Lucht
smerigst in India
en China
YOGYAKARTA,
18 december 2006 (IPS) - Elk jaar sterven meer dan een half miljoen
Aziaten aan de gevolgen van luchtvervuiling. De lucht in de grote steden
in Azië is veel vuiler dan wat de Wereldgezondheidsorganisatie nog gezond
vindt. Vooral de steden in India en China scoren slecht.
In
China zijn het vooral zwarte koolstofdeeltjes afkomstig van een op hol
geslagen industrie die de atmosfeer bezoedelen, terwijl India heeft
af te rekenen heeft ozonsmog. De steden in China en India zijn de grootste
zorgenkinderen onder alle steden in Azië.
Dit
schrijven de auteurs van een studie over de luchtvervuiling in twintig
grote Aziatische steden die werd uitgevoerd door het Milieu-instituut
van Stockholm (SEI). De Wereldgezondheidsorganisatie bracht Aziatische
beleidsmensen samen in het Indonesische Yogyakarta om de resultaten
te bespreken.
Een
grote boosdoener is de explosieve groei van het aantal auto's en gemotoriseerde
tweewielers. De vloot verdubbelt elke vijf tot zeven jaar, wat zal leiden
tot nog meer vervuiling door stikstofdioxide en stofdeeltjes kleiner
dan 2,5 micrometer (een miljoenste van een millimeter). Die stofdeeltjes
worden niet uitgeademd maar nestelen zich in het longweefsel, wat voor
ademhalingsproblemen zorgt.
Een
reductie van de hoeveelheid stofdeeltjes groter dan 10 micrometer (PM10)
tot maximum 20 microgram per kubieke meter, kan volgens de Wereldgezondheidsorganisatie
het aantal doden door luchtvervuiling met 15 procent doen dalen. In
veel Aziatische steden bedraagt de PM10-waarde 70 microgram per kubieke
meter.
De
vervuiling is in toenemende mate een internationaal probleem. Vertegenwoordigers
van Bangladesh deden hun beklag over rookwalmen die komen overwaaien
uit het naburige India of China. Maleisië en Singapore ondervinden dan
weer de negatieve gevolgen van bosbranden in Indonesië. Het was de eerste
keer dat Aziatische politici bij elkaar kwamen voor een conferentie
over luchtvervuiling