Uit:
Ravage #4 van 19 maart 2004
Jezus
zonder charisma
Controversieel
of niet, het spektakel heeft te weinig diepte om de toeschouwer
écht te raken. Mel Gibson heeft zijn fanatieke religieuze
ijver gebruikt om van The Passion of the Christ een meeslepende
martelkamer van het lijden van Jezus te maken.
Al
een half jaar lang beheerst de verfilming van de laatste twaalf
uur van het bestaan van Jezus van Nazareth de media in de Verenigde
Staten. Het staat onomstotelijk vast dat de 48- jarige regisseur,
schrijver en producent van de film The Passion of the Christ, Mel
Gibson, van Jezus houdt en een zeer gelovig mens is.
Met
25 miljoen dollar eigen kapitaal, een stel grotendeels onbekende
acteurs en een aantal vakkundige technici, waaronder de sublieme
cameraman Caleb Deschanel, heeft Gibson de bloederigste weergave
tot nu toe van de kruisiging van Jezus in beeld gebracht.
Belangrijk
trefwoord in de controverse rond deze film is de zeer beladen term
antisemitisme. Dat heeft onder meer te maken met de vader van Gibson,
Hutton Gibson, die Amerika's meest prominente ontkenner van de Holocaust
heet te zijn. Vader Gibson publiceerde twee boeken die de hervormingsgezinde
stromingen van de katholieke kerk aanvalt. En hij stichtte bovendien
zijn eigen reactionaire katholieke beweging.
Volgens
Hutton Gibson's wereldbeeld is het tweede Vaticaanse concilie van
1962-65 een joods complot om de katholieke kerk te vernietigen,
en is de Holocaust een joods verzinsel om sympathie op te wekken.
Mel Gibson schijnt dit wereldbeeld niet te delen, maar hij groeide
op in het gezin waar dergelijke denkbeelden verkondigd werden. Ook
weigert zoon Gibson hardnekkig publiekelijk afstand te nemen van
de denkbeelden van zijn vader.
Provocatie
Afgelopen
zomer begon Gibson's productiemaatschappij met het organiseren van
screenings en samenkomsten voor hun welgezinde religieuze leiders
en reactionaire opiniemakers als Peggie Noonan. Dit provoceerde
allerlei joodse organisaties, en ook de invloedrijke columnist van
de New York Times Frank Rich, die via zijn columns ten strijde trok
tegen de film.
Met
dit mediabombardement in het achterhoofd is het moeilijk om enigszins
objectief de film te ondergaan. Het is waar dat de Farizeeërs,
de Joods orthodoxe hogepriesters, als bloeddorstige creaturen worden
verbeeld, maar dat geldt evenzeer voor de Romeinen die ook geen
compassie tonen.
De
film kan echt geen antisemitisch pamflet genoemd worden. Het is
eerder de publiciteit eromheen, met die lastige vader van Gibson
die niet uit de media is weg te krijgen, die de antisemitische sentimenten
voedt. Al die controverse heeft de marketing van de film onbedoeld
vleugels gegeven.
In
eerste instantie was de film bestemd voor een art-house publiek,
ook al omdat in de film Aramaic en Latijns gesproken wordt met Engelstalige
ondertitels, maar kwam uiteindelijk toch terecht op maar liefst
drieduizend bioscoopschermen, om in een razend tempo de 100 miljoen
recette grens te nemen. De passie van Jezus is een gigantische hit.
Haat
De
problematische aspecten van de film worden fraai verwoord door de
Amerikaanse criticus Andrew Sarris: 'Er is een duidelijke breuk
tussen de woorden van Jezus en de brutale en gewelddadige beelden
op het scherm. Waar de woorden liefde, liefde, liefde zeggen, vertolken
de geluiden en beelden haat, haat, haat'.
Het
valt toe te juichen dat de film niet het gebruikelijke zondagsschool
beeld van Jezus geeft. Toch heeft het spektakel te weinig diepte
om de toeschouwer écht te raken. Gibson heeft zijn fanatieke
religieuze ijver gebruikt om van The Passion of the Christ een meeslepende
martelkamer van het lijden van Jezus te maken.
Het
gespierde lichaam van acteur James Caviezel als de Jezus-figuur
wordt bijna twee uur lang geteisterd met zweepslagen en ander geweld.
Soms lijkt de camera bijna verlekkerd in te zoomen op al die rivieren
van bloed. Dit lijkt een specialiteit van Gibson te zijn. In een
groot aantal van zijn films wordt hij uitvoerig gemaltraiteerd,
om vervolgens in de laatste acte wraak te nemen.
De
broodnodige catharsis ontbreekt in deze film, want Jezus stierf
tenslotte aan het kruis. De film is een indrukwekkend spektakel
van geweld en haat, maar waar is het humanistische gedachtegoed
en spirituele charisma van Jezus gebleven?
Dat
gedachtegoed wordt in een aantal houterige flashbacks plichtmatig
uit de doeken gedaan. Misschien is een grondige kennis van het Nieuwe
Testament, die de beoogde doelgroep van devote christenen hebben,
dan wel handig.
Ulrik
van Tongeren
Naar
boven |