Uit: Ravage #12 van 19 september 2003

In gesprek met 'de vijand'

Al geruime tijd voeren activisten onder de naam 'Koen' een harde campagne tegen de ABN-Amro. De geplaagde ABN-Amro heeft aangegeven bereid te zijn tot dialoog maar de radicale activisten geven geen krimp. Proefdiervrij en Wakker Dier zijn voorbeelden van pressiegroepen die de dialoog met bedrijven niet schuwen. In gesprek gaan met je tegenstander, heeft dat eigenlijk wel zin?

Als huisbankier van het primatencentrum BPRC in Rijswijk, stelt 'Actiecampagne Koen' de ABN-Amro bank medeverantwoordelijk voor het dierenleed van de 1600 apen die als proefdier gebruikt worden. Naast andere acties gericht tegen dit proefdiercentrum, worden sinds enkele maanden door het hele land bijna wekelijks pinautomaten en deuren van ABN-Amro gesaboteerd en met (bloed)rode verf besmeurd. Bij elkaar hebben de acties de bank al vele duizenden euro's gekost.

Eind juli liet de bank via de media weten bereid te zijn tot een gesprek, maar tot op heden hebben de dierenactivisten daarop niet gereageerd. In de Haagsche Courant zei ABN-Amro woordvoerder Geert Pielage op 15 augustus de acties laf te vinden. ,,Deze groep mensen wil geen dialoog met ons aangaan. We weten niet wie ze zijn, en los van hun kretologie weten we ook niet waar ze voor staan. Hun werkwijze leidt nergens toe'', aldus Pielage.

Eerder roemde hij in een krant het feit dat de bank in het verleden na overleg met Greenpeace een regenwoudpolicy heeft opgesteld, en op verzoek van de SP al haar banden met een clusterbomproducent heeft verbroken. Is een gesprek met 'de vijand' dan toch zinvol?

Aan het lijntje

Actiecampagne Koen liet ons desgevraagd weten dat ze in principe met niemand praat, niet met de pers noch met het 'doelwit' van haar acties. De dierenrechtenorganisatie Proefdiervrij daarentegen zocht in 1997 tijdens haar campagne tegen het BPRC wél de dialoog met dit grootste apenproefdiercentrum in Europa. Maar nadat bleek dat ze aan het lijntje werd gehouden, heeft de organisatie alle contacten verbroken.

,,Het bedrijf bleef er voortdurend op wijzen hoe moeilijk het wel niet was om met de dierproeven te stoppen, hoe zinvol het onderzoek was en hoe belangrijk ze waren. Ze weigerde ook maar iets toe te geven'', vertelt Marja Zuidgeest, directrice van Proefdiervrij.

,,Van die gesprekken werd keurig een verslagje gemaakt, waarmee het BPRC naar buiten toe mooie sier maakte'', zegt Zuidgeest. ,,Zo van 'Kijk, wij zijn in gesprek met Proefdiervrij'. We werden gewoon als excuus gebruikt.''

Over het algemeen vindt Proefdiervrij het zinvol om in gesprek te gaan met bedrijven waar zij actie tegen voert. Zuidgeest: ,,Wij willen graag dat alle dierproeven afgeschaft worden. Dan zul je toch met die bedrijven en organisaties in gesprek moeten gaan en ze er op alle mogelijke manieren van moeten overtuigen dat ze er echt mee moeten ophouden. Anders gebeurt er niets.''

Als er met een vergunninghouder te praten valt, doet Proefdiervrij dat. Maar het moet wel wat opleveren, bijvoorbeeld geld om alternatieven voor dierproeven te ontwikkelen. ,,Zodra we het gevoel hebben dat wij aan het lijntje worden gehouden, houden wij er mee op'', verzekert Zuidgeest.

Omdat het contact met het BPRC niets opleverde, is Proefdiervrij haar aandacht wat de apen betreft gaan richten op de Universiteit van Utrecht en andere universiteiten. Ze probeert nu langs die weg de druk op te voeren richting een verbod op het gebruik van apen. Zich richten op toeleveranciers van het BPRC, zoals Actiecampagne Koen, ziet de organisatie niet zitten. ,,Dat is veel te indirect. Wij richten ons liever rechtstreeks op het probleem'', aldus Zuidgeest.

Kleine stapjes

Vroeg of laat zoekt Proefdiervrij dus altijd de dialoog met bedrijven waar zij actie tegen voert. Over het verloop en resultaat van de gesprekken is echter moeilijk iets algemeens te zeggen.

Zuidgeest: ,,Soms slaat het aan en scoor je ineens, een andere keer moet je er wat meer tijd aan besteden. Soms hoor je je eigen idee ineens uit onverwachte hoek weer terug. Zo proberen we bijvoorbeeld al jaren om een proefdierbelasting in te laten voeren, en dit voorjaar kwam de Tweede Kamer ineens spontaan met dat idee. Mooi toch!''

Om alle dierproeven in dit land in één keer te laten beëindigen, is onhaalbaar. ,,Ieder succesje dat door ons wordt bereikt, beschouwen we dan ook als een stap in de goeie richting. En aanleiding om verder te gaan en weer meer te vragen'', zegt Zuidgeest. ,,Er is nu bijvoorbeeld een verbod op het gebruik van mensapen in proeven, waarom dan niet voor andere proefapen? Er is momenteel een Europees verbod op dierproeven voor cosmetica, waarom dan niet voor wasmiddelen, etc. Pas als alle dierproeven zijn afgeschaft, zijn wij tevreden.''

Via publiek, politiek en de kracht van argumenten, probeert de organisatie de druk op te voeren. Daarbij kijkt zij vooral naar de maatschappelijke actualiteit. Zo is Proefdiervrij momenteel in gesprek met de wasmiddelenindustrie, het ministerie vam VROM, de Europese Commissie en Europarlementariërs om een onderzoeksprogramma op te zetten waarmee alternatieven voor diertesten worden ontwikkeld. Daarmee hoopt de organisatie te voorkomen dat er in het kader van het chemicaliënbeleid van de EU straks 22 miljoen proefdieren gebruikt moeten worden om alle duizenden stoffen opnieuw te testen op veiligheid.

,,We merken dat bedrijven hier best over mee willen denken'', zegt Zuidgeest. ,,Het is voor hun imago ook heel slecht als ze straks ineens heel veel dierproeven moeten gaan doen. Daarbij zijn alternatieven, als ze eenmaal zijn ontwikkeld, ook veel goedkoper.''

Inmiddels hebben de gesprekken ertoe geleid dat dierproef alternatieven een speciaal aandachtspunt zijn in het beleid van de Europese Commissie. Verschillende bedrijven zijn bezig met het ontwikkelen van alternatieven.

Bedrijven waarbij praten niets uithaalt (,,vooral cosmeticabedrijven zijn hardnekkig'') zet Proefdiervrij onder druk met publiciteit en schrijfacties. Geen 'harde' actie dus, maar volgens Zuidgeest blijkt ,,imagoschade toch een heel sterk argument.'' Vanwege het gesloten en geheimzinnige karakter van de proefdierwereld, blijft het voor de organisatie echter zeer moeilijk om het concrete resultaat van haar inspanningen te meten.

Mes op tafel

Concreet resultaat lijkt wel zichtbaar bij campagnes van Wakker Dier. Deze dierenrechtenorganisatie richt zich op het welzijn van dieren in de bio-industrie. Dit doet zij enerzijds middels publieksvoorlichting over misstanden, en door mensen te motiveren om diervriendelijk te consumeren. Anderzijds oefent Wakker Dier druk uit op het bedrijfsleven, en stapt zij sinds drie jaar soms ook naar de rechter.

Sinds vorig jaar oogst Wakker Dier veel succes met haar campagnes tegen de verkoop van legbatterij-eieren en Foie gras (eenden- of ganzenleverpaté). Het recept voor het succes: Praten én (dreigen met) actie.

,,Ik ben groot voorstander van het aangaan van de discussie'', zegt Wakker Dier directeur Matthéus Bleijenberg, ,,maar we laten het niet bij praten alléén zoals de Dierenbescherming veelal doet. Die zitten heel vaak om de tafel met verschillende organisaties, zonder dat daar veel uitkomt. Je moet met het mes op tafel praten, met een grote groep actievoerders achter de hand. Dat werkt het beste.''

Zelf zweert Bleijenberg bij de zogenaamde company-campaigning strategie, die hij zo'n twee jaar terug ontdekte. Hierbij focust de organisatie zich telkens op dát bedrijf dat bijvoorbeeld de grootste afnemer is van een bepaald dieronvriendelijk product. Dat bedrijf zet Wakker Dier in de spotlights, schrijven ze aan, gaan ze mee in gesprek en bestoken ze ook met acties, protestmails en protestkaarten.

Eieren

Vorig jaar met Pasen paste Wakker Dier deze methode toe in haar legbatterijcampagne. Bleijenberg: ,,C1000 was toen de grootste verkoper van die eieren. We hebben dat bedrijf aangeschreven en gewaarschuwd dat als ze niet met de verkoop zouden stoppen, we elke maand in een andere stad actie zouden voeren bij hun vestigingen door voor de deur de klanten in te lichten.''

Onder druk van dit pressiemiddel halveerde C1000 al redelijk snel de verkoop en zag Wakker Dier de legbatterij-eitjes in de onderste schappen verdwijnen. ,,Omdat de supermarkt ons half tegemoet kwam, hebben wij uiteindelijk maar negen van de achttien geplande acties uitgevoerd.'' Nu C1000 niet langer de grootste afnemer van deze eieren was, maar Dirk van den Broek, werd vervolgens deze supermarkt aangeschreven en gewaarschuwd.

Boven alle verwachting ontving Wakker Dier al snel een brief van Dirk met de mededeling dat de supermarktketen iedere maand een contract zou opzeggen met een leverancier, en nog voor het eind van dit jaar vrij zal zijn van eieren afkomstig uit legbatterijen. ,,In plaats van weer actie te voeren, hebben we ze toen een grote bos bloemen gestuurd, en zijn we ons gaan richten op de Aldi. Vervolgens de Konmar, etc.''

,,Op deze manier, ook door in gesprek te blijven, zijn we er binnen een jaar in geslaagd om ervoor te zorgen dat in 2004 geen enkele supermarkt nog legbatterij-eieren verkoopt!'', zegt Bleijenberg verheugd. Ook groothandels als de Makro, Sligro en de Lucas Klamer heeft Wakker Dier inmiddels zo ver gekregen. Zo heeft Wakker Dier nu al bereikt, dat er (tot het verbod op de legbatterij in 2012) vanaf 2004 een miljard minder legbatterij-eitjes worden verkocht dan bij aanvang van de campagne. Ze zal zich nu tevens richten op de export.

Mes op tafel

Op dezelfde wijze voert Wakker Dier sinds anderhalf jaar campagne tegen de verkoop van Foie gras in restaurants. Voor deze paté krijgen de dieren meerdere keren per dag, weken lang, middels een trechter in hun strot dwangvoedering toegediend. Op deze wijze wordt de lever zes tot tien keer groter dan een normale lever en kampen de dieren, naast veel pijn en angst, onder meer met pootdoorzakkingen, een disfunctionerende lever en kortademigheid.

De eerste restaurants die door Wakker Dier werden aangeschreven met het verzoek om Foie gras van de kaart te halen, reageerden furieus en schakelden direct Horeca Nederland in. ,,Ik heb enorme ruzies gehad met allerlei restaurants. Scheldpartijen aan de telefoon, negatieve stukken in de krant over dat dierenactivisten de boel proberen te saboteren en te chanteren, etc. Het liep totaal uit de hand'', memoreert Bleijenberg.

Uiteindelijk werd de organisatie vorig jaar door Horeca Nederland uitgenodigd voor gesprek. De onderhandelingen - waarin Wakker Dier een video liet zien over hoe Foie gras gemaakt wordt - hebben er uiteindelijk in geresulteerd dat de voorzitter van de 'G7', de zeven gastronomische samenwerkingsverbanden (bij elkaar zo'n 175 toprestaurants), al haar leden in een brief heeft geadviseerd om deze 'delicatesse' van de kaart te halen.

,,Dat was wat we minimaal wilden bereiken. Anders hadden we bij de G7 restaurants dat jaar met kerst actie gevoerd'', zegt Bleijenberg. ,,Nu gaan we onderzoeken wat het advies daadwerkelijk heeft opgeleverd.'' Als blijkt dat de toprestaurants nog steeds Foie gras serveren, zal Wakker Dier gewoon weer voor de deur gaan staan. Net als bij de trendy eetcafé's die zij iedere maand zonder succes aanschrijft.

Naast verschillende restaurants, zijn ook de Makro en Laurus (Super de Boer, Edah en de Konmar) op verzoek van Wakker Dier gestopt met de import en/of verkoop van Foie gras. Naar aanleiding van alle discussie (en media aandacht) die is ontstaan, is de Rabobank geheel uit eigen beweging gestopt met het financieren van bedrijven die ganzenlever produceren.

Volgens Bleijenberg is company-campaigning een probaat middel voor actie-organisaties om maatschappelijke ontwikkelingen op allerlei gebied, in een stroomversnelling te krijgen.

Lousco Grasman



Naar boven

 

 



Ravage
Archief
Overzicht 2003
Overzicht #12

..