- Home
- Archief
- 1999

Uit: Ravage #295 van 12 november 1999

Progressief interveniëren?

De conflicten in Kosovo en Oost Timor dwongen ons tot een keuze voor of tegen militair ingrijpen van de internationale gemeenschap. Ed Hollants was een van de laatste westerlingen die Oost Timor verliet terwijl de Indonesische milities er huishielden. Hij was in dit geval voor militair ingrijpen, maar vindt ook dat je daarmee eigenlijk verliest. Een pleidooi voor een verbreding van de discussie.

Discussies over en aandacht voor conflicten lijken vooral te ontstaan naar aanleiding van militair ingrijpen. Wat het extra moeilijk maakt om de vraag over ingrijpen met ja te beantwoorden is dat er in alle gevallen tal van onbenutte kansen zijn geweest voor de internationale gemeenschap om de oorlogen te voorkomen. Maar vragen zijn ook: wat is de motivatie om in te grijpen, waarom is er niet eerder ingegrepen en waar leidt ingrijpen toe.

In Rwanda werd al maanden gewaarschuwd dat er sprake was van een bewuste campagne om haat te zaaien van Hutu's tegen Tutsi's. Dit moest tot een uitbarsting komen. Daar is van verschillende kanten voor gewaarschuwd. Toch is er weinig gedaan om dit proces te stoppen en op het moment dat de gewelddadigheden uitbraken zijn de Verenigde Naties met de noorderzon vertrokken.

Over Bosnië weten we in Nederland maar al te goed welke veiligheid de VN aan Bosniërs geboden hebben: ze hebben de etnische zuiveringen niet weten te voorkomen of kunnen stoppen. Veel Bosniërs hadden meer kans gehad het er levend af te brengen als ze, in plaats van veiligheid te zoeken bij de Nederlandse compound in Sebrenica, de heuvels in getrokken waren. Sinds Bosnië hebben Balkan deskundigen, verschillende NGO's (Niet Gouvernementele Organisaties) en veel Albanezen keer op keer gewaarschuwd, dat als er niet ingegrepen werd in de Servische politiek rond Kosovo het volgende conflict met grootschalige etnische zuiveringen daar in alle hevigheid zou uitbarsten. Toch is Kosovo niet betrokken in de onderhandelingen met de Servische leiding na de oorlog in Bosnië, die uitmondden in het Verdrag van Dayton.

Daarna kwam Oost Timor. De bevolking mocht zich via een haar opgelegd referendum uitspreken voor autonomie of onafhankelijkheid. De uitslag stond bij voorbaat vast evenals de grote kans dat gewelddadigheden zouden uitbreken. Het referendum is georganiseerd door de VN met als basis een akkoord met Indonesië en Portugal. De Oost Timorese bevolking zelf speelde hier geen rol in. Wel hebben zij, en ook veel Indonesië kenners en NGO's, gewaarschuwd voor de veiligheidssituatie. Terwijl duidelijk is dat het Indonesische leger milities opzet, traint en van wapens voorziet, wordt datzelfde leger verantwoordelijk gesteld voor de veiligheid van de Timorese bevolking.

De Timorezen hebben keer op keer herhaald voor een ieder die het wilde horen dat vlak voor of vlak na de volksraadpleging op 30 augustus het geweld zou uitbreken met de vrees van een herhaling van de jaren '70. Voor de 30ste augustus waren dan ook al meer dan 60 duizend mensen door intimidaties en vrees voor wat komen ging de heuvels in gevlucht; direct na de 30ste zijn daar nog velen bijgekomen.

Elites

Naast het bekende rijtje economische en strategische afwegingen om wel of niet in te grijpen spelen er meer zaken een rol. De politieke elite in de wereld, waar ook sprake is van veel persoonlijke contacten, heeft vooral vertrouwen in elkaars woorden. Feitelijkheden die van onderop door meestal NGO's worden aangedragen hebben daar weinig invloed op. NGO's en actievoerders worden als lastige horzels gezien terwijl collega ministers, collega diplomaten en collega ambtenaren in net pak aan het buffet of in vergadering een vanzelfsprekende fatsoenlijkheid en geloofwaardigheid wordt toegeschreven. Veiligheidsconcepten of inschattingen over conflicten worden voor een groot deel van achter bureaus door ambtenaren geschreven. Informatie komt van ambassades in betreffende landen waar personeel vooral contact heeft met de plaatselijke elites. Ambtsberichten van Buitenlandse Zaken zijn dan ook meestal totaal verschillend van de berichten van mensenrechtengroepen.

In Oost Timor hebben de VN een kapitale blunder gemaakt door te vertrouwen op diplomatieke druk op Indonesië en de waarschijnlijk geruststellende woorden van de Indonesische regering. Dit terwijl mensen uit de praktijk en aanwezig in Oost Timor hele andere inschattingen maakten. Het gevolg is dat de VN geen enkel direct antwoord hadden op het uitbreken van de planmatig uitgevoerde gewelddadigheden die al maanden voorbereid waren. Het enige antwoord in de eerste week was de evacuatie van UNAMET (VN missie in Oost Timor), waarmee de Oost Timorese bevolking aan haar lot werd overgelaten. De VN hadden geen plan klaarliggen om onmiddellijk in te grijpen als zou blijken dat de diplomatieke druk niet genoeg zou zijn.

Dit geldt voor Nederland maar zeker voor de enige overgebleven supermacht de Verenigde Staten. Juist de VS hebben Indonesië altijd haar gang laten gaan. In de jaren zestig bij de moord op meer dan en miljoen Indonesiërs alswel de invasie van Oost Timor. Achter de schermen hebben de VS Indonesië gesteund en van wapens voorzien.

Stabiliteit

Er zijn dan ook de eerder genoemde economische belangen in het spel. De multinational Nike is voor een belangrijk deel afhankelijk van de productie in Indonesië. Amerikaanse mijnbedrijven zijn actief en er is de olie productie van Texaco, Chevron en Mobil. Deze economische belangen en de onzekerheid over de afloop als democratische krachten in Indonesië te hard van stapel lopen, zal zeker een druk hebben opgeleverd richting de internationale diplomatiek om rustig aan te doen. Dit zal ook medebepalend zijn geweest om te vertrouwen op door Indonesië toegezegde zorg voor veiligheid.

Voor de stabiliteit van Indonesië zullen Westerse landen voorlopig hun kaarten op het Indonesische leger blijven inzetten, wat zware kritiek op dat leger onmogelijk maakt. De mensenrechten en steun aan democratische krachten zullen zoals gewoonlijk slechts een bijrol spelen of zelfs het slachtoffer van al deze belangen zijn.

Daarnaast zal het wat de VS betreft ook een moeilijke keus zijn om voor ingrijpen te kiezen omdat de speciale Indonesische legereenheid, Kopassus, door de VS is opgeleid. Deze eenheid is voor een groot deel verantwoordelijk voor de tactiek van verschroeide aarde, die in Oost Timor wordt toegepast. Het is gebaseerd op de zogeheten Phoenix operaties die voor het eerst in Vietnam zijn toegepast en later door de door de CIA opgeleide contra's in Nicaragua. Het gaat er hier om de hele voedingsbodem voor verzet uit te roeien. Kaders van verzetsbewegingen, intellectuelen, priesters, iedereen die invloed heeft op de gemeenschap wordt als doel gezien. Het zijn het soort opleidingen die vermoedelijk ook gegeven worden aan de duizend Colombiaanse militairen die in september jl operationeel geworden zijn in Colombia om daar een vuile oorlog tegen drugs maffia en guerrilla te beginnen.

Er zijn inmiddels genoeg berichten die bevestigen dat naast Australië verschillende inlichtingendiensten zoals de Amerikaanse CIA prima op de hoogte waren over de opbouw van de milities door het leger in Oost Timor. Er werd dan ook een geweldsuitbarsting verwacht. Het zou ook wel heel sterk zijn als een inlichtingendienst niet ziet wat waarnemers ter plekke van allerlei NGO's wel zien.

Nieuw imperialisme

Geschrokken door het gebeuren en het eigen falen maar zeker ook door de publieke opinie heeft daarna een snel ingrijpen door de VN plaats gevonden. Althans eigenlijk is het niet de VN maar Australië dat snel heeft ingegrepen. Opvallend mager is het aandeel van de kant van de VS en Europese landen in de vredesmacht. De VS die zich al vaker hebben geprofileerd als de politieagent van de wereld zijn nu hekkensluiter.

Machthebbers maar ook bevolkingen in de Aziatische wereld en Derde Wereldlanden zien het allemaal met argusogen aan. Overal hoor je de term nieuw imperialisme als ze het over het optreden van de VN en een instelling van een oorlogstribunaal hebben. En daar zit natuurlijk ook wel wat in. Veel oorlogen en economische ellende zijn een direct gevolg van de handelwijze van westerse landen en de koloniale erfenis. Waarom geen tribunaal over het koloniale verleden of smartegeld voor de slavenhandel?

Dictators en politiestaten houden het dankzij Westers steun lang uit. Op het moment dat een land instabiel begint te worden door interne onrust die niet door minder zichtbare repressie is in te dammen, komen westerse landen met hun mensenrechten op de proppen. Meestal niet zozeer om de mensen daadwerkelijk te beschermen maar omdat er rust en stabiliteit nodig is om economische belangen veilig te stellen. Het ingrijpen van de VN, althans de bereidheid die veel westerse landen hebben om de VN te laten ingrijpen, kan dan ook net zo goed gezien worden als een poging om Indonesië weer in rustig vaarwater te krijgen. Dit is iets anders dan een consequente steun aan democratisering en naleving van mensenrechten.

Over het ingrijpen kun je ook nog zeggen dat dit pas plaats vond na Indonesische goedkeuring wat kan beteken dat wat Indonesië betreft de klus geklaard was. Het ingrijpen is zo gezien van weinig betekenis meer. In Oost Timor stond bijna geen huis meer overeind.

Australië

Moet je dan nu tegen militair ingrijpen zijn omdat het geen oplossing is en vaak ingegeven wordt door geheel andere motieven dan morele? Bij Kosovo werd de vraag over wel of niet ingrijpen heel moeilijk. Ondanks de blunders die de internationale gemeenschap heeft gemaakt was er sprake van massale verdrijving van de bevolking en tal van moorden: hoe stop je deze zo snel mogelijk?

In ieder geval niet door bombarderen, hebben we toen gezegd. Er werd in de praktijk niemand direct geholpen. Sterker, door het platgooien van burgerdoelen werd geprobeerd een bevolking te chanteren tegen haar leiders in opstand te komen. Het is een beproefde maar mislukte methode die in Irak gebruikt is. Bij Kosovo is ook een argument dat het Verdrag van Rambouilet onmogelijk te verteren was voor Servië en er een mogelijkheid was om daar opnieuw over te praten.

Bij Oost Timor ligt het anders. Indonesië heeft zich neergelegd bij een internationaal ingrijpen. Maar wat als Indonesië dit niet gedaan had. Er zou dan niet veel anders over blijven dan te eisen dat er onmiddellijk ingegrepen moest worden om het moorden te stoppen. De situatie in Oost Timor was zo, dat elke dag dat er niet opgetreden werd honderden mensen omkwamen en duizenden verdreven werden. Een alternatief voor ingrijpen is niet voorhanden.

Dat Australië boter op haar hoofd heeft mag duidelijk zijn; toch kun je blij zijn dat Australië het voortouw heeft genomen om in te grijpen. Of liever gezegd je kunt blij zijn dat het moorden gestopt is. Speciale eenheden van het Australische leger de Special Air Services Regiment (SAS) en de Royal Australian Navy's Clearance Diving Team (CDT) blijken al begin dit jaar geheime operaties in en boven Oost Timor uitgevoerd te hebben. Het zijn operaties die waarschijnlijk vooral bedoeld waren voor informatie inwinning en terrein verkenning ten behoeve van een grootschalige militaire operatie. Onder andere is door CDT duikers de haven van Dili op de aanwezigheid van mijnen onderzocht.

Berichten uit juni van Indonesië over geheimzinnig vluchten boven Oost Timor en de landing van twee helikopters in de buurt van Viqueque, waarvan vermoed werd dat het om wapenleveranties aan Falantil ging, blijken niet alleen hersenspinsels te zijn van een overreagerende militaire bezettingsmacht maar zijn grotendeels juist. Het lijkt erop dat Australië in heeft gezien dat onafhankelijkheid niet meer te voorkomen was en snel met volle energie haar bakens heeft verzet.

Daar is ook alle reden voor. In de Timorese zee tussen Australië en Oost Timor (in Oost Timorese wateren) liggen enorme olie en gasreserves. Daarnaast is de publieke opinie, in tegenstelling tot de diverse regeringen, altijd al sterk tegen de Indonesische bezetting van Oost Timor geweest. Ook binnen het Australische leger is altijd een sterke stroming geweest die het wilde opnemen voor de Oost Timoresen. Dit heeft alles te maken met het verleden. In de Tweede Wereld Oorlog hebben de Oost Timoresen groepen Australische soldaten beschermt en laten onderduiken voor de Japanners. De Australiërs hebben hierdoor hun leven kunnen redden. Daarentegen hebben 60 duizend Timoresen het leven verloren door wraakacties van de Japanners.

Bedrijven

Het heeft alle zin om te kijken hoe een conflict ontstaan is, de belangen erachter en ook de belangen om in te grijpen, maar daarnaast heb je met de situatie van het moment maken. Het is van veel landen een keus, vaak door economische en strategische belangen ingegeven, om niet tijdig in te grijpen bij mensenrechtenschendingen. Maar dezelfde belangen spelen ook op het moment dat er wel ingegrepen wordt.

Daarnaast blijkt dat de kloof tussen mensen uit de praktijk en bestuurders en internationale diplomatie enorm is. NGO's in landen waar conflicten zijn maar ook NGO's daarbuiten hebben vaak veel betere inschattingen dan degenen die de beslissingen nemen. Luisteren naar de basis, naar de mensen, hun behoeftes; hun stem is er niet bij. De discussie moet gaan over de vraag of militair ingrijpen te voorkomen was. We moeten onze energie vooral richten op het in de toekomst voorkomen van conflicten. Daarnaast is er nog de vraag: wat na het militaire ingrijpen?

Somalië was een misser, Bosnië en Kosovo zijn wespennesten en in praktijk etnisch opgedeeld, iets wat juist voorkomen diende te worden. Met Oost Timor zitten de VN in het volgende wespennest. De discussie moet snel verbreed worden anders worden we in de toekomst steeds vaker gechanteerd met een discussie over militair ingrijpen op basis van de waan van de dag. Een waan van de dag waarin de VN en mensenrechten gebruikt worden als politieke instrumenten in de handen van landen die hun belangen verdedigen. Het is meer dan noodzaak dat NGO's uit verschillende delen van de wereld elkaar vaker opzoeken.

Het International Federation of East Timor Observer Project (IFETP) waarvan ik deel uit maakte, was op zich een goed voorbeeld. Uit meer dan twintig landen wisten, ondanks vele organisatorische problemen, meer dan 120 mensen in 16 teams hun taak uit te voeren. Het is geen slecht idee om dit soort projecten vaker op te zetten. Het is iets wat de International Peace Brigades al langer doet in conflictgebieden. Het opzetten van een soort Amnesty dat ook politiek bedrijft zou eens het proberen waard zijn.

Wanneer je concludeert dat het vooral economische en strategische afwegingen zijn die bepalen of er wel of niet ingegrepen wordt bij mensenrechtenschendingen zullen we ons ook meer moeten richten op deze afwegingen in plaats de meeste energie op een politiek lobby te richten. Bedrijven zijn te treffen. De Brand Spar heeft dat in het geval van Shell overduidelijk gemaakt. Maar ook uit Birma hebben meerdere bedrijven zich teruggetrokken.

Wapenhandel is ook in brede lagen van de bevolking een verwerpelijk iets, zeker wanneer dit naar landen gebeurt waar mensenrechten geschonden worden. Het is een terrein waar met divers acties successen te behalen zijn. Het blijft te verdedigen dat iemand principieel tegen militair ingrijpen is, omdat als je verder kijkt dan de dag van vandaag, alle argumenten zijn om op een andere wijze conflicten op te lossen. Het is te makkelijk om dan iemand medeplichtigheid aan massamoorden in de schoenen te schuiven. Voor mij persoonlijk geldt echter dat ik erken dat militair ingrijpen in sommige gevallen niet anders kan, maar dat je daarmee eigenlijk altijd verliest.

Ed Hollants

 

Naar boven
Naar overzicht dit nummer
Naar Jaargang 1999