●
Ravage ●
Archief
● Overzicht
2004 ● Overzicht
#13 Het protest wordt ingekleurd
Allochtone jongeren manifesteren zich steeds nadrukkelijker, onder meer door mee te doen aan demonstraties. De Arabisch Europese Liga (AEL) overweegt zich aan te sluiten bij platform Keer het Tij. Ondertussen proberen ook de vakbonden de allochtone jongeren bij hun acties te betrekken.
Haci Karacaer, voorman van de Turkse moslimorganisatie Milli Görüs, heeft zo zijn twijfels of er wel sprake is van een toenemende politieke betrokkenheid onder allochtone jongeren. ,,Dat is moeilijk te zeggen, soms lijkt het juist af te nemen. Men neemt wel deel aan acties, maar vooral binnen de eigen groep. Bij de studentenacties heb ik bijvoorbeeld niet veel allochtone jongeren zien meelopen.'' Karacaer vormt een uitzondering, veel betrokkenen denken juist wel dat er sprake is van een toenemende politisering van allochtone jongeren. Mohammed Arichi bijvoorbeeld, van de studentenorganisatie Selsabiel. ,,Ik hou niet zo van de termen allochtoon en autochtoon maar ik kan je vertellen dat personen die bij onze vereniging zitten vaker naar de stembus gaan dan autochtone jongeren. Ze zijn er ook intensiever mee bezig, ze lezen de programma's, ze doen mee aan discussies.'' Ook Nuri Karabulut van de Turkse jongerenorganisatie DIDF ziet een groeiende betrokkenheid onder allochtone jongeren. ,,Ze hebben er genoeg van dat alle jongeren over één kam worden geschoren. Dat ze in opstand komen is misschien een al te groot woord, maar ze laten wel hun afkeuring blijken. Ik zie dat heel veel jongeren zich organiseren, bijvoorbeeld rond thema's zoals integratie, maar ook onderwerpen zoals de bezuinigingen op het onderwijs en de werkloosheid. Migranten worden immers hard getroffen door de problemen op de arbeidsmarkt.''
Politieke interesse In de vier grote steden vormen allochtone jongeren een belangrijk deel van de bevolking. Onder de vijftien jaar is meer dan de helft allochtoon, in de groep van vijftien tot dertig jaar is dit bijna veertig procent. Over de politieke betrokkenheid van allochtone jongeren zijn weinig cijfers beschikbaar. Vaak zijn deze cijfers bovendien enigszins verouderd, waardoor ze nog niet het effect laten zien van polariserende gebeurtenissen als 11 september 2001 en de opkomst van de LPF en de AEL. Het Sociaal Cultureel Planbureau rapporteerde een paar jaar terug dat de politieke interesse onder tieners van Marokkaanse herkomst significant groter was dan die van hun leeftijdgenoten. De Universiteit Utrecht publiceerde in 2000 een onderzoek over opvattingen van 18 tot 30-jarigen in Rotterdam. Eénenveertig procent van de Marokkaanse jongeren vond deelname aan demonstraties een goed actiemiddel, tegen 29 procent van de Turkse jongeren en 19 procent van de autochtone jeugd. Karabulut verklaart de hogere actiebereidheid van Marokkaanse jongeren uit de beeldvorming. ,,De Marokkaanse jongeren worden het meest gekwetst door de manier waarop ze in het nieuws komen, die gedragen zich dan ook wat feller. Turkse jongeren zijn wat bescheidener.'' Volgens René Danen van platform Keer het Tij zijn er verschillende manieren waarop allochtone jongeren met de negatieve beeldvorming omgaan. ,,Er is een groep die zich steeds meer buitengesloten voelt en zich afkeert van de samenleving. Het meest verregaande voorbeeld hiervan zijn mensen die Nederland verlaten. Daarnaast is er een groep die steeds bozer wordt en zich organiseert, de straat opgaat tegen racisme. Dit speelt het sterkst bij de Marokkaanse jongeren, omdat die het meest onder vuur liggen, maar het heeft ook een uitstraling naar andere groepen.''
Hoger onderwijs In combinatie met de negatieve beeldvorming speelt ook een rol dat steeds meer allochtone jongeren hoger onderwijs volgen. In het studiejaar 1995/1996 waren er bijvoorbeeld 1.700 Marokkanen ingeschreven aan de universiteiten en hogescholen, zes jaar later was dit aantal gestegen tot 4.700. Het is een bekend verschijnsel dat studenten vaak een voortrekkersrol spelen in protestbewegingen, zeker als ze teleurgesteld zijn in de samenleving. Dit lijkt momenteel op te gaan voor een deel van de allochtone studenten. Veel studenten hebben hard gewerkt om een succesvol lid van de samenleving te worden, maar merken momenteel ze dat ze nog steeds vooral als 'Marokkaan' worden gezien en dat ze worden aangekeken op hetgeen andere Marokkanen doen. ,,Inderdaad schijnen veel jonge, vaak hoogopgeleide allochtonen (geboren in katholieke ziekenhuizen en grootgebracht met pindakaas en 'melk de witte motor') zich hier in afnemende mate thuis of te voelen en besluiten ze om die reden een radicaal andere identiteit te kiezen'', zo concludeert de schrijver Mohammed Benzakour. Een deel van deze jongeren richt zich op de Arabisch Europese Liga, een controversiële organisatie die is opgericht in België en die sinds voorjaar 2003 ook in Nederland actief is. Het aantal leden ligt in ons land stabiel op ongeveer duizend, maar het bereik van de organisatie is groter. Volgens opiniepeilingen zou een derde van de Marokkaanse jongeren in Nederland op de AEL stemmen als die mogelijkheid bestond. Dit soort peilingen moeten natuurlijk met een flinke korrel zout worden genomen, maar het valt moeilijk te ontkennen dat de organisatie bij veel jongeren een gevoelige snaar heeft geraakt.
AE Liga De socioloog Dirk Jacobs heeft zich verdiept in het succes van de AEL in België. Dit succes is het grootst in Antwerpen. De Vlaamse overheid geeft net als Nederland vrij veel ruimte en ondersteuning aan migrantenorganisaties. Dit levert migranten echter geen werkelijke invloed op, waardoor zij open staan voor de confronterende aanpak van de AEL. In Brussel, waar migranten een machtsfactor vormen die politici niet zomaar kunnen omzeilen, krijgt de AEL moeilijker voet aan de grond. Een tweede verklaring voor het Antwerpse succes van de AEL is volgens Jacobs de opkomst van het Vlaams Blok, die weer als gevolg heeft gehad dat ook gevestigde politieke partijen zich steeds negatiever gingen uitlaten over integratie. Dit heeft onder Marokkaanse jongeren het vertrouwen in de reguliere politiek doen afbrokkelen, waardoor er ruimte ontstond voor de confronterende aanpak van de AEL. De botte manier waarop het establishment probeerde om de AEL aan te pakken, zou het succes van deze organisatie alleen maar aanwakkeren. Ook in Nederland werd op een overtrokken manier op de organisatie gereageerd, waarbij principes zoals de vrijheid van organisatie lelijk in de knel kwamen. Zo pleitte het CDA al voor een verbod nog voordat de Nederlandse afdeling was opgericht. Burgemeester Opstelten van Rotterdam liet weten dat elke organisatie die contacten onderhoudt met de AEL haar subsidie zou verliezen. Volgens de schrijver Benzakour is het klimaat echter aan het veranderen. ,,In het begin werd er heel paniekerig gereageerd. Er was geen sprake van een volwassen en respectvol debat. Het opvallende is dat er nu pas artikelen verschijnen waarin een meer evenwichtig beeld wordt geschetst. Ik voel dat er een verschuiving plaatsvindt.''
Verdeeld Belangenorganisaties zijn verdeeld over de AEL. Sommige willen niets met de Liga te maken hebben, omdat deze organisatie op een opportunistische manier jongeren zou ophitsen met als belangrijkste effect dat groepen steeds meer tegenover elkaar komen te staan. Anderen zien de AEL juist als een onafhankelijke emancipatiebeweging, die weerstand oproept omdat ze weigert om zich onderdanig op te stellen. Karwan Fatah, lid van de Internationale Socialisten (IS), was aanwezig bij een bijeenkomst met AEL-leider Dyab Abou Jahjah. ,,Hij zei: we hebben een geschiedenis om trots op te zijn. Je merkte dat er een golf door de zaal ging. Dat gevoel dat je als moslim ook iets hebt om trots op te zijn, dat is in het huidige klimaat bijna revolutionair.'' Karabulut van DIDF zegt dat het succes van de AEL voortkomt uit de criminalisering van moslims, maar hij vindt dat de AEL geen werkelijke oplossing weet te bieden. Naar zijn mening concentreert de AEL zich teveel op thema's zoals hoofddoekjes en de Palestijnse kwestie. De Liga zou te weinig oog hebben voor de belangen die jonge allochtonen gemeenschappelijk hebben met andere groepen jongeren. ,,Ik vind het veel belangrijker dat we ons ook richten op de sociaal-economische problemen van de jongeren hier in Nederland, de uitzichtloosheid, de schooluitval. Veel jongeren hebben dezelfde problemen, ondanks hun afkomst. We moeten daarom met elkaar samenwerken'', aldus Karabulut.
Thema's Van de zijde van de AEL wordt aangevoerd dat men zich wel degelijk richt op samenwerking. Tot nog toe gaat het vooral om organisaties zoals de Internationale Socialisten en het Palestina Komitee, maar er zijn ook contacten met Keer het Tij, zo meldt bestuurslid Nabil Marmouch. Waarschijnlijk besluit de AEL binnenkort om zich bij het platform aan te sluiten. Namens Keer het Tij laat Danen weten dat de AEL welkom is, zoals elke organisatie die de basisverklaring onderschrijft en op vreedzame wijze actievoert. Marmouch bevestigt dat zijn organisatie zich vooral bezighoudt met thema's zoals de Palestijnse kwestie en hoofddoekjes, hoewel men daarnaast ook activiteiten heeft op terreinen als het islamitisch onderwijs, huiswerkbegeleiding en lessen over de Arabische geschiedenis. In het politieke programma van de organisatie komen ook het milieu, het onderwijsbeleid, de sociale woningbouw en de tweedeling op de arbeidsmarkt aan de orde. Maar in de activiteiten van de AEL komen deze thema's nauwelijks aan bod. De AEL onderscheidt zich van veel andere organisaties door geen subsidie te accepteren. Marmouch: ,,Je kan geen onafhankelijke politieke beweging zijn als je afhankelijk bent van subsidie. Vergelijk het met heroine, je wordt er steeds afhankelijker van, dat maakt je kwetsbaar.''
Demonstraties Hoewel de AEL flink wat aandacht op zich weet te vestigen, is het natuurlijk niet de enige manier waarop allochtone jongeren zich manifesteren. Zo zijn er steeds meer allochtone studentenverenigingen en laten jongeren van zich horen op allerlei websites. Ze doen ook mee aan demonstraties tegen de oorlog, tegen het uitzettingsbeleid en tegen de afbraak van de sociale zekerheid. Fatah van de Internationale Socialisten: ,,Ik was laatst bij de vakbondsacties in Rotterdam en Amsterdam. De mensen die daar liepen, dat is voor een deel de klassieke vakbondsachterban, de blanke mannen, de brandweer en zo. Maar als het gaat om de zorgsector, de ambtenaren en het onderwijs, dan zie je ook grote aantallen allochtonen van de tweede generatie.'' Voor de demonstratie van 2 oktober in Amsterdam hadden diverse migrantenorganisaties hun achterban opgeroepen, waaronder Milli Görüs, DIDF en de Marokkaanse organisatie KMAN. De AEL stond weliswaar positief tegenover de betoging, maar heeft geen oproep gedaan. Tijdens de demonstratie heeft de Vrije Universiteit onderzoek gedaan onder de deelnemers, zoals ze dit eerder al deden bij het protest vorig jaar maart tegen de aanval op Irak en bij de demonstratie in april dit jaar tegen het uitzettingsbeleid. Het zal nog een paar maanden duren voordat de gegevens beschikbaar komen. Onderzoekster Jacquelien van Stekelenburg heeft de indruk dat de aanwezige allochtonen zich niet als groep manifesteren. ,,Het lijkt erop dat de meesten op 2 oktober niet zozeer zijn gekomen als groep allochtonen, maar als werknemers die samen met hun collega's zijn gaan demonstreren.'' Fatma Kaya, zelf werkzaam bij de publieke sectorbond AbvaKabo, was binnen de FNV belast met het mobiliseren van jongeren voor 2 oktober. Haar ervaring is dat de persoonlijke benadering met een heldere boodschap het beste werkt. ,,Ik heb telkens gevraagd: betrek je vrienden en vriendinnen erbij.'' De jongerentent op het Museumplein trok vooral veel Turkse jongeren. De aanwezigen waren enthousiast. ,,Ze waren erg onder de indruk, ze kunnen nu ook beter aan hun vrienden uitleggen waarom de vakbond belangrijk is.'' Kaya vindt dat de vakbeweging nog niet genoeg doet om jongeren en migranten bij het vakbondswerk te betrekken. ,,De mensen op de sleutelposities hebben er ook niet altijd belang bij om jongeren serieus te nemen, vaak zitten ze zelf tegen hun prepensioen aan. Aan de andere kant moeten de jongeren het natuurlijk ook zelf afdwingen. Binnen de AbvaKabo begint dit nu een beetje op gang te komen.''
Dirk Kloosterboer
|