- Home
- Archief
- 1999

Uit: Ravage #297/298 van 17 dec 1999

CAMPAGNEVOEREN deel 1

Niet voor iedereen weggelegd

Met een campagne voer je stelselmatig publieke acties voor een bepaald doel. Actiegroepen maakten in de jaren negentig veelvuldig gebruik van dit middel. Waaraan moet een effectieve campagne eigenlijk voldoen en wat komt er zoal bij kijken? Diverse campagnevoerders praten met Ravage over hun doelstellingen, werkwijze en ervaringen.

,,Het is goed om een spectaculaire campagne te voeren, dan hollen de media wekenlang achter je aan'', oppert Jasper, die vijf jaar geleden de uitdaging van het actievoeren enthousiast aanging. Hij is activist van de radicale milieugroepering Groen Front!, die volgens Jasper ,,in Nederland geen gebrek aan actiedoelen heeft.'' Een bewijs voor deze media-aandacht is de commotie die ontstond rondom de actie in Papendrecht van 8 december jl., waarbij een groep van ruim honderd activisten voor dag en dauw een bouwterrein op de route van de Betuwelijn bezette. Dertig milieuactivisten ketenden zich hierbij vast aan bouwkranen.

De bezettingsactie in Papendrecht bracht opnieuw duizenden guldens schade toe aan ondernemers en uitvoerders van de omstreden goederenlijn en is daarmee exemplarisch voor de strategie van de begin 1998 gestarte campagne tegen de aanleg van de Betuwelijn, hun langstlopende campagne die uitgroeide tot het speerpunt van het verzet van de milieuactivisten. Recentelijk protesteerde Groen Front! ook tegen de aanleg van de Verlengde Spoorlaan in Utrecht, dit in het kader van het prestigieuze Utrechtse Centrum Project (UCP).

Jasper: ,,Meestal concentreren we ons op een groot project. Soms komt een campagne door een samenloop van omstandigheden tot stand. Een breed maatschappelijk draagvlak en zo mogelijk steun is in ieder geval een voorwaarde. Zodra het UCP uitgevoerd wordt, is de kans groot dat we hiertegen campagne gaan voeren. In principe kunnen we binnen een week een succesvolle bezettingsactie organiseren. Een week later kunnen we beslissen er een campagne van te maken.''

Team

Wat komt er zoal bij een campagne kijken? Om te beginnen staat of valt een doeltreffende campagne bij de samenstelling van de basisgroep, die de campagne in grote lijnen draaiende zal gaan houden. Het is van essentieel belang dat de diversiteit van de groep - inclusief een strateeg, een publicist en een (pers)woordvoerder - is gewaarborgd. Vaak is het al een hele klus om zo'n campagnegroep op te zetten, omdat het niet eenvoudig is om geschikte personen te vinden die én goed zijn op een specifiek terrein én ook het doel nastreven van de campagne.

Dat vindt ook Wijnand Duijvendak, campagnedeskundige bij uitstek. Hij was de motor van de 'Shell uit Zuid-Afrika' (SuZa) campagne eind jaren tachtig en de 'Binnenstad Autovrij' campagne in 1992. Momenteel is hij boegbeeld en directeur van Milieudefensie, dat onder meer actief is tegen de uitbreiding van Schiphol en onlangs de 'Trek de Groene Grens' campagne startte. Campagnes waarbij ,,onderling goed samenwerken belangrijk'' was en is. Wijnand: ,,De samenstelling van het 'team' kan variëren; afhankelijk van de fase en omvang van de campagne. Maar als het team niet klopt, krijg je niets klaar. Want campagnevoeren is niet magic, maar gewoon hard en stug werken. Je roept vaak (felle) tegenstand op en ook onder die druk moet je gemotiveerd blijven.''

Wat maakte de Shell uit Zuid-Afrika-campagne zo succesvol? Wijnand: ,,SuZa werd onder meer een succes vanwege de politieke situatie op dat moment ('88/'89 - red.) in Zuid-Afrika, waar het apartheidsbewind steeds meer wankelde, en door de steeds grotere verontwaardiging onder brede delen van de bevolking in Nederland. Door beide factoren was er een grote bereidheid van mensen om aan de acties mee te doen. SuZa zette de juiste toon door expliciet geweldloos - maar wel fel - te zijn en de pijlen te richten op de imagobeschadiging van Shell. We wisten radicalere mensen en wat gematigder anti-apartheidsactivisten voor de acties bij elkaar te brengen.''

,,Campagnevoeren is niet voor iedereen weggelegd'', vindt Wijnand, ,,want je moet bereid zijn voortdurend prioriteiten te stellen - dus niet te diep te willen graven bijvoorbeeld - en flexibel kunnen zijn. Dat kun je, denk ik, alleen in de praktijk leren. Er bestaat geen school voor. Het draait erom steeds goede middelen en manieren te kiezen om je politieke macht te vergroten. Hoe dat werkt en wat je het beste kunt, leer je alleen met vallen en opstaan.''

Jeroen Bosch van het comité Anti Fascistische Aktie (AFA), dat momenteel in ruste lijkt, heeft het campagnevoeren ook geleerd ,,door het te doen''. Jeroen: ,,Onze meest recente campagne concentreerde zich op Voorpost, een nieuwe extreemrechtse organisatie. De ontwikkeling van Voorpost vonden we dermate gevaarlijk, dat we dat eruit wilden lichten door mensen en organisaties over Voorpost te informeren. Uiteindelijk mondde dat eind april dit jaar uit in de verstoring van hun Pinksterkamp in Veenwouden.''

Over het samenstellen van de campagnegroep zegt hij: ,,Zodra je een campagne begint, houdt dat bij ons al bijna automatisch in dat je de juiste mensen ervoor hebt. Je bedenkt het tenslotte samen, niet hiërarchisch. Het is nog nooit een probleem geweest om een campagnegroep op te zetten. Wel om de dagelijkse kantoorklussen gedaan te krijgen.''

Verantwoordelijkheid

,,Ik beschouw mezelf eigenlijk niet als campagnevoerder'', zegt activiste Elise Leijten nadrukkelijk. Sinds 1986 voerde ze meer dan honderd acties tegen de nucleaire industrie. Onder meer rondom verkiezingen, tijdens wapenbeurzen of aan de vooravond van nucleaire transporten. Uiteenlopende acties die ze soms samen met vele anderen of in kleine groepen voerde, maar vaker in haar eentje.

Elise: ,,Laat je niet afschrikken als je alleen bent, want als je een sterke boodschap uitdraagt kun je in je eentje meer bewerkstelligen dan een massa die dat niet doet. Het is mijn ervaring dat het vaak veel meer moeite kost om dingen met meerdere mensen voor elkaar te krijgen. In je eentje bepaal je zelf wat je doet en ben je zelf verantwoordelijk voor je daden.'' Volgens Elise is het niet altijd noodzakelijk compleet op de hoogte te zijn van de materie, ,,als je in dat geval maar kunt verwijzen naar woordvoerders bij organisaties die beter op de hoogte zijn.'' Elise, die ook als activiteitenbegeleidster met verstandelijk gehandicapten werkt, denkt dat ze wekelijks ongeveer twintig tot veertig uur met actievoeren bezig is. ,,De grootste inkomsten haal ik uit het straattheaterwerk. Ik doe bewust freelance werk, want met een vaste baan zou het een stuk moeilijker worden.''

Campagnemedewerkers moeten immers over voldoende tijd beschikken en in staat te zijn om ook op onverwachte momenten tijd vrij te maken. Het komt in de praktijk nogal eens voor dat campagnegroepen werken met een vaste agenda en daar niet vanaf willen wijken. Doet er zich dan onverwachts een buitenkansje voor waarmee de campagnegroep kan scoren, dan geeft men niet thuis omdat het bijvoorbeeld weekeinde is. Volgens Jeroen kun je onmogelijk alles ondervangen, ,,maar wel een hoop''. Jeroen: ,,Vooraf bespreken we ook allerlei mogelijke scenario's en onze reacties daarop. Actie-reactie verloopt vaak volgens dezelfde patronen. In principe moeten we altijd bereikbaar zijn en snel een communicatieronde kunnen opzetten om beslissingen te kunnen nemen.''

Tegenwoordig zet AFA campagnes op vanuit eigen inzicht en opvattingen, terwijl voorheen de agenda grotendeels werd bepaald door acties van extreem-rechts. ,,We manifesteerden ons tijdens bijeenkomsten en demonstraties van neonazi's en waren drie maanden voor de verkiezingen goed voorbereid om extreem-rechts de wind uit de zeilen te halen. Tegenwoordig vormen we eigenlijk een soort recherchebureau, waarmee we nauw samenwerken met andere onderzoeksgroepen. Vandaar dat we begonnen zijn met het uitgeven van het tijdschrift Alert!. Omdat we inmiddels meer dan zeven jaar bestaan, hebben we een redelijke expertise in huis.''

Groepsgevoel

De samenstelling van de campagnegroep van Groen Front! rouleert regelmatig. Het hangt er - bij een bezetting als onderdeel van een campagne bijvoorbeeld - ook vaak vanaf waar de animo ligt en wie er op dat moment tijd heeft. Vaak zijn dat gelegenheidsgroepen, zoals de mensen die het afgelopen jaar bijvoorbeeld meededen aan een autonome rolschaatsactie op de Haagse snelweg en de bezetting van de A12.

Jasper: ,,Ze doen weliswaar mee aan onze acties, maar participeren verder niet met Groen Front!. Bovendien zijn het mensen die het meestal ook druk met andere activiteiten hebben. Er doen wat dat aangaat verschillende mensen mee met onze campagnes: van fulltime, lifestyle actievoerders tot studenten, die verder een gewoon leven leiden.'' Maar volgens Jasper moet je de aantrekkingskracht van Groen Front!, waarop menige campagne en actiegroep waarschijnlijk jaloers zal zijn, niet overdrijven. ,,De meeste jonge, nieuwe mensen zijn ook na één of twee acties weer weg. Jongeren kunnen zich niet meten aan het romantische beeld van de heldhaftige ecowarrior dat door de media geschapen is. In werkelijkheid kan niemand daar aan tippen. Maar je kunt wel degelijk met één been in de samenleving staan en met het andere in de actiebeweging. Het groepsgevoel is belangrijk: met zijn allen het gevoel hebben dat je iets goeds gaat doen!''

Tijdens de Actieweek tegen de Betuwelijn, die Groen Front! in september organiseerde, was die groep kleiner dan gehoopt. ,,Toch was het een redelijk succesvolle gok, hoewel na evaluatie bleek dat een week actievoeren te lang is. Bovendien begonnen veel mensen begin september fanatiek aan het nieuwe studiejaar. Eigenlijk kunnen wij ons pas sinds een jaar specialiseren en concentreren op de randverschijnselen. De langdurigheid van de campagne speelt ons wat dat betreft parten.''

Lange adem

Want een lange adem is noodzakelijk. Campagnes duren veelal meerdere jaren. Het is belangrijk dat de campagnemedewerkers dit vooraf goed beseffen. Het is soms een lange weg, met hoogte- en dieptepunten. Een campagne van Milieudefensie dient volgens Wijnand Duijvendak in principe drie tot vijf jaar te lopen. Het devies van AFA is volgens Jeroen Bosch ,,kort en krachtig''. ,,Het is moeilijk om niet in herhaling te vallen en de aandacht lang vast te houden. Maar eigenlijk zijn onze campagnes nooit 'af''', zegt Jeroen.

Toch is het volgens Elise Leijten in de praktijk ,,belangrijk om acties af te ronden. Met een afsluitend persbericht bijvoorbeeld. Dat is zó belangrijk, maar wordt vaak vergeten. Als je bijvoorbeeld in de politiecel zit, kun je de pers zelf meestal niet meer informeren hoe de actie verlopen is. Dan is het prettig als iemand anders voor persberichten zorgt.'' Jeroen en Jasper zijn het er over eens dat het ,,belangrijk is om aan de relatie met de pers te werken.'' ,,Natuurlijk ben je afhankelijk van de pers'', geeft Elise toe. ,,Daarom moet je ook iets neerzetten, want als je actie duidelijk, beeldend en visueel is, heb je meer kans om de media te halen. Theatrale en visuele actievormen zie ik helaas te weinig terug. Zulke beelden hebben zo'n impact. En op het moment dat jij ook inhoudelijke berichten verstuurt, kunnen de media zich niet meer verschuilen achter 'wij wisten van niets'.'' Dan, relaxed: ,,Ik probeer niet gefrustreerd te raken wanneer acties de krant niet halen, want misschien blijft de boodschap toch in het achterhoofd van een journalist hangen.''

Symboolpolitiek

Niet alleen de samenstelling van het team en de vormgeving van de boodschap, maar ook de doelstelling moet niets aan duidelijkheid overlaten. Streef een doel na dat in eerste instantie onmogelijk lijkt maar met voldoende inzet haalbaar is. Dit wil niet zeggen dat ook in alle gevallen het doel wordt bereikt. Het is echter belangrijk om een hoog en nobel doel na te streven, hetgeen zeker op de langere termijn een positieve werking heeft op de actievoerders en de buitenwereld.

,,Het doel moet inspireren'', vindt Wijnand. ,,Het moet niet alleen rationeel, maar ook emotioneel zijn. Maar het moet ook wel haalbaar zijn, concreet. Voor alleen symboolpolitiek komt niemand de straat op.'' Kortom, campagnevoeren is zinloos als men niet overtuigd is het doel te kunnen en zullen halen.

De campagnegroep tegen de Betuwelijn van Groen Front! lijkt er rekening mee te houden dat de aanleg van de spoorlijn niet te stoppen is. ,,Voor elke campagne hebben we in principe drie soorten doelen voor ogen. Ten eerste het directe doel: je wilt dat de aanleg van Betuwelijn stopt. Op de tweede plaats het doel op de langere termijn: je wilt je beweging versterken. Als laatste het achterliggende doel: het verspreiden van jouw ideeën over de samenleving'', legt Jasper uit. ,,Het ideologische concept van directe actie is een combinatie van twee doelen. Primair: direct effect realiseren. Secundair: de media bereiken om continu aan bewustwording te werken. We proberen dan ook achtergrondinformatie te verspreiden.''

,,Toch proberen we onze mensen voor te houden dat we het Betuweproject niet tegen kunnen houden'', erkent Jasper. ,,Maar we kunnen het wel vertragen door het project op kosten te jagen. Natuurlijk koesteren we hoop om het tegen te houden, maar eigenlijk ga je daar niet van uit. Het afblazen van de bouw van de Scheldedam bewijst echter dat grote projecten tegengehouden kunnen worden.'' ,,Je kunt het doel alleen behalen bij concrete actiedoelen'', verklaart Jeroen aan de hand van twee voorbeelden: ,,Bij de verstoring van het Pinksterkamp in Veenwouden is het doel gehaald: we versterkten onze eigen organisatie, kregen goede publiciteit en brachten Voorpost een flinke klap toe omdat hun kamp afgelast moest worden. Maar bij de verspreiding van 200.000 schandaalkranten tegen extreemrechts in het voorjaar van 1998 was het onmogelijk te meten of we onze doelen gehaald hadden. Het is ook belangrijk om af en toe samen te komen. Dat doen we bijvoorbeeld door het organiseren van info en benefietavonden. Daarmee peil je of er animo voor je campagne bestaat, maar laat je ook zien wie je bent en welke visie je hebt. Zo raken mensen gemotiveerd!''

Achterban

Leidt het uitvoerig bespreken van de strategie met de achterban (de actievoerders die zich achter de campagne scharen) niet snel tot dwalingen of interne twisten? ,,Belachelijk'', vindt Jeroen. ,,AFA wil altijd haar achterban er zoveel mogelijk bij betrekken. Achterban is ook een raar woord, dat zijn eigenlijk dezelfde mensen als wij. Je moet zeker niks verbergen.'' Wijnand sluit zich daarbij aan, want hij vindt ,,dat strategie democratisch en open met 'de achterban' besproken en met elkaar vastgesteld moet worden. Dat is soms moeilijk, maar absoluut noodzakelijk om het samen lang vol te kunnen houden.''

Jeroen: ,,Soms kun je iets uit strategische overwegingen niet naar buiten brengen, maar dat mogen nooit geheime agenda's zijn. Openheid en duidelijkheid zijn juist kei-belangrijk. Ons uitgangspunt 'Geweldloos, doch weerbaar' bijvoorbeeld is voor heel veel mensen duidelijk. We spreken elkaar er op aan tijdens acties. AFA werkt altijd met contactpersonen in steden, die bekend zijn met de lokale actievoerders. Zo schep je ook de meeste duidelijkheid. Daar ligt ook het zwaartepunt: mensen moeten op lokaal terrein actief zijn. Ze hoeven zich niet per se te voegen naar de campagnestrategie, ze zijn autonoom.''

Milieudefensie wist onlangs, na een gedegen voorbereiding, duizenden mensen te enthousiasmeren voor een landelijke actiedag in het kader van de 'Trek de Groene Grens' campagne. ,,Het doel van die campagne is concreet, en in het hele land werken nu ook al meer dan zestig groepen heel concreet mee - allemaal rond 'bedreigingen' bij hen in de regio'', vertelt Wijnand trots. De campagne voldoet volgens hem feitelijk aan bijna alle algemene voorwaarden die de organisatie aan haar milieucampagnes stelt: ,,Er moet onder meer milieuwinst te boeken zijn; de politieke besluitvorming moet nog open, niet afgerond zijn en er moeten veel mensen bij betrokken of te betrekken zijn.''

Wijnand ziet aanmerkelijke verschillen tussen het campagnevoeren vandaag de dag en pakweg vijftien jaar geleden. ,,Vroeger voerden we campagne met vrijwel allemaal mensen die fulltime beschikbaar waren, zowel de kerngroep - meestal een kerngroep-met-uitkering - als de mensen die voor één keer meededen. Nu is het bittere noodzaak om een campagne te voeren met een kleine professionele groep en verder met heel veel mensen, die naast werk en dergelijke, een klein beetje tijd hebben om mee te doen. Deze groepen zijn over het algemeen vrij stabiel, al heb je 'problemen' die horen bij betaalde banen: mensen die ontslag nemen, meer of minder loon willen,. Daarnaast zijn onze campagnes nu direct gericht op politieke besluitvorming. Destijds waren campagnes ook wel eens gewoon een 'noodkreet'.''

Jeroen Schwartz

 

Naar boven
Naar overzicht dit nummer
Naar Jaargang 1999