- Home
- Archief
- 1999

Uit: Ravage #292 van 1 oktober 1999

Welvaartsresten

Emmaus halve eeuw actief tegen uitsluiting

De internationale Emmausbeweging jubileert. Vijftig jaar geleden begonnen de Franse priester Abbi Pièrre en zijn compagnons met voddenrapen. Ze stroopten vuilnisbelten af, op zoek naar materiaal dat nog gebruikt kon worden om zo hun 'zelfhulpgroep voor daklozen' te financieren. Stichting Emmaus Nederland zet zich sinds 1956 in tegen uitsluiting. Portret van een beweging die al sinds begin jaren '50 probeert maatschappelijk en economisch onrecht te bestrijden.

Frankrijk, eind 1949. Het naoorlogse Parijs is vervallen, de winter is ellendig guur. Duizenden mensen overleven op straat, zonder dak boven hun hoofd of in een overbevolkte woningen. Als op een dag een gezin de sneeuw in gestuurd wordt, roept men de hulp van priester en parlementslid Henri Grouhs in. Grouhs, bijgenaamd Abbi Pièrre, geeft de mensen tijdelijk onderdak in zijn grote, bouwvallige huis in Neuilly Plaisance.

Langzaam wordt het huis opgeknapt. 'Emmaus', noemt Abbi Pièrre de ontmoetingsplek. (Emmaus is een dorp in Palestina, dichtbij Jeruzalem, Neuilly Plaisance is een dorp vlakbij Parijs.) Volgens Abbi Pièrre symboliseert het de ontmoeting van mensen die zich bewust zijn geworden van hun bevoorrechte situatie en van hun sociale verantwoordelijkheid tegenover onrecht in mensen die de zin van het leven niet meer zien.

Bij toeval ontmoet Abbi Pièrre een radeloze, voormalig dwangarbeider, George. De priester voelt zich machteloos. Voor hem zit een man die een mislukte poging tot zelfdoding heeft gedaan. "Ik kan je niet helpen, maar jij, jij kunt mij helpen", zegt Abbi Pièrre. Georges besluit te blijven leven en het vreemde koppel probeert samen mensen in nood op te vangen.

De oprichting van de Emmausbeweging is een feit met de geboorte van de eerste Emmaus communiteit. In het cruciale antwoord van de priester op de wanhoop van Georges zou de krachtige kern van de Emmaus filosofie schuilen. Als de financiële middelen uitgeput raken en Abbi Pièrre overal heeft aangeklopt, stellen zijn nieuwe vrienden voor om vuilnisbelten af te stropen.

Het 'voddenrapen' werd een succes. Tegen verwachting vond men veel oude, maar bruikbare spullen. De geldproblemen werden opgelost. Met het verdiende geld bekostigde de Emmaus communiteit niet alleen haar eigen onderhoud, maar probeerde ze ook anderen in nood te ondersteunen. Abbi Pièrre blijft om aandacht voor de maatschappelijke problemen vragen. In 1954 komt de grote doorbraak van de beweging en haar stichter, als de priester publiekelijk de rechten de van daklozen opeist. Tegenwoordig zijn er wereldwijd ongeveer 350 Emmausgemeenschappen in 35 landen in beweging.

Empowerment

In Nederland zijn twintig Emmausgroepen actief, 'ongedwongen' verdeeld over grofweg twee groepen: vrijwilligersgroepen en woon werkgemeenschappen. De groepen zijn lid van de Stichting Emmaus Nederland (SEN), maar opereren allemaal als vrij autonome stichtingen. Emmaus Haarzuilens, onder de rook van Utrecht, is één van die acht gemêleerde woon werkgemeenschappen in Nederland.

,,Het leven in een niet alledaagse woongroep sprak me aan'', zegt Jos. Hij woont en werkt sinds het eind van de jaren zeventig met tussenpozen in Haarzuilens. Buiten, op het terrasje in de prachtige, bosrijke omgeving blikt hij terug op zijn toetreden. Hij wilde iets veranderen, twintig jaar geleden. Na een wereldreis wilde de Vleutenaar dat idee via de Emmausbeweging handen en voeten geven. Materialen hergebruiken, want de consumptie kon en kan volgens hem een tandje minder. En vooral anderen, diegenen in moeilijkheden, met de werkzaamheden een helpende hand geven. Mensen hun eigenwaarde terug geven.

,,De formule is goed'', vindt Jos, ,,want onze uitstraling is positief. Zo van: niet bij de pakken neerzitten als het slecht gaat, maar de schouders eronder zetten. Empowerment van mensen, ze weer kracht geven.'' Joris is meer dan twintig jaar bij Emmaus betrokken. Eerst als vrijwilliger tijdens de Emmauszomerkampen, later als vaste medewerker van werkgemeenschap Emmaus Wageningen. Deze gemeenschap is in 1981 voortgekomen uit het Regenboog Collectief.

,,Vroeger opereerden we soms voor een maand of twee vanuit leegstaande panden, die we toen van gemeenten mochten gebruiken'', zegt Joris vanuit het voormalige, knusse schoolgebouw aan de Wageningse Herenstraat. Hier geen afgeladen schuren en loodsen zoals in Haarzuilens, maar verschillende, drukke winkeltjes. De sleutel en werkplaats bevindt zich in het aangrenzende multifunctionele Wilde Wereld pand. ,,Het meeste klussen hebben we zelf gedaan'', vertelt Joris trots. De handige klussers uit Gelderland steken regelmatig in andere gemeenschappen een hand uit de mouw.

De Jaarmarkt, met bijna twintig kraampjes, is alweer voorbij. De sfeer tijdens zo'n 'familiefeestje' is voor Joris één van de hoogtepunten van het jaar. ,,Daar hadden we toch een week of vijf naar toe geleefd.'' De marktopbrengst bedroeg bijna 16 duizend gulden. Dat geld is bestemd voor schoolboeken en andere schoolspullen van een school van de Mayangne indianen in Nicaragua.

Hartstikke rijk

Naast de vele wekelijkse markt en koopdagen is het doel in Zuid Amerika een treffend voorbeeld ,,van het aanwenden van welvaartsresten, om elders een nieuwe start te geven aan producten'', aldus Joris, die zich er eigenlijk aan stoort dat de welvaartssamenleving zo maar spullen kan 'overhouden'. Hij vindt het belangrijk om aandacht en concrete hulp hoewel op tamelijk ,,beperkte schaal'' te blijven richten op de scheve Noord Zuid verhoudingen.

De tweeledige oogst van de razendsnelle en dolgedraaide consumptiemaatschappij gaat Emmaus niet ongemerkt voorbij. ,,We krijgen steeds meer binnen'', zegt Joris. Hij heeft de indruk dat ook de kwaliteit van spullen steeds hoger wordt, hoewel Emmaus volgens hem (lachend) ,,eigenlijk steeds een vijftal jaren achterloopt op trends.'' Eigenlijk zouden ze nog veel op kunnen halen en verwerken. Het aanbod is enorm. Aan de muur hangt een verfomfaaid lijstje met onbruikbare computers en computerspullen, vodden en oud papier dienen tegenwoordig bij de gemeente afgeleverd te worden. De klant is koning.

De 'vlooienmarkten' van weleer zijn inmiddels geaccepteerd, meent Jos. ,,Nederland is hartstikke rijk. Spullen worden snel van de hand gedaan en vervangen. Maar het hergebruiken van tweedehands spullen is ook ingeburgerd geraakt.''. Joris roemt op bescheiden wijze het draaiende houden van alle projecten, binnen en buitenshuis. ,,Eigenlijk tarten we, om het groot te zeggen, bepaalde economische wetmatigheden. Als we mensen per uur betalen, zouden we het niet redden.''

Toch lijkt Emmaus ook niet aan bepaalde 'bedrijfsmatige verzakelijking' te ontkomen. ,,Daar is hevig over gediscussieerd binnen Emmaus'', herinnert Joris zich. ,,Maar volgens mij is professionalisering geen oplossing voor het probleem, maar onderdeel ervan. Want mensen gebruiken het om zich van elkaar te onderscheiden: 'Dat is maar een amateur', zeggen ze. Een vorm van uitsluiting, vind ik.''

Hij vindt het woord ongepast, maar zegt dat Emmaus wel een bepaalde, zakelijke ontwikkeling heeft ondergaan. ,,De bakfiets gebruiken we niet meer om de spullen op te halen. Vroeger zaten we naast telefoon te wachten, op een telefoontje voor een paar stoelen uit Ede. En even later fietste je weer naar Bennekom.'' Die bescheiden, plaatselijke uitstraling van Emmaus vinden Jos en Joris belangrijk. Joris ziet Emmaus ook als een ontmoetingsplek, waar je met veel mensen vaak oppervlakkig weliswaar in contact komt. En slechts een kern weet van het grote perspectief waar je mee bezig bent. Aan de 'koopjesjager' is hij inmiddels ook gewend geraakt.

,,Wij hebben de naam een linkse Emmaus te zijn'', vertelt Joris een beetje misprijzend, aan het einde van het gesprek. ,,Vroeger maakten we echt deel uit van de actiebeweging, tegenwoordig blijft het contact met actiegroepen vaak beperkt tot de brief op de mat.'' Sprekende over het 'projectenbeleid' van Emmaus Wageningen, zegt Joris: ,,Ik zou eigenlijk meer subsidieaanvragen uit Nederland willen hebben.'' Hij maakt meteen een kanttekening, omdat er momenteel niet zoveel acties gevoerd worden, waar hij zélf voor warm loopt.

Hij kan zich niet meer helemaal vinden in veel 'moderne' actiegroepen. Zoals de ,,anonieme vernielingen'' van groepen als het ALF bijvoorbeeld. ,,Het gaat mij te ver om vrachtwagens in vlam te zetten.'' Joris gaat terug naar de tijd van de kruisraketten, toen hij zelf actief was in de antimilitaristische beweging. ,,Dat vond ik een goede manier van actievoeren, omdat we zo de grote vredesbeweging konden prikkelen. Die vertaalde de radicale acties tot een brede, sociale beweging. Na het oplossen daarvan ben ik veel actiever binnen Emmaus geworden.''

Emmaus Nederland viert tijdens het jubileumjaar slechts een bescheiden feestje, dat vrij onopgemerkt voorbij trekt. Emmaus haalt weinig krantenkoppen ,,Het Emmaus gezicht is erg Frans'', vertelt Joris. Het Universeel Manifest van Abbi Pièrre uit 1971 dé Emmaus filosofie volgens Joris inspireert weliswaar, maar vormt geen vast stramien voor de verschillende Emmaus gemeenschappen die kringloopcentra beheren vinden Jos en Joris. ,,De acht punten zijn ruim geschreven, hoor. Die ietwat bombastische inslag verbloemt de strijdvaardigheid enigszins'', zegt Jos.

Hulpvraag

Volgens Joris wordt het verschil tussen de plaats die de Emmausbeweging in Frankrijk en Nederland inneemt mede bepaald door het verschil in sociale wetgeving: ,,Zwart wit gesteld kun je in Frankrijk óf je onderkomen, óf je eten van een uitkering betalen. De plek van Emmaus in Nederland is daarom anders. Hier biedt de uitkering geen vetpot, maar je kunt als je wil zelfstandig wonen. Als mensen dat niet kunnen, is er vaak meer aan de hand dan economische problemen. Wat medewerkers betreft, vis je dus uit een andere vijver.''

,,Er is een groep die hulp en energie vraagt in een groep die hulp geeft'', vertelt Jos over de verschillende mensen die bij Emmaus aankloppen. Mensen zijn op zoek naar een dak boven hun hoofd, of zoeken een leuke manier van wonen. ,,Die eerste groep weet Emmaus te vinden, of wordt doorgestuurd door dak en thuislozeninstanties. Ze kloppen om hele uiteenlopende redenen met een hulpvraag bij ons aan. Dat loopt voor een groot gedeelte synchroon met de dak en thuislozenproblematiek. Pakweg 25 jaar geleden zwierven er veel minder mensen op straat in Utrecht. Het waren vaak oudere, gescheiden mannen met alcoholproblemen. Zegmaar het stereotiepe beeld van de zwerver. Die klopte toen ook bij Emmaus aan.''

Langzaam maar zeker lijken steeds meer mensen buiten de boot te vallen. Jos over die verharding: ,,Alles moet sneller en beter. Alles wordt afgestemd op de mensen die mee kunnen hobbelen. Je bent onbruikbaar als je dat niet kunt. Maar wie waakt over de mensen die worden uitgekotst? De opvangcapaciteit schiet schromelijk tekort. De verslavingsproblemen zijn uitgebreid met drugs, medicijnen. We vangen ook twintigers op en bieden uitgeproduceerde asielzoekers tijdelijke opvang.'' Emmaus probeert die mensen structuur te bieden. En slaagt daar redelijk in, denkt Jos. ,,We zijn geen professionele hulpverleners. Actieve verslavingszorg bijvoorbeeld is niet aan de orde. Mensen kunnen hier hun dag en nachtritme terugvinden, in vergelijking met buiten een regelmatig leven leiden. En hun handen uit de mouwen steken als ze dat willen. Maar dat is slechts een gedeelte van de populatie op straat.''

Het aantal mensen dat vanuit ideologische overwegingen wil helpen, stagneert. ,,Die zijn moeilijker te vinden'', zegt Jos en hij erkent dat ze met dat gegeven eigenlijk eens wat meer 'de boer op zouden moeten'. Hij moppert niet. Misschien komt het door de tijdgeest. Vrijwilligerswerk is uit de mode, nu goede banen in het verschiet liggen. ,,Mensen gaan niet snel belangeloos de barricade op. Ze worstelen met hun tijd en energie en denken waarschijnlijk niet snel aan Emmaus als ze iets willen doen.''

Jeroen Schwartz

Secretariaat Stichting Emmaus Nederland , Julianalaan 25, 3722 GD Bilthoven. Tel: 030 2290708.

 

Naar boven
Naar overzicht dit nummer
Naar Jaargang 1999