- Home
- Archief
- 1999

Uit: Ravage #291 van 17 september 1999

Nederland in oorlog

Het intellectuele debat in Nederland over de opnamen van de promotiefilm die de NAVO in Kosovo maakte, viel niet mee. Voor of tegen was de vraag waarover onze beeldbuisintellectuelen zich al scheldend bogen, culminerend in de intellectuele zuivering die Stephan Sanders voorstelde onder mensen die zijn mening niet deelden. Haast niemand hield zich bezig met de vraag waar men voor of tegen moest zijn.

Omdat tot op de dag van vandaag niemand weet wat er precies is gebeurd, zijn enkele andere vragen een stuk interessanter zoals "Welke invloed heeft de beeldvorming in de media over Amerika, Servië en Kosovo" en "Welke psychologische mechanismen spelen een rol in het conflict?" Deze vragen werden wel gesteld in Frankrijk waar ideeën belangrijker zijn dan feiten, hetgeen in een tijd waarin feiten schaars zijn uiterst productief is. De houding van de philosophes komt uitgebreid ter sprake in een artikel van Tanny Dobbelaar en Yolande Jansen in het zomernummer van het filosofische kwartaalblad Krisis, dat voor een groot deel gewijd was aan het natuurverschijnsel 'oorlog'.

De socioloog Jacques van Doorn gaat in op de relatie tussen de burgerlijke en militaire maatschappij. Hij stelt dat de samenleving niet zozeer gemilitairiseerd is maar het leger verburgelijkt. Dat laatste is duidelijk nu het beroep van militair steeds meer gaat lijken op dat van verkeersleider of medewerker van een kampeerspeciaalzaak. Toch moet het Van Doorn niet ontgaan zijn dat hetgeen wij maatschappij noemen toch vooral een burgeroorlog is waarbij opvallend weinig bloed vloeit. Men neme het bureaucratische gebruik van de term 'slag' (inhaalslag, kwaliteitsslag etc.), de moordende concurrentie, de algehele versnelling, vijandelijke overnames en alle strategische marketingsanalyses. Op den duur zullen de twee polen samenvallen.

Volgens de militair historicus Chris Klep is dienen in het leger echter nooit een gewone baan en hij wijst op de terughoudendheid die er bestaat om mensen mee te sturen met vredesmissies. Hij schrijft daarover: "Maar diezelfde operaties zijn te abstract en te ver weg om grootschalig en glorieus voor te sterven, hoe schokkend de tv beelden ook zijn." Hiermee stuit hij op een cruciaal gegeven: de rol van de televisie, of beter: de kortsluiting tussen wat er op de televisie te zien is en wat er 'in werkelijkheid' gebeurt. Daarover zou het volgende artikel kunnen gaan ware het niet dat er een verhandeling opdoemde van de kantiaan Thomas Mertens over het recht op interventie en de ideeën van Jürgen Habermas over een verlichte wereldrepubliek zonder oorlog. Dit rechtvaardigt de vraag of zo'n utopische wereld niet gevaarlijker is dan de wereld waarin we nu overleven.

Gecompliceerder

Spannender is de bijdrage van de Amsterdamse filosoof Pieter Pekelharing die afrekent het met zwartwit denken: "Het conflict wordt scherp in focus gebracht, maar precies daardoor wordt de achtergrond waziger. Mede onder druk van de media worden ingewikkelde situaties zo leesbaar en transparant mogelijk gemaakt. Elke keer lijkt het zonneklaar wie de bad guys en good guys zijn. En blijkt pas achteraf dat de tegenstellingen veel gecompliceerder lagen. Men streeft niet alleen naar heldere lijnen en zichtbare orde, men poogt die ook met geweld aan de werkelijkheid op te leggen. En druipt vervolgens gefrustreerd af als dat niet lukt."

De filosoof Slavoj Zizek borduurt hierop voort en meent dat politici als Slobodan Milosevic en Jean Marie Le Pen zich niet zozeer verzetten tegen alswel juist deel uit maken van de onbeperkte heerschappij van het kapitaal. Over de aanvallen op Servië zegt hij: "Het bestrijdt veeleer zijn eigen creatie, een monster dat is voortgekomen uit de compromissen en inconsistenties van de westerse politiek."

Wat de bombardementen op de grond hebben aangericht brengt Dragan Klaic hoogleraar aan de Universiteit van Amsterdam onder de aandacht in 'Bruggen sneuvelen onder de Donau', een fraai stuk proza over de Petrovaradinbrug in Novi Sad, de stad waar Klaic opgroeide. Hij besluit zijn door ingehouden woede gekenmerkte relaas met de woorden: "De emotionele kaart van Novi Sad, en niet alleen zijn fysieke panorama, zal veranderd zijn door deze, nog steeds voortdurende, stompzinnige aanval."

Met het themanummer 'Nederland in oorlog' wilde de redactie de fenomenen oorlog en filosofie dichter bij elkaar brengen want "Oorlog heeft in het beste geval relevantie voor de filosofie, maar de filosofie heeft omgekeerd vrijwel geen betekenis voor een beter begrip van de oorlog". Of dat gelukt is, valt niet te zeggen. Wel kunnen enkele stukken als lichtend voorbeeld dienen voor commentatoren in onze dagbladen.

Patrick

 

Naar boven
Naar overzicht dit nummer
Naar Jaargang 1999