Uit: Ravage #15 van 21 november 2003

Beweging zonder werk

Mensen in de bijstand wordt keer op keer de duimschroeven aangedraaid. Waarom komen zij niet massaal in verzet? En waarom doen de vakbonden zo weinig voor mensen zonder betaald werk?

,,Bij elke verkiezing wordt er weer een voorstel gedaan om een politieke partij voor bijstandtrekkers op te richten. Dit is echter een moeilijke zaak en roept veel weerstand op. Want wat wil je bereiken? Een prettiger ontvangst bij de sociale dienst...?''

Aan het woord is Piet van der Lende van de Amsterdamse Bijstandsbond. Samen met de Utrechtse Werklozenbond de twee enige uit de jaren '80 overgebleven bijstandsbonden in Nederland. In die jaren van economische crisis en werkloosheid kende ons land nog een grote werklozenbond, met veel aangesloten lokale organisaties. Een paar jaar later was die echter alweer uiteen gevallen.

,,De mensen waren niet echt gemotiveerd'', zegt Van der Lende. ,,Veel bijstandtrekkers, maar vooral WW-ers, denken toch weer snel uit de uitkering te komen. Zij beschouwen het als een tijdelijke situatie en zien geen noodzaak om zich te organiseren.''

Adviezen

Toch kent ons land op dit moment nog enkele landelijke organisaties voor mensen in de bijstand, zoals Mensen zonder betaald Werk, Vrouwen in de Bijstand en het Landelijk Verbond van Arbeidsongeschikten. Ook op lokaal en soms regionaal niveau zijn er talloze organisaties van werklozen en andere bijstandtrekkers actief, zoals de cliëntenraden van de sociale dienst.

Van der Lende: ,,Zij geven vooral persoonlijke steun en advies. Tevens overleggen zij met de gemeenten. Maar bij gebrek aan contributiegelden en subsidie is hun bewegingsruimte meestal vrij beperkt.''

Slechts een harde kern van een paar honderd mensen voert acties en ontplooit allerlei initiatieven. Met weinig resultaat, stelt ook de socioloog André Bons die een studie deed naar sociale bewegingen en bijstandtrekkers. ,,Vanaf het begin van de jaren '70 tot in de jaren negentig zijn er honderden acties geweest van 'inactieven'. Deze hebben niet kunnen voorkomen dat de verzorgingsstaat elk jaar weer een stukje verder afgebroken werd'', aldus Bons.

Betaald werk

De koopkracht van een bijstandsuitkering is de laatste jaren hard achteruit gehold. Er valt nauwelijks nog van te leven, zeker niet als je dat al jaren moet doen. Bovendien is volgens de wet Werk en Bijstand, die begin volgend jaar van kracht wordt, de bijstandsuitkering niet langer een recht.

Pas als je de ambtenaar van de sociale dienst er van overtuigd hebt dat je er echt alles aan hebt gedaan om betaald werk te vinden, kan hij besluiten je een uitkering te geven. Maar als de ambtenaar werk voor je vindt wat hij voor jou geschikt acht, of van mening is dat je een sollicitatiecursus moet volgen, heb je dit maar te accepteren. Bij weigering raak je je uitkering kwijt.

In de wet Werk en Bijstand draait het dus meer dan ooit om betaald werk. Wie dat niet heeft, telt eigenlijk niet mee. ,,De discussie over wel of geen betaalde arbeid hebben we verloren, daar is niets meer van over'', zegt Piet van der Lende.

De vakbonden zijn daar in zijn ogen medeverantwoordelijk voor. ,,Het is absurd er alleen gestreefd wordt naar betaald werk en voorzieningen voor werknemers. Voor bijstandsgerechtigden nemen zij niet duidelijk genoeg stelling. Ze zetten zich vooral in voor mensen die lang gewerkt hebben, voor WAO-ers, WW-ers en mensen met andere aanvullende regelingen.''

Vergrootglas

Bijstandtrekkers zijn nauwelijks lid van een vakbond. Hoewel een derde deel van de vakbondsleden valt onder de categorie UGO, bijstandtrekkers en ouderen, zijn bijstandtrekkers veruit in de minderheid.

De meeste UGO's zijn ouderen of pensioengerechtigden. Niet vreemd als je bedenkt dat de vakbond überhaupt meer senioren dan jongeren telt. Daarna volgen de mensen met een WAO-, WW- of andere uitkering. Van de kleine groep bijstandtrekkers die lid zijn van een vakbond, komen de meeste uit een werksituatie waarin ze al vakbondslid waren.

Mensen die nooit betaald werk hebben verricht of al jaren zonder zitten moet je binnen de vakbond met een vergrootglas zoeken. Dat is wel te verklaren. Degenen die al jaren in de bijstand zitten moeten elke euro omdraaien. En ook al is de contributie voor bijstandtrekkers de helft van die voor werkenden, de gemiddeld 72 euro per jaar kunnen de meeste van hen toch niet missen.

Daarnaast zitten er veel eerste generatie Marokkanen, Turken en andere migranten in de bijstand. Zij zijn vaak laaggeschoold, beheersen het Nederlands slecht en zijn soms analfabeet. Hierdoor pikken zij veel informatie over en van vakbonden niet op. Vaak beseffen ze niet wat een vakbond voor hen kan betekenen. Een grote groep van de bijstandtrekkers bestaat uit vrouwen die nooit gewerkt hebben. Ook dit draagt sterk bij aan de lage organisatiegraad.

Volgens FNV-regiobestuurder Mustapha Laboui probeert de vakbond wel het een en ander te doen aan deze ondervertegenwoordiging. ,,We proberen te regelen dat het lidmaatschap wordt vergoed door de Bijzondere Bijstand. Ook proberen we informatie speciaal op bijstandtrekkers, vaak laaggeschoold, af te stemmen zodat die ook bij hen belandt'', aldus Laboui.

Grotere schaal

Volgens Van der Lende herkennen veel bijstandtrekkers zich niet in het vakbondsbeleid. ,,Mensen in de bijstand, maar ook andere bijstandtrekkers, zijn dikwijls meer bezig hun individuele problemen op te lossen. Zij zien hun zaakjes meer in het klein, terwijl de vakbonden op grotere schaal opereren. De vakbonden sluiten voornamelijk compromissen met werkgevers. Terwijl bijstandtrekkers vaak veel hardere actie willen voeren dan binnen het overlegmodel van de vakbeweging mogelijk is.''

Volgens FNV-bestuurder Laboui houden vakbonden de belangen van alle bijstandtrekkers in de gaten. ,,Wij hebben medewerkers die speciaal bezig zijn met de rechten van deze groep. Deze UGO-kaderleden zelf zien toe op het beleid van gemeenten en overheid. Ze overleggen, bekritiseren, controleren en vergaderen met hen. Zij worden getraind en geschoold met speciaal voorlichtingsmateriaal over de sociale zekerheid. Deze UGO-kaderleden zijn erg actief binnen de bonden en timmeren veel aan de weg'', aldus Laboui.

Zo hield de FNV bijvoorbeeld een kritisch oog op de Amsterdamse Megabanenmarkt voor mensen in de bijstand. ,,We probeerden deze bij te sturen en uitvoerders en cliënten te begeleiden door met hen te praten en ze te steunen'', aldus Laboui. Ook houdt de FNV eens in de twee jaar een wachtkamerenquête bij uitvoerende instellingen van de sociale zekerheid om zo achter de kwaliteit van de dienstverlening te komen. ,,Door adviezen op grond van de uitslagen willen we de dienstverlening aan de klanten verbeteren''

Onafhankelijk

De nieuwe wet Werk en Bijstand wordt ook naulettend in de gaten gehouden door de FNV, meent Laboui. Deze wet stelt gemeenten volledig verantwoordelijk worden voor bijstandsgerechtigden. Zij hebben er dus baat bij mensen aan het werk te helpen.

,,Dat moet zo gebeuren dat ze ook echt lang aan het werk blijven. Er moet dus geïnvesteerd worden in opleidingen en begeleiding. In plaats van domweg alleen maar mensen zo snel mogelijk uit de bijstand te krijgen. Hier gaat de FNV over in discussie met gemeenten en we zien toe op het gevoerde beleid'', aldus Laboui.

Wel probeert de FNV mensen, vooral qua inkomen, onafhankelijk te maken van instanties. ,,Met name doen we ons best te voorkomen dat de jeugd in een uitkering komt'', zegt Laboui. Hiervoor probeert de FNV de verschillende instanties op het gebied van bijstandtrekkers, zoals gemeente, stadsdeel, sociale dienst en Centrum Werk en Inkomen, samen te brengen met het bedrijfsleven.

Piet van der Lende heeft dus gelijk als hij beweert dat de vakbonden vooral in betaald werk geïnteresseerd zijn. Maar wat levert dit op voor de mensen die om wat voor reden dan ook toch geen betaald werk kunnen vinden?

Laboui: ,,Op landelijk niveau pleiten we via de Sociale Alliantie, de SER en andere overlegorganen voor hogere uitkeringen voor de minima. Maar verhoging van de uitkeringen gaat niet zo makkelijk.''

Europa

Misschien dat er op dit punt op Europees niveau meer te behalen valt. In juni '97 namen 50.000 mensen deel aan de internationaal georganiseerde Euromarsen tegen werkloosheid, armoede en sociale uitsluiting. De marsen waren een protest tegen de in Amsterdam gehouden Eurotop. In het Verdrag van Amsterdam is nauwelijks aandacht besteed aan de sociale rechten in Europa.

Deze Europese beweging van 'uitgeslotenen' is sindsdien alleen maar in omvang toegenomen. Tijdens de Eurotop in Nice liepen er al 100.000 mee in de marsen, in Florence gingen 400.000 mensen de straat op. Door deze marsen en protesten is een Europees netwerk ontstaan van lokale en regionale organisaties en gemeenten, van en voor werklozen, baanlozen, daklozen en illegalen.

De vertegenwoordigers van betrokken organisaties komen bij elkaar in de 'Assemblee van uitgeslotenen' om over de ontwikkeling van het beleid op Europees niveau te praten. En om actievormen te bedenken om zich tegen dit beleid te verzetten.

Ook wordt er binnen het netwerk gediscussieerd over de financiering van de sociale zekerheid en wil men een coalitie sluiten met andere groepen die zich met de problematiek bezig houden. De inzet van deze beweging is het streven naar een gegarandeerd Europees sociaal minimum van 50 procent van het bruto nationaal product per hoofd van de bevolking.

Irene Kosman

Meer info op de websites:

www.xs4all.nl/~bijstbnd

www.euromarsen.org/nl




Naar boven

 

 






Ravage
Archief
Overzicht 2003
Overzicht #15

..