Uit:
Ravage #12 van 19 september 2003
Cancún
achter de schermen
GroenLinks
kamerlid Kees Vendrik nam als lid van de Nederlandse delegatie deel
aan de WTO-top in Cancún, Mexico. Op
de website van GroenLinks publiceerde hij dagelijks zijn bevindingen.
We maakten een selectie.
Dinsdag
9 september 2003
Cancún,
Mexico. Ooit een vissersdorp, nu opgestoten in de vaart der volkeren.
Twintig kilometer hotel van Amerikaans-Mexicaanse snit: hotelkolossen
met veel Maya-kitsch, witte stranden, plukjes patrouillerende soldaten
en duizenden WTO-officials en nog eens duizenden WTO-critici. Vandaag
is het de dag van de chaos. Een gigantisch aanbod van discussies
en debatten in de vele hotels van Cancún staat ons te wachten.
Vanavond zien we de mensen van de Nederlandse NGO's, met pakweg
25 mensen hier aanwezig.
Vanochtend
vroeg bij het eerste ontbijt werd de Nederlandse delegatie ingelicht
over de laatste verwikkelingen. Naast minister Brinkhorst, staatssecretaris
Van Gennip en de ambtenaren van economisch en buitenlandse zaken,
maken vijf parlementariërs van de coalitie en de oppositie
en diverse vertegenwoordigers van maatschappelijke organisaties
van VNO-NCW tot Both Ends deel uit van de Nederlandse delegatie.
Elke ochtend zal de komende dagen een gezamenlijke ontbijt worden
georganiseerd. Gelegenheid om informatie uit te wisselen, maar ook
om de Nederlandse regering te bevragen over haar actuele positie.
De
voortekenen voor deze top zijn vooral onduidelijk. Grote stappen
zullen niet worden gezet, zo lijkt het. Zoals de afgelopen weken
wel duidelijk is geworden en onderhandelaars als de Europese Commissaris
Pascal Lamy hebben benadrukt, is een akkoord belangrijk voor de
bevestiging van de noodzaak van internationale samenwerking. Tegelijkertijd
moet het gevecht nog geleverd worden.
Over
de WTO-agenda bestaat grote onenigheid. Vooral de slepende landbouwonderhandelingen
springen in het oog. Het is - eenvoudig gesteld - een dubbel conflict:
enerzijds drukken ontwikkelingslanden en landbouwgiganten als Australië
op Europa en de VS om exportsubsidies en inkomenssteun voor boeren
af te bouwen. Tegelijkertijd stuit het perspectief op een vrije
wereldvoedselmarkt op groot verzet. Zijn het werkelijk de kleine
boeren die profiteren, of gaan de internationale foodcompagnies
met de buit ervandoor? Ik vrees voor het laatste.
Free
trade is bovendien nog geen fair trade, dat weten de Mexicaanse
campesinos uit eigen ervaring nu zij van de markt zijn afgeblazen
door Amerikaanse boeren onder de invloed van NAFTA, het Amerikaanse
vrijhandelsakkoord van 1994.
Een
andere kwestie betreft de New Issues. Moeten de WTO-landen onderhandelingen
openen over investeringen, mededinging, overheidsaanbestedingen
en aanverwanten? Het Westen zegt ja. Veel zuidelijke landen voelen
er niets voor.
Woensdag
10
"Shame!,
Shame!, Shame!", klonk het vanochtend minutenlang in de plenaire
zaal van het WTO-conferentiecentrum. Verschillende demonstranten
stonden meteen na de openingsspeech van WTO-directeur Supatchai
op en verstoorden de vergadering.
De
plenaire vergaderzaal, waar de komende dagen in lange plenaire sessies
toespraak na toespraak volgt, blijkt de oppervlakte te hebben van
een flink voetbalveld. Zo'n paar duizend politici en hoge ambtenaren
kan de boodschap van de protesterende NGO's in de grote zaal niet
zijn ontgaan: teveel gebroken beloftes in jaren van onderhandelingen
over internationale handel drijven de mensen uit het Zuiden tot
wanhoop en razernij.
De
besprekingen in Cancún zouden sinds de vorige Ministerial
in Doha in het teken van kansen voor de armste landen moeten staan.
Daar ziet het niet naar uit. Het ontwikkelingsthema is formeel de
leidraad, maar wordt in de praktijk gewoon in het vrijhandelsparadigma
van de WTO ondergebracht. Eenvoudig gezegd: wie armoede wil bestrijden
moet zijn economie opengooien. Ik vraag me af of het ontwikkelingsdebat
daar iets mee opschiet. De WTO heeft er ondertussen een extra legitimatie
bij: men doet dus ook aan armoedebestrijding. Wat werkelijk en bij
voorrang zou moeten gebeuren - het afbouwen van westerse landbouwsubsidies
aan de grote agrobedrijven en stoppen van dumping - zit er evenwel
niet aan te komen in Cancún.
Donderdag
11
Een
Zuid-Koreaanse boer heeft zich doodgestoken. Zelfmoord als protest
tegen de WTO. Zo'n offer uit protest kan ik niet navoelen.
In
downtown Cancún, kilometers verwijderd van de smalle strook
land aan zee waar de WTO Ministerial Conference wordt gehouden en
de meeste 'Cancúnistas' - ook de Nederlandse delegatie -
zich ophouden, schijnen de eerste schermutselingen met de politie
plaats te vinden. Wat en hoe wordt me niet duidelijk.
Hoewel
de conferentie vanochtend al is begonnen lijken er geen onderhandelingen
te zijn. Het lijken dagen te worden waar feit en fictie, informatie
en desinformatie een grote rol gaan spelen. Het verspreiden van
geruchten en halve waarheden over posities van verschillende landen
is het internationale diplomatieke verkeer niet vreemd. Het zal
voor de onderhandelingsdelegaties een behoorlijke kluif worden het
schaakspel te overzien. Ik ben benieuwd en velen met mij.
Vrijdag
12
Het
wordt steeds warmer in Cancún. De zuidelijke landen zijn
in opstand gekomen. Onder leiding van Brazilië eisen 24 landen
dat de verdere onderhandelingen over met name landbouw op hun voorwaarden
plaatsvinden. Belangrijk agendapunt is de snelle afbouw van landbouwsubsidies
en snelle opening van markten. De Europeanen lijken in verlegenheid
gebracht. De Amerikanen - naar verluid - mijden veel bijeenkomsten.
Hoewel
de groep van 24 (waaronder India, Zuid-Afrika, Australië) bepaald
niet altijd parallelle belangen heeft, is de politieke impact van
deze stap groot. Dat zal ongetwijfeld ook andere landen in het zuiden
inspireren. Kwamen zij voorheen naar dit soort WTO-bijeenkomsten
in de bange hoop de schade zoveel mogelijk te beperken, nu lijkt
de politieke emancipatie van de zuidelijke landen een flinke stap
vooruit te maken. Europa en Amerika zitten in het defensief, de
boel zit muurvast. Verwacht wordt dat morgen - zaterdag - de eerste
bewegingen zichtbaar worden.
Bijzonder
is het katoen-initiatief van vier Afrikaanse landen. Dat begin aan
momentum te winnen en Nederland steunt dat. Concreet vragen deze
landen om de subsidies in Europa en vooral de VS aan hun katoenboeren
snel af te bouwen. Twee Afrikaanse vertegenwoordigers van boeren
uit Burkina Faso en Benin vertelden ons hoezeer katoen een van de
weinig producten is waarmee hun boeren zich in leven houden, en
met hen hun familie en de lokale economieën die kunnen profiteren
van de inkomsten van de katoenboeren. Voor hun is de handel in katoen
een strijd om leven en dood.
Ook
is het politieke belang van een dergelijk initiatief groot. Op offensieve
wijze betreden zuidelijke landen de WTO-agenda en dat is natuurlijk
hartstikke goed. Nu de Europese steun nog.
Zaterdag
13
In
de zaal naast de internationale conferentie van parlementariërs
in Hotel Fiesta Americana Coral Beach debatteert Pascal Lamy met
honderden vertegenwoordigers van NGO's. Kennelijk voelt de Europese
Commissie zich genoodzaakt zich te verantwoorden. Door de gezamenlijke
actie van de G21, het nieuwe blok van zuidelijke landen, zijn de
VS en de EU het initiatief kwijt en in het defensief geraakt. Lamy
moet nu vooral reageren op de vergaande claims van de G21 inzake
landbouw. Hij kan er nauwelijks aan voldoen, omdat zijn mandaat
volstrekt ontoereikend is. Europa blijft vasthouden aan diverse
type van steun voor de boeren en vooral de agrobusiness, waardoor
zo'n 900 miljoen boeren in het zuiden stelselmatig in hun bestaan
worden bedreigd.
De
Europese Unie lijkt ruimte te zoeken door vooral voor een aantal
van de armste landen iets extra's te doen. Dat wordt niet gepikt
door vele landen. Bovendien lijkt het een strategische zet om de
G21 uit elkaar te spelen en de minst ontwikkelde landen te vervreemden
van de G21.
Kleine
ontmoetingen met verschillende mensen uit Bolivia, Mexico, Brazilië,
Kenia, Oeganda, India, Burkina Faso en Benin in de laatste 24 uur
leren me opnieuw hoe ongelooflijk belangrijk de landbouwkwestie
is voor deze landen. Waar het westen gewend is geraakt aan een landbouwsector
die slechts 2 tot 4 procent van het nationaal product genereert
en steeds minder mensen aan het werk houdt, zijn deze en veel gelijke
landen zonder landbouw reddeloos verloren: geen voedsel, geen werk,
geen overheidsbegroting, geen onderwijs, enzovoorts. Landbouw is
voor hen veel meer dan productie. Het is hun enige manier om te
overleven en een beetje geld te genereren voor de meest elementaire
voorzieningen. De zelfmoord van de Koreaanse boer is in dat opzicht
symbolisch. Unfaire handel kan dodelijk zijn.
Vanochtend,
na een ontmoeting met Keniaanse en Oegandese parlementariërs,
was het tijd om te gaan demonstreren. Ver weg van de zona hoteleria,
de gigantische hotelstad aan zee waar de conferentie wordt gehouden
en de duizenden delegatieleden verblijven, werden de demonstranten
tegengehouden. Een grote politiemacht achter een driedubbelhekwerk.
Flink knipwerk en een paar stevige touwen zorgden twee uur later
voor een opening. Zo ver mij bekend is het daarbij gebleven: anders
dan de afgelopen dagen is er niet gevochten.
Een
Mexicaanse journaliste vertelde dat de oproerpolitie opmerkelijk
rustig opereerde - voor haar doen. Dat was me al eerder verteld:
de reputatie van de Mexicaanse politie is zo slecht dat zelfs president
Fox hiervan een publieke zaak heeft gemaakt.
Het
blijft nodig: de druk van de straat. Cancún zal waarschijnlijk
de geschiedenis ingaan als de plaats waar de zuidelijke landen de
machtsverhoudingen binnen de WTO veranderden, maar waar concreet
nog maar heel weinig werd bereikt. Het komt nu aan op lange adem.
Kees
Vendrik
Voor
het volledige dagboek, raadpleeg de website: www.groenlinks.nl/blog/blogger.html
Naar
boven |