Uit:
Ravage #13 van 10 oktober 2003
Opstand
der werkende klassen
De
verzorgingsstaat is een verworvenheid van de arbeidersklasse. Het
kabinet lijkt vastbesloten deze staat om zeep te helpen. Met instemming
van werkend Nederland.
Het
kabinet Balkenende zet de bijl aan de wortels van de traditionele
verzorgingsstaat. Dat beweert niet alleen SP-leider Marijnissen
tot vervelens toe, maar ook de premier zelf. "De verzorging van
de wieg tot het graf, daar gaan we verandering in brengen. We gaan
toe naar een afgeslankte verzorgingsstaat", aldus Balkenende aan
de vooravond van Prinsjesdag.
Hoe
die afgeslankte verzorgingsstaat er precies uit komt te zien is
onduidelijk, maar dat het voor mensen zonder werk, arbeidsongeschikten,
chronisch zieken en andere 'inactieven' geen vetpot zal zijn, is
zeker. Zij zullen veel eerder dan voorheen terugvallen op een minimumuitkering
nu het recht op een WW- of WAO-uitkering wordt ingeperkt en mensen
tot hun 65ste jaar zullen moeten blijven solliciteren naar een 'algemeen
geaccepteerde' baan.
Onzin
Zoals
gebruikelijk wordt deze afslankingsoperatie vooral gemotiveerd met
financieel-economische argumenten. Door de recessie is snoeien in
de overheidsuitgaven en sociale zekerheid noodzakelijk, zo stelt
het kabinet.
Economen
van diverse politieke pluimage beweerden de afgelopen weken dat
dit onzin is. Het terugbrengen van de bestedingen en investeringen
van de overheid versterkt juist de negatieve effecten van de recessie,
zo menen zij. Ook minister Zalm's argument dat de Europese Monetaire
Unie deze bezuinigingen van Nederland vraagt, werd door hen ontkracht.
Het kabinet zou ook met minder harde ingrepen nog ruim onder de
Europese norm blijven.
Daarbij
is het bezuinigingsbeleid rampzalig voor de werkgelegenheid, terwijl
deze regering juist meer mensen aan het werk wil zetten. 'Meedoen,
meer werk, minder regels', zo luidt immers het motto van dit kabinet.
Het Centraal Plan Bureau berekende echter dat bij ongewijzigd beleid
minder banen zouden verdwijnen dan nu het geval zal zijn. De alternatieve
begrotingen van GroenLinks en de PvdA, waarin minder drastisch in
de overheidsuitgaven wordt gesneden, leveren zelf veel meer banen
op.
Als
het beleid van Balkenende ons alleen maar dieper de recessie in
sleurt en ook niet goed is voor de werkgelegenheid, moet er dus
een andere agenda zijn. Maar welke?
Solidariteit
Volgens
econoom Geert Reuten wil dit kabinet vooral de uitgaven aan sociale
zekerheid en de loonkosten terugbrengen. Nederland moet immers weer
'concurrerend' worden. "Bedrijven gebruiken recessies om herstructureringen
door te voeren, om daarna weer een hoger rendement te halen. De
overheid speelt dat spelletje de laatste twintig jaar volop mee",
zo zegt hij in het blad Grenzeloos.
Er
is echter een belangrijk verschil tussen dit kabinet en dat van
Lubbers en Kok. In de Nederlandse verzorgingsstaat was het uitgangspunt
altijd dat de uitkeringen welvaartsvast zijn, en dat ze meegroeien
met de totale loonontwikkeling: die bij ambtenaren en werknemers
in het bedrijfsleven. Het nieuwe kabinet laat deze algemene koppeling
los. Uitkeringen zijn alleen nog gekoppeld aan de ambtenarensalarissen
en die moeten volgens de plannen de komende jaren dalen. "Het solidariteitsprincipe
is doorbroken", aldus Reuten.
Nu
stelde die solidariteit in de praktijk toch al niet veel voor. In
de verzorgingsstaat is de solidariteit geïnstitutionaliseerd,
hij wordt afgedwongen. Om te zorgen dat zieken, werklozen, bejaarden,
gehandicapten en andere mensen zonder betaald werk niet van de honger
omkomen en evenmin zijn aangewezen op liefdadigheid en naastenliefde,
ontvangen ze van de overheid een uitkering of verzorging. Het benodigde
geld hiervoor wordt opgebracht door de mensen met een betaalde baan
in de vorm van sociale premies en belastingen. Zo ben je als werkende
burger, of je wil of niet, solidair met je minder fortuinlijke medeburgers.
Omdat
met name loonarbeiders uit ervaring maar al te goed weten dat iedereen
werkloos, ziek of arbeidsongeschikt kan worden, was deze solidariteit
voor hen jarenlang vanzelfsprekend. Sociale zekerheid was een verworvenheid,
een recht. Ze vonden hiervoor lange tijd een gewillig oor bij sociaal
denkende liberalen en hun naasten liefhebbende christen-democraten.
Verwend
Een
probleem van deze georganiseerde en geïnstitutionaliseerde
vorm van solidariteit is dat je als werkende burger niet meer direct
verantwoordelijk bent voor het wel en wee van de 'zwakkeren' in
de maatschappij. Je krijgt aan het eind van de maand wat minder
geld op je rekening dan je eigenlijk 'verdient'. De overheid zorgt
dat dit geld terecht komt bij degenen die het nodig hebben. Slechts
via het uitbrengen van je stem in het kieslokaal heb je iets te
zeggen over de hoogte van jouw 'girale' bijdrage aan de minder bedeelde
medemens en de besteding van dit geld, 'jouw' geld...
Volgens
deze regering, en een groot deel van werkend Nederland, is deze
'girale' solidariteit niet meer op te brengen. Een te grote groep
mensen doet op dit moment een beroep op een uitkering. Dit komt
niet doordat het bedrijfsleven de WAO decennialang heeft gebruikt
om haar overtollige of niet langer bruikbare personeel te loodsen,
niet omdat veel werk ziekmakend is of omdat er gewoon te weinig
betaald werk is, maar omdat de verzorgingsstaat het te gemakkelijk
maakt om een uitkering te genieten.
We
zijn 'verwend' meent minister De Geus. We realiseren ons niet 'wat
het allemaal kost', zegt zijn collega Hoogervorst. Of wel, de borrelpraat
dat WAO-ers, werklozen en andere uitkeringsgerechtigden massaal
misbruik maken van de verzorgingsstaat en leven op kosten van de
hardwerkende belastingbetaler, is uitgangspunt geworden van het
regeringsbeleid.
Verantwoordelijkheid
Nederlanders
hebben een moraal van niks, zo meent dit kabinet. Het stikt in ons
land van de bijklussende arbeidsongeschikten en samenwonende alleenstaande
bijstandsmoeders. Dat moet maar eens afgelopen zijn. Iedereen moet
aan het werk, men dient weer zijn 'eigen verantwoordelijkheid' te
nemen, zoals Balkenende het graag mag zeggen.
De
verzorgingsstaat zit deze eigen verantwoordelijkheid in de weg.
Mensen worden hierin volgens dit kabinet gedwongen tot nietsdoen
en daarmee worden de 'potenties' en 'kansen' van mensen zelf te
weinig benut. "Ons hele denken is nu geënt op een samenleving
waarin meer dynamiek ontstaat, waarin je niet alleen kijkt wat de
overheid voor jou kan betekenen, maar naar wat je zelf kan betekenen
voor de samenleving". aldus Balkenende in NRC Handelsblad.
Dit
betekent dat je als burger werkt voor je geld en geen aanspraak
maakt op sociale voorzieningen. Volgens de Wet Werk en Bijstand,
is iedere Nederlander in de eerste plaats verplicht om door middel
van betaalde arbeid zelfstandig in het bestaan te voorzien. "Als
dit niet mogelijk is en er geen andere voorzieningen beschikbaar
zijn, heeft de overheid de taak hem te helpen met het zoeken naar
werk en, zo lang met werk geen zelfstandig bestaan mogelijk is,
met inkomensondersteuning", aldus minister De Geus in de Memorie
van Toelichting bij het wetsvoorstel. Om de werkzoekende een handje
te helpen zijn zij "verplicht tot scholen op straffe van een forse
verlaging van de uitkering".
Het
kabinet staat hierin niet alleen. Ook binnen de vakbeweging, de
belangenbehartiger van werkend Nederland, worden deze denkbeelden
met instemming begroet. "Werk is niet alleen een recht, maar ook
een plicht" zegt Ton Heerts, de nieuwe hoofdbestuurder sociale zekerheid
in de Volkskrant. "Je mag tegenwoordig blij zijn als er werk is
dat bij je opleidingsniveau en ervaring past. De realiteit van de
dag is: als er werk is en er mankeert niks aan je handen, moet je
gewoon aan de slag."
Minister
De Geus, een oud CNV-bestuurder, zal deze woorden met instemming
begroeten. Niet voor niets is in de Wet Werk en Bijstand, die vanaf
1 januari van kracht wordt, het begrip 'passende' arbeid vervangen
door 'algemeen geaccepteerde arbeid' of 'gangbare arbeid'. Werklozen
hebben voortaan niets meer te vertellen over welk werk ze leuk,
nuttig en zinvol vinden. Ze moeten al het werk accepteren dat 'algemeen
geaccepteerd' is. In onze kapitalistische marktmaatschappij is dat
al het werk dat betaald wordt.
Stumpers
Dat
er op dit moment weinig betaald werk te vinden is, maakt het kabinet
weinig uit. Het gaat er om dat we beseffen dat betaalde arbeid de
norm is. Mensen zonder betaalde baan heten daarom voortaan 'inactieven',
WAO-ers 'arbeidsgehandicapten' en uitkeringsgerechtigden worden
ingedeeld in categorieën die hun afstand tot de (betaalde)
arbeidsmarkt aangeven.
Mensen
zonder betaald werk zijn 'gemankeerde' burgers, het zijn stumpers,
losers en eigenlijk ook profiteurs. Daarom dienen zij genoegen te
nemen met een schamele uitkering. Wie meer wil, moet zichzelf maar
bijverzekeren.
Hiermee
is de centrale gedachte achter de verzorgingsstaat verdwenen. KVP-minister
Marga Klompé wilde in 1963 met de door haar ontworpen algemene
bijstandswet bereiken dat ook mensen zonder werk als volwaardige
burger aan de samenleving moeten kunnen deelnemen door ze een inkomen
te geven. Je hebt als burger immers niet alles zelf in de hand.
Je kunt ziek worden, het bedrijf waar je werkt kan failliet gaan,
het kan wat minder gaan met de economie.
Voor
deze manier van denken is in de door het kabinet omarmde neo-liberale
ideologie geen plaats. De markteconomie kent theoretisch gezien
alleen winners. Mensen die niet mee kunnen komen, hebben dit aan
zichzelf te danken. Volgens liberalen is niet de samenleving, maar
het eigen leven maakbaar. Iedereen kan zijn eigen leven vormgeven,
geluk is je eigen verdienste en ongeluk je eigen schuld. Geluk is
een keuze! Je moet er alleen wel in willen investeren, door een
goede opleiding te volgen, gezond te leven.... Mensen die niet investeren
in hun toekomst, die er niet in slagen succesvol en gelukkig te
zijn jagen de samenleving op kosten. Ze worden verdacht van onwil.
Want
als het leven maakbaar is, is er maar één reden waarom
mensen niet werken, en dat is omdat ze niet willen werken. Niet-kunners
zijn niet-willers. Om hun recht op hulp te behouden moeten ze voortdurend
hun onvermogen bewijzen, voortdurend bewijzen dat het stumpers zijn,
ze moeten schuld bekennen.
Schuldig
Volgens
de sociologen Raf Janssen en André Bons van de stichting
Sjakuus heeft zich een merkwaardige omkering voorgedaan. Uitkeringsgerechtigden
zijn niet langer het 'slachtoffer' van een ziekmakende werkvloer
of krappe arbeidsmarkt, maar 'daders': ze maken zich schuldig aan
werkloosheid, ziekte of arbeidsongeschiktheid. De nieuwe slachtoffers
zijn de hardwerkende belastingbetalers die moeten opdraaien voor
de kosten van het 'profiterende' deel der natie.
Dat
moet maar eens afgelopen zijn. Vanaf nu zijn werklozen, zieken,
'arbeidsgehandicapten' en niet te vergeten migranten, die met behulp
van de Nederlandse kinderbijslag villa's bouwen in hun geboorteland,
tenminste verdacht. Daarom moeten ze veel intensiever gecontroleerd
worden dan werkende belastingbetalers en wordt 'fraude' hen veel
strenger aangerekend. Voor hen geldt in toenemende mate een omgekeerde
bewijslast, zij moeten vooraf aantonen dat zij echt niet kunnen
werken.
Deze
nieuwe aanpak kan op volledige instemming rekenen van FNV-bestuurder
Heerts: "Het kan niet zijn dat mensen er een zootje van maken en
wel op een uitkering teren. Dat gaat ten koste van de goeden, die
ervan afhankelijk zijn. Iemand die niet wil, mag best stevig worden
aangepakt".
En
zo wordt onder kabinet Balkenende de emancipatie van de werkende
klassen voltooid. Arbeid en kapitaal slaan de handen ineen en gaan
gezamenlijk de strijd aan met de 'inactieven'. Stumpers aller landen,
verenigd u!
Freek
Kallenberg
Naar
boven
|