Uit: Ravage #1 van 10 januari 2003

De moed om in Israël dienst te weigeren

Dienstweigeren stuit in de Israëlische samenleving op felle kritiek. De weigeraars van militaire dienst in de bezette gebieden worden voor verraders uitgemaakt en als misdadigers neergezet. Toch zijn er steeds meer soldaten die moeite hebben met hun rol als bezetter.

"Dit is niet een moment waar ik naar uitgekeken heb. Maar ik kreeg de opdracht om gedurende drie weken kolonisten te begeleiden en te bewaken. Ik moest Palestijnse voorbijgangers fouilleren en arrestaties verrichten wanneer dat nodig was. Als ik dat had gedaan was ik mezelf niet meer geweest." (1)

In februari 2002 publiceert de krant Ha'aretz een verklaring van een groep van 53 reservisten van het Israëlische leger, de zogenaamde 'verklaring van officieren'. Zij verzetten zich tegen de militaire dienst in de bezette gebieden. (Zie ook het interview met Tal Belo in Ravage van 17 mei 2002)

Soldaten en officieren uit alle geledingen van het maatschappelijk leven en het Israëlische leger uiten in deze verklaring hun kritiek op de rol van Israël. Ze stellen dat ze niet willen vechten buiten de vastgestelde grenzen uit 1967. Men wenst geen volk te domineren, uit te zetten, te verhongeren en te vernederen. De groep noemt zichzelf Ometz Lesarev ('de moed om te weigeren') en telt op dit moment 504 ondertekenaars.

De invasie van Libanon in 1982 vormt de aanzet voor de oprichting van de eerste dienstweigergroep, Yesh-Gvul ('Er ís een grens') genaamd. Hiervan worden 168 soldaten gevangen gezet. Het aantal seruvniks (afgeleid van het Hebreeuwse woord 'seruv': weigeren) is in werkelijkheid echter vele malen groter.

De dienstweigerorganisaties Yesh-Gvul en Ometz Lesarev hebben vrijwel dezelfde werkwijze en zullen naar verwachting uiteindelijk samengaan in één organisatie. Zij richten zich met name op het dienstweigeren in de bezette gebieden en het ondersteunen en raadgeven van de soldaten die met een gewetensvraag worstelen betreffende het uitvoeren van repressieve of agressieve opdrachten.

Scholieren

De Israëlische dienstweigerbeweging kent naast deze twee organisaties ook nog de Shministim. Deze groep bestaat uit middelbare scholieren die op het punt staan om te worden opgeroepen voor hun militaire dienst. De scholierenbeweging staat enigszins los van de andere twee groepen omdat het hen niet alleen gaat om selectieve weigering. Hun kritiek richt zich op het algehele Israëlische militaire beleid.

De vele reservisten die de 'Verklaring van Officieren' ondertekenden zijn het niet altijd eens met de Shministim. Veel reservisten zijn niet principieel dienstweigeraars en vinden dat je niet kunt weigeren om bijvoorbeeld bij de grens met Egypte dienst te doen.

Het verzet van de Shministim begint in augustus 2001 wanneer 62 middelbare scholieren een brief aan Ariel Sharon schrijven. In deze zogeheten 'Brief van de Eindexamenkandidaten' protesteren zij "tegen het racistische en agressieve beleid" van de Israëlische regering. Ze wensen niet mee te werken aan de uitvoering van dat beleid en ook niet deel te nemen "aan de daden van onderdrukking tegenover het Palestijnse volk, daden die eigenlijk terroristische acties moeten worden genoemd."

In hetzelfde jaar sturen ze een tweede brief waarin ze protesteren tegen de oorlogsmisdaden van het Israëlische leger. Deze keer is het aantal ondertekenaars opgelopen tot 150. Op dit moment zijn er 300 leden actief bij de Shministim waarvan er enkelen momenteel een straf uitzitten.

Berechting

In dezelfde lijn moeten de brieven worden gezien die het vredesblok Gush Shalom stuurde aan vijftien legerofficieren aangaande hun misdragingen in bezet gebied. Hierin wordt ervoor gewaarschuwd dat hun acties kunnen leiden tot berechting door een Israëlische of zelfs internationale rechtbank, die overigens niet erkend wordt door Israël.

Ook deze brieven veroorzaken veel tumult binnen de Israëlische samenleving en Gush Shalom wordt ervan beschuldigd het moreel in het leger te willen ondermijnen. Enkele leden van deze groep worden inmiddels bedreigd.

Hoewel het leger in sommige gevallen rekening houdt met de verschillende gevoelens onder de bevolking - zo worden ultra-orthodoxe joden niet opgeroepen en zijn er speciale regelingen voor bijvoorbeeld top-atleten en musici - stellen de reservisten dat dienstdoen in de Gaza en op de Westoever onwettig is aangezien de 35-jarige bezetting en de middelen die worden gebruikt om deze bezetting te handhaven dermate anti-democratisch is dat zij het principe van de meerderheidsregering overstijgt. Daarmee wordt weigeren een fundamenteel democratische handeling.

Veel Israëli's rechtvaardigen de militaire acties, van welke aard dan ook met alle daarbij komende 'collateral damage', als zelfverdediging tegen de moorddadige terreur jegens willekeurige burgers. Tegelijkertijd zien veel Palestijnen de Palestijnse aanslagen als legitieme zelfverdediging tegen de moorddadige terreur van Israël.

Toch zijn er in beide kampen mensen die zien dat geweld geen einde zal brengen aan de oorlog. De discussies die hierover worden gevoerd hebben vooralsnog niet geleid tot een verandering van de situatie. Het is niet altijd makkelijk om elkaar te ontmoeten omdat de Palestijnen niet zomaar de Groene Lijn (de grens van Israël vóór 1967) mogen passeren en het voor de Israëli's tegenwoordig gevaarlijk is om in bezet gebied te komen.

Bedreigd

De periode van militaire dienstplicht in Israël is vastgesteld op drie jaar voor mannen en twee jaar voor vrouwen. De leeftijdslimiet voor mannen is 45 jaar (dit was eerder 55 jaar). Vrouwen worden zelden opgeroepen als reservist en dan is de leeftijdslimiet 24 jaar.

Er zijn weinig vrouwen die in de bezette gebieden dienst doen. Enkelen hebben reeds geweigerd. Een van hen, Avia Atai, heeft daarvoor gevangen gezeten. De maximum straf is 35 dagen maar deze straf kan meerdere malen worden herhaald, soms tot vijf maal toe.

Het leger heeft altijd een belangrijke rol in het Israëlische leven gespeeld. Kleuters worden opgevoed met het idee dat ze later soldaat zullen worden om het land te verdedigen. Militair vlaggenvertoon, zelfs in kindercrèches, wordt tijdens de feestdagen niet geschuwd en het volkslied wordt uit volle kinderborstjes meegezongen.

Er is een diepgewortelde traditie van onvoorwaardelijke steun aan het leger. De samenleving is ervan doordrenkt. Zo is men in de loop der tijd gewend geraakt aan de check-points waar duizenden Palestijnen urenlang worden vastgehouden en vernederd en aan het beeld van Palestijnse kinderen die onder schot worden gehouden. Men is gewend geraakt aan de strafvernietiging van huizen en vooral aan het officiële beleid om mensen te vermoorden onder het mom van 'doelgerichte preventie'.

Op alle scholen worden leerlingen voorbereid op het leger tijdens speciaal ingeroosterde lessen. Enkele scholen verplichten met name de toekomstige dienstweigeraars om deel te nemen aan deze lessen. Op andere scholen is het de weigeraars verboden om over politiek te praten binnen de school. Ook komt het voor dat shministim-leden worden bedreigd of zelfs in elkaar worden geslagen door medestudenten. Na het dienstweigeren is het moeilijk om aan een baan te komen.

Dienen in het leger is in Israël een bijna heilige plicht. Er zijn wel mogelijkheden om het leger te ontlopen (volgens de Shministim is het zelfs aangemoedigd door het leger: S5 of een paar jaar naar het buitenland gaan). Weigeren blijft uiteindelijk de moeilijkste en moedigste manier om uit het leger te blijven.

Loeke Pam

1. fragment van de website van Yesh Gvul,
www.yesh-gvul.org



Naar boven

 

 



Ravage
Archief
Overzicht 2003
Overzicht # 1

..