Uit:
Ravage #9 van 27 juni 2004
Afscheid
van het retro-anarchisme
Kunnen
anarchisten wel leven met en in een anarchistische samenleving?
Deze vraag stond centraal in de feestrede, die Siebe Thissen uitsprak
ter gelegenheid van de zeventigste verjaardag van de Pinksterlanddagen
in Appelscha.
Wie
had ooit gedacht dat het jaarlijkse Pinksterspektakel de 21ste eeuw
zou halen? Niet alleen is de wereld sinds 1933 ingrijpend veranderd,
ook het anarchisme - of wat daar nog van over is - lijkt in het
geheel niet meer op het vrije socialisme dat ooit wortel schoot
in de Lage Landen.
Begonnen
als een libertaire en vredelievende variant van het socialisme,
was het in 1933 al lang over haar hoogtepunt heen. Ferdinand Domela
Nieuwenhuis, het enige boegbeeld dat deze beweging voortbracht en
die honderdduizenden armlastigen en rechtelozen wist te inspireren,
was reeds lang en wel begraven.
Zijn
opvolgers zijn er nooit meer in geslaagd het vrije socialisme tot
een massabeweging op te stuwen en wentelden zich in sektarisme,
afsplitsingen en haarkloverij over richtingen, strategieën
en programma's.
Anarchisme
werd een broeierige biobak, waarmee ontelbare individuen, groepen
en organisaties worden aangeduid, herkenbaar aan hun voorkeur voor
directe actie boven parlementaire besluitvorming, die huiverig staan
tegenover multinationale kapitaalstromen en een pleidooi houden
voor lokaal ingebedde economische verbanden, die een bijna pathologische
hekel hebben aan hiërarchie, dwang en uniformen, en die het
schurken bij elkaar in communes en kraakpanden belangrijker vinden
dan het opgaan temidden van het gezapige klootjesvolk in een burgerlijke
samenleving die ze zo verafschuwen.
Natuurlijk,
de beweging kende haar eigen hoogtepunten: de jaren zestig met provo
en de kabouters, de eigenwerk en zelfbeheerbeweging van de jaren
zeventig en tachtig, punkers en hippies. Maar niemand onder de veertig
kent of leest vandaag nog inspiratoren als Arthur Lehning of Anton
Constandse. Die erfenis is terecht gekomen op de mestvaalt van de
geschiedenis en we hebben 'salonhistorici' als Arie Hazekamp nodig
om ons aan deze traditie te helpen herinneren.
Tegen
die achtergrond bestaat de Pinksterlanddagen (PL) echter nog steeds.
De PL is al zeventig jaar lang het enige medium waardoor al die
verschillende individuen, groepen en organisaties zich aan elkaar
en de buitenwereld kunnen tonen. Of simpeler gezegd, zonder PL zou
er wellicht geen Nederlands anarchisme bestaan. Als sociale beweging
schijnt het anarchisme weliswaar morsdood, maar als feestelijke
herinnering aan het anarchisme blijkt de PL springlevend. De PL
is even retro als Abbafeestjes, Mondriaanjurkjes en Kurt Cobain-memorials.
Op
de PL staat de tijd elk jaar rond pinksteren drie dagen stil: we
komen terecht in een plattelandscommune, waar niets herinnert aan
de maatschappij van waaruit we enkele dagen geleden naar Appelscha
vertrokken. Er bestaat hier geen leger of mobiele eenheid, geen
fabriek of kantoor, geen multiculturalisme of diversiteit, geen
bier en drugs, geen intellectualisme en ironie, geen kunst en wetenschap,
geen mode en entertainment, geen prostitutie en vivisectie. De PL
is de gereformeerde hemel waarvan de SGP tijdens de bijbelklas stilletjes
droomt. Gelukkig dat de PL maar enkele dagen duurt. Want al snel
snakken we weer naar de spanningen en sensaties van de 'global village'.
De
PL bestaat zeventig jaar. Zonder dat er ook maar een enkele anarchist
aan te pas kwam, heeft de Nederlandse overheid de PL het mooist
denkbare cadeau gegeven. Bijna een jaar lang werden we getrakteerd
op 'politiek absenteïsme'. Dat wil zeggen, de regering regeerde
niet, was demissionair, zoals we dat met een mooi woord noemen.
En
wat iedere anarchist al lang wist, werd nu ook bewaarheid: het maakt
schijnbaar niets uit of we een regering hebben of niet; het dagelijks
leven gaat zijn gewone gang, alles gaat gewoon door. Mensen gaan
net als altijd naar hun werk, ambtenaren blijken niet ontredderd
en Den Haag Vandaag wordt nog dagelijks in de huiskamers gebracht.
Misschien had Domela Nieuwenhuis al gelijk toen hij meer dan honderd
jaar geleden zijn teleurstelling verwoordde over de geringe mogelijkheden
van de politiek om het maatschappelijke leven te veranderen.
Politiek
is in toenemende mate cosmetica geworden; in steeds mindere mate
is politiek in staat maatschappelijke processen te sturen en te
reguleren. De maatschappij stuurt zichzelf vandaag: internationale
verhoudingen, globale kapitaalstromen, Europese wetgeving, non-gouvernementele
organisaties, migratie en virtuele netwerken bepalen het ritme en
daarmee de polsslag van de samenleving.
Deze
interne dynamiek heeft ervoor gezorgd dat de plekken, van waaruit
ooit politieke en ethische sturing plaatsvond, leeg zijn geworden.
Niet langer bepalen de politieke partij, de kerk, de vakbond en
de anarchistische actiegroep hoe de samenleving gestuurd, geordend
en georganiseerd dient te worden. Onze maatschappij, met andere
woorden, is anarchistisch geworden - onze samenleving laat zich
niet langer vanuit een centrum sturen. Je hoeft niet langer anarchist
te zijn om toch in een anarchistische samenleving te verblijven.
Er
is dan ook een 'anarchist' die in deze dagen van politieke onthouding
zijn 'finest hour' beleeft. En dat is Paul Frissen, een bestuurskundige
uit Tilburg, die in de jaren negentig boeken publiceerde met klinkende
titels als De Virtuele Staat en De Lege Staat. Hij - en niet de
anarchistische beweging - bracht het anarchisme terug in het middelpunt
van de belangstelling. Frissen beschouwt het anarchisme niet als
een 'prescriptieve' theorie, dat wil zeggen, als een leer die voorschrijft
hoe we ons in de samenleving moeten gedragen, maar als een 'descriptieve'
theorie, dat wil zeggen, als een verhaal dat ons kan uitleggen hoe
onze samenleving vandaag functioneert.
Wat
is anarchisme volgens deze immer in een strak pak gestoken hoogleraar?
Volgens Frissen is een werkelijkheid of samenleving anarchistisch
als die niet vanuit een enkel centrum wordt gereguleerd, gestuurd
en geordend. Dat kan betekenen dat er verschillende centra zijn
die met elkaar rivaliseren, die wisselende coalities vormen, die
steeds weer een wisselend evenwicht vormen.
Een
anarchistische samenleving lijkt meer op een archipel dan op een
piramide. Steden, bedrijven, instellingen, organisaties en individuen
nemen in toenemende mate zelfstandig beslissingen die elkaar soms
overlappen, elkaar soms uitsluiten, soms met elkaar conflicteren
en soms met elkaar in harmonie geraken. Ook in ons uitgaansleven,
in mode en het culturele leven, is het de remix die vandaag centraal
staat. We stellen ons eigen pakket van normen en waarden samen -
we willen immers leven volgens onze eigen idealen. We samplen en
remixen liever dan dat we ons uitspreken over authenticiteit, oorspronkelijkheid
en zuiverheid - begrippen die vandaag hun glans hebben verloren
en herinneren aan griezelige stromingen als fascisme, communisme
en religieus fundamentalisme.
Vervolgens
is een samenleving anarchistisch als we die samenleving niet als
een geheel herkennen, maar louter in zijn afzonderlijke onderdelen.
De samenleving is dan ook eerder een weefsel, waarin verschillende
verhalen, beelden, culturen, levensstijlen en mentaliteiten naast
en door elkaar bestaan.
Zo
kent onze huidige multiculturele samenleving een enorme verscheidenheid
van opvattingen over hoe de samenleving en het leven in te richten;
over de wijze waarop we met elkaar om dienen te gaan; over de mate
waarin we willen participeren en over de mate waarin we ons van
allerlei tendensen en ontwikkelingen willen onthouden.
In
een doorsnee multiculturele buurt komen we tientallen opvattingen
over vrijheid en gelijkheid tegen. Tolerantie en interesse zijn
belangrijkere principes geworden dan eenduidige, fundamentalistische
denkbeelden over vrijheid en gelijkheid. Misschien moeten we het
oude, vergeten begrip 'broederschap' weer eens van stal halen.
Een
samenleving is ook anarchistisch als de uitkomsten van handelingen,
beslissingen en processen onvoorspelbaar zijn, als rationele en
irrationele factoren naast en door elkaar lopen. Elk resultaat heeft
dan ook steeds een min of meer toevallig karakter. Zo kunnen banken
besluiten geen hypotheken te verlenen aan potentiële ondernemers
of huiseigenaren omdat een buurt niet deugt - denk aan de Kruiskade
of de Dordtselaan in Rotterdam. Een neveneffect is dan dat de maffia
daar de kop opsteekt, omdat mensen nu eenmaal investeringen willen
doen.
De
conclusie van Frissen luidt dan ook: een samenleving is anarchistisch
als die niet kan worden beoordeeld als het resultaat van een plan,
doelstelling of intentie. En zo functioneert onze samenleving vandaag.
Alle politieke en publieke besluitvorming is het resultaat van onderhandelingen
in en met verschillende netwerken. Doelstellingen monden alleen
nog uit in vaak onbedoelde nevendoelen. Deze ontzuiling resulteerde
in een enorme variëteit aan netwerken en levensstijlen en een
even grote variëteit aan opvattingen, eisen, wensen en besluiten.
In
zo'n gefragmenteerde anarchistische werkelijkheid is de positie
van de politiek zowel weerloos als tragisch geworden. Onze premier
Balkenende is daarvan het tast- en zichtbare bewijs. Zijn verschijning
op televisie doet nog het meest denken aan een documentaire over
de jaren vijftig of aan een Hollandse b-movie waarin met weemoed
wordt teruggeblikt op ons ooit zo zelfgenoegzame polderlandje.
Gezag
kan niet meer worden verworven met grote verhalen en pretenties
- daarom zijn de politieke ideologieën een voor een onderuit
geschoven. Eerst ging de bijbel van tafel; toen de grote politieke
stromingen; en nu ook de kunst en het van overheidswege geleverde
cultuurbeleid. Alle pogingen de veelbesproken kloof te dichten tussen
de burger en de politiek zijn hopeloos gebleken. "Misschien is het
wel zo verstandig", zegt Frissen "het anarchisme te erkennen en
bescheiden te worden".
Onder
het motto 'Minder regels, meer vrijheid' maakte de IKON onlangs
een serie tv-programma's, getiteld Pioniers van de 21ste eeuw. Het
zal geen toeval zijn dat Frissen prominent in deze uitzendingen
aanwezig was. Steeds meer creatieve en talentvolle mensen pleiten
ervoor dat Den Haag de teugels verder laat vieren.
De
maatschappelijke problemen waarvoor we ons vandaag geplaatst zien
- werkloosheid, multiculturalisme, asielbeleid, zorg, woningbouw,
onderwijs, verslaving, reclassering, enzovoorts - vragen om creatieve,
veelvormige en lokaal toegesneden oplossingen en niet om een eenduidige
door Den Haag voorgeschreven aanpak.
De
pioniers eisen het recht zelf methoden en oplossingen te ontwerpen,
waarmee ze in hun instelling of op hun werkplek problemen succesvoller
tegemoet kunnen treden. Zij vinden dat individuele mensen recht
hebben op een behandeling op maat. Zij willen, met andere woorden,
verschil maken en niet alle mensen op dezelfde manier behandelen.
Of zoals de oude anarchist Proudhon ooit het communisme kritiseerde:
"We willen mensen niet behandelen als oesters op een oesterbank".
Maar
politici durven dat verschil en dat onderscheid niet te maken -
men staat te huiverig ten opzichte van het oordeelsvermogen van
pioniers en innovatoren. Of zoals de presentator van 'Pioniers',
Pieter Hilhorst, het uitlegde: "Betutteling en verwaarlozing gaan
hand in hand. De overdaad aan regels ontneemt mensen de vrijheid
om zelf hun problemen op te lossen, terwijl tegelijkertijd die regels
geen garantie zijn dat iemand die het niet redt, wordt beschermd
(...) De Haagse hang naar regels is geen domme bedilzucht. Regels
zijn bedoeld om mensen te beschermen. Maar de vraag is of deze bescherming
zo langzamerhand niet meer kwaad dan goed doet. Een grotere vrijheid
van de uitvoerders kan leiden tot rechtsongelijkheid, maar wat is
daar mis mee? (...) De gangbare taal van rechten en plichten is
te stroef om huidige dilemma's goed in beeld te brengen. De vraag
is dus: zijn we bereid minder universele rechten te hebben als daar
een individuele aanpak tegenover staat? (...) Het is daarom tijd
voor een nieuw sociaal contract, waarbij we innovatoren meer vrijheid
geven, maar wel van ze eisen dat ze verantwoordelijkheid afleggen
over het gebruik daarvan".
Onze
vraag op de PL is dus eigenlijk: Kunnen we wel leven met en in een
anarchistische samenleving? Kunnen we leven in een samenleving waarin
verschil wordt gemaakt, waarin mensen individueel tegemoet worden
getreden, waarin maatregelen en oplossingen op maat worden gemaakt,
waarin rechten en plichten van mens tot mens kunnen verschillen
- waarin dus ongelijkheid bestaat? Waarin de sociale dienst van
Zwolle anders werkt dan die van Middelburg? Waarin in Rotterdam
crack wordt verstrekt aan drugsprostituees, terwijl andere steden
die maatregel niet durven nemen? Waarin de ene gevangenis oplossingen
propageert die de andere verafschuwt?
Het
is even wennen en even slikken, maar we zijn tot het besef gekomen
dat een strikte handhaving van de rechtsgelijkheid heeft geleid
tot kilheid, verstarring en verwaarlozing. Inderdaad, we zijn oesters
op een oesterbank geworden.
Onze
samenleving is al anarchistisch geworden, maar de centrale, politieke
regelgeving van algemene rechten en plichten is daarbij ver achtergebleven.
Je hoeft het anarchisme niet meer te bepleiten, het is er al. Veel
belangrijker is daarom het vormgeven van een nieuw sociaal contract;
het vormgeven van de wijze hoe we pioniers en innovatoren in diensten
en instellingen maatwerk laten verlenen, maar hen tegelijkertijd
daarover verantwoording laten afleggen. Want we willen natuurlijk
niet zo maar worden overgeleverd aan de grillen en experimenten
van de vernieuwers. In zo'n samenleving wordt steeds minder van
politici verlangd, maar steeds meer van ons zelf. Meer dan ooit
zullen we bij de les moeten zijn.
Want
als algemene regels en voorschriften uit Den Haag steeds meer problemen
opleveren voor het welzijn van de burgers - denk aan het laatste
hilarische verbod om roken in koffieshops te verbieden - dan wordt
er in feite van ons gevraagd met betere en meer creatieve oplossingen
te komen. En welke anarchist ziet hierin geen uitdaging?
Laten
we het zeventigjarige bestaan van de PL gebruiken om afscheid te
nemen van het retro-anarchisme en ons te bezinnen op een langdurig
verblijf in een anarchistische samenleving. Er staat een grote uitdaging
voor de deur. Maar om de belastingdienst te parafraseren: "Makkelijker
kunnen we het niet maken, wel leuker".
Siebe
Thissen
Naar
boven |