Ravage #5, 4 april 2003

Surfend door beeldenland

Een bezoekje aan de Fotobiënnale in Rotterdam leert dat de hedendaagse mediacriticus gebruik maakt van elementen van de beeldcultuur in plaats van dat hij zich daartegen afzet. Niet zozeer de kritiek, maar de mix en de sample zijn z'n methoden.

Een vriend had voor mij de catalogus van de Fotobiënnale Rotterdam 2003 meegenomen. 's Avonds pakte ik het uit en wilde het gaan doorbladeren. De bovenkant van de fotopagina's waren echter dicht. "Is het boek niet goed gesneden?", vroeg ik mij af. "Of hoort het bij het concept 'Experience' waar de Biënnale aan is gewijd?" In het boek kwam ik het antwoord niet tegen.

Er wordt beweerd dat we in een beeldcultuur leven en dat het woord dreigt te vervagen. Of dat zo is, is nog maar de vraag. Sinds de prehistorie communiceren mensen met beelden, denk aan de prehistorische muurschilderingen. In de Middeleeuwen vertelde de kerk het evangelie aan het volk door middel van brandgeschilderde ramen.

Het is waar dat het grootste deel van de bevolking niet de tijd neemt om de krant door te lezen en zich beperkt tot het lezen van koppen. Voor hen is het tv-nieuws een waardig alternatief. De beelden van 11 september staan bij veel mensen op het netvlies gegrift, maar de beschouwingen en analyses werden vooral geschreven.

Ik ben niet zo bang dat het woord zal wegvallen, maar de invloed van het beeld is groot. Op tal van manieren worden onze ogen geprikkeld door foto's, tv, billboards, reclamefolders, flyers, lichtreclame, tijdschriften en posters. Door de veelheid is het haast onmogelijk om op te vallen binnen deze overvloed. Hiervoor is het experiment nodig om zo aandacht te krijgen voor je product, kunstwerk of boodschap.

Geen grenzen

Binnen de hoofdvoorstelling van de Fotobiënnale worden verschillende beeldmakers naast elkaar gezet: kunstenaars, vj's, reclamebureaus en reclamecampagnes. In het voormalig Rotterdamse pakhuis Las Palmas zijn binnen de loodsen cabines gebouwd waar ieder werk op een passende wijze wordt gepresenteerd, zodat je telkens een andere ervaring kunt opdoen.

Een verstilde portretfoto van Rineke Dijkstra wordt getoond in een witte museale ruimte waarin de bezoeker niet afgeleid wordt door andere elementen, maar volledig kan stilstaan bij het statische portret.

Aan een van de vier tafeltjes van communicatiebureau KesselsKramer kun je het spel Memory spelen. Het bureau heeft dit spel samen met de Biënnale ontwikkeld. Het spel is echter niet eenvoudig, want het bestaat uit close-ups van het menselijk hoofd. Als speler heb je geen andere herkenningspunten dan de ogen, neus, mond en huid. Een poging om je visuele geheugen te verbeteren.

Even wegdromen kan in de zogenaamde Chill Terminal van Gerald van der Kaap. Het concept bestaat al tien jaar en wordt gebruikt tijdens houseparties. Van der Kaap heeft dit samen met de overleden Peter Giele ontwikkeld. Je ligt op een bed en je hoofd zit in een koker. Hierbinnen worden videobeelden getoond waardoor je in een trance-achtige toestand geraakt. Verder wegdromen kan niet op de IKEA bank van Tara Karpinski. Deze bank maakt deel uit van een installatie waarin een blinde vrouw vertelt over haar keuzes bij het boodschappen doen.

Het is opvallend dat binnen de expositie de grenzen tussen kunst, cultuurkritiek en reclame zijn weggevallen. De reclamecampagne van Vodafone bevat beeld en tekst die zowel wervend als kritisch opgevat kunnen worden. 'Druk, druk, druk, druk' staat met veel herhaling op een pagina vermeld met daaronder een telefoongesprek van een reclamemaker waarvoor de deadline nadert. Het is maar net in welke context deze combinatie tussen beeld en tekst wordt gebruikt.

Posities

Experience probeert drie posities van de beeldcultuur in kaart te brengen. Aan de ene kant heb je de beeldmakers die gebruik maken van een mediale onderdompeling of zogenaamde 'immersie'. Alle mogelijke hulpmiddelen en vormen worden gebruikt om een sfeer en omgeving te creëren die overeenkomt met de realiteit van de media.

Anderszins heb je beeldmakers die kiezen voor het verrassen en ontregelen van het mediale filter door een overvloed aan beelden. Of zij kiezen juist voor verstilling en minimalisme, waarbij de kijker alle aandacht kan hebben voor elk detail.

Als laatste positie heb je de beeldmaker als criticus van de mediamaatschappij. De curators van de Biënnale Frits Gierstberg en Bas Vroege schrijven in de inleiding van de catalogus het volgende over de mediacriticus: "Dat gebeurt op een geheel andere wijze dan tien, vijftien jaar geleden; vrijwel verdwenen lijken de expliciete stellingnames en mediasubversieve praktijken. Ook de beeldmaker/criticus weet zijn middelen te kiezen, maar is nu meer een behendig mediasurfer dan een ondubbelzinnig activist."

Ik vroeg Frits Gierstberg om toelichting. ,,Beeldmakers maken nu meer gebruik van elementen van de beeldcultuur in plaats van dat ze zich daartegen afzetten. Werk wordt niet gemaakt om mensen te zeggen hoe verderfelijk de invloed van de televisie of reclame is, naar mixt en sampled beelden tot een nieuw beeld'', aldus Gierstberg.

Als voorbeeld noemt hij het werk van Joachim Schmid. Deze kunstenaar haalt reclamefolders door de papierversnipperaar. De reepjes plakt hij aan en boven elkaar, zodat er een ritmisch lijnenspel ontstaat. Binnen de video van Francis Summers worden romantisch dromerige landschapsfoto's ruw gewisseld met clichématige foto's van dieren en vrouwen ondersteund met een irritante piep. Frits Gierstberg beschouwt de hedendaagse beeldcriticus ,,als iemand die boven de beelduitingen surft in plaats van ertegen in zwemt.''

Jan Kees Helms

 



Naar boven

 

 



Ravage
Archief
Overzicht 2003
Overzicht #5

..