ISLAMABAD,
27 december 2006 - Pakistan wil een mijnenveld aanleggen en een hek bouwen
langs de 2400 kilometer lange grens met Afghanistan. Dat moet de oversteek
van Talibanstrijders verhinderen. Humanitaire organisaties verzetten zich
tegen het plan.
De
Pakistaanse regering stelde de plannen voor na kritiek van Afghanistan
en de Verenigde Staten. Beide landen vinden dat Pakistan niet genoeg doet
om Talibanstrijders die heen en weer pendelen over de grens, tegen te
houden. "Het Pakistaans leger is gevraagd om de modaliteiten voor
een afsluiting en selectief mijnen leggen langs de grens vast te leggen",
zo zei staatssecretaris voor Buitenlandse Zaken Riaz Mohammed Khan.
De
grens heeft nu zeven officiële overgangen maar is verder lek als een zeef.
Het aanleggen van mijnenvelden is volgens een woordvoerder van de regering
"essentieel" om Pakistan te verdedigen. Pakistan produceert
landmijnen in overheidsfabrieken. Het land zou minstens zes miljoen landmijnen
in voorraad hebben. Verleden jaar vielen 212 doden door landmijnen, vooral
in de grensstreek met Afghanistan.
De
Afghaanse president Hamid Karzai heeft zich inmiddels negatief uitgesproken
over de bouw van het hek en het mijnenveld. "We moeten de terroristen
trotseren. Het oprichten van een hek of een mijnenveld helpt ons daarbij
niet. Daarom zijn we tegen", aldus Khaleeq Ahmad, een woordvoerder
van de Afghaanse president. Karzai uitte zich in het verleden al meerdere
keren negatief ten opzichte van dit project.
Asma
Jahangir, de voorzitter van de Pakistaanse mensenrechtencommissie (HRCP),
zei tegen het nieuwsagentschap IRIN dat de plannen een "inbreuk vormen
op alle humanitaire normen." Kamran Arif, advocaat en vice-voorzitter
van een lokale HRCP-afdeling, wijst erop dat veel stammen en families
aan weerszijden van de grens wonen en geen visa nodig hebben om tussen
de twee landen te pendelen.