- Home
- Archief
- 1999

Uit: Ravage #293 van 15 oktober 1999

Mitch: natuurramp of mensenwerk?

De orkaan Mitch die in november 1998 over Midden Amerika trok en een spoor van vernieling naliet, wordt gezien als de grootste natuurramp die dit gebied ooit trof. Vanuit alle delen van de wereld werd er hulp geboden. Ook in Nederland werd onder andere via straatcollectes en tv acties geld opgehaald voor de getroffen regio. In de publiciteit over de ramp is nauwelijks ingegaan op de structurele oorzaken van de ramp. Aan de medeverantwoordelijkheid van westerse regeringen en de in de regio actieve multinationals voor de problemen van structurele armoede werd volstrekt geen aandacht besteed.

Een ramp als Mitch komt in eerste instantie in beeld als een natuurramp. Men spreekt over geweldige natuurkrachten waar de mens machteloos tegenover staat, de onvoorspelbaarheid van de natuur en de nietigheid van de mens. Wanneer je de ramp loskoppelt van alles wat er de afgelopen honderden jaren gebeurd is, klopt dat beeld. Als de orkaan feitelijk huishoudt, is de mens betrekkelijk machteloos. Maar dat betekent niet dat de oorzaak en de effecten van een dergelijke ramp los staan van het handelen van mensen. Integendeel! De vele duizenden levens die verloren zijn gegaan, zijn niet het gevolg van natuurkrachten maar vooral van menselijk handelen tijdens en vlak na de ramp en veel sterker nog gedurende de afgelopen eeuwen. Zowel het grote aantal slachtoffers als de enorme materiële schade zijn het gevolg van de manier waarop een natuurramp ingrijpt op de sociaal economische omstandigheden waaronder de mensen leven. En die zijn op hun beurt weer bepaald door de vraag wie de macht in handen heeft en hoe die wordt gebruikt (de politiek dus).

Zogenaamde 'natuurrampen' zijn dan ook altijd zeer selectief in de slachtoffers die ze maken. Het zijn bijna altijd de armen en gemarginaliseerden die in groten getale getroffen worden. Vergelijkingen tussen verschillende rampen illustreren dat. Bij de aardbeving in Managua in 1972 vielen 15.000 doden. Toch waren de aardschokken minder sterk dan de beving die Californië twintig jaar later op haar grondvesten deed schudden. Maar bij die laatste aardbeving viel slechts één dode. Toen een paar jaar geleden de orkaan 'Lili' over Cuba raasde werden er duizenden huizen verwoest, maar het aantal dodelijke slachtoffers bleef beperkt tot vijf. Ook bij de orkaan 'Juana' die in 1988 over Nicaragua trok en de stad Bluefields nagenoeg van de kaart veegde en grote verwoestingen veroorzaakte, bleef het dodental beperkt tot 148. In beide gevallen was sprake van een uitgebreid noodplan waarbij vele duizenden mensen van bedreigde plaatsen geëvacueerd werden, er een fijnmazig netwerk van hulp functioneerde en de hele bevolking gemaand werd voorzorgsmaatregelen te nemen.

Wanneer we spreken over 'menselijke' factoren die van invloed zijn op de effecten van natuurrampen hebben we het in eerste instantie over structurele factoren: waar en hoe wonen en werken de mensen, welke risico's lopen ze daarbij, welke waarschuwings en veiligheidssystemen bestaan er, en hoe zijn de overheid en de maatschappij op rampen voorbereid. Daarnaast spelen ook conjuncturele factoren een rol: wordt de naderende natuurramp tijdig en correct onderkend, nemen de overheid en andere betrokkenen adequate maatregelen om schade en onheil zoveel mogelijk te voorkomen en hoe doeltreffend is de hulpverlening? In het geval van Mitch was het zowel wat betreft de structurele als de conjuncturele factoren slecht gesteld. Kijken we eerst naar de structurele kant.

Uiterwaarden

Zoals mislukte zomers bij Nederland horen, worden orkanen, tropische stormen, perioden van droogte, tijden van heftige regenval, vulkaanuitbarstingen en aardbevingen in Midden Amerika tot de 'facts of life' gerekend. Die leiden bij tijd en wijle tot veel ellende en flinke schade, maar ze leiden pas tot echte rampen als ze systematisch genegeerd worden. Net zoals een Nederlander die zijn huis op een uiterwaarde bouwt vroeg of laat natte voeten krijgt, loopt een Middenamerikaan die een steile berghelling kaal kapt om er maïs en bonen te verbouwen bij hevige regenval het risico dat de grond als modder naar beneden komt. Het grote verschil is natuurlijk dat de Nederlander zijn keuze voor de uiterwaarde maakt omdat hij denkt dat het er leuk wonen is, terwijl de Middenamerikaan weinig alternatieven heeft omdat de vlakke en vruchtbare grond al lang door grootgrondbezitters of buitenlandse ondernemingen in gebruik is genomen.

Deze structurele oorzaken zijn niet van vandaag of gisteren. De Amerikaanse journalist Cockburn laat in zijn artikel "Vrije doorgang dankzij politiek en bedrijfsleven" (América Ventana # 255) de ramp Mitch dan ook al in de jaren vijftig beginnen: "Als we een datum moeten kiezen waarop het lot van de duizenden slachtoffers van Mitch bezegeld werd, dan was dat niet toen de orkaan Mitch zich vormde voor de kust van Honduras. We moeten 44 jaar terug in de tijd, naar het jaar 1954 toen de bananenmaatschappij United Fruit Co., inmiddels herdoopt tot Chiquita Banana, de CIA ertoe over wist te halen om actie te ondernemen tegen de gematigde linkse regering van president Jacobo Arbenz in Guatemala. Arbenz was van plan om landhervormingen uit te voeren waarbij ook grote stukken land die United Fruit braak liet liggen zouden worden onteigend en verdeeld onder arme boeren. Met Arbenz verdween alle hoop op landhervormingen, niet alleen in Guatemala, maar ook in de rest van Midden Amerika. In plaats daarvan kwam een ontwikkelingsmodel waarin sterke nadruk op agrarische export lag. De grote inspirator achter dit model was de regering Kennedy."

Cockburn schetst vervolgens hoe de afgelopen dertig jaar overal in Midden Amerika kleine boeren van hun land werden verdreven door de lokale elite, gesteund met geld en wapens uit de Verenigde Staten. Voor de boerenfamilies bleven er maar twee alternatieven over: steeds steilere berghellingen gaan bewerken die voor grote producenten niet interessant en rendabel zijn, of naar steden als Managua en Tegucigalpa trekken in de hoop daar op de een of andere manier te overleven. In die steden komen deze mensen terecht in sloppenwijken op steile hellingen, langs rivieroevers, gebieden die niet geschikt zijn voor bewoning door het grote gevaar van aardverschuivingen en overstromingen. Precies op deze plaatsen wist Mitch in groten getale slachtoffers te maken.

Ontbossing

Andere auteurs laten Mitch nog eerder beginnen en wijzen er op dat het proces van ontbossing al eeuwen aan de gang is. "Wie kan de vruchtbaarheid, het gezonde klimaat, de lieflijkheid, de welvaart van dit land en het getal van zijn buitengewone inwoners uitputtend bezingen?", vroeg de Spaanse priester Bartolomé de Las Casas zich af in zijn beroemde boek De verwoesting van de West Indische landen van 1552. In die tijd was Midden Amerika nog vrijwel geheel met bos overdekt. Van die bossen is weinig meer over, net zomin als van de welvaart en het gezonde klimaat.

Vooral de afgelopen eeuw is het bos voor het grootste deel gekapt om plaats te maken voor de grootschalige productie van exportgewassen als katoen, suiker, bananen, rundvlees en tabak. De indiaanse gemeenschappen en de kleine boeren moesten plaats maken voor de uitgestrekte plantages en werden gedwongen steeds meer tropisch bos te ontginnen om er hun bonen, rijst en maïs te verbouwen. Vooral in de westelijke kuststrook waar de bevolkingsdruk het grootst was, werden ook de berghellingen kaal gekapt door boeren die een nieuw stukje landbouwgrond zochten. Ook voor brandhout werd en wordt heel veel gekapt. Aan de Atlantische kust vond vanaf het eind van de vorige eeuw een geweldige ontbossing plaats door de houtwinning ten behoeve van de Noordamerikaanse bouwnijverheid en de, ook door Amerikaanse bedrijven beheerste, bananenproductie en mijnbouw.

De laatste decennia is de ontbossing in een stroomversnelling terecht gekomen. De afgelopen jaren worden er honderdduizenden hectaren bos per jaar gekapt. Dit is het gevolg van de neo liberale economische politiek die erop gericht is om koste wat kost buitenlandse investeerders aan te trekken. De nieuwe investeerders kunnen met toestemming van de overheid op een onverantwoorde manier natuurlijke hulpbronnen exploiteren. Er worden concessies uitgegeven voor houtkap, bovengrondse goudwinning en andere economische activiteiten die ten koste gaan van het milieu. De druk op het aantrekken van buitenlandse investeringen is vooral zo groot door de behoefte aan buitenlandse deviezen, om de last van de geweldige buitenlandse schuld te kunnen dragen.

Verzet

Het hele proces van landconcentratie in handen van grootgrondbezitters en buitenlandse ondernemingen en de marginalisering van kleine boeren maakt dat een groot deel van Midden Amerika in een proces van ecologische degradatie terecht is gekomen. Deze ontwikkeling is niet zonder slag of stoot gegaan, maar ging gepaard met geweldige, langdurige en heftige vormen van strijd. Indiaanse gemeenschappen verzetten zich tegen de Spaanse kolonisatie, Hondurese bananenarbeiders legden in de jaren vijftig het hele land plat, de Guatemalteekse bevolking is van de jaren vijftig tot negentig in een guerrilla strijd verwikkeld geweest, eind jaren '70 jaren '80 vonden de sandinistische revolutie, de burgeroorlog in El Salvador en de VS invasies op Grenada en in Panama plaats. De strijd van de Zapatisten in Chiapas, dat zowel historisch als sociaal economisch tot Midden Amerika gerekend kan worden, duurt tot op de dag van vandaag voort.

In wezen is de geschiedenis van Midden Amerika het verhaal van de voortdurende strijd tussen de plaatselijke elite van grootgrondbezitters, hun militaire apparaat en hun buitenlandse bondgenoten en de kleine al dan niet landloze boeren die op zoek zijn naar mogelijkheden om te overleven. Een constante factor daarbij vormt de inmenging van de Verenigde Staten. Steeds als de machtsbalans in de voor de VS ongunstige richting dreigt door te slaan, grijpt de grote noorderbuur in.

Het meest opvallend zijn de vele militaire interventies in Midden Amerika: de door de CIA georganiseerde invasie in Guatemala in 1954, de contra oorlog tegen Nicaragua in de jaren tachtig, en de militaire steunoperaties aan de repressieve regimes in El Salvador en Guatemala gedurende de jaren zeventig en tachtig. Maar daar blijft het niet bij. Op alle mogelijke manieren mengen de Verenigde Staten zich in Midden Amerika: via economische en politiek druk, chantage, kleinschalige geheime operaties ('war on drugs'), omkoping, en dergelijke. Pas als al deze middelen geen of onvoldoende effect opleveren wordt er gegrepen naar het dure en risicovolle middel van de openlijke militaire interventie.

Het zou dan ook een vergissing zijn om te menen dat er nu in de jaren negentig, na de (verkiezings )nederlaag van de sandinisten en het einde van de burgeroorlogen in El Salvador en Guatemala een einde zou zijn gekomen aan de VS interventie in Midden Amerika. Nu de gewapende conflicten tot het verleden behoren kan de directe militaire interventie in al zijn facetten achterwege blijven en beperkt men zich tot het min of meer 'gewone' arsenaal aan interventiemiddelen.

Schuldenlast

De Middenamerikaanse landen, met name Honduras en Nicaragua, kwamen de woelige jaren tachtig uit met een enorme buitenlandse schuld. Voor het belangrijkste deel was dit het gevolg van de structurele onderontwikkeling van een regio die niet opgewassen is tegen het geweld van de wereldmarkt. Daarnaast speelde mee dat de beide landen zwaar getroffen waren door de - door de VS gefinancierde - contra oorlog en de economische boycot van Nicaragua.

Bij het passeren van Mitch bedroeg de schuld van Nicaragua 6,1 miljard dollar, waarmee het land wereldwijd de hoogste buitenlandse schuld per hoofd van de bevolking had. De Hondurese schuld bedroeg ten tijde van Mitch 4,1 miljard dollar. Nicaragua zag zich in 1998 gedwongen meer dan 50 procent van haar nationale begroting aan schuld en rente aflossingen te besteden. In Honduras was dat zelfs 80 procent. Gemiddeld werd er door beide landen vóór Mitch per dag 2,2 miljoen dollar afgelost. In dat tempo zou het nog decennia duren voordat de schulden afgelost zouden zijn. Toch willen de westerse regeringen niets van een drastische schuldkwijtschelding weten.

Als gevolg van de schulden worden de twee landen gegijzeld door internationale monetaire instellingen: het Internationaal Monetair Fonds en de Wereldbank. Als hun economisch beleid niet de goedkeuring van het IMF verkrijgt, kunnen ze iedere verlichting van hun schuldenlast of het verkrijgen van nieuwe leningen wel vergeten. Zo maken het IMF en de Wereldbank feitelijk de dienst uit. Het recept van het IMF en de Wereldbank voor het 'gezond' maken van de Hondurese en Nicaraguaanse economie bestaat naast het liberaliseren van de economie (het opengooien van markten) vooral uit draconische bezuinigingen op de overheidsuitgaven. Doordat de economie gezond gemaakt wordt crepeert het grootste deel van de bevolking.

Ook de rampenbestrijding ontsnapt niet aan de effecten van door het IMF en de Wereldbank opgelegde beleid. Diensten en instellingen die een cruciale rol spelen bij rampenbestrijding, zoals brandweer, politie en gezondheidsdiensten, zijn door de bezuinigingen dusdanig afgeslankt dat ze niet toegerust zijn voor de hen toebedeelde taken. Datzelfde geldt voor de gemeentelijke overheden. Ten tijde van Mitch beschikten de hulpdiensten over onvoldoende materieel, te weinig mensen, onvoldoende brandstof enzovoort. Zowel qua preventief werk als wat betreft de feitelijke hulpverlening na de ramp schoten deze diensten dan ook ernstig tekort.

Deze situatie bracht Alejandro Bendaña - in de jaren tachtig medewerker van het Ministerie van Buitenlandse Zaken van Nicaragua tot de verzuchting: "Als de ene mens de ander vermoordt, is dat volgens de wet strafbaar. Maar hoe zit het dan met neo liberaal beleid. Afhankelijkheid van schulden en structurele aanpassing? Echte rampenbestrijding begint met informatie en organisatie, maar stopt daar niet. Er is ook gewoon geld nodig. Maar hoe kunnen wij voldoen aan de minimale richtlijnen van de VN als meer dan de helft van de inkomsten aan afbetaling van schulden besteed moet worden?"

Behalve door het ontbreken van voldoende middelen, werd de rampenbestrijding ook sterk gehinderd door een gebrek aan inzet en betrokkenheid bij sommige bestuurders. Het meest schrijnend was de opstelling van de Nicaraguaanse president Alemán. Zowel vóór, tijdens, als na de ramp richtte deze liberaal zich vooral op het bagatelliseren van de omvang van de ramp. De waarschuwingen door de meteorologische dienst werden door hem genegeerd, na het overtrekken van Mitch weigerde hij om de noodtoestand af te kondigen, evacuaties uit te voeren en ontzegde hij Cubaanse medische hulpteams de toegang tot het land. Niet gouvernementele organisaties (NGO's) kregen allerlei beperkingen opgelegd, en plaatselijke hulpcomité's in door de linkse gemeenten werden door Aleman's regering terzijde geschoven.

Behalve desinteresse in het wel en wee van zijn bevolking kwam deze houding vooral voort uit angst dat buitenlandse investeerders door de omvang van de ramp afgestoten zouden worden. Het aantrekken van buitenlands kapitaal is voor een echte neo liberaal immers belangrijker dan het leven en welzijn van de eigen bevolking. De president haastte zich een paar dagen na de ramp dan ook om te verklaren dat de volgende fase van het met het IMF overeengekomen aanpassingsprogramma niet in gevaar zou komen.

Schade

De directe schade als gevolg van Mitch is enorm. Er zijn in Midden Amerika ruim 18 duizend dodelijke slachtoffers gevallen. Van slechts de helft van de slachtoffers zijn de stoffelijke resten gevonden. Er zijn ruim 13 duizend gewonden gevallen en 2 miljoen mensen zijn dakloos geraakt. Een groot deel van deze mensen heeft alle bezittingen verloren.

Er is grote schade ontstaan aan wegen, bruggen, akkers, scholen en ziekenhuizen. Verreweg de grootse schade is aangericht in Honduras en Nicaragua. In die twee landen is naar schatting 70 procent van het basisvoedsel (inclusief het zaaizaad) vernietigd. De schade in Honduras wordt berekend op 77 procent van het Bruto Nationaal Product. Voor Nicaragua kwam men uit op een getal van 44 procent. In El Salvador en Guatemala liggen de cijfers met betrekking tot slachtoffers en schade veel lager, maar ook daar heeft de landbouw zware klappen opgelopen. Alleen al de kosten voor het herstel van de infrastructuur worden voor heel Midden Amerika geschat op 8,5 miljard dollar.

De precieze gevolgen van Mitch voor de natuur en het milieu op langere termijn zijn moeilijk te overzien. We kunnen slechts globaal aangeven waar zich de ernstigste problemen voordoen. De schade aan de bossen door de overstromingen, aardverschuivingen en de achtergebleven modder is aanzienlijk. Zowel de bomen als de onderbegroeiing zijn ernstig aangetast waardoor er minder vocht wordt vastgehouden. Geschat wordt dat het herstel van de flora onder normale omstandigheden minstens 35 jaar in beslag zal nemen.

Veel bosdieren hebben de dood gevonden of worden bedreigd doordat hun leefgebieden, voedselbronnen en broedplaatsen zijn vernietigd. De overlevende exemplaren zullen uit bepaalde gebieden wegtrekken. Sommige diersoorten dreigen uit te sterven, waaronder dieren die ook als voedsel dienen voor de mens.

Vooral de situatie van de mangrovebossen aan de kust is ernstig. De garnalenkweek heeft de afgelopen jaren een geweldige toename gekend, zowel aan de Pacifische kuststrook als aan de Atlantische kust. Binnenlandse, maar vooral ook buitenlandse investeerders hebben hier op grote schaal mangrovebossen gekapt om plaats te maken voor kweekvijvers voor garnalen. De natuurlijke kweekplaats van de garnalen, de mangrovebossen, werden vernietigd ten gunste van kunstmatige kweekvijvers. Op deze wijze is een groot deel van de mangrovebossen aan de kust van de Pacifische Oceaan in de Nicaraguaanse departementen León en Chinandega verdwenen.

Bijna alle garnalenkweekvijvers aan de Pacifische kust zijn door Mitch vernietigd. Sedimentatie (afzetting van door de rivieren op grote schaal meegevoerde grond en ander materiaal) zal de nog overgebleven mangrovebossen verder aantasten. Ook de biologische diversiteit van dit ecosysteem zal ernstig verschralen. Oesters komen als gevolg van de sedimentatie door verstikking om het leven. Kreeften en vissen trekken door gebrek aan voedsel uit de gebieden weg, evenals de groene schildpadden bij de Cayos Miskitos aan de Atlantische kust. Door de ernstige aantasting van de mangrovebossen is ook de natuurlijke barrière tegen de zee aangetast, waardoor er in het kustgebied aan de Pacifische kust onomkeerbare ecologische veranderingen kunnen plaatsvinden, onder andere door verzilting.

Ook de schade aan de bodem is aanzienlijk. Een deel van de gronden heeft haar vruchtbare laag verloren. In gebieden met zware sedimentatie kan geen landbouw meer plaatsvinden, in andere gebieden is de vruchtbaarheid van de grond ernstig aangetast. Daarnaast hebben landwegen, waterbronnen en huizen schade opgelopen. In een beperkt aantal gevallen moeten hele dorpen op nieuwe plaatsen herbouwd worden. De stroomgebieden van een aantal rivieren zijn ernstig getroffen. Deze rivieren hadden al te lijden onder zware erosie en ontbossing van hun stroomgebied. Door het gebrek aan vegetatie wordt het regenwater niet vastgehouden en stroomt het na een regenbui direct naar de rivier.

Overstromingen zijn dan het gevolg. Daarnaast hebben de overstromingen op sommige plaatsen tot min of meer ernstige vormen van verontreiniging geleid. Daarbij gaat het met name om landbouw chemicaliën die overvloedig worden gebruikt. Daarnaast zijn bij verschillende goudmijnen chemicaliën en zware metalen in het water gekomen doordat opslagbassins vernietigd werden. De zware metalen hopen zich op in diepe poelen in de rivieren. Niet alleen door chemicaliën maar ook door de ontbinding van kadavers en door het overstromen van duizenden latrines, die overal op het platteland gebruikt worden, is een groot aantal drinkwaterbronnen ernstig vervuild geraakt. Door de verstoring van het ecologisch evenwicht en de verslechterde hygiënische omstandigheden wordt rekening gehouden met plagen van ratten, muizen en insecten waardoor ziektes als leptospirosis, dengue en malaria zich frequenter voor kunnen gaan doen.

Vicieuze cirkel

Hoe groot de directe schade van Mitch ook is en hoe belangrijk het ook is om die zo snel en volledig mogelijk te herstellen, de grootste bedreiging wordt gevormd door de effecten op langere termijn. Hoewel er vaak gezegd is dat Mitch Honduras en Nicaragua 20 of 30 jaar in hun ontwikkeling heeft teruggeworpen, is dat beeld veel te simpel. Het effect van Mitch is namelijk vooral dat Midden Amerika nog sterker verstrikt raakt in de vicieuze cirkel van onderontwikkeling, scheve machtsverhoudingen en ecologische degeneratie. Precies de factoren die Mitch tot zo'n grote ramp hebben gemaakt, namelijk de milieudegradatie en sociale ongelijkheid, dreigen als gevolg van de ramp verder versterkt te worden. Het onbruikbaar worden van landbouwgronden, het terugvallen van de exportinkomsten en de groeiende armoede kunnen er toe leiden dat er nog meer bos wordt gekapt, dat er op nog steilere hellingen wordt verbouwd, dat de productie nog sterker op korte termijn rendement gericht raakt en dat de ecologische schade daarmee nog groter wordt. Mitch dreigt tot gevolg te hebben dat de schade bij een volgende orkaan nog groter zal zijn.

Ook op de kloof tussen arm en rijk kan Mitch een negatieve invloed hebben. Het zijn vooral de armen die getroffen zijn en juist deze mensen hebben niets om op terug te vallen. Daarbij leert de ervaring dat een niet onaanzienlijk deel van de internationale hulp direct of indirect terecht komt bij de groepen die niet tot de meest kwetsbaren behoren. Dat gaat via heel verschillende en vaak moeilijk te traceren mechanismen. Naast roof en corruptie maakt ook de vrije markt dat de beter gesitueerden meer dan een graantje mee weten te pikken van de hulp; handelaren, transporteurs, grondbezitters, kortom bijna iedereen binnen het rampgebied die schaarse goederen of diensten kan leveren, doet zijn best daar zelf beter van te worden. Dat maakt dat de prijzen van gronden die in aanmerking komen voor herhuisvestingsprojecten omhoog schieten, schaarse bouwmaterialen flink in prijs verhoogd worden, enzovoort.

Tegelijkertijd maakt de ramp dat er vele tienduizenden arbeidsplaatsen verloren gaan, waardoor de prijs van de factor arbeid nog verder dreigt te dalen. In allerlei opbouwprojecten wordt gewerkt op basis van zogenaamde 'Voedsel voor Werk' programma's. De arbeiders krijgen dan voor een hele dag werken niet meer dan enkele maaltijden. Ook de voorwaarden waaronder in Honduras de bananenarbeiders ingezet worden bij het schoonmaken van de ondergelopen plantages zijn een voorbeeld van het loondrukkend effect van Mitch.

Ook op indirecte wijze leidt het verstrekken van hulp vaak tot een verdere vergroting van de kloof tussen arm en rijk. Kijken we bijvoorbeeld naar de besteding van de multilaterale hulp (de hulp die via VN fondsen, de Wereldbank en dergelijke verstrekt wordt). Het herstel van de infrastructuur, van belangrijke wegen en bruggen, van het hoofd elektriciteitsnet heeft natuurlijk prioriteit om allerlei zaken in het land weer te laten functioneren en de productie en de export weer op gang te brengen. Maar tegelijkertijd zijn het met name de grote producenten die hun landerijen aan de grote wegen hebben en die voor de export produceren. Het merendeel van de kleine boeren produceert voor het eigen gezin of voor de lokale markt. Zij zijn meestal slechts te bereiken via kleinere wegen en paden waarvan het herstel geen prioriteit heeft. Zonder dat er van boze opzet sprake hoeft te zijn, worden zij op deze manier op een nog grotere achterstand gezet ten opzichte van de grote producenten.

Breuk

Als Mitch iets duidelijk heeft gemaakt, dan is het wel de noodzaak van een rigoureuze breuk met het huidige 'ontwikkelingsmodel' dat een meerderheid van de bevolking buiten sluit. Dat is niet alleen een ecologisch, maar vooral ook een politiek probleem.

De voorwaarden voor een dergelijke breuk zijn momenteel niet bepaald gunstig. Twee decennia geleden kende Midden Amerika een sterke volksbeweging die opkwam voor landhervorming en basisvoorzieningen als onderwijs en gezondheidszorg, kortom voor een ontwikkelingsmodel dat recht deed aan de belangen van de meerderheid van de bevolking. Deze beweging raakte niet alleen in conflict met de lokale elite, maar moest het ook opnemen tegen de machtige noorderbuur die in haar 'achtertuin' geen revolutionaire experimenten wenste. Met alle tot haar beschikking staande middelen bestreden de VS het revolutiegevaar. De Middenamerikaanse bevolking heeft daar een hoge prijs voor betaald: honderdduizenden doden, de vernietiging van grote delen van de infrastructuur, en sociale en psychische ontwrichting.

Ondanks het herstel van de vrede is de materiële situatie er voor de meeste mensen niet of nauwelijks beter op geworden. De geweldige schuldenlast waaronder met name Nicaragua en Honduras gebukt gaan, heeft gemaakt dat zij ten prooi gevallen zijn aan het IMF en de Wereldbank. De structurele aanpassingsprogramma's die deze landen hebben moeten uitvoeren hebben de levensomstandigheden van de bevolking verder verslechterd en tot een zekere mate van depolitisering en apathie geleid. Niet de collectieve strijd voor verbeteringen maar de individuele strijd om te overleven staat nu voor de mensen centraal. De spankracht om zich opnieuw in te zetten voor fundamentele maatschappelijke veranderingen is bij grote delen van de bevolking op dit moment gering. Ook de internationale politieke omstandigheden daarvoor zijn niet zo gunstig. De VS is als enige overgebleven supermacht oppermachtig en de progressieve beweging is in grote delen van de wereld verzwakt.

Toch zijn er ook positieve elementen. In heel Midden Amerika is de laatste jaren meer ruimte ontstaan voor initiatieven vanuit de bevolking. Ook is het bewustzijn van de ecologische problematiek gegroeid en is er in verschillende landen een strijdbare vrouwenbeweging ontstaan. Door allerlei organisaties wordt er gewerkt aan het ontwikkelen van vormen van duurzame productie en bescherming van natuurlijke hulpbronnen. De hulp aan de slachtoffers van Mitch kan en dient daarop in te spelen.

Behalve het lenigen van de directe nood en het herstellen van de schade, zal de hulp erop gericht moeten zijn om de bevolking en haar organisaties te ondersteunen in hun streven naar een andersoortige ontwikkeling. Een ontwikkeling die niet gebaseerd is op sociale ongelijkheid en milieudegradatie, maar uitgaat van de belangen van een meerderheid van de bevolking en van de mogelijkheden en de beperkingen van de natuurlijke hulpbronnen. Daarnaast dient de strijd voor het kwijtschelden van de schuldenlast van de Middenamerikaanse landen een hoge prioriteit te krijgen. Niet alleen dweilen, maar ook de kraan dichtdraaien! Het is geen gemakkelijke weg en het uitzicht op spectaculaire resultaten op de korte termijn is gering. Maar het is wel de enige methode die werkt!

Willem Bos
Jan Vugts
Hans van Heijningen

Dit artikel is het eerste hoofdstuk van de onlangs bij het XminY Solidariteitsfonds verschenen brochure Natuurramp of Mensenwerk. In deze brochure over de orkaan Mitch wordt ook nog de hulpcampagne in Nederland en de besteding van de hulpfondsen besproken en wordt ingegaan op de dubieuze rol die de Noord Amerikaanse bananenmaatschappijen in Honduras spelen. Tenslotte wordt onderzocht of er alternatieven bestaan voor deze bananenproductie en welke bijdrage we daar vanuit Nederland aan kunnen leveren.

De brochure is te bestellen door fl. 10, (incl porto) over te maken op giro 609060 van XminY Solidariteitsfonds, Keizersgracht 132, 1015 CW Amsterdam ovv brochure Micth.

[kader 1]

Klimaatveranderingen
Over de vraag of rampen als Mitch het gevolg zijn van mondiale klimaatveranderingen als gevolg van het broeikaseffect zijn de deskundigen het niet eens. Het wetenschappelijke bewijs voor het verband tussen de toename van de zogenaamde broeikasgassen en het voorkomen van heftige stormen en overstromingen is een moeilijke zaak, omdat er bij weerkundige fenomenen altijd van grote schommeling sprake is en er eigenlijk pas op basis van metingen over een zeer lange periode gefundeerde uitspraken gedaan kunnen worden.

Wel is men het erover eens dat er de afgelopen jaren over de hele wereld een schrikbarende toename van het aantal ernstige stormen en overstromingen valt te constateren. Zowel het Internationale Rode Kruis als internationale organisaties van verzekeraars waarschuwen voor de toename van het aantal natuurrampen en de omvang ervan. Over de eerste 11 maanden van 1998 werd de totale schade van natuurrampen berekend op 89 miljard dollar waarmee het record van 1996 van 60 miljard ruim werd overschreden.

Voor een deel wordt de toename geweten aan het verschijnsel 'El Niño', dat al eeuwen bestaat, maar in deze periode een geweldige kracht heeft ontwikkeld. Volgens onderzoekers van het Max Planck Instituut is de toename van de kracht van 'El Niño' het gevolg van de opwarming van het oceaanwater die het gevolg is van het broeikaseffect.

Ook William Gray, orkaandeskundige van de Colorado State University, gaat er van uit dat er door de opwarming van de aarde de komende jaren meer en heviger orkanen plaats zullen vinden. In de periode van 1994 en 1998 ontwikkelden zich in het Caribisch gebied meer orkanen en tropische stormen en was de kracht ervan groter dan in andere perioden. Alleen al in het jaar 1998 werden er meer en krachtiger orkanen gemeten dan ooit in de afgelopen 200 jaar.
Als dat verband tussen het broeikaseffect en de toename van orkanen en hevige regenval er werkelijk is, betekent dat dat de slachtoffers van deze rampen direct slachtoffer zijn van de geweldige uitstoot van CO2, die zoals bekend vooral in de rijke noordelijke landen plaatsvindt.

[Kader 2]

IMF beleid
De gevolgen van het IMF recept, van het programma van structurele aanpassing, zijn in Nicaragua duidelijk te merken. De begroting van het Ministerie van Onderwijs is sinds 1993 met een kwart gedaald en dat van het Ministerie van Gezondheidszorg met tien procent. Het aantal medische consulten per hoofd van de bevolking is in deze periode met bijna veertig procent teruggelopen. Als gevolg hiervan is de gezondheidssituatie van de bevolking ernstig verslechterd. De kindersterfte is in Nicaragua momenteel vijf maal zo hoog als het gemiddelde in ontwikkelde landen. Voor meer dan een kwart is deze kindersterfte te wijten aan relatief eenvoudig te bestrijden ziekten die het gevolg zijn van slechte huisvesting en hygiënische omstandigheden. Het analfabetisme is tussen 1990 en 1998 toegenomen van 25 tot 35 procent.

Het aantal armen in Nicaragua bedraagt 3,6 miljoen op een bevolking van 4,5 miljoen. De koopkracht daalde vanaf 1991 met gemiddeld zes procent per jaar en meer dan de helft van de beroepsbevolking wordt officieel gecategoriseerd als werkloos. Ruim een miljoen mensen heeft geen toegang tot de gezondheidszorg en anderhalf miljoen jongeren ontvangt geen onderwijs. Volgens een recente studie krijgt de Nicaraguaanse bevolking gemiddeld nog geen driekwart van de noodzakelijk geachte hoeveelheid calorieën binnen. Dit is lager dan in enig ander land in Latijns Amerika en vergelijkbaar met vele Afrikaanse landen.

[kader 3]

Schulden
De Amerikaanse regering zond 250 miljoen dollar en het Amerikaanse leger werd ingezet om reddingsoperaties uit te voeren. De omvang van de Amerikaanse hulp is als we haar relateren aan de mogelijkheden van de VS betrekkelijk gering.

In de jaren tachtig was dat wel anders. Toen werd er door de Amerikaanse regering enorm veel geld uitgetrokken voor hulp aan haar achtertuin Midden Amerika. Naar El Salvador ging in het midden van de jaren tachtig zo'n drie à vierhonderd miljoen dollar per jaar. Dat komt neer op een miljoen dollar per dag voor de Salvadoraanse regering en het leger. In Nicaragua was het niet de regering, maar waren het de contra's en de oppositie die zich in de gunst van de Amerikanen mochten verheugen. Ook zij kregen een steun die opliep tot zo'n miljoen dollar per dag. Honduras en Guatemala kregen eveneens steun in hun strijd tegen 'subversie krachten' (lees: de eigen bevolking). In totaal zijn er in die jaren vele miljarden dollars door de VS aan Midden Amerika besteed.

De toenmalige Amerikaanse hulp, of interventie zoals het ook wel werd genoemd, heeft vergaande effecten gehad op de hele regio. Een paar honderdduizend mensen zijn daarbij omgekomen en de economische schade van de oorlogen (en in het geval van Nicaragua ook nog de economische boycot) was enorm. De schade in Nicaragua werd geschat op bijna vijftien miljard dollar. De Nicaraguaanse regering begon een proces bij het Internationale Gerechtshof in Den Haag en werd in 1988 in het gelijk gesteld. De VS werden veroordeeld wegens hun agressie tegen Nicaragua en in principe veroordeeld tot een schadevergoeding. De definitieve schadevergoeding zou tijdens vervolgprocessen vastgesteld worden.

Zo ver is het echter nooit gekomen. De VS investeerden nog eens miljoenen dollars om de sandinisten uit het zadel te werken en te vervangen door de pro Amerikaanse UNO. En die regering zag er wijselijk van af om juridische stappen te ondernemen tegen de VS. De hand die je voedt, die bijt je niet! Sindsdien werd de Amerikaanse hulp aan de regio steeds verder afgebouwd. Nicaragua bleef achter met een zwaar gehavende economie en een buitenlandse schuld van 6,1 miljard dollar. Na Mitch is het absoluut duidelijk dat Nicaragua en Honduras, dat internationaal voor 4,1 miljard dollar in het krijt staat, hun schulden nooit af kunnen betalen. De schuldenproblematiek maakt dat elk verhaal over ontwikkeling onzin wordt. Dat zou voor westerse regeringen een belangrijk argument moeten zijn om tot schuldkwijtschelding over te gaan. Daarbij is het kwijtschelden van die schulden ook een klein stukje rechtvaardigheid voor het onrecht dat de VS de regio hebben aangedaan. Want goed beschouwd hebben de Nicaraguanen ook na kwijtschelding van hun buitenlandse schuld nog zo'n negen miljard dollar te goed. En dan zij we zo soepel om de tien jaar rente op uitstaande schuld buiten beschouwing te laten.

 

Naar boven
Naar overzicht dit nummer
Naar Jaargang 1999