Uit: Ravage #15 van 21 november 2003

Controverse en propaganda tijdens IDFA

Met ruim 200 documentaires, ondergebracht in twaalf secties, talloze discussies, seminars, masterclasses en speciale evenementen, dreigt de zestiende editie van het IDFA documentairefestival ook dit jaar weer een duizelingwekkend gebeuren te worden.

In de aanloop naar het IDFA docufestival, dat van 20 tot en met 30 november op diverse Amsterdamse lokaties wordt gehouden, brak de discussie rond regisseur Hany Abu-Assad in alle hevigheid los. Hij zou in de drama-documentaire Ford Transit feiten met fictie hebben verweven zonder er gewag van te hebben gemaakt.

Hoever een regisseur kan gaan in het manipuleren van de werkelijkheid, is een klassieke kwestie die om de zoveel tijd de gemoederen verhit. Assad had voor zijn documentaire acteurs gebruikt. Hij verdedigde zich door te stellen dat hij door het gebruik van acteurs de werkelijkheid dichter kon benaderen.

Ford Transit, een film over een taxichauffeur op de bezette West-Bank in Israël, werd vervolgens in de ban gedaan door de BBC en financier VPRO. Assad werd bestempeld als een leugenachtige manipulator van de werkelijkheid.

Moore

Een ander markant voorbeeld van manipulatie werd door de openingsfilm van het IDFA van vorig jaar, Bowling for Columbine van Michael Moore, aangereikt. Tijdens een fragment legt regisseur Moore, geposteerd in een van de meest beruchte straten van South Central in Los Angeles, omstandig uit dat deze best veilig zijn.

Vervolgens steekt Moore van wal door uitvoerig in te gaan op de manipulerende praktijken van de sensatiebeluste tv-zenders, en concludeert dat de media de witte middenklasse indoctrineren met valse paranoia over de vermeende gewelddadige zwarte en Latino bevolking.

In de dagen dat Bowling for Columbine tijdens het IDFA 2002 triomfen vierde, vielen volgens de The Los Angeles Times meer dan tien doden door geweld van jeugdbendes. Zowel Assad als Moore hebben ieder op eigen wijze de werkelijkheid geconstrueerd. Toch ontkracht die herschepping van de werkelijkheid de impact van hun betoog niet.

Power Trip

De fascinerendste sectie van het komende IDFA zou wel eens het onderdeel 'USA Today' kunnen zijn, een verzameling van twintig films die Amerika en de invloed van de machtige supermacht kritisch belicht. Een daarvan is Power Trip van Paul Devlin, die zowel vragen oproept over het onderwerp als over de manier waarop de maker de werkelijkheid construeert.

In Power Trip neemt de Amerikaanse multinational AES Corp. aan het eind van de vorige eeuw in Georgië, de voormalige Sovjetrepubliek, het lokale elektriciteitsbedrijf van de regering over. Het land wankelt en belandt van de ene in de andere crisis, inclusief politieke moorden en burgeroorlog. Momenteel is Georgië in het nieuws door de vermeende verkiezingsfraude van president Shevardnadze.

De film belicht op tragisch komische wijze de pogingen van het energiebedrijf om de mensen hun rekening te laten betalen. Beetje moeilijk omdat de stroom voorheen tijdens het communistische regime gratis was, later illegaal afgetapt werd en nu met het AES Corp. achter de knoppen, het gemiddelde maandsalaris van de verpauperde bevolking kost.

Het is merkwaardig dat de regisseur de managers van deze onderneming met een heldhaftig elan neerzet. De hele film is sowieso een lofzang op het 'idealistisch kapitalisme', alsof dergelijke ondernemingen tempels van menslievendheid zijn. Enron, ook zo'n gigantisch energiebedrijf gebouwd op leugens en bedrog, bewees in het verleden het tegendeel.

Een groot nadeel van de film is de chaotische wijze waarop de film in elkaar is gezet. Typisch een film waar een enorme hoeveelheid materiaal voor geschoten is. Zonder strakke ordening en montage vliegt zo'n film alle kanten op, een euvel waardoor nogal wat documentaires sneuvelen.

Anti-kapitalisme

Surplus van regisseur Erik Gandini is in dat opzicht ijzersterk ineen gesmeed, en biedt effectief tegengif voor het warrige pro-kapitalistische Power Trip. De maker van deze film gaat verder dan Michael Moore in zijn aanvalsdrift; de documentaire bevindt zich op het raakvlak van propaganda en getuigenisjournalistiek.

De film is een verbijsterend, emotioneel schotschrift tegen de westerse consumptiecultuur die onze aardkloot vergiftigt. De simpele statistische diagnose dat 20% van de wereldbevolking 80% van de grondstoffen soupeert is op zichzelf al een huiveringwekkende gedachte.

Als ceremoniemeester wordt de antiglobalist-goeroe John Zerzan opgevoerd die de noodzakelijkheid van het vernietigen van bezit propageert. Eerst het kapitalistisch erfgoed vernietigen, om dan terug te keren naar het stenen tijdperk. Dat zou voor Zerzan de redding van de mensheid betekenen.

Misschien is zijn stenen tijdperk niet ver weg, aangezien wetenschappers voorspellen dat de natuurlijke hulpbronnen tegen het jaar 2050 uitgeput zijn. Zerzan heeft ook weinig op met de demonstranten die vredig paraderen met spandoeken. De 'vlam in de pan' strategie van het gewelddadige protest is in zijn ogen de enige weg om veranderingen te bewerkstelligen.

Regisseur Gandini bezocht voor Surplus onder meer Cuba, wellicht omdat hij dit land als voorbeeld ziet voor hoe het anders kan. Dit heeft in elk geval intrigerende beelden van lege winkels en rantsoenenboekjes opgeleverd. Gandini maakt ook gebruik van toespraken van Castro, die tekeer gaat tegen het westerse consumentisme.

De film zit vol wrede beelden en woordrijmen, en beoogt op geen enkel moment een objectieve documentatie van de ondergang van de wereld te zijn. Vooral de centrale metafoor hakt er flink in, de beruchte shopping-speech van George W Bush, die tot een oorlog tegen het terrorisme oproept omdat hij bang is dat de Amerikaanse consument niets meer zal kopen.

Controversieel

Ook Oliver Stone bezocht Cuba voor zijn Oliver Stone; Commadante, wat een fascinerend portret van de Cubaanse leider hád moeten zijn.

De openingsfilm van het IDFA, het Amerikaanse Capturing the Friedmans van debutant Andrew Jarecki, is niet de vlammenwerper van een film als Bowling for Columbine van Moore, vorig jaar. De film slaat eerder in als een fragmentatiebom. Dat past ook bij het onderwerp: de ondergang van een Amerikaans gezin.

Het drama is gesitueerd in het luxueuze Great Neck, Long Island, waar in 1987 de gerespecteerde vader en ex-leraar Arnold Friedman samen met zijn 18-jarige zoon Jesse door de politie wordt opgepakt en beschuldigd van het seksueel molesteren van tientallen jongens. Waren de Friedmans kannibalistische monsters die het vlees van weerloze pubers misbruikten, of was het een heksenjacht en waren de Friedmans onschuldig?

Regisseur Jarecki heeft zoveel tegenstrijdige feiten en getuigenissen in zijn film opgenomen, waardoor het voor de kijker moeilijk wordt een eenduidig oordeel te vellen. Bovendien stelden de Friedmans vijftig uur familiefilmpjes ter beschikking. Dit materiaal, in ruime mate door de regisseur toegepast, biedt gerede twijfels over de emotionele en psychische staat waarin deze zelfdestructieve familie verkeert.

Pedoseksualiteit

Wat de toeschouwer met Capturing the Friedmans aan moet, blijft de vraag. In ieder geval zet de film aan tot nadenken en heftige discussie. Bijvoorbeeld hoe de samenleving met pedoseksuelen moet omgaan en of ze niet beter als mens dan als monster behandeld moeten worden.

Overigens vertoonde het IDFA vorig jaar een vergelijkbare controversiële film waarin gebruik werd gemaakt van home-movies; de suggestie van pedoseksualiteit en de shockerende ondergang van een familie. Vakvagany van Benjamin Meade riep destijds na afloop van de voorstelling tijdens de publieksdiscussie met de regisseur heftige reacties op van het publiek.

Vakvagany, door de maker een visueel non-fictie mysterie genoemd, roept dezelfde vragen op over waarheid en leugen, en over de betrouwbaarheid van de filmmaker. De grote vraag is wat regisseur Jarecki met zijn Capturing the Friedmans dit keer te wachten staat. In Amerika volgden na de voorstellingen verhitte debatten, de verontwaardiging kolkte verder in de media. Pedoseksualiteit blijft een beladen onderwerp.

Hunkering

Een van de fraaiste films van het 'alternatieve' parallelle Shadow festival is het schitterende Calais-The Last Border. Regisseur Marc Isaacs portretteert het Franse havenstadje Calais, waar de Britten op goedkope wijze alcohol komen inslaan, en waar immigranten hun illegale oversteek naar het beloofde land Engeland voorbereiden.

Ook komen een aantal Britten die zich gevestigd hebben in Calais en een moeizaam bestaan proberen op te bouwen aan bod. Wat al die personages gemeen hebben is dat ze een bijna wanhopige, maar optimistische hunkering hebben naar een beter bestaan.

Ieder jaar presenteert het IDFA-festival werk van jonge talentvolle Poolse regisseurs. The Life of Pawel and Ewa van Michael Rogalski is daarop geen uitzondering. Het gaat over de strijd voor overleving van een gezin op het Poolse platteland.

Het verhaal heeft de rauwe structuur die herinneringen oproept aan het Italiaanse neo-realisme uit de jaren veertig. Mocht ooit de onthulling volgen dat regisseur Rogalski professionele acteurs heeft gebruikt, zou dat geenszins de sublieme weergave van deze werkelijkheid verdoezelen.

Ulrik van Tongeren




Naar boven

 

 






Ravage
Archief
Overzicht 2003
Overzicht #15

..