Uit:
Ravage #16 van 19 december 2003
Politiek
van de angst
Evenals
terroristen maken overheden handig gebruik van een strategie van
angst om hun doel te bereiken. Noem je politieke tegenstander een
terrorist en alle maatregelen om dit 'gevaar' uit te schakelen zijn
geoorloofd.
Vrijwel
iedere lezer van Ravage kan een terrorist zijn. Eén Kamervraag
van Mat Herben of Geert Wilders over je actie en je bent het. Het
is tegenwoordig erg in om je politieke tegenstander het etiket terrorist
op te plakken, het is ook heel aantrekkelijk. Met terroristen hoef
je niet samen te werken en hun argumenten hoef je niet serieus te
menen. Je kan ze gewoon bestrijden, zonder rekening te hoeven houden
met bijvoorbeeld mensenrechten.
Om
te begrijpen waarom de dreiging van terrorisme zo serieus wordt
genomen en dus op zich een bruikbaar politiek instrument kan zijn,
is het nuttig de moderne terroristische beweging nader te onderzoeken.
Een
terroristische beweging doet aan politiek met andere middelen. Het
belangrijkste pressiemiddel is terreur: onverwacht en zonder aanzien
des persoons geweld gebruiken om je doel te bereiken. In principe
kan iedereen het doel en dus slachtoffer zijn. Daarin ligt de kracht
van een terroristische beweging, niet zozeer in het daadwerkelijk
veroorzaakte aantal doden.
Narodnaya
Volya
Volgens
deze criteria was de negentiende eeuwse Russische terroristische
beweging Narodnaya Volya ('wil van het volk') tot voor kort de machtigste
terroristische beweging ooit. Narodnaya Volya zat met een probleem.
De Russische tsaar Alexander II wilde zijn rijk langzaam moderniseren.
Hij bevrijdde bijvoorbeeld de lijfeigenen en bevorderde het ontstaan
van een middenstand. Hij streefde ook een menswaardige behandeling
van boeren en arbeiders na omdat hij inzag dat het regime op termijn
in zou storten als dat niet gebeurde.
In
de ogen van Narodnaya Volya stond hij hierdoor een revolutie van
boeren en arbeiders in Rusland in de weg. De groep bestond uit beroepsrevolutionairen
die het letterlijk afgeleerd hadden moreel te denken of te handelen.
In
1879 kondigde Narodnaya Volya aan dat ze de tsaar zou gaan vermoorden
en tevens iedereen die onderdeel uitmaakte van het regime - in principe
de hele maatschappelijke bovenlaag - als een legitiem doel beschouwde.
Als gevolg raakte het regime van Alexander II door de angst volledig
verlamd en kregen veiligheidsdiensten en conservatieve militairen
steeds meer macht.
Toen
de tsaar in 1881 daadwerkelijk door een aanslag om het leven werd
gebracht, zaten de kroonprins en zijn zoon Nicolaas II zodanig gevangen
in hun eigen veiligheidspsychose en waren ze zo afgeschermd van
iedereen die wel eens een bedreiging zou kunnen vormen, dat de autocratie
nooit meer tot serieuze hervormingen over zou kunnen gaan.
Stadsguerrilla
Politiek
gezien is het tsarendom de aanslag op Alexander II nooit te boven
gekomen. De bovenlaag van de samenleving bleef de vijand van het
grootste deel van de bevolking en de onderlaag had uiteindelijk
geen keus meer. Revolutie was de enige optie.
Hoewel
de revolutie tenslotte werd gekaapt door Lenin en Trotsky hebben
enkele leden van Narodnaya Volya, zoals Vera Figner, deze nog wel
zien plaatsvinden. Het feit dat de beweging als organisatie al in
1882 was vernietigd, maakte voor het succes ervan niets meer uit.
Figner is uiteindelijk zowel door tsaren als communisten vervolgd.
De
strategie van angst van Narodnaya Volya inspireerde niet alleen
totalitaire regimes uit de twintigste eeuw, maar werd ook door de
'anarchisten van de daad' en nog vele nationalistische en marxistische
bewegingen toegepast.
Een
recent voorbeeld zijn de stadsguerrilla groepen uit de jaren '70,
zoals de Duitse RAF. Zij probeerden naar het voorbeeld van Narodnaya
Volya een revolutie te veroorzaken door zoveel mogelijk repressie
op te roepen.
Ze
faalden omdat tegen terrorisme een politieke strategie mogelijk
bleek. Zoals steun verwerven, de terroristen maatschappelijk isoleren
en concessies doen aan groepen mensen die in potentie de terroristen
steunen. Terwijl politici beweerden dat er niet gepraat werd en
er geen concessies werden gedaan, werden de eisen van terroristen
tot op zekere hoogte meestal ingewilligd. Overheden maakten dus
intelligent gebruik van het feit dat zij altijd rijker zijn dan
terroristen en dat het woord 'terrorist' de media alle kritische
zin doet verliezen.
Al
Qaida
Aan
het eind van de twintigste eeuw was de wereld steeds afhankelijker
geworden van één staat, de VS. Bovendien had de politieke
top van de VS weinig beleidsvrijheid. Presidenten werden steeds
afhankelijker van een kleine oligarchie van geldschieters die hun
verkiezingcampagnes financierden. Deze oligarchie had zich sterk
gecommitteerd aan een aantal politieke posities waarmee ze internationaal,
met name onder islamieten, veel weerstand opriep.
Sinds
de aanslagen van 11 september 2001 heeft de oligarchie geen mogelijkheid
meer zich nog te onttrekken aan het ingezette veiligheidsbeleid.
Iedere afwijking wordt immers uitgelegd als toegeven aan het terrorisme.
Al Qaida, een betrekkelijk kleine maar zeer modern georganiseerde
groep terroristen, weet een machtige staat zo voor langere tijd
aan een politieke koers te binden.
Net
zoals Narodnaya Volya houdt Al Qaida geen enkele rekening met wat
voor moraal dan ook. Moordaanslagen met duizenden onschuldige slachtoffers
zijn volgens de islam niet toegestaan. Maar dankzij de uiterst beperkte
mogelijkheden van de VS om iets anders te doen dan moslims te onderdrukken,
blijven de moslims gedwongen de rijen gesloten te houden. Hierdoor
zijn radicale bewegingen aantrekkelijk geworden. Al Qaida heeft
evenals Narodnaya Volya zijn perfecte tegenstander geconstrueerd.
Geen
machtscentrum
Een
terroristische beweging heeft dus om een bedreiging te kunnen zijn
een aanwijsbare en kwetsbare tegenstander nodig, die te beïnvloeden
is en die ook daadwerkelijk macht uit kan oefenen. Daarom hoeft
Nederland geen reële dreiging van terroristen te verwachten.
Kwetsbare
doelwitten zijn er in Nederland infrastructuurland genoeg. Het is
heel erg gemakkelijk om in Nederland aanslagen te plegen die veel
slachtoffers veroorzaken. Het probleem voor een eventuele terroristische
beweging is het ontbreken van echte machthebbers. Hoewel Nederland
formeel een eenheidsstaat is, kent het nauwelijks een machtscentrum.
De premier is de leider van een losse coalitie van meer of minder
democratisch georganiseerde partijen die vaak zelf een diffuus leiderschap
hebben.
Economisch
is Nederland afhankelijk van landen in de omgeving en enkele grote
multinationals die ook weer collegiaal geleid worden. Nederland
heeft dus wel een maatschappelijke elite, maar daadwerkelijke macht,
laat staan concentratie ervan, is moeilijk te vinden.
Echte
terroristen hebben hier dan ook niks te winnen. Toch worden er groepen
activisten voor terrorist uitgemaakt. Deze activisten hebben met
elkaar gemeen dat ze het politieke spel niet volgens de officiële
regels spelen. Ze gebruiken methoden die de bestaande politici slecht
uit komen of ze houden er dezelfde religie op na als sommige terroristen.
Dierenbevrijders
Omdat
er sinds 11 september 2001 een grote publieke angst bestaat voor
terroristen, is het aantrekkelijk om activisten te bestrijden door
ze buiten de samenleving te plaatsen, geen concessies te doen en
hun boodschap niet in de media te brengen, of slecht in negatieve
zin. Een aanpak die bij echte terroristen niet werkt, maar wel bij
andere politieke tegenstanders.
Het
is dan ook niet vreemd dat de enige radicale politieke beweging
met een massale potentiële aanhang, die van de dierenrechtenactivisten,
de stempel 'terroristisch' heeft gekregen. De regering wil een aantal
successen van deze beweging terugdraaien en heeft daarbij te maken
met politieke tegenstand tot op de rechtervleugel van de VVD.
Geholpen
door uitgesproken klungelig en emotioneel politiek geweld van enkele
dierenrechtenactivisten moet de dierenrechtenbeweging nu alle energie
steken in het afschudden van het spook van Narodnaya Volya en Al
Qaida. In plaats dat ze zich bezig kan houden met het tegengaan
van nieuw dieronvriendelijk beleid. Iedere maatregel ten nadele
van de bio-industrie is voortaan 'toegeven aan terroristen'. Ook
overheden kunnen dus hun doel bereiken door gebruik te maken van
de angst voor geweld.
Pieter
Cornelissen
Naar
boven
|