Uit:
Ravage #12 van 19 september 2003
Benepen
cultuurcommissarissen
In
tegenstelling tot eerdere sombere voorspellingen gaat er dit jaar
weer en groot aantal Nederlandse films in première op het
Nederlands Filmfestival. Helaas kiezen veel filmmakers voor commercieel
succes.
Het
Nederlandse Film Festival is verdomd moeilijk te negeren. Van 24
september tot en met 3 oktober vindt de 23ste editie plaats in Utrecht.
Tien dagen lang wordt een gigantisch programma gepresenteerd met
zeventig premières van speelfilms en documentaires, talkshows,
lezingen, seminars, de eerste Hollandsche Filmnacht, retrospectieven,
hommages en een nieuw festivalprogramma voor studenten onder het
motto Frisse Blik.
De
voorspelling van verleden jaar dat er veel minder films geproduceerd
zouden worden, is niet uitgekomen. Behalve de films die in Utrecht
in première gaan, komt er een groot aantal verfilmingen van
jeugdboeken en remakes van tv-series aan. Dat betekent voorspelbaar
commercieel succes. Of treedt er zoiets op als verzadiging bij het
publiek?
Het
zou toch mooi zijn als er weer eens wat onvoorspelbare, risicovolle
films geproduceerd worden. Dat soort films blijven witte raven.
Toch heeft de weerbarstige Alex van Warmerdam eindelijk zijn Grimm
gemaakt. Dit schitterende, ondoorgrondelijke en gitzwarte sprookje
is de grote afwezige op het festival, en gaat pas vanaf 4 december
in roulatie.
Onder
de noemer Vlaams Panorama wordt de Vlaamse film Any Way The Wind
Blows vertoond, het regiedebuut van dEus-zanger Tom Barman. Het
is een caleidoscopisch portret van acht personages die in een zomers
Antwerpen elkanders pad kruisen. Een uiterst originele film die
conventies aan zijn laars lapt.
Regisseur
Barman's fraaie intentieverklaring; ,,Ik herkende mijn leefwereld
niet in Vlaamse films. Ik wilde een tegenwicht bieden aan voorspelbare,
iedereen behagende films. Cinema kan iets persoonlijkers zijn dan
een verfilmd verhaaltje. Het kan een levensbeschouwing reflecteren,
een sfeer of een malaise.''
Het
is onbestaanbaar dat een film als Any Way The Wind Blows in Nederland
ondersteund wordt door het Filmfonds of een van de andere fondsen.
Het past niet in het denkraam van de benepen cultuurcommissarissen
die gretig geld bijdragen aan commerciële projecten. Nochtans
gaan we niet alleen voor escapisme naar de bioscoop, maar ook om
iets over onszelf te leren.
Aangrijpend
De
documentaires ontsnappen nog enigszins aan de bekrompen concepten
van de subsidiegevers. Opmerkelijk zijn de verbazingwekkende reizen
die Nederlandse filmers maken. Ayfer Ergün ging naar Pakistan
voor haar documentaire Tegen mijn wil, over eremoorden. Het is een
aangrijpend onderwerp, maar waarom duizenden kilometers reizen,
terwijl volgens de media de Nederlandse multiculturele samenleving
op het punt staat te imploderen? Zouden filmers niet dichter bij
huis moeten blijven om te reflecteren wat hier gebeurt?
Maarten
de Kroon en Pieter-Rim de Kroon deden dat met hun fascinerende documentaire
Hollands Licht. Hun doelstelling was om erachter te komen of er
zoiets bestaat als een uniek Hollands licht. Ze namen als startpunt
de schilderijen van Vermeer, Van Goyen en andere grote schilders
en verzamelden een jaar lang beelden vanaf een vaste plek op een
dijk tussen Monnikendam en Marken. Bovendien gebruikten ze de getuigenissen
van wetenschappers en kunstenaars om een veelzijdig beeld te schetsen
van ons mythische 'Hollandse Licht.'
Andere
kernpunten van het programma zijn onder meer de vertoning van het
complete werk van regisseur Fons Rademakers. De beste acteur van
de Lage Landen de Vlaming Jan Decleir staat als Gast van het Jaar
centraal. Ook het werk van scenarioschrijver Maria Goos komt uitvoerig
aan bod. Haar aanwezigheid in meerdere seminars zal borg staan voor
interessante kijkjes in de keuken van de scenarioschrijver.
Ulrik
van Tongeren
www.filmfestival.nl
Revolutionair
meesterwerk
Jacques
Tati's Playtime uit 1967 is nog steeds een revolutionaire film en
een van de grote meesterwerken uit de wereldcinema. Maar waarom
is de film revolutionair?
Volgens
filmconventies is er een duidelijke scheiding tussen onderwerp en
achtergrond. De kijker volgt een personage in een handeling, de
achtergrond wordt daardoor onderdeel van die handeling. Daarentegen
heeft in Playtime elk personage dezelfde status als de gebeurtenissen
om hem heen. De personages verdwijnen als het ware in de achtergrond,
dat maakt de film tot een desoriënterende ervaring.
In
zijn films voor Playtime experimenteerde Tati hier al mee, maar
die films hadden toch min of meer een plot. De plot van Playtime
kan worden samengevat als 'mensen verdwaald in een doolhof van moderne
architectuur'. De film is een geniale satire op de mens gevangen
in het moderne leven, en in de wurggreep van de globalisering, geïllustreerd
door de dialogen, een onverstaanbare mengeling van Frans, Duits
en Engels.
Playtime
wordt in Amsterdam in een 70mm gerestaureerde kopie gedraaid en
daarna vertoont een aantal filmhuizen de gerestaureerde 35mm versie.
Er is een duidelijk onderscheid tussen beide formaten, het grotere
negatief geeft oneindig meer details en een grotere scherptediepte.
Dat is juist essentieel voor een film als Playtime, waar een ongelofelijke
hoeveelheid grappen, objecten, mensen, levende en dode momenten
strijden voor aandacht.(UvT)
Naar
boven |