Uit:
Ravage #15 van 21 november 2003
Sarcasme
als wapen
Literaire
critici beschouwen Herman Brusselmans vooral als een mediagenieke
clown. Dat hij in zijn hele oeuvre een prikkelende maatschappijvisie
ontvouwt, lijkt velen te ontgaan.
Het
dit najaar verschenen boek 'De Droogte' is de zoveelste roman van
één van de markantste schrijvers uit de lage landen:
Herman Brusselmans (46). Er zagen de afgelopen twintig jaar zoveel
boeken van hem het daglicht, bijna allemaal bestsellers, dat het
bijna routinewerk begint te lijken.
Waarschijnlijk
maakt deze opvallende productie, in combinatie met zijn vele optredens
in de media waarin hij de cynische, seksistische nar speelt, dat
de literaire wereld bij de naam Brusselmans eerder aan een karikatuur
denkt dan aan zijn boeken.
Volgens
Brusselmans horen zaken als oorlog en honger onderhand al geruime
tijd in het museum thuis. Een mensheid die dit na eeuwen van zogenaamde
beschaving nog niet heeft kunnen bewerkstelligen, daar heeft hij
geen enkel vertrouwen in. Dit mensbeeld loopt als een zwarte draad
door zijn hele oeuvre.
Zo
ontmoeten we in De Droogte de ik-persoon Fazio, op de dag dat hij
van zijn vrouw scheidt en, bijna zonder bezittingen, weer bij zijn
moeder gaat inwonen. Het grootste ideaal waar we Fazio op kunnen
betrappen is Toyota's verkopen. Maar zelfs dit ideaal blijkt voor
hem maar weinig waard.
Traditie
Als
schrijver staat Herman Brusselmans duidelijk in de - vanwege de
vroegere almacht van de katholieke kerk - kleine, maar rijke traditie
van de vrijzinnige Vlaamse literatuur. Zo doen de experimenten die
Brusselmans uithaalt met zijn romans - zoals het schrijven over
het schrijven, maar ook zijn nihilistische wereldbeeld, geïllustreerd
door uit de Vlaamse modder getrokken veelal erotische anekdotes
- doen denken aan een moderne versie van een andere, vroegere Vlaamse
veelschrijver, Louis Paul Boon.
Maar
waar Boon zijn personages meestal nog met een vorm van mededogen
portretteert, lijkt de verteller bij Brusselmans, met name in zijn
autobiografische romans, dit mededogen slechts te hebben met zijn
vriendin Phoebe, zijn ex-vrouw Gloria, zijn hond Speedy en een incidenteel
droommeisje.
De
botte satires die Brusselmans schreef over de gehypte maatschappelijke
fenomenen van zijn tijd zijn zonder al te veel fantasie op te vatten
als postmoderne varianten op de grotesken die Paul van Ostaijen
in de jaren '20 schreef over valsmunterij, vaderlandsliefde, bordelen
en kolonialisme.
Denk
hierbij aan Vrouwen Met Een IQ (over de popmuziekindustrie) en de
Guggenheimer-trilogie met de boeken De Terugkeer Van Bonanza (over
de commerciële televisie), Guggenheimer Wast Witter (over de
reclamewereld) en Uitgeverij Guggenheimer (over de literaire wereld).
Ook is het niet moeilijk om in die Guggenheimer een postmoderne
versie te zien van Boorman, de even harde als geniale zakenman die
Willem Elsschot in verschillende romans opvoerde.
Toch
doe je Brusselmans te kort door hem alleen in de Vlaamse literaire
traditie te plaatsen. In zijn werk herken je evengoed de invloed
van literaire grootheden als Gerard Reve, J.D. Salinger en Bret
Easton Ellis.
Tijdgeest
Daarnaast
is Brusselmans een product van de tijdgeest van de jaren '80 en
'90, gekenmerkt door het einde van de grote ideologieën. Z'n
privédomein is zijn heilstaat. Daarbuiten is het één
grote boze wereld van miljarden mensen, die na zoveel duizenden
jaren van deze aarde niets beters hebben kunnen creëren dan
een broeinest van ellende en angsten, van hypes en oppervlakkigheid,
van honger, oorlog en crisis.
Zijn
sarcasme en misantropische grondhouding zijn de wapens tegen die
boze wereld. Zo houdt hij er van om met de openingszinnen van zijn
boeken bepaalde mensen zo snel mogelijk te verjagen. Zoals in De
Droogte: "Omdat mijn vrouw de smerigste teef en de goorste hoer
van heel België was, heb ik een redelijk moeilijke scheiding
achter de rug."
Veel
vrouwen, ook in mijn omgeving, beweren na het lezen van een boek
van Brusselmans dat hij een vrouwonvriendelijke, anti-feministische
schrijver is. Het ontgaat hen dan kennelijk dat álle personages,
van blanke heteromannen, tot en met homoseksuele negers, door de
ik-persoon met precies dezelfde misantropische houding behandeld
worden.
Epigonen
De
boeken van Brusselmans worden door critici zelden tot de literatuur
gerekend. Hij kreeg geen literaire prijzen en weinig serieuze recensies.
Opvallend is echter dat Arnon Grunberg en Tom Lanoye, die respectievelijk
in Nederlandse en Vlaamse prijzen grossieren, zonder overdrijven
epigonen van Brusselmans genoemd kunnen worden.
Blijkbaar
belonen literaire jury's liever een slap aftreksel, dat in het geval
van Grunberg met quasi diepzinnigheid en in het geval van Lanoye
met uitgesprokener engagement wordt versierd en gepresenteerd, dan
het wat heftiger origineel.
Brusselmans
zal het intussen weinig kunnen schelen. Hij is voorlopig nog niet
uitgeschreven. De schoorsteen van zijn schrijffabriek moet blijven
roken, zijn vriendin en hond moeten onderhouden worden. In een tweetal
talkshows bij de VRT liet hij weten dat het manuscript voor zijn
volgende gegarandeerde bestseller al weer af is.
Carl
Versteeg
Herman
Brusselmans, De Droogte. Uitgeverij Prometheus, Bert Bakker, Ooievaar,
ISBN 9044603035, 18 euro.
Naar
boven
|