Uit:
Ravage #4 van 19 maart 2004
Het
onderhuidse getto
'Het
is makkelijker de joden uit het getto te krijgen dan het getto uit
de joden!' Volgens de Israëlische vredesactivist Uri Avnery
krijgt dit gezegde van de vroege zionisten met de bouw van de muur
opeens nieuwe betekenis.
In
Den Haag is de procedure bij het Internationaal Gerechtshof begonnen.
De mensen achter de Israëlische premier Sharon begrijpen dat
ze geen schijn van kans maken het te winnen en besloten daarom de
zittingen te boycotten. In plaats van hun zaak voor de rechtbank
te bepleiten, besloten ze een straatprotest te houden, volgens het
klassieke Israëlische principe: 'Als je argumenten zwak zijn,
schreeuw dan harder!'
Binnen
in de rechtbank werden de juridische argumenten uiteengezet. Vertegenwoordigers
van de Palestijnen betogen dat de muur illegaal is, omdat deze midden
in de Westbank wordt opgericht. In hun visie kan Israël uit
angst voor zelfmoordaanslagen een muur bouwen aan haar grenzen,
maar niet in het hart van de bezette gebieden, waar de muur de Palestijnse
bevolking gevangen zet in enclaves. Niemand weersprak dit argument
in de rechtszaal.
Slachtoffers
Sharon's
mensen organiseerden buiten op straat ondertussen een kleurrijk
spektakel. Als media-gimmick hadden ze het wrak van een ontplofte
bus overgebracht uit Israël, compleet met experts in het verzamelen
van lichaamsdelen. De Israëlische ambassade verspreidde foto's
van de 900 slachtoffers, in een optocht van joodse studenten werden
ze meegedragen. De boodschap: de joden lijden; ook in Israël
zijn ze het slachtoffer van pogroms.
Later
die dag hielden de Palestijnen hun eigen spektakel. De 3000 Palestijnse
slachtoffers van de intifada werden er betreurd, evenals het lijden
van de Palestijnse bevolking onder de bezetting. Inwoners van Den
Haag kregen een soort wereldkampioenschappen slachtofferschap voorgezet.
De
wereldmedia besteedden enkele minuten zendtijd aan de taferelen,
gelijkelijk verdeeld over de beide partijen. Voor hen was het belangrijkste
nieuws vooral wat er binnen in de rechtbank plaatsvond.
In
Israël werd een totaal ander beeld overgebracht. Op een manier
die aan de Sovjet Unie deed denken, sprongen de media eensgezind
in het gelid om de hersenspoeling mogelijk te maken. Alle tv- en
radiozenders en alle kranten leverden zonder uitzondering hun bijdrage
aan deze nationale inspanning. Van 's ochtends vroeg tot 's avonds
laat werden door alle zenders continu beelden uit Den Haag uitgezonden
en werd de indruk gewekt dat de hele wereld aan het Israëlische
straatspektakel gekluisterd zat.
De
rechtszaak zelf werd afgedaan als onbelangrijk, een miserabele vertoning
van Arabieren en andere anti-semieten. De Israëlische demonstratie
daarentegen werd tot wereldschokkende gebeurtenis gemaakt. De ontplofte
bus verscheen tientallen keren op alle tv-zenders, net als de nabestaanden
van de slachtoffers. Steeds opnieuw.
De
Palestijnse demonstratie kreeg, net als de rechtszaak, enkele seconden
aandacht. Om te laten zien hoe onbevooroordeeld we zijn, mocht een
Palestijnse afgevaardigde ook nog drie zinnen zeggen.
Overwinning
Maar
de boodschap voor de Israëlische kijkers en luisteraars was
ondubbelzinnig: dit was een enorme Israëlische overwinning.
De hele wereld begrijpt nu dat wij in dit verhaal de slachtoffers
zijn, dat de Palestijnen terroristen zijn, dat de muur nodig is
om onze levens te redden, dat 'de levens van joden belangrijker
zijn dan de kwaliteit van leven van de Palestijnen' - een zin die
de hele dag door herhaald werd.
Een
schare legerofficieren, personeel van veiligheidsdiensten, verslaggevers,
commentatoren en professoren kletsten honderduit op alle zenders,
en allemaal zeiden ze precies hetzelfde: wij worden aangevallen,
wij zijn de vervolgden, de Arabieren zijn moordenaars, wij verdedigen
onszelf. Geen woord over de bezetting. Waarom ook, wat heeft die
ermee te maken?
Gelijktijdig
met de uitzendingen demonstreerden Israëlische vredesgroeperingen
tegen de muur, voor het huis van de premier in Jeruzalem. Op staatszender
Kanaal 1 was dit protest welgeteld vier seconden in beeld. De hele
dag lang kwam op geen van de zenders iemand aan het woord die tegen
de muur is, of vóór het Internationaal Gerechtshof.
Dit
alles is vrij griezelig, aangezien het plaatsvindt in een democratie.
Er is geen KGB of Gestapo die het leven van journalisten bedreigt,
geen Goelag of concentratiekamp voor degenen die afwijken van de
officiële lijn. Het wordt allemaal vrijwillig gedaan, uit innerlijke
overtuiging.
Getto
De
dag na de eerste rechtszitting verklaarde de Israëlische staatssecretaris
van Defensie, Ze'ev Boim, in de Knesset dat alle moslims geboren
moordenaars zijn, dat het in hun genen zit.
Een
persoonlijke vriend van Ariel Sharon onthulde op televisie: 'Arik
vertelde me dat hij zich ernstig zorgen maakt over het opkomende
christelijke anti-semitisme. Zoals bijvoorbeeld in Mel Gibson's
film the Passion of the Christ. Nu is ook een groot deel van de
moslim-wereld besmet met anti-semitisme.'
Dit
is de mentaliteit van het getto. We hebben de staat Israël
gecreëerd om een normale natiestaat te worden, 'een volk tussen
volkeren'. De gebeurtenissen van de voorbije tijd laten zien dat
we hier niet in zijn geslaagd. Het getto zit diep binnenin ons.
Dit
zet de scheidingsmuur ook in een ander licht. Deze sluit de Palestijnen
op in enclaves, maar brengt ook ons terug naar de realiteit van
het getto, en niet alleen in fysieke zin.
De
strijd tegen de muur kent vele facetten. Het is niet alleen een
strijd om de bewoners van de Westbank te bevrijden van het monsterlijke
obstakel dat hun leven in een hel verandert en de druk opvoert om
hun 'vrijwillig' vertrek te bespoedigen.
Het
is niet alleen een strijd om de twee volken van dit land te bevrijden
uit een situatie die hen tot steeds groter uitdijende kringen van
bloedvergieten dwingt. Het is ook een strijd om de Israëlische
natie te bevrijden uit het getto binnen in onze harten.
Uri
Avnery
Avnery
is woordvoerder van de Israëlische vredesgroep Gush Shalom
Naar
boven |