Uit: Ravage #14 van 31 oktober 2003

De FNV denkt met u mee

Boosaardige managementstrategieën die zo kenmerkend zijn voor het bedrijfsleven worden nu ook binnen de vakbeweging gepraktiseerd, zo meent Hans Boot. Al meer dan twintig jaar is hij een drijvende kracht achter Solidariteit, het blad voor een strijdbare vakbeweging.

Toeval of niet? Op de ochtend van 14 oktober, de dag waarop de sociale partners het 'historische' Najaarsakkoord afsloten, sprak ik met Hans Boot van het blad Solidariteit. Een van de redenen voor de oprichting van dit blad 'voor een strijdbare vakbeweging' was het eveneens 'historische' akkoord dat tot stand kwam na overleg tussen toenmalig FNV-leider Kok en werkgeversvoorzitter Van Veen in november 1982.

De economische crisis was in dat jaar in volle gang en bij bedrijven als Fokker en RDM werden massa's mensen ontslagen. In vrijwel alle sectoren moesten werknemers de prijscompensatie inleveren. In plaats van op de barricades te klimmen, koosde vakbondsleiding voor het overleg en het meedenken met regering en ondernemers.

Lede ogen

Een grote groep vakbondsleden zag deze ontwikkelingen met lede ogen aan. Om elkaar te ondersteunen en ervaringen en ideeën uit te wisselen werd besloten een blad op te richten dat als spreekbuis moest gaan fungeren van deze kritische stromingen binnen de vakbeweging. Want, zo verzekert Boot me, die waren er toen nog volop.

,,Dat is een groot verschil met nu, een heel groot verschil! Bij bedrijven als de Schelde, de Hoogovens en in de Havens waren kritische vakbondsleden actief die om allerlei redenen niet gepasseerd konden worden, noch door de bondsleiding, noch door de werkgevers'', aldus Boot.

Omdat deze kritische leden behoorlijk langs elkaar heen werkten en een terugslag dreigden te krijgen van de koerswijziging die zich onder Wim Kok binnen de vakbeweging aftekende, werd besloten hen bij elkaar te brengen.

Maart 1983 werd na een half jaar van voorbereiding bij de Schelde het blad Solidariteit opgericht. Ook werden er lezersconferenties georganiseerd en vakbondscafés geopend in steden als Amsterdam, Den Haag, Nijmegen en Rotterdam.

Deze vakbondscafés dienden als scholing- en ontmoetingsplek, zodat men elkaar al enigszins kende op het moment dat er actie moest worden gevoerd. Want hoewel Solidariteit geen actiegroep is, vormen haar abonnees volgens Boot wel het activistische deel van de vakbeweging.

,,Als er actie wordt gevoerd weet ik dat mensen die wij kennen, of abonnee zijn, daar een rol in spelen. Maar dit activistische deel van de vakbeweging is niet erg groot. Dat weten wij als geen ander. Op dat punt hebben we onszelf ook nooit opgeblazen.''

Collectieven

Om dezelfde reden heeft Solidariteit nooit een onafhankelijke radicale vakbond opgericht. ,,We hebben daar wel regelmatig aan gedacht'', zegt Boot. ,,We hebben in het verleden ook contacten gelegd met bijvoorbeeld de OVB en recent nog met Kort & Bondig, een initiatief binnen FNV-Bondgenoten. Maar die blijken toch niet consequent op een oppositionele lijn te zitten. Bovendien kun je niet zeggen: we hebben vanavond een vergadering en boven aan de agenda staat de oprichting van een nieuwe radicale vakbond. Zo'n bond moet uit een beweging voortkomen.''

Als voorbeeld noemt Boot de SUD in Frankrijk, een radicale kleine vakcentrale, met name actief in het onderwijs, de vervoersector en de posterijen. ,,Deze bond is voortgekomen uit de protesten tegen de privatisering van de post in Frankrijk. Ze komt dus voort uit een brede stakings- en mobilisatiebeweging.''

Toen onlangs bij de spoorwegen personeelscollectieven ontstonden en buiten de bonden om acties gingen voeren, leek zo'n mogelijkheid zich in Nederland ook aan te dienen. ,,Maar je ziet steeds weer dat dit soort initiatieven heel snel worden ingeperkt'', zegt Boot. ,,Die personeelscollectieven leken naar buiten toe misschien heel radicaal en sterk, maar op niveau van ervaring, inzicht, perspectieven en alternatieven waren ze zwak. De collectieven zijn nooit over de grenzen van het spoor heen gegaan. Dat is ook heel moeilijk. Je bevind je in een stakingssituatie. Daarmee word je realiteit begrenst door de sector, je bedrijf.''

Bedrijf

Een radicale vakbond in Nederland zit er voorlopig dus niet in. Solidariteit zal haar werk binnen de bestaande vakbonden moeten voortzetten. Gemakkelijk is dat niet. "We wonen er, maar het dak zit vol met gaten; we zitten er middenin, maar voelen ons er zelden thuis", zo omschreef Boot de ambivalente houding ruim twee jaar geleden in nummer honderd van Solidariteit.

,,Sindsdien is de afstand alleen maar groter geworden'', zegt hij. ,,De vakbond is meer dan ooit een bedrijf geworden. Alle boosaardige managementstrategieën uit het bedrijfsleven worden nu ook binnen de vakbeweging gepraktiseerd. Ze doet aan uitbesteding, werkt met interim-personeel, et cetera. Daarnaast zien ze de leden als klant. Ze bieden diensten aan, geven financiële adviezen over hypotheken, beleggingen...''

Vooral deze laatste ontwikkeling baart hem zorgen. Boot: ,,De vakbonden hebben na de Tweede Wereldoorlog geen fundamentele kritiek meer op het kapitalisme. De belangrijkste mechanismen worden in essentie overgenomen, ze worden niet gekopieerd, maar er wordt op gevarieerd. Dat zie je aan de bedrijfsvoering, maar ook aan de wijze waarop er naar geld wordt gekeken. De vakbonden beheren veel geld en dat kun je op de bank zetten, in staatsobligaties steken of beleggen. Dit laatste heeft men steeds meer aan professionele beleggers overgelaten. Daardoor wist men vaak niet eens meer waar het vakbondsgeld in werd belegd, zoals de wapenindustrie of in Nike, terwijl de FNV tegen kinderarbeid is.''

Uiteraard kwam hierop wel de nodige kritiek, maar men was volgens Boot volledig opgegaan in de gekte dat er met geld veel winst te maken is. ,,Het probleem is dat de vakbonden meegaan met de algemene trend, zonder zelfstandig een analyse te maken. Dat is kwalijk, maar veel ernstiger is dat men nu zelf financiële diensten gaat verlenen aan haar leden en adviseert bij hypotheken en beleggingen. Dat is een opvoeding in kapitalisme!''

Deze ontwikkeling heeft volgens Boot ook te maken met de ontwikkeling die de traditionele achterban van de vakbonden heeft doorgemaakt. ,,De oorsprong van de vakbeweging ligt bij de geschoolde arbeiders. Die zijn de ongeschoolden gaan mobiliseren. Dat is een klassiek patroon. De laatste jaren is de vakbeweging echter steeds meer een belangenorganisatie geworden voor de relatief gearriveerde belangen, voor mensen die al een zekere positie hebben, carrière maken en wat te verliezen hebben. Die middengroepen oriënteren zich steeds verder naar boven toe; ze denken hetzelfde als het management.''

Bewustzijn

Ondanks alle kritiek op de huidige vakbeweging vindt Boot nog steeds dat een brede sociale beweging, zoals de globaliseringsbeweging, niet zonder de vakbeweging kan. ,,De fameuze gebeurtenissen in mei '68 in Frankrijk waren geen bedreiging voor het kapitalisme vanwege de rol van Sartre, maar door de Renaultarbeiders die in staking gingen. De initiatieven en ideeën komen weliswaar vaak uit de sociale vrijplaatsen voort - studenten en kunstenaars hebben immers de ruimte om vrij te denken en doen, die zijn niet dag in dag uit in het gedisciplineerde arbeidsproces opgenomen - maar zonder deelname van de arbeiders krijg je geen brede sociale beweging van de grond.''

Op docerende toon: ,,Ik ben nog steeds van mening - en je hoort aan de voorzichtige formulering dat ik weet dat velen het daar niet mee eens zijn - dat het hart van de sociaal-economische tegenstelling in de arbeid ligt, in de productie. Wat daarin gebeurt zet zich als golfbeweging over de hele samenleving voort. Het marktdenken dat nu zo dominant is, is heel goed te begrijpen wanneer je ziet hoe arbeidskracht geëxploiteerd en gedisciplineerd wordt. In de huidige managementstrategieën is marktwerking een vitaal element, bijvoorbeeld resultaat- en budgetverantwoordelijkheid, intern ondernemerschap en prestatiebeloning. Arbeiders worden allemaal kleine ondernemertjes binnen een bedrijf. Ze werken niet samen, maar zijn klanten van elkaar.''

Veel mensen in sociale bewegingen hebben volgens Boot nauwelijks kennis van wat er de afgelopen jaren op de werkvloer is gebeurd. Daardoor merken ze niet dat hun eigen visie bepaald wordt door wat er in de bedrijven gebeurt. ,,Je hoeft maar naar de taal te kijken die wordt gebruikt'', zegt Boot. ,,'Investeren in', 'energie in jezelf steken', 'dat is jouw verantwoordelijkheid', 'dat is jouw probleem', 'uitbesteding', 'individualisering' - er is sprake van een economisering van de taal, dat heeft met ideologie te maken en met het hart van het kapitalisme.''

Water

Boot vindt het dan ook jammer dat steeds minder jonge mensen ervoor kiezen om lid te worden van de vakbeweging of daarin actief te worden. ,,Het bijzondere van de vakbeweging was dat mensen daar heel lang actief in bleven. Daardoor maken ze een ontwikkeling door. Je inzichten en bewustzijn worden in een arbeidssituatie altijd al op de proef gesteld, zeker als je je daar als kritisch persoon manifesteert. Dat is een hele interessante leerschool, die helaas veel jongeren niet kennen.''

Door de geringe belangstelling van jongeren voor de vakbond, heeft ook Solidariteit nauwelijks nieuwe aanwas. Op dit moment heeft het blad rond de 600 abonnees. Dat is al jaren stabiel. Maar de kern van de medewerkers bestaat uit een groep van tussen de 15 tot 30 mensen, waarvan ongeveer een derde er al vanaf het begin bijzit. ,,Als er geen jongeren naar de vakbeweging komen, komen ze ook niet naar ons toe. Daar kunnen wij niet veel aan doen.''

Een belangrijke reden voor het verdwijnen van deze oppositie is de teloorgang van klassieke sectoren als de havens, metaalindustrie en de scheepsbouw, waar die oppositie traditioneel sterk vertegenwoordigd was. Daarnaast zijn door de fusie van de verschillende bonden in FNV-Bondgenoten veel radicale vakbondsleden hun posities kwijt geraakt.

,,De Voedingsbond bijvoorbeeld stond altijd garant voor een radicaal geluid. Die hadden een aantal arbeideristische progressieve bestuurders zoals Cees Schelling, maar die zijn allemaal verdwenen. Hetzelfde geldt voor de Vrouwenbond.''

Bovendien stellen de bonden door strenge bezuinigingen en reorganisaties op plaatselijk niveau niet veel meer voor. Boot: ,,Je komt elkaar daardoor nog nauwelijks tegen. De meeste contacten verlopen nu via de geïnstitutionaliseerde bondsorganen. Daar zitten wat ik noem de 'geprofessionaliseerde' kaderleden. Een jaar of tien geleden waren de plaatselijke kaderleden nog de sleutels voor de werkvloer. Mensen met een kritisch engagement konden daar veel invloed uitoefenen, de kaderleden waren vaak ook kritischer. Nu krijgen de kaderleden technische scholing en professionaliseringscursussen aangeboden. Mensen moeten binnen de vakbeweging de mogelijkheid krijgen een loopbaan te ontwikkelen die ook buiten de vakbeweging bruikbaar is, zo is de gedachte. Deze kaderleden zitten in allerlei organen en kunnen soms een half maandsalaris halen uit hun reiskosten. Ze hebben daardoor hele andere belangen gekregen.''

Regulatoren

Hetzelfde geldt volgens Boot voor de mensen die in het vakbondsapparaat werken. ,,Die zijn vaak direct na hun studie bij de vakbond beland. Ze hebben geen ervaring op de werkplek, laat staan met actievoeren. Tekenend is dat men het onlangs nodig vond om bij het FNV-kantoren pamfletten uit te delen waarop de bezwaren tegen de plannen van het kabinet Balkenende werden uitgelegd aan de werknemers van de FNV.''

Volgens Boot is het dan ook niet vreemd dat de stakingsoproepen van de afgelopen maand, zo weinig weerklank vonden. ,,Er is een groep bestuurders die tropenmaanden achter de rug heeft, die dag in dag uit bezig is geweest om te mobiliseren en informeren. Maar dan horen ze weer dat de bondsleiding gaat overleggen, dan weer dat de maatregelen van het kabinet via de cao gerepareerd zullen worden, dan weer dat de acties zijn mislukt. Er wordt van alles geroepen wat hun mobilisatie frustreert.''

Bondsbestuurders als Lodewijk de Waal willen volgens Boot ook helemaal niet dat de vakbeweging weer een strijdorganisatie wordt. ,,Ze willen overlegpartner zijn. Ze voelen zich verantwoordelijk voor de economie. Het zijn regulatoren, belangrijke schakels in het maatschappelijk regulatieproces.''

Toch denkt Boot niet dat de bond helemaal verloren is. Een half jaar geleden werd hij uitgenodigd om een groep kersverse FNV-bestuurders les te geven. ,,Ik had me goed voorbereid en hield een krachtig verhaal. In het begin stuitten mijn woorden op veel weerstand, maar na verloop van tijd smolt de groep. Op een gegeven moment vroeg een vrouw aan de cursusleiding waarom ze zulke verhalen niet eerder had gehoord. Deze groep maakte dus in korte tijd een vluchtige radicalisering door. Het is nog steeds mogelijk om de vanzelfsprekendheden aan het trillen te brengen. Als je daar een vervolg aan weet te geven, kan er binnen de bond dus zeker wat veranderen. Helaas bevinden we ons op dit moment niet in de positie om dat vervolg te bieden.''

Freek Kallenberg

www.solidariteit.nl

 



Naar boven

 

 






Ravage
Archief
Overzicht 2003
Overzicht #14

..