Uit: Ravage #11 van 29 augustus 2003

Bestaat er een mooier schouwspel?

Artistieke bezettingen in Frankrijk

Deze zomer werd het vermaarde theaterfestival in het Franse Avignon afgelast omdat technici en artiesten in staking gingen. Een ontmanteling van het werkloosheidsstelsel was de directe aanleiding, terwijl een afkeer van de commercialisering van de cultuur en het neoliberale beleid de reden was voor hun 'engagement'.

'Niemand wenste kunstenaar te worden, maar wel wenste iedereen voor zijn werk betaald te worden' (Kafka)

Avignon, 9 juli. Vreugdekreten, trompetgeschal. Avignon is in staking! Dat hebben de artiesten en technici van Frankrijks grootste theaterfestival beslist, na een woelige vergadering die vijf uren duurde. Plots worden er van alle kanten spandoeken tevoorschijn gehaald, zo maar, uit het niets. 'Le peuple est dans la rue' ('Het volk is in de straat') vermeldt een doek. Het is een explosie, een elektrische ontlading, want al dagenlang staan de activisten onder spanning.

En mét hen de toeschouwers en de festivaldirectie die, als werd een onweerswolk boven de stad verwacht, bang uitkijken naar de betoging die voor de namiddag aangekondigd is. Want de 'intermittants' - artiesten en technici met tijdelijke contracten - zijn woedend over de ontmanteling van een werkloosheidsstelsel dat geacht wordt hen te beschermen.

Men vreest dat minstens dertig procent van hen van dit stelsel uitgesloten wordt. Artiesten en technici in de meest kwetsbare rechtsposities zouden er nog méér door verzwakt worden. Talrijke theatergroepen worden erdoor in hun voortbestaan bedreigd.

Tegenover deze asociale maatregel kon het protest niet uitblijven. Maar de directie reageert. Nadat de algemene staking uitgeroepen werd, besloot zij het festival van Avignon te annuleren. De beslissing valt als een donderslag. Dat was zelfs in 1968 niet voorgevallen! Maar als een sneeuwbaleffect breidt de beweging zich uit en bereikt ook de andere festivals waarvan er velen, op hun beurt, afgefloten worden. Maar niet zonder de nodige protestdemonstraties en stakingsacties.

Klein offer

Ik heb het zelf mogen meemaken, op het straattheaterfestival van Chalon-sur-Saône. Onder een bijtende zon werd er op een binnenplaats van een lagere school een algemene vergadering bijeengeroepen. De meningen zijn verdeeld. "Jullie houding is suïcidaal", zeggen de tegenstanders van een stakingsactie. "We moeten het contact met het publiek behouden en van onze voorstellingen een protestactie maken. Zou Picasso ooit de Guernica geschilderd hebben als hij in staking geweest was?"

"Als we willen overleven hebben wij geen andere mogelijkheid dan ons tot het uiterste te verweren", zeggen de anderen. "Als de bakkers staken, is er ook geen brood. Indien de toeschouwers een klein offer brengen en één of anderhalf uur spektakel willen ontberen, zullen zij samen met ons de toekomst veiligstellen."

Wie zijn deze actievoerders die zich vanaf het begin van de beweging buiten de vakbonden om georganiseerd hebben in actiecomité's? Willen zij enkel maar hun rechtspositie verdedigen of plaatsen zij zich in een bredere context? Op welke politieke cultuur beroepen zij zich? Wat is voor hen de inzet van de huidige beweging?

Politieke leegte

Het eerste wat opvalt: de activisten zijn jong, voor het merendeel tussen de 25 en 40 jaar. Zij werken op onregelmatige basis en worden dus het meest bedreigd door de hervorming. Dat zij niet behoren tot de generatie die Mei '68 en de militante jaren '70 heeft meegemaakt, is niet zonder betekenis. Zij maken deel uit van de generatie die de 'politieke leegte' doorstaan heeft. Deze bijzondere plaats in de geschiedenis geeft hen zowel een bittere kijk op de fouten van hun voorgangers én een - diffuus maar intens - verlangen om de libertaire utopie van 1968 terug te vinden.

Waar komen zij vandaan? Uit het levend spektakel (theater, dans, straattheater...), waar zij artiest of technicus zijn, veeleer dan uit de audiovisuele wereld, die traditioneel minder geëngageerd is en zich meer plooit naar de logica van de markt - en waar de druk op de activisten veel groter is. De meeste van hen leven en creëren al jarenlang via het systeem van de 'intermittents'.

Omdat zij enkel in onderbroken werkperiodes actief kunnen zijn, genieten zij van een voordelig werkloosheidsstelsel. Voor velen betekent de deelname aan de protestbeweging een eerste politieke ervaring. "Ik beschouw me als a-politiek en ik heb geen revolutionaire houding", vertelt Virginie aan de Franse krant Le Monde.

Ze is 37 jaar, auteur en theaterregisseur en komt uit Reims. "De enige strijd die ik altijd heb gevoerd, is de kunst binnen het bereik van de mensen te brengen. Nadat ik doorhad dat met de huidige hervorming mijn toneelgroep zou verdwijnen, heb ik me bij een actiecomité aangesloten. En ik vond het een boeiende democratische ervaring..."

Engagement

Een niet onaanzienlijk deel van de actievoerders heeft al een verleden van 'engagement' - een term die zij verkiezen boven 'politiek'. Er zijn er die uit de CGT (Confédération Générale du Travail) komen, en hun lidmaatschap van deze vakbondscentrale niet onder stoelen of banken steken, maar wel van oordeel zijn dat de actiecomité's hen toestaan veel directer en sneller te reageren, zonder de bureaucratische molen te moeten doorlopen.

Opmerkelijk is de invloed van de kleine anarcho-syndicalistische CNT (Confédération Nationale du Travail), die van de onzekere arbeid op onregelmatige basis (eigen aan lost-vast werk, seizoensgebonden arbeid, deeltijd- en interim arbeid) haar thema gemaakt heeft.

,,Zelfs al heeft de CGT ons geholpen, door steeds aanwezig te zijn op onze algemene vergaderingen, dan nog werkt zij volgens de codes van een maatschappij van volledige banen'', zegt de actrice Nathalie Nambot. ,,Voor ons is het echte probleem van het moment het arbeidsstatuut. Van belang zijn voor ons de sociale rechten en de vitale bestaansmogelijkheden.''

De protestcomité's, die overal in Frankrijk zijn ontstaan en zich niet richten tegen de vakbonden maar wel elke dirigistische houding afwijzen, zijn typisch voor een nieuwe vorm van radicaal engagement die aan de klassieke structuren ontsnappen.

,,Wat me interesseert'', zegt Nathalie, een 38-jarige actrice uit Parijs, ,,is de band tussen cultuur en engagement. Het is niet voldoende teksten van Pasolini of Toni Negri op het podium te brengen...'' De groep waarin ze speelt voelt zich nauw verwant aan Toni Negri, de Italiaanse filosoof die jarenlang in de gevangenis doorbracht en met het boek Empire momenteel op veel bijval kan rekenen van de globaliseringsbeweging.

Commercialisering

Al dan niet met een politiek verleden, trachten de leden van de actiecomité's een vorm van directe democratie te ontwikkelen. Naast veelvuldige algemene vergaderingen, heeft men het principe van de commissies ingevoerd ('actie', 'interprofessionele samenwerking', 'Europa', 'pers'...) waaraan ieder die dat wenst mag deelnemen.

Geen permanente vertegenwoordigers, geen leiders. Het heeft geen zin aan een lid van een collectief te vragen om te spreken in naam van de anderen of het woord te voeren in de media: hij zal antwoorden dat hij enkel maar de bescheiden drager is van een collectieve gedachte.

Op de algemene vergadering komen ook leraren aan het woord - de collectieven van leraren zijn zeer nadrukkelijk aanwezig in de beweging -, archeologen, architecten, onderzoekers; beroepsgroepen die zich door de overheid miskend voelen. Ze spreken over het pensioenstelsel, over de sociale zekerheid, over het onderwijs, over de 'neoliberale' maatschappij die zich volgens hen hand over hand uitbreidt en waar ze niets van moeten weten.

Een term die zeer dikwijls terugkomt is 'marchandisation'. Commercialisering van de cultuur, van de gezondheidszorg, van het onderwijs, commercialisering van de geesten en van de gedachten. Velen spreken over reality-TV: "Als de toekomst van onze maatschappij Big Brother is, dan ziet het er zeer bedenkelijk uit." Men spreekt ook over het verkiezingssucces van Le Pen, bij de presidentsverkiezingen in april 2002. De verrechtsing van de geesten is iets waar zij zich ten zeerste tegen afzetten.

,,In het licht van de globalisering van het denken, van de ultra-liberale politiek, hoeft het niemand te verbazen dat momenteel een sterke mobilisering wortel schiet in de cultuur, dat de basis vormt van elke maatschappij'', zegt Claude Attia van een actiecomité uit de regio Parijs. ,,Het zou verkeerd zijn te denken dat onze staking corporatistisch is. Het is een diepgaande beweging die een ander maatschappijproject beoogt. Wij staan in contact met de collectieven van de leraren.''

Het belooft een hete herfst te worden in Frankrijk. De recente hervorming van het pensioenstelsel, de decentralisering van het onderwijs, de golf van ontslagen en bedrijfssluitingen, zijn even zovele thema's die op tafel geworpen zullen worden. En als het van de 'intermittents' afhangt, zal het ook een ludieke bedoening worden.

Betoging

Want het enthousiasme, dat was er. Na afloop van het straattheaterfestival werd er besloten Chalon-sur-Saône te 'bezetten': Het festival wordt voortgezet, met beperkte middelen. Theatergroepen uit heel het land worden verzocht zich bij de 'artistieke bezetting' aan te sluiten. Elke dag trekt er wel een betoging op naar het stadhuis.

Het is een vrolijke happening. Op kop een mega-geluidsinstallatie waarmee hiphop gesampled wordt met geluiden van tv-nieuws en uitspraken van Le Pen, ritmisch begeleid door het handgeklap van honderden festivalgangers, in en naast de optocht. Een zigeunergroep, die herinneringen oproept aan Goran Bregovic, sluit zich bij de betoging aan en creëert, gesterkt door het warme zomerweer, een zwoele atmosfeer.

Veel bijval geniet een zevental acteurs en actrices, blauw geüniformeerd als politieagenten, die op maat in de handen klappen en dezelfde dansbewegingen uitvoeren, waarbij het metaal onder hun laarzen de vonken uit de straatstenen doet spatten. Als we een druk kruispunt passeren, nemen ze plaats tussen de echte agenten, om, met brede armbewegingen en half-smekend met één knie op de grond, de autobestuurders de goede richting in te loodsen. De echte agenten weten zich geen raad.

De staart van de betoging wordt gevormd door een groepje reactionairen. Achter het vaandel 'Pour une rue plus droite' ('Voor een rechtere - of meer rechtse - straat') heeft het collectief Jeune France Rue zich opgesteld, begeleid door het even imaginaire collectief Femmes de France en een twintigtal soldaten uit de tijd van Napoleon. Zij roepen slogans als: 'De intermittants zijn luieriken', 'Méér straatmarkten, minder festivals!' of 'Cultuur is een koopwaar als al het andere'.

De betoging wordt, gewoontegetrouw, afgesloten voor het stadhuis met een drie minuten durende oerkreet. Op weg naar mijn logeeradres passeer ik het schooltje waar dagelijks de algemene vergadering plaatsvindt. De muren zijn beplakt met allerlei mededelingen en berichten. Op één ervan lees ik: "Het zien van de lege podia stemde me triest. Maar ik heb een algemene vergadering mogen bijwonen en ik heb er gezien hoe acteurs van het theater actoren van hun eigen leven werden. Bestaan er mooiere schouwspelen?"

Johny Lenaerts

Het conflict

'Les intermittants du spectacle' worden ze genoemd. Het gaat hier om artiesten en technici die met tijdelijke contracten in loondienst werken voor het levend theater, de audiovisuele wereld of de film. Frankrijk telt 135.000 intermittants, waarvan er 102.600 in de loop van 2002 minstens één keer een werkloosheidsuitkering ontvangen hebben.

Het conflict draait rond een protocol dat op 27 juni afgesloten werd door de werkgeversorganisaties en drie minderheidsvakbonden. Hiermee wordt het cao van de tijdelijke werkkrachten minder aantrekkelijk gemaakt. De instapdrempel wordt verhoogd en er moeten meer prestaties geleverd worden in een kortere periode. Bovendien wordt de uitkeringsperiode verminderd (8 maanden tegenover 12 maanden voordien).

Gevreesd wordt dat door de hogere instapdrempel dertig procent van de huidige uitkeringsgerechtigden uitgesloten zal worden. Ook zou het beroepsleven bedreigd worden, daar de hervorming geen rekening houdt met het feit dat er vele uren voorbereiding vereist zijn voor elk 'afgewerkt product', dat daarenboven dikwijls erg mager betaald wordt.

Het speciale werkloosheidsstelsel waar de intermittants van genieten is de dupe van het misbruik door honderden productiehuizen uit de audiovisuele wereld, die van het werkloosheidsstelsel gebruik maken om er het loon van hun technici mee aan te vullen, in plaats van hen een volwaardig vast contract te geven. Ook dat wordt aangeklaagd.

Maar het protest beperkt zich niet tot sectoriële eisen. Het stelt ook het financierings- en distributiesysteem van de kunsten ter discussie. Het klaagt het winstbejag aan van artistieke activiteiten, die niet altijd geld in het laadje brengen maar van levensnoodzakelijk belang zijn, en momenteel op een geprogrammeerde manier in hun bestaan bedreigd worden.



Naar boven

 

 



Ravage
Archief
Overzicht 2003
Overzicht #11

..