Uit:
Ravage #15 van 21 november 2003
Stop
de uitverkoop van Irak
Volgens
Naomi Klein moet een beweging die het recht op zelfbeschikking van
de Irakezen serieus neemt, niet alleen het einde van de militaire
bezetting eisen, maar ook het eind van de economische kolonialisering.
"Haal
Haliburton naar huis". "Verbreek de contracten". "Ditch the deals.
Rip up the Rules". Een paar ideeën voor slogans die kunnen
helpen om de groeiende beweging tegen de bezetting van Irak te verenigen.
Tot
dusver draait het anti-oorlogsdebat onder activisten om de vraag
of een complete terugtrekking van het leger moet worden geëist,
of dat de VS de macht moet overdragen aan de VN. Het belangrijkste
wordt daarbij over het hoofd gezien. Zelfs als elke soldaat zich
morgen terugtrekt uit Irak en een onafhankelijke regering de macht
krijgt, is Irak nog steeds bezet: door de wet die is opgesteld in
het belang van een ander land; door buitenlandse bedrijven die de
belangrijkste voorzieningen in handen hebben; door een werkloosheid
van 70 procent als gevolg van de ontslagen in de publieke sector.
Een
beweging die het recht op zelfbeschikking van de Irakezen serieus
neemt, moet niet alleen het einde van de militaire bezetting eisen,
maar ook het eind van de economische kolonialisering. Dat betekent
het terugdraaien van de shocktherapie-hervormingen, door het hoofd
van de Coalition Provisional Authority (CPA) Paul Bremer bedrieglijk
omschreven als 'reconstructie', en het afzeggen van alle privatiseringscontracten
die uit de hervormingen voortvloeien.
Droom
Hoe
is zo'n ambitieus doel te bereiken? Heel eenvoudig: door aan te
tonen dat de hervormingen van de Amerikaanse gezant Paul Bremer
illegaal zijn. Ze zijn duidelijk in strijd met de internationale
regels zoals vastgelegd in Den Haag 1907 en de Geneefse Conventie
van 1949 (beide ondertekend door de VS), en in strijd met de eigen
oorlogsvoorschriften van het Amerikaanse leger.
Volgens
de Haagse regels moet een bezettende macht "de wetgeving van dat
land resepcteren, tenzij dat absoluut onmogelijk wordt gemaakt".
De Iraakse grondwet verbiedt het privatiseren van de voornaamste
staatsbezittingen en sluit het bezit van Iraakse bedrijven door
buitenlanders uit. De CPA kan onmogelijk aanvoeren dat hen een strobreed
in de weg is gelegd bij het gehoor geven aan deze wet. Toch werden
ze twee maanden geleden door de CPA unilateraal verworpen.
Op
19 september voerde Bremer de inmiddels beruchte Order 39 in. Daarin
werd aangekondigd dat 200 Iraakse staatsbedrijven zullen worden
geprivatiseerd en dat buitenlandse bedrijven 100 procent eigenaar
van Iraakse banken, mijnen en fabrieken kunnen zijn. Ook is het
hen toegestaan om 100 procent van de winst mee het land uit te nemen.
The Economist riep de nieuwe regelgeving uit tot de "kapitalistische
droom".
Vruchtgebruik
Order
39 is in meerdere opzichten in strijd met de internationale regelgeving.
Volgens de Conventie moet de bezettingsmacht worden beschouwd als
"uitsluitend adminstratoir en vruchtgebruiker van overheidsgebouwen,
onroerend goed, bossen en landgoederen die eigendom zijn van de
vijandige staat, die zijn gesitueerd in het bezette land. Het moet
het kapitaal van dit bezit beschermen en beheren overeenkomstig
de regels van het vruchtgebruik."
Bouvier's
Law Dictionary definieert vruchtgebruik als een regeling waarbij
de ene partij het recht van gebruik van de opbrengsten van het bezit
van de andere heeft, "zonder de essentie te wijzigen". Met andere
woorden, als je op iemands huis past, kun je uit de koelkast eten,
maar je kunt niet het huis verkopen en verbouwen tot koopappartementen.
En dat is precies wat Bremer doet: Hoe kun je openbaar bezit ingrijpender
veranderen dan er particulier bezit van te maken?
Voor
het geval dit detail de CPA nog niet duidelijk genoeg is, vermeldt
de Wet van Landoorlogsvoering van de VS dat "de bezetter niet het
recht heeft (non-militaire) eigendommen te verkopen of op ongekwalificeerd
gebruik."
Dat
is niet ingewikkeld: iets bombarderen geeft je nog niet het recht
het te verkopen. Er zijn volop bewijzen dat de CPA goed op de hoogte
is van de wetteloosheid van zijn privatiseringsplan. In een uitgelekt
memo, geschreven op 26 maart 2003, waarschuwt de Britse minister
van Justitie, Lord Goldsmith, Tony Blair dat het "opleggen van ingrijpende
economische hervormingen niet zal worden bekrachtigd door het internationaal
recht".
Renationalisatie
Tot
dusver ontstond de meeste controverse over de reconstructie van
Irak rond de verspilling en de corruptie bij het toekennen van contracten.
Daarmee wordt de reikwijdte van de schending ernstig tekort gedaan.
Zelfs al geschiedde de uitverkoop van Irak met volledige transparantie
en per openbaar opbod, dan was het nog illegaal om de simpele reden
dat Irak geen bezit is dat Amerika kan verkopen.
Het
erkennen van de Brits-Amerikaanse bezettingsmacht door de Veiligheidsraad
geeft geen juridische dekking. De VN-resolutie die in mei werd aangenomen
riep de bezettingsmacht specifiek op "volledig te voldoen aan de
verplichtingen zoals vastgelegd in het internationaal recht, waaronder
in het bijzonder de Geneefse conventie van 1949 en de Haagse regels
van 1907".
Volgens
een groeiend aantal internationale juridische experts houdt dat
in dat als de volgende Iraakse regering besluit geen dochteronderneming
van Bechtel en Halliburton te willen zijn, zij krachtige juridische
gronden heeft voor de renationalisatie van bezit dat dankzij verordeningen
van de CPA werd geprivatiseerd.
Judith
Blanch, hoofd van energie- en internationale arbitratie voor de
grote internationale advocatenkantoor Norton Rose, zegt dat, omdat
Bremer's hervormingen direct in strijd zijn met de Iraakse grondwet,
deze "internationale wetten schenden en waarschijnlijk niet kunnen
worden opgelegd". Blanch stelt dat de CPA "niet de volmacht heeft
of in staat is om die privatiseringscontracten te tekenen".
Een
soevereine Iraakse regering een heeft dus een "redelijk serieus
argument voor renationalisatie zonder compensatie". Voor bedrijven
die met dergelijke onteigening te maken krijgen, is "geen juridische
remedie".
Opening
De
enige uitweg voor de Amerikaanse regering is er zich van te verzekeren
dat de volgende regering in Irak allesbehalve soeverein is. Het
moet plooibaar genoeg zijn om de illegale wetten van de CPA te bekrachtigen,
die dan kunnen worden gevierd als het gelukkige huwelijk tussen
vrije mensen en een vrije markt. Als dat gebeurt, is het te laat:
de contracten zullen bezegeld worden, de deals gedaan en de bezetting
van Irak zal permanent worden.
En
daarom moeten alle anti-oorlogskrachten deze snel sluitende opening
gebruiken om te eisen dat de volgende Iraakse regering niet gebonden
zal zijn aan deze hervormingen. Het is te laat om de oorlog tegen
te houden, maar het is niet te laat om de indringers de ontelbare
beloningen te ontnemen waar ze deze oorlog oorspronkelijk om begonnen
zijn. Het is niet te laat om de contracten af te zeggen en de afspraken
te vernietigen.
Naomi
Klein
Dit
artikel verscheen eerder in The Guardian
Naar
boven
|