Uit:
Ravage #14 van 31 oktober 2003
Digitale
kloof overbrugd?
Begin
december wordt in Genève de VN Wereldtop over de Informatiemaatschappij
gehouden. Op deze topconferentie bepalen wereldleiders het beleid
dat de toegang van het Zuiden tot ICT en internet moet garanderen.
Althans, dat is de bedoeling. De kans dat de conferentie mislukt
is groot.
De
inzet van de VN Wereldtop over de Informatiemaatschappij, de WSIS,
is hoog. Tussen 2010-2015 moet de hele wereld aangesloten zijn op
internet, en overal heil en zegen brengen. ICT wordt namelijk gezien
als hét middel voor het "uitroeien van armoede en honger"
en "het bereiken van een meer vreedzame, rechtvaardige en welvarende
wereld."
Daar
is iedereen het over eens tijdens de voorbereidende vergaderingen.
Maar dat is - met nobele doelen als het streven naar linguïstische
en culturele diversiteit, versterking van het onderwijs en het bevorderen
van e-democratie - zo'n beetje het enige waarover overeenstemming
bestaat.
Er
staat nogal wat op het spel. De toegang tot informatie en communicatiemiddelen
is veel meer dan een louter technische of financiële zaak;
principekwesties als het recht op vrije meningsuiting en vrijheid
van pers zorgen voor heftige confrontaties. Het gaat hier om keiharde
politieke en economische belangen, en de verschillende posities
lopen dwars door de delegaties van regeringen, het bedrijfsleven
en de civil society heen. Op deelonderwerpen levert dit soms weer
onverwachte coalities op.
Na
anderhalf jaar lang onderhandelen over de declaration of principles
en het actieplan dat de regeringsleiders in december moeten ondertekenen,
liep de laatste officiële voorbereidingsbijeenkomst (PrepCom
3) eind vorige maand stuk. Er was zoveel onenigheid over het eindresultaat
dat er in een laatste poging de top te redden in november nog een
extra vergadering is belegd.
Meningsverschillen
Waarom
dreigt de WSIS te mislukken? Om te beginnen omdat er veel teveel
op de agenda staat. De afgevaardigden bespreken de meest uiteenlopende
onderwerpen: van de infrastructuur (van kabels tot satellieten)
en de beveiliging van die netwerken tot patenten en copyrightkwesties.
De
discussie over intellectueel eigendom draait om de vraag wie de
eigenaar is van kennis. Moet er betaald worden voor kennis of gaan
we uit van het publieke domein ideaal: het internet als één
grote, vrij toegankelijke bibliotheek?
En
dan is er nog de vraag wie de controle houdt over de uit te breiden
infrastructuur: moet dat privaat of publiek geregeld, en via open
standaarden of niet? Kortom, het onderwerp 'toegang tot de nieuwe
communicatiemiddelen overal ter wereld' is oneindig complex - en
kan alleen daarom al nooit in één verklaring gevat
worden.
Bovendien
zijn er teveel onoplosbare meningsverschillen. De grootste conflicten
gaan over vrijheid van meningsuiting, van informatie, en van expressie
enerzijds en de beveiliging van informatienetwerken anderzijds.
Moet er meer nadruk gelegd worden op repressie of op de betrouwbaarheid
en de stabiliteit van de infrastructuur? Mag men anonimiem zijn
op het Net? Mag censuur? China en Rusland zijn daarvoor.
En
wat is er belangrijker: de oorlog tegen het terrorisme (Rusland)
of de privacy van de burgers, de gebruikers (het Europese standpunt)?
De Verenigde Staten zijn hierover ambivalent.
Gatenkaas
De
media-passages in de laatste versie van de declaration lijken nog
het meest op de spreekwoordelijke Zwitserse gatenkaas, zoveel is
er voorlopig tussen [haakjes] gezet, om later in te vullen met zo
vaag mogelijke nietszeggende termen.
Pluralistische
media en vrije toegang tot informatie zijn niet in alle landen even
populair. De meer paranoia regeringen (China bijvoorbeeld) willen
- met een beroep op de binnenlandse openbare orde en stabiliteit
- de regulering van communicatie in hun land uiteindelijk in eigen
hand houden. Als je daarnaast de behoeften van de copyright-industrie
neemt (muzieklabels, software, Hollywood) dan vloeit er als kleinste
gemeenschappelijke noemer een informatiemaatschappij met duizend
beperkingen uit.
De
essentiële achterliggende vraag is hoe de Digital Divide overbrugd
kan worden, zonder bereidheid daarvoor te dokken. De rijke landen
staan na het uit elkaar klappen van de dotcom zeepbel niet bepaald
te springen om het zoveelste VN-fonds op te richten - zoals de president
van Senegal heeft voorgesteld - dat zij zouden moeten spekken.
Toch
is er ook zonder een officieel WSIS-accoord al wel wat vooruitgang
geboekt. Door de intensieve voorbereidende vergaderingen zijn de
netwerken tussen de deelnemende NGO's sterk verbeterd. Samen met
de campagne Communications Rights in the Information Society, CRIS,
(een initiatief van het Social Forum in Porto Alegre in 2001) werkt
de Duitse Heinrich Böll Stichting aan een Charta van de burgerrechten
voor een duurzame kennissamenleving. Deze wordt tijdens een parallelconferentie
in Genève gepresenteerd.
Dat
de WSIS "communicatie als fundamenteel sociaal proces en als menselijke
basisbehoefte" nu heeft overgenomen kan als een overwinning van
het civil society front worden gezien. De discussie over hoe het
nu verder moet, begint goed op gang te komen.
Broedplaats
Alleen
in Nederland gebeurt niet veel op dit gebied. De WSIS is geen onderwerp
dat leeft. Niet in de media, niet in de politiek (de premier gaat
niet, er gaat één minister, welke is nog niet duidelijk)
en niet onder NGO's. Het aantal organisaties dat zich actief met
de conferentie bezighoudt, is op de vingers van een hand te tellen.
Tien
jaar nadat vrolijke voormalige hackers de provider Xs4all oprichtten,
tien jaar na experimenten als de Digitale Stad, heeft Nederland
op digitaal gebied geen voorbeeldfunctie meer.
De
hoogste tijd dus voor nieuwe initiatieven om de digitale kloof te
overbruggen. Misschien moet Nederland serieus een broedplaats worden
voor brede toepassing van open software waarop niet de restricties
van copyright en patenten rusten.
De
toegang tot de informatiemaatschappij dreigt versperd te worden
door ingewikkelde copyright regimes en hardere aanpak van illegaal
gebruik van doorgekopieerde software. Open source software heeft
het potentieel de monopoliepositie van Microsoft te doorbreken -
het al dan niet promoten ervan was dan ook een van de grote conflictpunten
op de WSIS-vergaderingen - maar voor het zover is moet er nog wel
het een en ander gebeuren.
Vrije
software
Het
manifest van de ontwikkelingsorganisatie Hivos en de Waag Society
- enthousiaste pleitbezorgers van vrije software - was een goed
begin. Open source software, zoals Linux, is gratis beschikbaar
en de broncodes zijn openbaar. Dat betekent idealiter dat iedere
gebruiker vrije software verder kan ontwikkelen en aanpassen voor
eigen gebruik, bijvoorbeeld in eigen taal of het eigen schrift,
zonder afhankelijk te zijn van de vraag of dit winstgevend is voor
de oorspronkelijke producent.
Bovendien
stimuleert het verder ontwikkelen van software samenwerking en daadwerkelijke
uitwisseling van kennis tussen alle betrokken partijen; het onderhoud
van de software kan gedaan worden door lokale mensen in het Zuiden.
In
dit pleidooi wordt over het hoofd gezien dat sommige landen (bijvoorbeeld
in Afrika) op het gebied van automatisering niet bij nul beginnen.
Microsoft is daar al redelijk populair - zij het vooral als illegale
kopie. Dat er daardoor voor Windows op dit moment meer ondersteuning
te vinden is, is een kwestie van tijd. Het wegwerken van deze achterstand
van open software is een mooie eerste opdracht voor solidair Nederland.
Bovendien
is de huidige voorsprong van Microsoft kwetsbaar. Het kan snel afgelopen
zijn als er - mogelijk als gevolg van striktere regelgeving na de
WSIS - meer controle komt op schending van copyright. Een reden
temeer om serieus werk te maken van de ontwikkeling van open source
software die direct inzetbaar is.
Het
voordeel dat de Linux-variant op Windows níet standaard is
en dat er aan gesleuteld mag worden (het zogeheten copyleft-model),
kan namelijk tegelijkertijd als nadeel opleveren dat de software
niet altijd zonder meer te gebruiken is. Deze laatste barrière
kan overwonnen worden door hier in ons land software-modules te
ontwikkelen voor toepassing elders.
Ambities
Als
je Nederland ziet als een broedplaats voor vrije software ontwikkeling,
krijgen verschillende projecten die nu al los van elkaar lopen een
extra doel met een internationale dimensie.
Zo
is het automatiseringsteam van Milieudefensie inmiddels ver gevorderd
met het invoeren van open source software binnen de eigen organisatie.
Intensieve kennisuitwisseling met andere organisaties helpt de kinderziektes
van het systeem te overwinnen, zodat het daadwerkelijk en probleemloos
beschikbaar wordt voor gebruik in een kantooromgeving waar ook ter
wereld.
Ook
de regering ontbreekt het niet aan goede bedoelingen. Vorig jaar
november werd een motie van GroenLinks aangenomen die het gebruik
van open software bij overheidsinstellingen uiterlijk in 2006 verplicht
stelt. Nu is het tijd geworden die ambities waar te maken met actieve
stimulerende maatregelen. De overstap naar de nieuwste versie van
Windows is groot en levert voor de honkvaste gebruiker minstens
zoveel irritaties op als die naar Open Office; werkelijke uitwisselingsproblemen
tussen beide systemen zijn er echter niet. Het broedplaats-idee
kan voor de Tweede Kamer een extra argument zijn om druk op de ketel
te zetten.
Tot
slot zou het geen kwaad kunnen om in de discussie over de Europese
regeling voor software patenten aandacht te besteden aan de gevolgen
van zulke wetgeving voor de digital kloof. Dat Frits Bolkestein
in zijn verdediging van deze regeling in de Volkskrant uitsluitend
oog heeft voor de vooruitgang in het rijke westen, getuigt van een
kortzichtigheid die niet meer van deze tijd is.
Eveline
Lubbers en Anne Sedee
Meer
info:
http://www.geneva03.org
http://www.crisinfo.org
Naar
boven
|