- Home - Archief - 1999 |
Uit: Ravage #294 van 29 oktober 1999
Nederland was recentelijk even in de ban van de Dalai Lama. De Tweede Kamer, Wijers en Kok tartten de Chinese leiders door hem hartelijk te ontvangen. En de belangstelling voor een honderd gulden kostende Tibetaanse meditatie onder leiding van de Meester zelf was zo groot dat de Haagse ringweg dichtslibde en duizenden naar spirituele voeding zoekende volgelingen een uitverkocht Haags Congrescentrum troffen. Maar schuilt in deze geestelijk leider niet een ordinaire dictator?
De Tibetaanse Dalai Lama weet een groeiend aantal new agers en toeristen in te palmen. Zijn Tibetaanse variant van het boeddhisme wint in het westen snel aan populariteit. Maar ook het aantal critici neemt toe. Dat bewijzen Der Schatten des Dalai Lama en Dalai Lama. Fall eines Gottkönigs, twee onlangs verschenen boeken die met de mythe van de vredige en vriendelijke Dalai Lama de vloer aanvegen. Het vierjarige jongetje Tenzin Gyatso werd in 1940 de veertiende Dalai Lama van Tibet. Hij vluchtte in 1959, negen jaar nadat Tibet door de Chinezen werd bezet, naar India en vormde een regering in ballingschap. Gyatso gelooft werkelijk dat hij God is en wil door zijn onderdanen aanbeden worden. Tibetanen moeten hem "de Oceaan van Wijsheid" noemen en mogen hem nooit in de ogen kijken. Voor de Chinese bezetting waren er meer dan zesduizend kloosters, centra waarin de religieuze, politieke en economische macht van Tibet lag opgehoopt. De boeddhistische orden waren feodale grootgrondbezitters en beschikten daarbij over enorme paleizen, waarvan de grootste meer dan duizend kamers tellen. Het overgrote deel van de Tibetaanse bevolking is straatarm. Men lijdt honger en woont in schamele hutten. Dat was al zo onder de Tibetaanse junta en ook de Chinese bezetting bracht geen verandering. Voor de komst van de Chinezen was de bevolking ingedeeld in negen rangen. De horigen en de vrouwen hoorden bij de laagste rangen. Ze werden beschouwd als sprekende dieren. Ze hadden geen vrijheid van meningsuiting. Ze werden dom gehouden en bang gemaakt met mythische verhalen over demonen. Leverden ze desondanks toch kritiek, dan riskeerden ze gevangenisstraf en marteling in de kerkers van de kloosters. Bij diefstal konden hun handen worden afgehakt. Lijfstraffen waren net als in andere feodale slavenmaatschappijen heel gewoon. Veel Tibetanen zullen heimelijk opgelucht zijn geweest toen de Chinezen begonnen om de paleizen en kloosters met de grond gelijk te maken. Maar de Chinese bezetter onderdrukt elke vorm van kritiek met harde hand. Verder richt de bezetter in Tibet ecologische en sociale rampen aan. Patriarchaal De Tibetaanse elite nam Gyatso als klein kind apart. Op occulte wijze zou aangetoond zijn dat hij de reïncarnatie was van de pas overleden dertiende Dalai Lama. Die eer kan in het patriarchale Tibet alleen jongens te beurt vallen. Jaarlijks worden trouwens heel veel jongetjes van vier jaar oud bij hun ouders weggehaald om monnik te worden. Ze moeten tot zestien uur per dag in donkere en vochtige kamers boeddhistische teksten uit hun hoofd leren. Ze mogen niet zelf kiezen wat ze willen worden. Ze worden gehersenspoeld en opgeleid om lid te worden van de mannelijke Tibetaanse elite. Het Tibetaanse boeddhisme is vervuld van machismo en homofobie. 'Zijne Heiligheid' de Dalai Lama zegt bijvoorbeeld: "Volgens de boeddhistische traditie is er niets mis met het bezoek aan dames van lichte zeden, mits de daartoe geëigende organen worden gebruikt". Contact via "handen, mond of anus" noemt hij "seksueel wangedrag", evenals "betrekkingen tussen man en man en vrouw en vrouw". De religie van de Tibetaanse leider en zijn volgelingen is extreem patriarchaal en vrouwvijandig. Het gaat om een geloof van en voor mannen, bedoeld om "het vrouwelijke" te onderdrukken en te overstijgen door middel van tantrische rituelen.
De religieuze junta onder leiding van Zijne Heiligheid wankelde na de Chinese inval en besloot in 1956 om "de strijd tussen het communisme en kapitalisme te gebruiken om met alle middelen, ook de bewapende opstand, politieke hervormingen in Tibet te verhinderen". Om democratisering te voorkomen ging de Lama een "gulden middenweg" bewandelen tussen de twee toenmalige wereldsystemen. Dat leverde hem in 1989 zelfs de Nobelprijs voor de vrede op. De junta verhindert ook de oprichting van opleidingsinstituten en universiteiten buiten de religieuze kloosters om. Ook is men fel tegen het "geëngageerde boeddhisme" uit Thailand en Vietnam. De aanhangers daarvan voeren ook actie voor bijvoorbeeld het milieu of de mensenrechten. "Dat is niet goed. Het doel van het boeddhisme is innerlijke verlichting", aldus Penor Rinpoche, een juntalid dat enige tijd geleden in Amsterdam was. En zolang je niet zo "verlicht" bent als de leden van de junta, "kan je mensen slechts tijdelijke en onvolledige hulp bieden". Alles dat "een werkelijk verlicht mens" zoals hijzelf doet, is volgens hem per definitie "ten gunste van andere wezens". Rinpoche plaatst de junta zo boven iedere morele of politieke beoordeling. Orakel Het is haast als vloeken in de kerk, maar het staat wel als een paal boven water: de Dalai Lama schendt de geloofsvrijheid en de mensenrechten. Ook Tibetaanse geloofsgenoten beschuldigen de Dalai Lama hiervan. Eén van hen, Lama Kundeling Rinpoche, bezocht vorig jaar Nederland. Volgens Kundeling zijn de positie die de Dalai Lama zich toeëigent en de dogma's die hij verkondigt, regelrecht in strijd met de geest van Boeddha. De Dalai Lama verdenkt Kundeling ervan dat hij een Chinese spion is die de Tibetaanse zaak schade toebrengt. De Dalai Lama valt Kundeling aan omdat hij, en veel andere Tibetaanse monniken, de populaire god Dorje Shudgen vereren. De Dalai Lama heeft de verering van deze godheid verboden, hoewel veel grote boeddhistische leraren uit het verleden er ook aanhanger van waren. De Dalai Lama heeft Dorje Shudgen warempel zelf ook jarenlang vereerd. De afwijzing van Dorje Shudgen zou de Dalai Lama zijn ingegeven door het orakel Nechung. Dat orakel openbaarde vier jaar geleden dat Dorje Shudgen een Chinese geest is die de onafhankelijkheid van Tibet en de gezondheid van de Dalai Lama bedreigt. In feite was Dorje Shudgen een heilige die zich in de zeventiende eeuw verzette tegen een voorganger van de veertiende Dalai Lama. Hij stierf als martelaar. Veel vereerders van Dorje Shudgen zijn sinds het verbod door andere boeddhisten bedreigd en mishandeld. "De Dalai Lama heeft ons zelfs smeriger dan Chinese communisten genoemd. Wij zijn dus erger dan erg", aldus Kundeling. Volgens Kundeling wil de Dalai Lama dezelfde geestelijke en wereldlijke macht als de paus in de Middeleeuwen in Europa had. De wil van de Dalai Lama is wet. "De verering van Dorje Shudgen gebruikt de Dalai Lama als zondebok om de sterkste onafhankelijke stroming in het Tibetaanse boeddhisme te verzwakken", aldus Kundeling. Tijdens toespraken in Europa confronteren protesterende monniken de Dalai Lama met deze kritiek. Volgens deze monniken ontpopt de Dalai Lama zich als een fundamentalist die religie gebruikt voor zijn politieke doelen. Kundeling snapt wel dat het imago van de Dalai Lama in het westen moeilijk valt te doorbreken. "Veel mensen zijn op zoek naar een integere, spirituele leider. En die denken ze in de Dalai Lama gevonden te hebben. Bovendien vormt hij in zijn strijd voor een vrij Tibet een uitstekend instrument tegen China." De VVD en het CDA maken dan ook graag gebruik van dat "instrument". Op hun initiatief was de Dalai Lama bij zijn bezoek aan Nederland te gast in de Tweede Kamer. Ook had Zijne Heiligheid een ontmoeting met minister Van Aartsen en premier Kok. Extreem rechtse contacten De Dalai Lama onderhoudt in zijn Indiase hoofdkwartier contacten met vele wereldleiders. En met extreem rechtse topfiguren. Hij laat zijn teksten in diverse landen uitgeven door extreem rechtse uitgeverijen. Goede contacten met nazi's had hij al tijdens de Tweede Wereldoorlog, onder meer met Heinrich Harrer. Harrer was lid van de SA, SS en NSDAP. Zijn levensverhaal vormde de basis voor de film Seven years in Tibet, waarin de nazi Harrer wordt witgewassen. Harrer werd in 1939 door SS chef Himmler samen met onder andere de SS antropoloog Beger naar Tibet gestuurd, onder meer om schedelmetingen te doen. De SS expeditie legde contact met de Dalai Lama, die daar tot op heden nog steeds niets over wil zeggen. Harrer bleef in Tibet tot in de jaren vijftig en werd de vertrouweling en propagandachef van de Dalai Lama. Gyatso is ook goed bevriend met enkele antisemitische sekteleiders. Hij laat zich door hen ondersteunen en verleent wederdiensten. Zijn meest omstreden vriend is Shoko Asahara, de leider van de Japanse Aum sekte. Gyatso vond dat Asahara "de geest van een Boeddha" had en schreef aanbevelingsbrieven voor hem. Daarin staat dat de Aum sekte "het publieke bewustzijn verhoogt door religie en sociale activiteiten, en sociale vriendelijkheid promoot". Asahara maakte dankbaar grote sommen geld over naar Gyatso. Die geldstroom droogde op nadat de Aum sekte begon met gifgasaanvallen op de Tokyose metro. Enige tijd daarna zei Gyatso bij een bezoek aan Japan dat hij Asahara "vier of vijf keer had ontmoet. Ik beschouw hem als mijn vriend, maar niet noodzakelijk als een perfecte vriend". Gyatso heeft het verder geschopt dan de zo verafschuwde Khomeiny. Hij verenigt de religieuze, politieke, economische en culturele macht in één persoon en hij staat aan het hoofd van een staatsapparaat in ballingschap dat alle liberale westerse normen overtreedt. Er is geen scheiding tussen kerk en staat, zelfs geen schijn van een minimale burgerlijke democratie, geen persvrijheid, geen vrijheid van beroepskeuze of levensinvulling, geen vrijheid van seksuele voorkeur en geen emancipatie van de vrouw. Hoe kan een politiek systeem voor het "Tibetaanse volk" goed zijn als het voor ons een politieke en religieuze hel zou zijn? Westerse Tibet steungroepen menen werkelijk dat het boeddhistische systeem van nature bij de Tibetanen hoort. De Tibetaanse volksziel zou nu eenmaal niet anders zijn. Tibetanen zijn voor menige westerling geen mensen die zelf hun geschiedenis maken, maar mythische mensen uit een verleden, uit een andere, aparte wereld. Mensen voor wie onze eigen politieke normen niet lijken te gelden.
Eric Krebbers Naar boven Naar Jaargang 1999 |