Uit: Ravage #14 van 31 oktober 2003

Gevangen in een hokjesgeest

"Blijf met je klauwen
van de nertsen af!"

Dierenactivisten worden steeds vaker als criminelen en terroristen gebrandmerkt. Hun daden zouden ondemocratisch, gewelddadig én ook nog eens dieronvriendelijk zijn. Volgens Ernst Naber kunnen dit soort argumenten alleen maar opgeld doen in een maatschappij die van de exploitatie van dier én mens een maatschappelijk aanvaardbare moraal heeft gemaakt.

Volkert van der Graaf was autorijder, internetgebruiker, huisvader en nog veel meer, maar het feit dat hij ook dierenrechtenactivist was, sprong bij rechts het meest in het oog. De kogels die Pim Fortuyn dodelijk troffen kwamen van Volkert, van dierenrechtenactivisten in het algemeen en eigenlijk van heel links.

Minister Remkes blijkt niet te beroerd te zijn deze legende om te zetten in antiterrorismebestrijding. Waarom ook niet? Dergelijke activisten zijn antidemocraten, hanteren eigenlijk dieronvriendelijke praktijken met hun bevrijdingsacties en zijn daarbij nog zeer gewelddadig ook, zo wil de legendevorming. De gelegenheidsargumenten van rechts vervlechten zich met een ideologie die van de exploitatie van dier én mens een maatschappelijk aanvaardbare moraal heeft gemaakt.

Doodskamp

Waarom vinden velen het eigenlijk überhaupt aanvaardbaar dat dieren in gevangenschap leven totdat hun gewelddadige, productieve dood winsten mogelijk maakt? De mythe van het dierenwelzijn speelt hierin een grote rol. Exploitatie van dieren is goed zolang het dier tijdens zijn leven maar redelijk verzorgd wordt.

Het is begrijpelijk dat dit argument de nodige weerklank vindt bij de bevolking, zoals ook uit enquêtes blijkt. De suggestie wordt gewekt dat het fabrieksmatig houden van een nerts eigenlijk zoiets is als het houden van een huisdier, en met huisdieren wil de gemiddelde Nederlander best goed omgaan.

De verontwaardiging over de pelsdierfokkerij kan dan ook gemakkelijk beperkt worden tot het item van dierenwelzijn - of het gebrek eraan - waarbij de werkelijke karakteristieken van de nertsenfokkerij, namelijk gevangenschap, massamoord en exploitatie, buiten bereik van de discussie en het bewustzijn blijven. Men houdt zelf huisdieren, men eet ook vlees van gehouden dieren, dus waarom zou een fokker geen nertsen mogen houden indien hij ze redelijk verzorgt?

Dat lijkt zelfhypnose. De nerts is natuurlijk geen gezellig vertroeteld huisdier als beste vriend in de nabijheid van de mens. Het is een dier dat zonder empathie bedrijfsmatig wordt gereduceerd tot pelsproductiefabriekje, dat in een machinaal proces massaal opgefokt en vermoord wordt voor de verkoop, om een nutteloze vraag op de koopkrachtige markt te voldoen. Je zou de nertsenfokkerij gerust een doodskamp voor dieren kunnen noemen; daar is geen woord overdrijving bij.

Gekamde ezel

Tolstoi schreef eens dat ook als een ezel nog zo goed wordt gekamd, het dier uiteindelijk altijd door zijn baas bereden zal worden. Maar buiten genoemde grote morele bezwaren tegen het fabrieksmatig houden van dieren, bezwaren die dus stelselmatig buiten de discussie blijven, kan er gelijk korte metten worden gemaakt met het dierenwelzijnssprookje.

Fokkers beweren dat het welzijn van nertsen in fokkerijen stukken verbeterd is. Op de website van Bont Voor Dieren stelt woordvoerster Lieke Keller dat dit onzin is: "Nertsen zouden nu veel meer ruimte hebben om te bewegen en te spelen, maar niets is minder waar. Kooien worden nu weliswaar aan elkaar gekoppeld en zo lijkt het alsof de dieren meer ruimte hebben. Maar voorheen werden er twee nertsen in een kooi gehouden en nu worden er vijf nertsen in twee kooien gehouden. De ruimte is dus eigenlijk afgenomen". Daarnaast blijven de dieren volgens haar natuurlijk gevangen in een kooi, "of die nu iets groter is geworden doet eigenlijk niets af aan het probleem".

"Nertsenfokkerijen zien er overal hetzelfde uit", schrijft iemand anders op de website 'Dierenleed': "De kleine (30x85x45cm) draadgazen kooien staan aaneengesloten in rijen op elkaar gestapeld. Tijdens hun korte leven zitten de dieren dus opgesloten en kunnen ze niet rennen, zich verstoppen en ontbreekt het ze aan zwem- en viswater. Geen wonder dat de nertsen gek worden van verveling en dus abnormaal gedrag gaan vertonen. Dit gedrag bestaat uit het eindeloos herhalen van zinloze bewegingen, het bijten in hun eigen staart en vacht en voortdurend met hun kopje rond de drinknippel draaien".

Andermans spullen

Een ander kapitalistisch aspect resoneert in de gemeenplaats van voorstanders die roepen dat "je gewoon van andermans spullen moet afblijven!". Nertsen zijn 'spullen', dingen eigenlijk, zonder eigen rechten of waarde, economische bronnetjes die zonder meer in bezit genomen moeten kunnen worden om naar believen door hun eigenaren te worden gebruikt - binnen de randvoorwaarde van aanvaardbaar dierenwelzijn natuurlijk.

Binnen zo'n denkraam worden dierenbevrijders uiteraard neergezet als antidemocraten die zonder goedkeuring andermans eigendomsrechten schenden en met hun grauwe activistenklauwen ongevraagd aan de 'spullen' van een ander komen. Niemand vraagt zich af welk recht fokkers hebben dierenleven in eigendom te nemen om het gevangen te zetten voor exploitatie en massamoord. Niemand schijnt de conclusie te trekken dat er eigenlijk weinig democratisch is aan de private exploitatie van economische bronnen, zoals dieren in deze context gezien worden. Wie ze grijpt, mag ze blijkbaar voorgoed hebben en gebruiken.

Is er ooit een gezamenlijk, democratisch besluitvormingsproces geweest over het opzetten van nertsenfokbedrijven? Het antwoord moet ontkennend luiden. Op de markt wordt nooit directe zeggenschap toegekend aan welk democratisch lichaam dan ook, op de markt geldt alleen private controle over eigendom - niet alleen als het gaat om bronnen waarvan eigenlijk de hele gemeenschap afhankelijk is, maar ook als het winstgevende dieren zijn.

Dominantie

Het dier is, zoals de Bijbel de christelijke mensheid al informeerde, kennelijk als een Godsgegeven ondergeschikt aan de mens en zijn eigendomsrechten. Sommige filosofen noemen de onderwerping van het dier aan de mens specicisme, de dominantie van één dierensoort over de ander(en).

De Amerikaanse eco-anarchist Murray Bookchin ziet kapitalisme niet alleen als een stelsel dat prekapitalistische noties van dominantie van mens over dier en natuur legitimeert, maar ook als een kracht die het plunderen van de natuur tot belangrijkste maatschappelijke wet van het aardse leven heeft gemaakt.

Als anarchist gaat hij nog een stap verder. Volgens Bookchin is "kapitalisme het vehikel dat de psychologie van dominantie haar meest destructieve ecologische uitlaatklep verschaft", en "is het conflict tussen mensheid en natuur een uitbreiding van het conflict tussen mens en mens onderling".

Kort gezegd, in een systeem waarbinnen het moreel aanvaardbaar wordt geacht dat mensen over mensen beslissen, is het slechts een kleine stap naar de volledige onderwerping van het dier aan het productieproces.

De gemanagede top-down planning van zijn arbeid, de volledige controle over zijn productieve output, de voortdurende monitoring van de werknemer in de tijd van de baas en als burger in de publieke ruimte, is te zien als een soort domestificering van de gedomineerde mens; een mens die gevangen wordt gehouden in zijn te krappe kantoorhokken en door baas en staat ingekaderde bewegingsruimte. Geen wonder dat er geen haan kraait naar de massamoordende destructie van het fabrieksdier. In dit morele systeem is met dominantie en exploitatie op zichzelf nu eenmaal niets mis.

Voor de duidelijkheid, eens een eitje eten is niet het probleem, maar de legbatterij is dat wel. Evenals het idee dat het normaal en aanvaardbaar is dat zulke productievormen bestaan.

Geweld

Een andere belangrijke bron waaruit ongelimiteerd geput kan worden om dierenrechtenactivisten tot terroristen te bestempelen, is de associatie van acties met geweld. Wat legaal is, kan nooit geweld zijn; wat illegaal is, is dat per definitie wel. Dierenbevrijding of sabotage is dus sowieso geweld tegen de dwingende macht van het eigendomsrecht.

Niet het vasthouden van dieren onder afschrikwekkende, onnatuurlijke omstandigheden of het vermoorden van pelsdragertjes in een massaproductieproces, maar het bevrijden van dieren uit hun doodskampen is geweld. Nertsen vergassen of dieren 'ruimen' is geen geweld, nertsen laten ontsnappen uit hun kooien is dat wel.

Natuurlijk, het is begrijpelijk dat fokkers en hun families angstig worden als horden bivakmutsendragende dierenbevrijders rondom hun erf zwermen of als zij persoonlijk door activisten gevolgd en bedreigd worden. Vooral dat laatste mag best als afkeurenswaardig worden beschouwd, zeker als in aanmerking wordt genomen wat een achterliggende rechtvaardiging zou kunnen zijn van dierenbevrijdingsacties.

Volgens Paul Watson - oprichter van Greenpeace en nu werkzaam bij Sea Shepherd, een organisatie die walvisjagers van hun vangst probeert af te houden - kan geweld alleen toegepast worden op leven, en niet op levenloze dingen zoals een walvisvaarder. Als je dus leven verkiest boven het materiële en winstbejag, en het recht op leven en vrijheid als hoogste recht beschouwt, dan is het doden van walvissen geweld en misdadig en het tot staan brengen van een schip dat gebruikt wordt om voor materieel gewin leven te doden niet.

Recht op leven staat boven eigendomsrecht, zoals woonrecht als een eerste levensbehoefte boven eigendomsrecht staat. In die zin is kraken geen geweld en is speculatie dat wel. De lijn is dun, dat is waar. Een ruit ingooien als uiting van een dreigement geldt wel als geweld, waar een ruit ingooien om iemand van een brand te redden volstrekt legitiem is.

Voorwaarde

Dit principe van Watson volgend kun je zeggen dat het vernielen van nertsenhokken of het plegen van sabotage tegen een dierenmoordende infrastructuur binnen bepaalde grenzen niet als geweld kan worden beschouwd en altijd te verkiezen is boven aantasting van het recht op leven van het dier.

Consequentie is wel dat leven van dier en mens, dus ook van een fokker, niet door actie beschadigd of bedreigd zou moeten worden. Zodra aan die voorwaarde wordt voldaan, kunnen bevrijdingsacties moreel hoger aangeslagen worden dan de afschuwelijke verminkingen van het leven van het productiedier.

Legaal of niet legaal heeft geen betekenis in een situatie die het beste beschreven kan worden als een systeem van dierenonderdrukking waarbij eigendom over leven en dood van dieren bepalend is, waarbinnen reële, directe vormen van besluitvormingsmacht over het welzijn van dieren op hun productieplekken afwezig zijn en waarin dieren geen "intrinsiek recht" op leven kennen. Dierenproductie op die manier en op deze schaal is een duidelijke vorm van geweld en een bevrijdingsactie is moreel gezien een rechtvaardige daad, of eigendom op dieren nu door allerlei wetgeving gedekt wordt of niet.

Pijnloos en snel

Losgelaten nertsen zouden niet in de natuur kunnen overleven, ze hebben een sterk verstorende invloed op het ecosysteem en bovendien zouden ze worden doodgereden door het autoverkeer in de omgeving. De voorstanders van nertsenfok maken flink gebruik van dit soort gelegenheidsargumenten. Dierenbevrijdingsacties zijn eigenlijk dieronvriendelijk, zeggen zij, er wordt zelfs openlijk afgevraagd of de bevrijders wel hart voor de dieren hebben aangezien de nertsen in de natuur veel slechter af zouden zijn dan in hun warme voedselrijke hokken binnen de kapitalistische doodskampen.

De hypocrisie van de argumenten van deze weldoeners is hopelijk direct duidelijk. Plotseling is de concurrerende strijd om het bestaan in de natuur te hard, plotseling maken de fokkers en hun zegslieden zich druk over leven en dood van de nertsen. Ze zouden er haast antikapitalisten van worden.

Dezelfde redenatie zou overigens tegen de afschaffing van slavernij ingebracht kunnen worden. Waarom slaven loslaten als zij zichzelf zonder eigendom toch niet kunnen handhaven op de markt? Zij zijn toch veel beter en zekerder af in hun beschermhokken onder heerschappij van hun zweepdragende managers? Waarom hierarchieën afschaffen? We worden toch goed gekamd door onze bazen? Een normaal nadenkend mens met liefde voor vrijheid en directe democratie zou zijn oren niet geloven - en toch hebben juist deze argumenten de meeste weerklank bij de bevolking.

Gemakkelijk zou hiertegen ingebracht kunnen worden dat elke nerts die vrij is en het overleeft er weer eentje is, aangezien de nerts in het doodskamp binnen zeven maanden een zekere dood vindt. Daarbij zou je ook kunnen beweren dat het vreemd is dat er gewezen wordt op platgereden dieren terwijl de methoden binnen de fokkerijhekken worden voorgesteld als "pijnloos en snel". Kennelijk is de ene pijnloze snelle dood de andere niet, zodat men gemakkelijk kan inspelen op het gemoed van de burger en zijn angst voor het overal verstikkend aanwezige, levensgevaarlijke autoverkeer.

Overleven

Toch kan men zich afvragen in hoeverre dierenbevrijders medeverantwoordelijk zijn voor het leed van de nertsen buiten hun hokjes. Het is een complexe vraag die een belangrijk dilemma met zich meebrengt. Zou je niets moeten doen en de fokkers hun gang laten gaan? Of zou je in verzet moeten komen met de kans dat je bevrijdingsacties negatieve gevolgen hebben voor dier en milieu? Bijvoorbeeld in de zin van verkeersleed, voedselgebrek en schade aan het ecosysteem.

Volgens Lieke Keller van Bont Voor Dieren kan de nerts wel degelijk overleven zodra hij zich in de natuur vestigt. En ook Dr. Nigel Dunstone, die wordt geciteerd in een communiqué van het Dieren Bevrijdings Front, bevestigt dat: "Omdat de nerts niet afhankelijk is van een bijzonder soort prooi, kan het de competitie met andere roofdieren minimaliseren. Zo heeft het zich verspreid over Europa en het subarctische gebied en ondanks zijn reputatie opmerkelijk weinig invloed gehad op de ecologie van de inheemse fauna".

Een Leidse bioloog, die niet met name genoemd wil worden, is het daar niet mee eens: "We leven hier niet in het subarctisch poolgebied waar honderd nertsen makkelijk opgenomen kunnen worden door een gigantisch oerbos. Waar ze bovendien gepakt kunnen worden door grote roofvogels, lynxen en een zieke oude wolf. Ik kan mij niet voorstellen dat een bioloog deze uitspraak heeft gedaan over een dichtbevolkt gebied als Nederland. Hier in Nederland, waar egeltjes en rugstreeppadden moeite hebben om hun ecologische hoofd boven water te houden, kunnen ze met zijn tienen echt niet concurreren tegen honderd nertsen".

Verzetsdilemma

Er is dus nauwelijks bewegingsruimte voor actie, want juist die ruimte is volledig ingenomen door de kapitalistische productiecultuur, inclusief de mobiliteitsdruk en natuurplundering. Elk verzet tegen die cultuur levert repercussies op, op welke manier dan ook. In zo'n allesoverheersende situatie kan een verzetpleger het niet snel goed doen, omdat zijn acties, hoe moreel gerechtvaardigd ook, ten alle tijden negatieve gevolgen zouden kunnen hebben voor de dieren die hij vrijlaat.

Er is geen natuur meer, alles is cultuur geworden, gepland en gemonitord door en voor de mens. Met hekken om elk stukje groen om de dieren die er nog zijn te beschermen tegen het verkeer. Elke daad van verzet tegen de maakbaarheid van de ruimte tot een aaneengeschakelde reeks productieplaatsen voor gedomestificeerden kan zo, vanwege de gevolgen voor dier en ecosysteem, dan ook gemakkelijk worden afgeschilderd als een daad van dieronvriendelijkheid.

Het is de vraag in hoeverre dat wil zeggen dat je dan maar niets hoeft te doen? Dat je niet moreel gerechtvaardigd bent gebruik te maken van het "recht op verzet" tegen onderdrukking, dat het allemaal jouw schuld is als dieren door anderen, bijvoorbeeld automobilisten, worden gedood.

De Duitse bezetter executeerde willekeurige burgers na een verzetsdaad, Castro laat mensenrechtenactivisten oppakken, elk onderdrukkend regime probeert zijn onderdanen tot inactiviteit te brengen door hun daden grote gevolgen te geven. Maar is dat te wijten aan de verzetsplegers of zijn de vertegenwoordigers van het onderdrukkingsregime met hun represaillemisdaden de schuldigen?

De dierenbevrijder krijgt in die zin dus iets te eenvoudig de schuld opgelegd van de waanzin van het autoverkeer en het feit dat er geen natuur meer bestaat in Nederland, zodat elke nieuwe dierenpopulatie het blijkbaar zeer instabiele en verzwakte ecosysteem met de directe ondergang bedreigt. Niet het overmatige autoverkeer is het gevaar. Niet het massaal binnen brengen van in bezit genomen "exoten" die uit hun natuurlijke habitat zijn gehaald is het probleem. Niet de zwakte van onze natuurlijke omgeving maakt de tongen los. Nee, het zijn de bevrijders, feitelijk te zien als een reactief symptoom van genoemde praktijken, die als criminelen moeten worden bevlekt met schuld.

Reëler zou zijn de heersende productiecultuur en haar uitgangspunt, 'het plunderen van de natuur als belangrijkste maatschappelijke wet', aan een nadere inspectie te onderwerpen. Maar daarmee krijgt men zijn winstgevende pelsjes niet terug, uiteraard.

Alternatief

De mythe van de fokkers en hun medestanders die luidt dat de nertsen goed af zijn in de krappe martelhokjes van de doodskampen waarin ze binnen zeven maanden worden vergast, zelfs beter dan in een natuurlijke omgeving, kan snel vergeten worden. Maar vormen bevrijdingsacties de weg naar verzet en in hoeverre zijn die acties effectief, hun doel - het tegengaan van dierenleed - in aanmerking genomen? Dat blijft een vraag waar bevrijders bij elke actie diep over zouden moeten nadenken.

Er is voor hen natuurlijk wel een heilzaam alternatief mogelijk voor de bevrijdingsacties: repatriëring van nertsen naar hun natuurlijke habitat op kosten van de fokkers die ze, gedekt door de hokjesgeest van het eigendomsregime, hierheen hebben gehaald. Dat dat in dit morele klimaat van domestificerende dominantie een doodlopende weg is, is niet te wijten aan dierenrechtenactivisten en zou zeker niet beloond moeten worden met antiterrorismewetgeving.

Ernst Naber

Geraadpleegde bronnen:

www.bontvoordieren.nl

www.thelight.demon.nl/dierenleed

www.antenna.nl/ravage

 

 




Naar boven

 

 






Ravage
Archief
Overzicht 2003
Overzicht #14

..