Uit:
Ravage #12 van 19 september 2003
Nieuw
simplistisch gevaar
'Nieuw
Nucleair Gevaar' van Helen Caldicott is een snelle introductie van
de immense problemen die momenteel worden geschapen door Amerika.
De werking van een groot aantal wapensystemen wordt helder uiteen
gezet. Maar het boek vertoont ook opvallend veel hiaten, zo constateert
Karel Koster.
Het
lezen van het boek van Helen Caldicott bracht bij mij een innige
tweestrijd teweeg. De meningen van Amerikaanse activisten over wat
er zoal gebeurt in de wereld van de bewapening zijn veelal sympathiek
en meeslepend. Dat is waarschijnlijk de reden dat Caldicott nog
steeds een grote aanhang heeft in kringen van vredesactivisten,
met name die van een vorige generatie.
Ondanks
het feit dat Caldicott in 'Nieuw Nucleair Gevaar' een opgewonden
toon aanslaat, is het een zinvolle opsomming van de ontwikkelingen
binnen het Amerikaanse militaire apparaat. Zo wordt de werking van
een groot aantal wapensystemen kort en helder uiteen gezet. De lijst
van ondernemingen en instanties die betrokken zijn bij de wapenproductie
is een nuttig hulpmiddel voor (Amerikaanse) activisten.
Simplistisch
Maar
er valt ook het nodige aan te merken op deze publicatie. Met een
opeenstapeling van sterk uiteenlopende processen biedt Caldicott
de lezer de indruk dat de VS een soort alles verwoestend monster
is, met dien verstande dat dit vooral de schuld is van de Republikeinse
regeringen. Door deze invalshoek worden de militaire ontwikkelingen
vooral gezien als een vorm van ziekte of gekte, wellicht verklaarbaar
door de medische achtergrond van de schrijfster, waar tegenover
slechts een oproep tot verzet wordt gesteld.
De
analyse van de politieke krachten die de Amerikaanse bewapening
voortdrijven is echter simplistisch en moraliserend. Omdat het boek
sterk op Amerikanen is gericht, en ook geneigd is om de rest van
de wereld te beschouwen als machteloos, hulpeloos en onschuldig,
is het in Europa (en elders) nauwelijks bruikbaar.
In
de Nederlandse vertaling van uitgeverij Lemniscaat komt dit tot
uiting in de eenzijdige gerichtheid op de VS, de Amerikaanse bronnen
en Amerikaanse organisaties. Dat is op zich logisch omdat Caldicott
zich expliciet richt op de Amerikanen, maar het is toch wat vreemd
indien er in een Nederlandse vertaling geen enkele verwijzing is
opgenomen naar de organisaties in Nederland en België die zich
al jaren inzetten tegen kernwapens.
Nucleaire
bewapening
Caldicott
beschrijft in vlotte stijl een opeenstapeling van zowel nucleaire
als niet-nucleaire ontwikkelingen. Eigenlijk gaat het niet alleen
om voorbereidingen op een atoomoorlog, maar vooral om de bewapeningspolitiek
van de VS in het algemeen, met specifieke aandacht voor zaken zoals
het anti-raketsysteem, verarmd uranium, oorlog in de ruimte, nieuwe
kernwapens, het testprogramma voor kernwapens, etc.
Ze
beweert veel zonder duidelijke bronvermelding. In de kwestie van
de Russische nucleaire kofferbom (een soort mini-kernwapen ter grootte
van een koffer, die begin jaren '90 zouden zijn zoekgeraakt na het
uiteenvallen van de Sovjet-Unie) wordt zelfs geen enkele bron vermeld.
Dat is jammer, want er was destijds achter de schermen grote opschudding
over deze zaak.
Nu
gebruikt Caldicott deze affaire op precies dezelfde manier als de
Amerikaanse regering en haar bondgenoten: kernwapens kunnen door
terroristen in onze steden tot ontploffing worden gebracht. Zulke
onbewezen beweringen zijn handig om een paranoïde angstsfeer
op te roepen waarbinnen regeringen allerlei bevoegdheden naar zich
toetrekken.
Destabilisatie
De
schrijfster generaliseert er ook lustig op los. Een voorbeeld hiervan
is het gebruik van de term 'de stabiliserende plannen' van Bush:
de implicatie hiervan is dat Bush destabilisatie wil veroorzaken,
aldus Caldicott. Je kan de huidige Amerikaanse regering veel verwijten,
maar destabilisatie komt uitermate slecht uit in de aanloop naar
de presidentiële verkiezingen in 2004.
Destabilisatie
kan natuurlijk wel een uitvloeisel zijn van het beleid van Bush,
maar zo wordt het niet naar voren gebracht. In feite vindt er een
reeks maatregelen en beleidsstappen plaats die door verschillende
politieke en economische fracties in en rondom de Amerikaanse staat
worden voortgedreven maar die bepaald niet optimaal op elkaar worden
afgestemd.
Het
gegeneraliseer werkt soms storend door in niet onbelangrijke details:
de Patriot luchtafweerraket (ook in dienst bij het Nederlandse leger)
heeft geen atoomkop, zoals Caldicott beweert. En de ontwikkeling
van de B61m11 kernkop is op zichzelf geen schending van het Non-Proliferatie
Verdrag.
Dat
kan je overigens wel zeggen van het nucleaire beleid in het algemeen
van de kernwapenstaten, waaronder de VS: ze doen geen serieuze stappen
naar nucleaire ontwapening, zoals in art.6 van het verdrag is voorgeschreven.
Militarisering
Ook
in het debat over de ruimteoorlog (Star Wars, 'full spectrum dominance',
etc.) misleidt Caldicott de lezer. Ze beweert dat de militarisering
van de ruimte door de Outer Space treaty verboden is, maar dat klopt
niet. Dit verdrag verbood de plaatsing van massavernietigingswapens
in een baan om de aarde.
Onder
militarisering werd iets anders verstaan en heeft volgens de gangbare
definities allang plaatsgevonden. Militarisering houdt immers het
militaire gebruik van de ruimte in, bijvoorbeeld door spionage-
en communicatiesatellieten. Verdragsmatig is ook vastgelegd dat
er geen kernproeven in de ruimte mogen plaatsvinden.
Waar
de strijd momenteel om gaat is de zogenaamde 'weaponisation' van
de ruimte, het in omloop brengen van bijvoorbeeld anti-satelliet
of anti-raketwapens, onder ander in het kader van het anti-raketschild
dat de VS aan het bouwen is.
Overigens
is men in elitekringen in de VS en elders niet onverdeeld gelukkig
met deze plannen: het zakenleven (denk aan de immense telecommunicatie
belangen in verband met satelliet tv en radiostations) wil immers
rust in de tent, en als de VS regering begint met anti-satelliet
wapens in te zetten, kan de concurrentie dat ook gaan doen. Slecht
voor de zaken en het biedt een opening naar het voeren van een bredere
oppositie tegen ruimte bewapening.
Contradictie
Rondom
de raketschild kwestie is er nóg een contradictie die Caldicott
beschrijft, maar waar ze geen conclusies uit trekt: goed geïnformeerde
delen van de niet-gouvernementele oppositie in de VS (zoals de Union
of Concerned Scientists) stellen dat het anti-raketstelsel het helemaal
niet doet en dat alle tot op heden gedane proeven kunstmatig waren,
in die zin dat de randvoorwaarden geen enkele vergelijking met de
werkelijkheid konden doorstaan.
Er
zijn bijvoorbeeld immense problemen met het vinden van een kernkop
in de ruimte, zeker als er tientallen nep-kernbommen mee worden
gestuurd. Als dat zo is, waarom zoveel moeite doen om hier een principiële
kwestie van te maken? Als het systeem het niet doet, wat is precies
het probleem voor de internationale veiligheid? Daar draagt Caldicott
geen verklaring voor aan.
Over
de verarmd uranium kwestie is voldoende bekend om te kunnen stellen
dat er zeer waarschijnlijk grote gezondheidsproblemen zijn bij de
mensen die verbleven in gebieden waar die wapens werden gebruikt
(Afghanistan, Irak, Kosovo). Maar het is sterk overdreven om verarmd
uranium op één lijn te stellen met de gevolgen van
een nucleaire oorlog, zoals Caldicott doet als ze het heeft over
een 'radioactief slagveld' in het hoofdstuk 'Nucleaire oorlog in
de Golf en in Kosovo'.
Misverstanden
Ook
het geringe politieke inschattingsvermogen van Caldicott lijdt tot
misverstanden. Tegen het ombouwen van een radarstation in Engeland
ten behoeve van het Amerikaanse anti-raketschild is een vastberaden
maar kleine oppositie actief en geen massabeweging, zoals ze suggereert.
Ook
haar bewering dat 'vrijwel alle Europese landen fel tegenstander
(zijn) van elke vorm van star wars...' is onjuist, zoals bijvoorbeeld
bleek op de NAVO-top van najaar 2002. Daar werd juist een plan voor
een studie naar een 'missile defence' systeem aanvaard.
Caldicott
lijkt bovendien Europese regeringen en de oppositie binnen de Europese
landen door elkaar te halen. Het is haar wellicht niet duidelijk
dat een aantal Europese regeringen, waaronder de Nederlandse, nog
altijd de aanwezigheid van Amerikaanse kernwapens op hun grondgebied
dulden. Dat is niet het gevolg van immense druk uitgeoefend door
opeenvolgende Amerikaanse regeringen, maar de wens van die Europese
regeringen om op deze manier aan het Amerikaanse beleid gekoppeld
te worden.
Dit
soort nuances zijn van groot belang om een effectieve anti-kernwapen
strijd, of zelfs een algemene strijd tegen de Amerikaanse politiek
te voeren. Er is immers geen immense anti-kernwapen beweging, zoals
in de jaren '80. Wel een anti- oorlogsbeweging die er echter goed
aan doet om niet alleen de Amerikaanse regering van alles en nog
wat de schuld te geven, maar ook te letten op het Europese beleid.
Bondgenoten
Dit
boek is een snelle inleiding over de immense problemen die momenteel
worden geschapen door een bijzonder gevaarlijk Amerikaanse beleid.
Het is niet vreemd dat Amerikaanse opponenten van dit beleid hun
eigen regering de schuld van alles geven, en daarbij vergeten dat
de bondgenoten van de VS een belangrijke rol spelen in de legitimatie
van datzelfde Amerikaanse beleid.
Voor
mensen die in Europa of elders actief zijn, is het zaak om dat beleid
van hun eigen regering centraal te stellen in hun oppositie en tegelijkertijd
nauw contacten te onderhouden met de Amerikaanse oppositie in de
breedste zin van het woord. Dat is het beste recept voor een brede
en effectieve beweging.
Karel
Koster
Koster
is medewerker van het Antimilitaristisch Onderzoeks Kollektief.
Nieuw
Nucleair Gevaar; Kernwapens in de ruimte, de macht van de wapenindustrie
en de first-strike strategie van George W. Bush. Auteur Helen Caldicott,
uitgeverij Lemniscaat, 304 blz., ISBN 905637494.
Naar
boven |