens spoedig aan zou kunnen breken en er een marionet nodig was. In de zomer van 2003 stelde hij zich kandidaat voor de burgemeestersverkiezingen van Tbilisi en werd op die post gekozen.

Nino Boerdjanadze, de voorzitster van het parlement, brak pas in augustus 2003 met Shevardnadze. Aanleiding was een conflict over het vertrek uit Georgië van de Amerikaanse energiegigant AES Corporation nadat dit bedrijf haar energiebelangen in Georgië aan een Russisch staatsbedrijf verkocht. Door de zeer lage inkomens in Georgië konden mensen hun energierekeningen niet betalen en maakte AES niet de verwachte winst. Gevolg was dat AES op veel plaatsen in Georgië de elektriciteit afsloot. In andere plaatsen was er een paar uur per etmaal stroom.

Saakashvili plaatste zichzelf aan het hoofd van de protestbeweging in Tbilisi na de parlementsverkiezingen van 2 november. Toen Shevardnadze op 22 november trachtte het nieuwe parlement te openen werd hij geconfronteerd met tienduizenden demonstranten op Rustaveli Prospekt, de belangrijkste straat van Tbilisi waaraan ook het parlementsgebouw gelegen is. "Kmara" ("het is genoeg geweest") was de voornaamste leus van de demonstranten die het parlementsgebouw binnendrongen en Shevardnadze tot een aftocht dwongen. De volgende dag verklaarde Boerdjanadze zichzelf tot uitvoerend president.

Repressie

Het tijdperk Shevardnadze dat ruim tien jaar duurde, kenmerkte zich door een enorm economisch verval in Georgië, dat in de Sovjettijd een van de meest welvarende republieken was. De pensioenen bedroegen gemiddeld nog maar 12 euro per maand, het gemiddelde loon 30 euro. Alleen leden van het repressieapparaat, politie en geheime dienst, kregen per maand zo'n 120 euro salaris. Het repressieapparaat was dan ook de voornaamste basis van Shevardnadze's bewind.

Intussen plukte Shevardnadze, zijn familie en zijn kring getrouwen, ijverig uit de schatkist. Voor zichzelf kocht Shevardnadze voor ruim 1 miljoen euro een landgoed in Turkije en een landhuis in Duitsland van 10 miljoen. Zijn zoon kocht een appartement aan de Champs Elysees in Parijs en dochter Shevardnadze liet grote panden in Tbilisi ombouwen tot casino en nachtclub. Terwijl de Shevardnadze-clan zichzelf verrijkte, hongerde het Georgische volk.

De voornaamste factor voor het verdwijnen van Shevardnadze was niet de volksopstand in Tbilisi, maar de stopzetting van politieke steun uit Washington. De ooit innige relaties (de vroegere Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken James Baker werd als boezemvriend van Shevardnadze beschouwd) waren de afgelopen jaren al wat bekoeld.

De economische crash in Rusland van 1998 maakte Washington duidelijk dat Shevardnadze niet de aangewezen man was om stabiliteit in Georgië te garanderen, omdat het land economisch nog te afhankelijk van Rusland was. De VS gingen over tot steun aan de zogenaamde 'democratische oppositie' die uit het niets kwam, omdat de echte oppositie tegen Shevardnadze in de gevangenis zat, was vermoord, of noodgedwongen het land had verlaten. Shevardnadze probeerde vervolgens weer nauwere betrekkingen met Moskou aan te knopen.

Speelbal

Aanvankelijk liet Washington weinig van zich horen na de verkiezingen van 2 november. Maar op 21 november werd de strategische stilte doorbroken met de verklaring dat de VS 'diep teleurgesteld waren over het verloop van de Georgische parlementsverkiezingen.' Dat was het sein voor de oppositie om in de aanval te gaan.

In het weekeinde van 22-23 november telefoneerde Colin Powell tweemaal met Shevardnadze om hem ervan te overtuigen dat 'het beter was om af te treden.' Nadat Saakashvili en aanhang de macht hadden overgenomen gaf Washington direct een steunverklaring aan het nieuwe regime in Georgië en waarschuwde Moskou voor 'iedere poging tot interventie.'

Saakashvili op zijn beurt liet zonder enige schaamte zijn trouw aan Washington blijken. Hij gaf een verklaring uit over zijn 'verplichtingen aan de globale expansie van de democratie' en steun aan 'een echte markteconomie'. Ook de oliepijpleiding van Bakoe naar Ceyhan ondersteunde hij. Deze was 'niets meer of minder is dan een herleving van de oude Zijderoute'.

Washington heeft geen democratische pretenties in de Kaukasus, maar voert daar haar eigen geopolitieke machtsspel. Het is daarom niet opmerkelijk dat de fraude bij de verkiezingen in Georgië inzet werd van een door de VS geïnitieerde volksopstand, terwijl eenzelfde fraude in Azerbeidjan korte tijd daarvoor geluidloos werd gesanctioneerd door Washington. Maar Azerbeidjan was al een verklaard bondgenoot, terwijl Shevardnadze nog weleens wispelturig gedrag vertoonde in zijn buitenlandse politieke voorkeur.

Als enig overgebleven supermacht is Washington nu bezig om de Russische Federatie te omringen met een cordon van Amerikaanse militaire steunpunten en werkt openlijk aan de uitbreiding van invloed in de voormalige Sovjetrepublieken. Controle over de regio betekent controle over immense olie- en gasvoorraden en voor de dollars zijn er altijd marionetten en opportunisten te vinden, zoals Saakashvili duidelijk gedemonstreerd heeft.

Voor Georgië en haar bevolking rest de rol die zij al eeuwen heeft: een speelbal van belangen die vele malen groter zijn dan het land zelf.

Bas van der Plas

Van der Plas is coördinator van INSUDOK, informatie- en documentatiecentrum over de voormalige Sovjet-Unie en de landen van het GOS. Hij schreef onder meer het boek 'Georgië, traditie en tragedie in de Kaukasus', uitgeverij Papieren Tijger, Breda 2000.

Naar boven

 

 




Ravage
Archief
Overzicht 2004
Overzicht # 1

..

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Naar boven