Uit: Ravage #4 van 19 maart 2004

Israël in beeld

Over het venijn van macht en
mooie woorden

Woorden en beelden zijn cruciale wapens in hedendaagse conflicten. In het Israëlisch-Palestijnse conflict is dit niet anders. De strijd om het mediamonopolie woedt in alle hevigheid en Israël lijkt de onbetwiste winnaar.

'Geen beeld, geen nieuws' is het motto van de huidige nieuwsmallemolen, de Israëlische regering heeft dit goed in de oren geknoopt. Beelden van Palestijnse slachtoffers of Israëlische activiteiten in de Palestijnse gebieden zijn schaars. Ongewenste pottenkijkers worden niet zomaar geduld.

Exemplarisch hiervoor zijn de courante aanvallen van het IDF (Israeli Defense Forces) op journalisten die de wantoestanden in de bezette gebieden wensen aan te kaarten. Het Palestinian Centre for Human Rights registreerde sinds de aanvang van de Tweede Intifada 344 Israëlische aanvallen op journalisten, waarbij acht journalisten het leven lieten.

Censuur

In het gevecht om de controle over het vertoog rond het Israëlisch-Palestijnse conflict, worden de machtsverhoudingen overduidelijk. Slechts één Israëlische (Amira Hass) en een handvol internationale journalisten verslaan vanuit de bezette gebieden.

Internationale en Palestijnse journalisten worden onder vuur genomen, bedreigd, gecensureerd en onder druk gezet. Hun materiaal wordt in beslag genomen of hen wordt simpelweg de toegang geweigerd. De productie van beelden over de wantoestanden in de Palestijnse gebieden wordt zo goed als onmogelijk gemaakt.

Ook geproduceerde beelden vinden niet per definitie de weg naar de nieuwsconsument. De internationale persagentschappen ontspringen de dans niet: censuur door de Israëlische regering, door mediamagnaten, zelfcensuur en druk van lobbygroepen zijn niet uit de lucht gegrepen.

Volgens de internationaal gerenommeerde oorlogsjournalist Robert Fisk neemt de beschimping van iedereen die kritiek durft te leveren op Israël of de waarheid wil vertellen over de Palestijnse opstand McCarthyaanse vormen aan.

De BBC kan hierover een aardig woordje meepraten. Naar aanleiding van de documentaire Israëls secret weapon kondigt de Israëlische regering op 1 juli 2003 aan alle banden te verbreken met de gerenommeerde omroep. De beschuldiging luidt als volgt: de BBC 'demoniseert' Israël. Zelfs CNN kent deze werkwijze. Reeds geproduceerde beelden en kritische woorden over de Israëlische staat worden met alle mogelijke middelen bevochten.

Beeldmonopolie

Het nieuws op onze schermen is vaak een aaneenrijging van persconferenties en gecensureerde beelden. Beelden van Israëlische vernietigingen in de bezette gebieden en de Palestijnse slachtoffers zijn een ware zeldzaamheid gezien de frequentie en de aard van deze grove schendingen van de mensenrechten.

Zo stevent Israël af op een monopolie over de berichtgeving over het conflict. Het verhaal en de beelden worden zorgvuldig in lijn gebracht met het 'nationaal belang' van de staat Israël. Intensief lobbywerk, censuur, mediawoordvoerders en andere 'middelen' worden hierbij niet geschuwd.

De internationale opinie moet blijkbaar met alle macht verblind worden met de zoveelste opvoering van the good and the bad. De grote kracht van dit vertoog zit verscholen in de woorden die de dagelijkse beelden in de media begeleiden. Bepaalde concepten zijn onlosmakelijk verbonden met bepaalde partijen in het conflict en kleuren dagelijks onze blik.

De impact van de constante categorisering van de Palestijn als terrorist, volgend op een beslissing van de Israëlische regering in de jaren '70, kan men bijvoorbeeld moeilijk over het hoofd zien. Ook het feit dat voornamelijk de Israëlische militaire acties als verdedigings -of vergeldingsacties getypeerd worden, betekent in de hoofden van de nieuwsconsumenten natuurlijk dat Israël slechts 'reageert op het onrecht' dat de Palestijnen hen aandoen. Over Israëlisch terrorisme worden zeer zelden gesproken. De bezetting is al helemaal een taboe, tenzij het kadert in nieuwe Israëlische 'vergeldingsacties'.

Deze manier van spreken over het conflict heeft de overhand genomen in de (beeldende) pers. Heeft iemand een herinnering bij het concept van een Palestijns recht op veiligheid? Hoeveel beelden kan men voor de geest halen van Palestijnse slachtoffers? Hoeveel mensen denken bij bantoestans en apartheidspolitiek naast Zuid-Afrika ook aan de Palestijnse gebieden? Wie denkt aan Israëlische acties bij het horen van het concept 'terrorisme'?

Democratie

Op de vraag wat de essentiële verschillen zijn tussen Israël en de Palestijnen antwoordt Premier Sharon: 'O, ze zijn anders. Israël is een democratie. De enige democratie in dit deel van de wereld.'

Het concept democratie wordt ook in de internationale gemeenschap consequent gehanteerd als de scheidslijn tussen ons en de ander in het conflict. De Belgische minister van Staat Marc Eyskens verwoordt het als volgt: 'Frustrerend blijft dat veel moslimlanden (...) heel slecht scoren, (...), in tegenstelling tot Israël dat gekenmerkt wordt door een pluralistische democratie met grote vrijheid van meningsuiting.'

Gezien de censuur en werkomstandigheden van journalisten in Israël kan men niet anders dan grote vraagtekens plaatsen bij deze vorm van 'vrijheid van meningsuiting'. Dan wordt er nog gezwegen over de jarenlange bezetting en kolonisering van het Palestijnse land. Desalniettemin wordt Israël sinds de Tweede Wereldoorlog gezien als een Westers en democratisch bastion in een 'islamitische wildernis'.

'In het Midden-Oosten heb je als Arabier nergens zoveel vrijheid als in Israël (...) Israël schendt regelmatig de regels, maar Israëls vijanden hebben niet eens regels', is de 'subtiele' boodschap van Midden-Oosten correspondent Joris Luyendijk in zowel NRC-Handelsblad als de Standaard.

In deze 'kwaliteitskranten' bij uitstek mag Luyendijk uitvoerig zijn verhaal doen. Weinig bewijzen voor bovenstaand citaat worden niet nodig geacht. Niets wijst erop dat de journalist afstand neemt van deze Israëlische propaganda, het wordt als een waarheid geponeerd. Decennia na de introductie op de markt is dit statement nog steeds een even vlot verkopend argument om de intrinsieke goedheid van Israël te bewijzen.

Men hoeft geen verantwoording meer te geven voor het feit dat Israël een onderscheid maakt tussen staatsburgerschap en nationaliteit. De institutionalisering van dit gegeven mondt nochtans uit in wettelijk racisme en segregatie. Dit is duidelijk zichtbaar in de sociaal-economische context waarin de Palestijnse Israëli's leven: de armoede is hoger, de 'infrastructuur voor Palestijnen' is minder goed uitgebouwd, zij zijn nagenoeg niet vertegenwoordigd in de hoge klassen in Israël...

De wettelijke discriminaties die het hardst in het oog steken zijn de Wet op de Terugkeer en de Wet op het Land. De eerste wet stelt dat alle joden ter wereld mogen migreren naar Israël, de in 1948 gevluchte Palestijnse bewoners hebben dit recht niet. De tweede wet onteigent alle land van de Palestijnse vluchtelingen (ongeveer 90% van de oppervlakte van Israël) ten voordele van het Joods Nationaal Fonds, dat alleen aan joden mag verhuren.

De invulling van de Israëlische democratie heeft dus veel gelijkenissen met het Zuid-Afrikaanse apartheidsysteem. Toch denkt de gemiddelde nieuwsconsument bij Israël spontaan aan een Westerse democratische staat.

Veiligheid

Het concept veiligheid is de laatste twee decennia in de geïndustrialiseerde landen gemeengoed geworden. Ook in Israël staat veiligheid hoog op de politieke agenda en dit kan op begrip rekenen van het Westen. President Bush stelt zeer expliciet: 'Ik heb het de premier (Sharon, red.) zeer duidelijk gemaakt dat Israël het recht heeft om zich te verdedigen en dat Israël zich niet geremd moet voelen als het op de verdediging van het thuisland aankomt.'

Over het Palestijnse recht op veiligheid wisten Bush en anderen niets te zeggen. Natuurlijk heeft Israël recht op veiligheid, maar de Palestijnse bevolking heeft evengoed dit recht. Dit is een cruciaal onderdeel van elk mogelijk antwoord zou men denken, maar net dáár wringt het schoentje.

Het concept veiligheid staat momenteel ten dienste van de 'verantwoording' voor de bezetting van de Palestijnse bevolking en hun land, de inbreuken op hun veiligheid. Om de eigen bevolking te beschermen mag men blijkbaar een volk en hun land aan zich onderwerpen: '(...) wij (zijn) niet in staat die gebieden te verlaten tot de daar verblijvende terroristen zich aan ons overgeven.' De Palestijnen worden gezien als terroristen, bijgevolg bedreigen enkel Palestijnen 'de veiligheid'. Zo verwerft Israël haar paradoxale slachtofferrol.

De werkelijke oorzaak van het conflict mag absoluut niet centraal staan in de verklaringsmodellen. De Israëlische bezetting en koloniseringpolitiek in de Palestijnse gebieden, is in het mediadiscours omgedoopt tot de 'Israëlische veiligheidspolitiek'. Net deze Israëlische 'veiligheidspolitiek' is in werkelijkheid de oorzaak van de huidige malaise.

Islam

Ook de 'tragische cultuurverschillen' staan in de media centraal in de aangeboden verklaringen van het conflict. De islamcultuur van de Palestijnen is het 'probleem', zij zouden immers geen vrede willen. Zo kan Israël het slachtoffer zijn van de Palestijnse terreur, in plaats van de bezetter die kost wat kost aast op hun land en grondstoffen.

De vroegere communistische vijand is ter ziele gegaan, de opvolger was even snel gevonden. Sinds de jaren '70 stijgt de aandacht voor de islam in de westerse pers. Het is een hot item sinds de val van de Shah in Iran, de oliecrisis, de Rushdie-affaire en het Israëlisch-Palestijnse conflict.

Er wordt een islamitische bedreiging geconstrueerd met concepten als 'islamitisch fundamentalisme', 'terrorisme', 'irrationeel', 'dictatuur', 'traditioneel', 'vrouwonvriendelijk' en 'middeleeuws'. Toeval of net niet?

De kern van het conflict is de traditionele islamcultuur. Het ontgaat velen blijkbaar dat de Israëlische bezetting de oorzaak van het Palestijnse verzet is. Het is een "modern" conflict, met een sociaal economische grondslag namelijk een verzet tegen de sociale en economische onderdrukking en voor gelijke rechten. Het is dan ook geen strijd tussen joden en moslims zoals velen beweren, maar een conflict tussen Israël en de Palestijnse bevolking.

Angst

In een democratie dient een bevolking echter in te stemmen met het 'veiligheidsgeweld'. In de huidige politieke termen: men moet het verkopen aan het volk. De klassieke oplossing is angst installeren. Het demoniseren van de vijandelijke leider is hiervoor een wijdverspreide en dodelijk efficiënte techniek. Na Bin Laden werd Saddam Hussein de verpersoonlijking van de 'wereldbedreiging' die uitgaat van 'de islam'.

De Verenigde Staten en Israël delen dezelfde ervaringen en dezelfde vijanden. Er wordt terug gespeeld op de creatie van een gemeenschappelijke identiteit, om de 'oorlog tegen het terrorisme' door te voeren. Arafat is net zoals Saddam of Bin Laden en die moeten uitgeroeid worden: 'Wij proberen alle leiders van het terrorisme te vermoorden en Arafat is zo'n leider. Op moreel vlak is er geen enkel verschil in een moord op Arafat of andere terroristische chefs.'

Deze boodschap wordt de consument ingeprent via allerlei subtiele en minder subtiele wegen. De machtige Richard Perle stelt het zo: 'Maar vrede is onmogelijk zolang de Palestijnen geleid worden door een corrupte dictator, moordenaar en terrorist.'

Een Israëlische legergeneraal beschuldigde de Palestijnse leider Yasser Arafat ervan terreur te gebruiken als een middel om zijn doel te bereiken en de terreurbeweging Hamas in te zetten tegen Israël. Hij noemde Arafat de grootste bedreiging voor Israël.

President Bush verwoordt het in een toespraak aan de Algemene Vergadering van de VN als volgt: 'The Palestinian cause is betrayed by leaders who cling to power by feeding old hatreds, and destroying the good works of others'.

Wreedheden

'De honderdste zelfmoordaanslag in drie jaar trof een overvolle bus die ultra-orthodoxe gezinnen en schoolkinderen vervoerde die van de Klaagmuur en school op weg naar huis waren', zo meldde de Standaard op 22 oktober 2003. Deze gruwelijke aanslagen roepen afschuw en medeleven op, elke aanslag is er één teveel!

Journalisten echter, hebben een perverse relatie met elke aanslag. Sensatie verkoopt immers en deze beelden worden niet gecensureerd. Als gevolg ontstaat er in de mediaberichtgeving het beeld van een Palestijns monster, dat terreur zaait, om angst te oogsten. Nagenoeg elke aanslag is één 'van de zwaarste aanslagen ooit in het Nabije Oosten'.

Palestijnse aanslagen worden breed uitgesmeerd in onze kranten. Meestal wordt een halve tot volle pagina besteed aan het Israëlische leed en de gruwelijkheid van de aanslag. De lezer wordt meteen met de neus op de verschrikkelijke feiten gedrukt door de gedetailleerde foto's op de frontpagina.

Over de Palestijnse slachtoffers en de Israëlische gruwelen krijgen we geen uitvoerige beschrijvingen, maar meningen van Israëlische en Palestijnse woordvoerders. Een artikel onder de titel 'Israëlisch leger opent vuur op groep Palestijnse kinderen' krijgt in de Morgen een bescheiden plaats toegewezen op pagina 6. Indien het Israëlische kinderen en Palestijnse daders zijn, is het dan sensationeel voorpaginanieuws?

Waarom zien we zo weinig beelden van platgewalste huizen in de bezette gebieden, van Palestijnen die illegaal in de Israëlische gevangenissen verblijven?

Een inventarisatie van het aantal Israëlische wandaden wordt nergens vermeld. Dit is niet toevallig, maar verraadt volgens Morelli, auteur van het boek Elementaire principes van oorlogspropaganda (2001) een systematiek: 'Verhalen over de wreedheden van de vijand vormen een essentieel onderdeel van de oorlogspropaganda. (...) ze doen geloven dat de vijand het alleenrecht heeft op zulke wandaden, terwijl het eigen leger ten dienste staat van de bevolking, zelfs van de vijandelijke bevolking, die van onze troepen houdt.'

Vergelding

Het irrationele islamitische monster is de ideale manier om de bevolking en de internationale gemeenschap te overtuigen dat Israël zich moet 'verdedigen'. Het Israëlische antwoord is gebaseerd op 'feiten' en dus 'rationeel van aard'. Deze programma's worden bijgevolg geslikt als een noodzakelijk kwaad. Immers 'Israël wordt bedreigd met de vernietiging'. Er wordt niet vermeld dat Israël militair superieur is in het ganse Midden-Oosten.

Wel verschijnen er koppen als 'Palestijnse zelfmoordaanslagen onderstrepen onmacht Israël' en 'Israëli's zijn stilaan murw geslagen'. Dit terwijl sinds de start van de tweede intifada 2256 Palestijnen zijn vermoord en er ongeveer 36.000 gewonden zijn gevallen, ten opzichte van 370 Israëlische dodelijke slachtoffers. Dan wordt er nog niet gesproken over het traumatische afbraakbeleid en het versmachten van het Palestijnse leven.

De VS hebben dit ook 'bij toeval uit het oog verloren'. Richard Perle stelt: 'De Israëlische regering valt niets te verwijten. De acties die ze ondernemen in de bezette gebieden, zijn gelegitimeerd. Het is een daad van zelfverdediging, wij hebben niet het recht om daar kritiek op te leveren.'

Onder de noemer van de Israëlische veiligheid kan de kolonisering van de Palestijnse gebieden worden voortgezet. Israëlische terreur bestaat niet als we onze kwaliteitsmedia mogen geloven. Israël 'verdedigt' en 'vergeldt' en heeft hier het recht toe: '(...) tot Israëlische vergeldingsmaatregelen leidde.' 'Ter vergelding van de zware aanslag in de kuststad Netanya woensdag, is het Israëlische leger gisteren met tientallen tanks en bulldozers naar Ramallah opgerukt.'

Routekaart

Het Israëlische discours vormt een 'kennisveld' om het conflict te begrijpen. Dit veld vormt een geheel van regels die bepalen wat wel en wat niet gezegd kan worden. De subjecten van het discours worden hier aan onderworpen, waardoor de producenten macht verwerven over de Palestijnse bevolking en hun land.

Dit komt heel duidelijk tot uiting in het totstandkomen van de Roadmap to Peace. Terwijl de Palestijnse Autoriteiten (PA) zich volledig akkoord verklaren met het bestand, krijgt Israël het voorrecht nog vijftien veranderingen te eisen. De belangrijkste eis van Israël zegt dat het proces 'sequentieel' doorgevoerd moet worden en niet 'parallel'.

Dit heeft gevolgen als we de doelstellingen van de Routekaart naar Vrede bekijken: 'Een tweestaten oplossing voor het conflict tussen Israël en de Palestijnen is alleen mogelijk als er een einde komt aan het geweld en terrorisme, als het Palestijnse volk een leiderschap heeft dat daadwerkelijk optreedt tegen terreur en bereidt en in staat is om een democratie op te bouwen gebaseerd op tolerantie, respect en vrijheid en door de bereidheid van Israël om alles te doen wat noodzakelijk is om een democratische Palestijnse staat te kunnen vestigen (..)'

De machtsverhoudingen worden meteen duidelijk: de eerste stap eist dat de Palestijnse Autoriteiten een einde maken alle Palestijnse terreur. Daarnaast worden de PA verondersteld om zonder steun een democratische staat op te bouwen met volwaardige instituties. Dit moet gebeuren nadat Israël alle instellingen platgewalst heeft en de helft van de administratie en veiligheidsdiensten gevangen genomen zijn.

De 'democratische staat Israël' dient klaar te staan om het lichtend voorbeeld te zijn, en op deze manier de Palestijnen te helpen om een democratie te worden. The White Man's Burden kan toch een harde taak zijn. De onderdrukten moeten aan onmogelijke eisen voldoen terwijl de bezetter geprezen wordt voor zijn democratie.

Met de eis tot sequentiële invoering moet Israël zich pas terugtrekken als het terrorisme volledig beëindigd is en Palestina een democratische staat is. Deze opzet is natuurlijk een vrijkaart voor de bezetter; de onderdrukten staan voor een onmogelijke opdracht.

Toch komt er eenzijdige Hudna (wapenstilstand) aan Palestijnse zijde waartegen op 19 augustus 2003 reeds 146 Israëlische overtredingen vastgesteld zijn. Zijn dit dan geen inbreuken tegen het akkoord of valt dit onder 'bereidheid van Israël om alles te doen wat noodzakelijk is om een democratische Palestijnse staat te kunnen vestigen'?

Vragen

Een elementaire doelstelling van elk indoctrinatieprogramma is om het bewustzijn van de lezer af te leiden van de werkelijke macht, van haar wortels en de vermommingen die zij aanneemt. Het huidige verhaal biedt dan ook geen antwoord op onderstaande vragen, ze worden eenvoudigweg niet gesteld.

Hoe kan men van een Palestijnse democratische staat spreken als Israël de bezetting niet opgeeft en de bantoestans blijven bestaan? Hoe kan men een staat opbouwen als Israël deze gebieden economisch vergrendelt? Hoe kan men een staat opbouwen in drie maanden, als Israël de Palestijnse veiligheidsdiensten en de administratie ontmanteld heeft? Hoe kan men het vertrouwen van het Palestijnse volk sterken, om in te stemmen met de routekaart terwijl Israël nog dagelijks Palestijns land 'confisceert' voor de bouw van een apartheidsmuur en kolonies, de Palestijnse huizen platgewalst worden, en hun olijfbomen gerooid worden? Hoe kan men mensen overtuigen om niet te reageren tegen de kolonisatie van hun gronden en de moord op familieleden. Hoe kan men...

Een dergelijk 'routeplan' zou in de Zuid-Afrikaanse context slechts hoongelach opgeroepen hebben. De routekaart is nagenoeg volledig gebaseerd op de vooronderstellingen van het Israëlische discours. Eén blik op het document en men krijgt de indruk dat het de Palestijnen zijn die bezetten, met Apachehelikopters bombarderen, gronden koloniseren, onwettige arrestaties plegen van duizenden mensen. Het Palestijnse islamitische verzet lijkt 'the root cause' te zijn van het conflict, niet de bezetting. De parallellen met het mediadiscours over het conflict zijn overduidelijk, met de huidige malaise als gevolg.

Het Israëlisch-Palestijnse conflict bevat naast politieke, economische en militaire dimensies ook belangrijke retorische en communicatieve componenten. Deze hebben tot doel de legitimiteit van de Israëlische 'veiligheidspolitiek' te bevestigen. Journalisten, woordvoerders en commentatoren worden net als politici en experts geconfronteerd met deze communicatieve goocheltruc. Aan hen de keuze.

Ico Maly

Een uitvoeriger versie van dit artikel verscheen eerder in het webzine Uitpers (#51, maart 2004), www.uitpers.be

 

Naar boven

 

 


..

 

 



Ravage
Archief
Overzicht 2004
Overzicht # 4

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Naar boven